Er is tot heden nog steeds werk aan de winkel………………………….
Het was intussen wel voor steeds meer mensen duidelijk, dat het toen al niet goed ging met de natuur in zijn algemeenheid. De naoorlogse opleving en industrialisatie gingen vaak ten koste van onze natuur. Veel natuur werd opgeofferd vanwege economische belangen. Dat ging ook nog eens vaak gepaard met een ongelimiteerd gebruik van onkruidverdelgers, met alle gevolgen van dien voor ons milieu.
Tegen dit soort mistoestanden kwamen groenverenigingen zoals Vrienden der Natuur (opgericht in 1960) al vroeg in het geweer, maar vooral in de jaren '70 en '80 werd milieu en natuur pas echt “hot”.
Hoewel er intussen veel goeds is/wordt gedaan, is er ook nog veel niet zoals het behoort te zijn.
Dat we nu bijvoorbeeld te maken hebben met een alarmerende achteruitgang van bijvoorbeeld onze insecten zegt heel veel. En ook dat bestrijdingsmiddelen daar een grote rol in spelen.
Het zal nog wel even duren, maar het wordt tijd dat onze ogen écht open gaan. Het is inmiddels wel al “5 voor 12 oftewel "code rood".... (Bovengenoemde petitie van Vroege Vogels was overigens in oktober 2017). Lees ook eens: Biodiversiteit in acuut gevaar van Wim Vlekken
Ook in het IJzerenmangebied is nu een en ander (nog) niet zoals we het graag zouden zien. En dan heb ik het nog niet eens over de rigoureuze bomenkap van de afgelopen maanden die tot felle reacties leidden.
“ In het IJzerenmangebied (intussen tot "Stadswandelbos" gedoopt), zien we bomen verdwijnen, jaar in jaar uit. Dit voorjaar was die kap zó grootschalig dat het gebied nauwelijks nog ‘bos’ genoemd kan worden. Veel bezoekers zijn daarvan geschrokken en zijn verontwaardigd”. Aldus Stichting Groen Weert op hun site. Wil je daar meer over weten, klik dan op deze link.
Het hoofddoel van kap zou voor de Bosgroep natuurlijke verjonging en het creëren van gevarieerdere en biodiverse bossen met structuurrijke bosranden moeten zijn, in plaats van. een beoogd oogstniveau van 2877 m3 hout met een opbrengst van €39.195 excl. BTW. (Beheersvisie 2015-2020).
Met kap in het IJzerenmangebied is niks mis, of eigenlijk zelfs aan te bevelen. Wat betreft het hoofddoel en de uitvoering ervan, zal er echter nog eens goed nagedacht en overlegd moeten worden.
Ruige begroeiing met brandnetel, kleefkruid, varens en braam |
Maar wat is nu het probleem met de waterhuishouding waar ik het over had?
Hoewel het de meeste mensen niet zal opvallen, valt er ook het nodige te zeggen over het voedsel- en nitraatrijke water van de Zuid-Willemsvaart, dat nog steeds via de Weteringsbeek door de vennen in de grote plas stroomt. Het ziet er momenteel (juni) schitterend groen uit in het IJzerenmangebied, maar het is wel veel van hetzelfde (voedselrijk minnende ruige vegetatie) en dat gaat ten koste van de biodiversiteit. Andere planten komen daardoor namelijk in de verdrukking en/of verdwijnen. Dat is niet alleen ten nadele van de flora, maar ook voor onze insecten enz.
Waarom en sinds wanneer loopt die Weteringbeek daar dan?
De Weteringbeek moest de oude Bocholterbeek van voldoende water voorzien. De Bocholter- of Weerterbeek, aangelegd in 1296, was eeuwenlang van groot belang voor de
stad. Niet alleen om de stads- en kasteelgracht van water te voorzien,
maar ook voor de wolnijverheid, leerlooierijen en bierbrouwers die Weert toen rijk
was en voor de huishoudens om bijvoorbeeld de was te doen. De beek stroomde vanaf de stad via het Patersklooster richting Doolhof, waar
een zijtak richting Leuken (via de Leukerbeek) was aangelegd en de
hoofdstroom liep onder het kanaal door richting Laar-Rosveld-Nederweert. De beek, die haar water betrok uit de Abeek in België, zorgde ook voor aanvoer van vers water voor de boeren in België en Altweert en het achterliggende land.
De aanvoer stagneerde nogal eens, omdat het water ook door de boeren in België en Altweert voor bevloeiing der landbouwgronden en de langs de beek gelegen (vis)vijvers werd gebruikt en de beek met grote regelmaat slecht geveegd werd. Dat zorgde vanwege het geringe verval van nog geen 60 cm per km. voor een te geringe stroming en te weinig aanvoer. Hier is heel wat over “gesteggeld”. Hoewel dat steeds minder gebeurde, heeft dat toch nog geduurd tot beginjaren 20e eeuw, omdat met name de buitenijen nog gebruik bleven maken van de aanvoer van het verse en schone water vanuit België voor de bevloeiing van het land en voor de aangelegde visvijvers.
detail Waterschapskaart Valkenswaard-Oost 1877 met Weteringbeek (blauwe pijl) |
Bocholterbeek en Wetering(s)beek omstreeks 1900 |
Zuid-Willemsvaart met links de "Wetering" (foto GAW, van omstreeks 1930) |
Toen de IJzeren man gegraven werd in 1910-1913, deed zich het probleem voor dat de Bocholterbeek die door de betreffende percelen liep, niet meer voor voldoende vers stromend water in de stad kon zorgen. Voldoende wateraanvoer vanuit de “put” lukte namelijk niet meer, omdat de plas diep lag en niet het vereiste waterpeil haalde. Er werd tijdens de raadsvergadering van 3 februari 1915 onder andere opgemerkt dat “de put van Scholtisheuvel nooit vol staat en als de Bocholterbeek niet voldoende door de Weteringsbeek gevoed wordt, deze steeds droog zal blijven”.
Bocholterbeek en Wetering(s)beek met de vertakking richting stad na 1915 |
En in de notulen van de raadsvergadering van 9 juni 1915 wordt vermeld dat: “de stads- en kasteelsgrachten nog enkel versch water kunnen betrekken uit den duiker bij de gasfabriek en den duiker aan Brinkmans op de Minderbroederslaan, maar daardoor verworden zijn tot een samenstel van bezinkvijvers, die de lucht in den omtrek over aanzienlijke omtrek verpesten. Die duikers leveren namelijk alleen dan water als het kanaalpeil hoger ligt dan het niveau der beek; wat lang niet altijd het geval is".
"Een blijvend gezonde toestand voor de stad Weert wordt geboren wanneer de watervoorziening niet meer gebaseerd wordt in hoofdzaak op den aanvoer uit België via de Bocholterbeek, maar op den aanvoer van water uit de Z.-W. via de Wetering(s)beek. Hoofddoel van den tak Belgische grens tot bovengenoemden vijver zou echter wezen waterafvoer der belendende landerijen en eventueele watervoorziening van Altweert via de gegraven Meilossing”.
Uitzicht op de IJzeren Man plas vanaf de westkant in 1920. Het huidige strandje. |
Het kanaalwater was toen nog van een dusdanige kwaliteit, dat het door de mensen in de stad gewoon gebruikt kon worden als waswater. Omdat de waterstand in de IJzeren Man niet op het gewenste peil gebracht kon worden met alleen grond- , regenwater en water van de Bocholterbeek, werd ook kanaalwater via de Weteringsbeek in de plas ingelaten aan de Voorhoeveweg.
Weteringbeek langs de Voorhoeveweg. Jaartal onbekend. |
Het in augustus 1954 geopende moderne zwembad (zie vorige post) zorgde voor een dusdanige toename van het bezoekersaantal, dat besloten werd het bad en de voorzieningen uit te breiden.
Om ook de kwaliteit van het aangevoerde kanaalwater in de plas te verbeteren besloot men ook iets te doen aan een betere verversing. Tot 1966 stroomde het water van de Weteringsbeek nog langs het Geurtsven en het Hertenkamp naar de Voorhoeveweg. Vanaf daar werd het water in de IJzeren Man ingelaten.
Omdat de waterkwaliteit in de plas steeds verder terugliep, dacht men het probleem op te kunnen lossen door de weg van het water te verlengen. Dat ging gebeuren via het Geurtsven, het Zwanenven en de Kleine IJzeren Man!!! Zo zou, aldus een bericht in Kanton Weert van 10 februari 1966, de “biologische zuivering van het water” beter verlopen. Dit had echter niet het gewenste effect en het ging vooral ten koste van de natuurlijke vennetjes, die voorheen enkel gebiedseigen water in de vorm van regen- en grondwater kregen en nu gebiedsvreemd voedselrijk water uit het kanaal kregen, met eutrofiëring (vermesting) als gevolg. Van een natuurlijke habitat was steeds minder sprake.
De kwaliteit van het kalkrijke-, voedselrijke (Maas)water in de Zuid-Willemsvaart werd nadien alleen maar slechter. "Dankzij” een sterke toename van de industrie raakte het kanaalwater namelijk steeds meer vervuild en werd ongeschikt als zwemwater. Als je eind jaren '60 in het kanaal ging zwemmen, kwam je er smeriger uit dan toen je er in sprong……
Visvijver "het Geurtsven" eind jaren '60 |
Door een overdosering liep dit desastreus uit de hand; het leidde tot een compleet dode waterbodem, waar- door nagenoeg de hele plantengroei en alle leven uit de plas verdwenen.........
En dat alles in een plas, waarin toen nog gezwommen werd. Onverantwoord……….
Tien jaar later was het middel nog steeds niet uitgewerkt en was er nog altijd sprake van “een ernstige mate van aantasting van de kwaliteit van het water”. Allerlei “lapmiddelen” zoals aanplant van planten uit het Ringselven, werden tevergeefs uitgeprobeerd.
Dat gebeurde uiteindelijk ruim 20 jaar later in 1989. Een project van zo’n fl. 20.000,- Sindsdien is de waterkwaliteit over het algemeen heel redelijk als viswater. Er worden bij metingen wel nog altijd lichte overschrijdingen voor ammoniak en zuurgraad aangetroffen.
Door dit soort gebeurtenissen raakte men er eindelijk van doordrongen dat er wezenlijk iets moest veranderen aan de mentaliteit van de mensen. In Land van Weert van 4 oktober 1989 zei Bert Linssen, toenmalige voorzitter van het op 14 juni 1983 opgerichte IVN, het als volgt: “Luister ’s hier: we hebben er met z’n allen een puinhoop van gemaakt en we moeten er allemaal de schouders onder zetten om die problemen op te lossen”. Jan Stouten (Vrienden der natuur) voegde daar aan toe: “Het gaat ons op de eerste plaats om een mentaliteitsverandering”.
Men was het er over eens dat er iets aan die mentaliteit gedaan kon worden door het geven van zowel natuur- als milieu-educatie. Dit zou beter gaan als de groene verenigingen samen gingen werken. En er was voor dit alles goede huisvesting nodig; een “Centrum voor Natuur- en Milieu- educatie”. De IJzeren Man was daarvoor een geschikte omgeving, zo vond men. Het was goed bereikbaar, er was een prima infrastructuur en er waren de meeste milieutypen aanwezig; bossen, vennen, beken, zandverstuivingen, hei en er zou nog een veengebiedje, inclusief knuppelbruggetje, met veen uit Polen aangelegd worden.
Op 8 september 1989 ondertekenden Bert Linssen namens IVN en Herman Beuvens namens Vrienden der Natuur de notariële akte. De nieuwe stichting met de naam “Vereniging voor Natuur- en Milieu-educatie Weert e.o.” stelde zich als doel: “Het doen opgroeien van een nieuwe milieubewuste generatie door het vergroten van kennis en inzicht in de natuur en het milieu via leerprocessen en andere vormen van informatieoverdracht. Een generatie die bereid is veranderingen aan te brengen in haar gedrag en die de noodzakelijke consequenties wil trekken, ook de financiële”.
Het duurde uiteindelijk nog tot 30 oktober 1992 voordat de officiële opening van het Natuur- en Milieucentrum (NMC) plaatsvond. De gekozen locatie van het NMC ligt op het voormalig Ezelsweitje, gelegen achter de speeltuin. Een prachtig multifunctioneel gebouw.
Ondanks het vele werk van het NMC en allerlei maatregelen bleef de waterhuishouding een probleem.
De waterkwaliteit in de vennen en plassen liet te wensen over door de inlaat van hard en eutroof (voedselrijk) water uit de Zuid-Willemsvaart, het watersysteem was moeilijk te onderhouden en te beheren, bij (te) lage grondwaterstand vielen de plassen en vennen deels droog en het water als “kijk- of belevingswater” was onvoldoende zichtbaar.
In 2003 en 2004 is in opdracht van Waterschap Peel en Maasvallei en de Gemeente Weert door Royal Haskoning een waterplan/uitvoeringsplan voor de IJzeren Man opgesteld. Veel aandacht werd besteed
aan herstel van de waterhuishouding, maar er werden tevens maatregelen genomen om de recreatie-mogelijkheden en de belevingswaarde van het gebied te verbeteren.
Wat betreft de waterhuishouding schreef Martin Boute, adviseur water en ecologie bij Haskoning o.a. het volgende op zijn site boute-ecologie & wateradvies:
- In het gebied bestaat een recreatieve en ecologische gradiënt van oost naar west die goed met elkaar samengaan. In het oosten van het gebied is sprake van intensief recreatief medegebruik van het gebied en zijn de ecologische waarden gering met relatief voedselrijk en meer gebufferd water in de plassen (inlaat alleen indien nodig). Meer naar het westen nemen de waterkwaliteit en ecologische waarden toe (zwak gebufferd, voedselarm milieu met bijbehorende soorten).
- De vennen in het gebied zijn autonoom of zullen worden gevoed met een minimaal inlaatdebiet. In het algemeen betekent dat, dat de bodem van deze wateren nabij (of onder) de zomergrondwaterspiegel ligt. De vennen worden gevoed door zwak gebufferd voedselarm grondwater, (zuur en voedselarm) regenwater en/of zwak gebufferde (kanaal)kwel. Verder liggen de vennen in een open (heide)landschap en is er een stabiele en duurzame levensgemeenschap van planten en dieren typerend voor deze habitats ontstaan.
- De bodem van de grotere plassen ligt onder het grondwaterniveau. De inlaat van kanaalwater is dan ook onwenselijk. De nu al van nature optredende fluctuaties in de plassen zorgen in de toekomst voor een gevarieerde oevervegetatie. Voor de plassen geldt dat ze in verbinding met elkaar staan via open corridors. Slechts in geval van extreme droogte wordt tijdelijk water gesuppleerd".
Loop van de Weteringbeek sinds 2005 |
Meetstuw in de Weteringbeek bij de inlaat van kanaalwater |
Met paden en bruggetjes is het gebied overal goed bereikbaar |
Het verdeelpunt bij het Geurtsven |
Het Geurtsven, waar een sterke toename van algen te zien is |
Eendenven met dichte oevervegetatie |
Zwanenven met veel witte waterlelies (voedselrijk minnend) |
3/4 van het oppervlaktewater van het Eendenven is inmiddels (juni 2019) bedekt met algen |
Instroom van kanaalwater in het Geurtsven via de Weteringbeek |
Ruige begroeiing zoals Japanse duizendknoop en riet langs de Weteringbeek |
Om de natuurwaarden te vergroten is verschralingsbeheer (maaien én afvoeren én nabegrazing door schapen in het najaar) een vereiste. Zonder tegenmaatregelen worden karakteristieke planten verdrongen door algemene soorten die van de extra voedingsstoffen profiteren.
******************* Enkele weken na mijn bezoekjes aan de IJzeren man, is langs een gedeelte van de Weteringbeek gemaaid en is de beek opgeschoond. Prima dat dit gebeurt, maar dan moet je het niet achterlaten zoals we hier op de foto's zien, die ik 24 augustus heb gemaakt. Ik weet niet wie dit uitgevoerd heeft (waterschap???), maar dit soort “beheer” getuigt van weinig natuurbesef........ Is er nou niemand die hier toezicht op houdt? zo vraag ik me af........Had het nou maar niet opgeschoond, want dit "beleid" is niet bevorderlijk voor de ontwikkeling wat betreft biodiversiteit.
Als je de beek opschoont (wat prima is, hoewel de wanden zo steeds steiler worden,) is het van belang om de voedselrijke drab niet langs de beek te laten liggen maar direct af te voeren. Zoals hier echter is gebeurd, is vragen om nog meer brandnetels en andere woekeraars.
Als maaien noodzakelijk wordt geacht, moet het wel afgevoerd worden om te verschralen om zo andere planten, die in de verdrukking staan, een kans te geven. Bij iedere maaibeurt krijg je namelijk een ophoping van voedingsstoffen, wat zorgt voor eentonige vegetatie. Een hoogwaardige kwaliteit beekoever heeft veel verschillende soorten grassen en kruiden, waardoor insecten meer stuifmeel kunnen vinden om van te leven. Laat het maaisel een tijdje (maximaal 4 dagen) liggen, zodat zaden kunnen uitvallen en insecten en kleine dieren de kans hebben om eruit te kruipen, maar ruim het dan wél op. Over goed maaibeheer kun je meer lezen in de post Schaapsdijk.
Wat verder van belang is, wannéér en hóe er gemaaid wordt. Zo begonnen leden van visclub Sint Petrus langs het Geurtsven te maaien toen de oever vol stond met het mooie Nagelkruid en ze voerden het maaisel meteen af. Waarom het maaien niet afstemmen op de bloeiperiode en niet alles in één keer? Je creëert dan meer leefgebied en voedsel voor insecten.
Uitzicht op de Kleine IJzeren Man met vogelkijkhut |
Ook de Kleine IJzeren Man wordt langzaamaan één grote algensoep |
Instroom van het kanaalwater in de Grote IJzeren man aan de Geurtsvenweg. |
Nu, anno 2019, lijkt de uitvoering helaas anders te verlopen dan het streefbeeld en visie zoals Martin Boute die schetste. Een gemiste kans.........
Wandelpad tussen de IJzeren Man (links) en de Weteringbeek (rechts) |
Zeer zeker wel. Want ondanks alles is en blijft het een schitterend gevarieerd gebied, waar je heerlijk kunt wandelen en kunt genieten van de mooie doorkijkjes en de dieren in het hertenkamp, of om actief bezig te zijn in het zwembad, de kabelwaterskibaan, speeltuin, klimbos, of trimbaan.
Om dan na afloop natuurlijk nog een bezoek te brengen aan het Natuur en Milieucentrum met hun schitterend aangelegde insectentuin, insectenmuur en -hotel en een bijenhal. Kortom, het stadswandelbos is er voor iedereen. Voor jong en oud.
Daar wil ik je volgende post deelachtig in maken. Niet met weer een "ellenlang" verhaal, maar met mooie foto's van de aanwezige BIOTOPEN..
Voor de verslagen van de bezoekjes door de Ecologische Werkgroep Weert Zuid, verwijs ik graag naar hun site via DEZE LINK. Verder vind je in de volgende 2 posts iets over de FLORA en de FAUNA in het gebied.