Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


maandag 5 december 2016

Herfst 2016....... Paddenstoelentijd deel 7

Dit jaar heb ik best veel aandacht besteed aan paddenstoelen. Het was vooral mijn bedoeling jullie te attenderen op de rijkdom van een voor velen onbekend schimmelrijk, waar heel wat in te ontdekken valt. Voor veel mensen mogen paddenstoelen dan wel onverbrekelijk verbonden zijn met de herfst, toch is dat maar deels waar. Paddenstoelen vind je het hele jaar door, ook in de winter. Vorig jaar vertelde ik daar in "Paddenstoelen in de winter" een en ander over, maar voor de meeste paddenstoelen loopt het toch op zijn eind. Ik wil jullie daarom nog één keer een aantal bijzondere soorten laten zien en daar blijft het dan bij.
Het is weer tijd voor wat anders.
Parasietbeurszwammen  op Nevelzwammen
Er zijn paddenstoelen die parasiteren op levende bomen en andere levende organismen, maar er zijn ook soorten die parasiteren op soortgenoten. Echte "kannibalen" dus. Daarvan vond ik er een paar weken geleden twee op Belgisch grondgebied; de Luysen en Smeetshof.

De PARASIETBEURSZWAM (Volvariella surrecta) is een fotogenieke paddenstoel, die je zeker niet elke dag tegenkomt. Hij wordt echter niet meer beschouwd als een bedreigde soort. In de maanden september tot november kun je hem vinden op de hoeden van voornamelijk Nevelzwammen.
De Parasietbeurszwammen op de foto zien er in tegenstelling tot de Nevelzwammen puntgaaf uit. Die zijn vervormd tot ware gedrochten en kunnen ook geen sporen meer vormen.
Kostgangerboleet

Een kostganger is iemand die tijdelijk verblijft in andermans huis. Er zijn ook paddenstoelen die tijdelijk in andersmans "huis" verblijven. Een van deze heeft zelfs die naam: KOSTGANGERBOLEET (Boletus parasiticus).

Deze paddenstoel leeft als parasiet op één specifieke soort, namelijk de Aardappelbovist. Gevolg is dat de Aardappelbovist verschrompelt en geen sporen vormt. De kleur van de Kostgangerboleet is variabel, van bleekgeel tot diep oranjebruin. De buisjes aan de onderkant van de hoed zijn citroengeel tot roestbruin. De steel, die vreemd genoeg bovenaan het dikst is, heeft ongeveer dezelfde kleur als de hoed.

Deze soort is zo sterk in aantal achteruit gegaan, dat hij op de Rode Lijst staat als zeldzaam. Eigenlijk vreemd, want het stikt van de Aardappelbovisten in ons land. Waarschijnlijk is hij erg gevoelig voor veranderingen in de leefomgeving, terwijl zijn gastheer zich daaraan goed weet aan te passen.
Witte kluifzwam
Deze WITTE KLUIFJESZWAM (Helvella crispa) vind je tussen bladeren en wat lichte onderbegroeiing langs paden en open plekken in een vochtige en lommerrijke omgeving . Vooral waar licht de grond nog bereikt. Meestal is dat ook in de nabijheid van eiken. Ik hoorde eens een verhaal over een hond, die in zo’n zwam gebeten had. Zou hij hem echt aangezien hebben voor een bot? Ik betwijfel het, maar de paddenstoel heeft zeker enige gelijkenis met een afgekloven bot.
De steel is hol en gegroefd en gaat over in gebogen en omgeslagen lobben, die een vage en soms bizarre hoed vormen. Het is een zogenaamde zakjeszwam. Geen plaatjes of buisjes dus, maar een lichtbruin- gelig kiemvlies met zakvormige cellen, die de sporen produceren. Bij rijpheid worden die met kracht uit de cel, die functioneert als een waterpistool, weggeschoten.
Rodekoolzwam
Er zijn niet zo veel paddenstoelen die blauw van kleur zijn, of een blauwe schijn hebben. Enkele voorbeelden zijn de Blauwe kaaszwam, de Blauwgrijze satansboleet en de Berijpte russula. Op de foto zie je de AMATHISTZWAM of RODEKOOLZWAM (Laccaria amethystina). Vanwege de grote variëteit in kleuren hoort hij bij de groep Fopzwammen. Hoe ouder hij wordt (en onder ideale vochtige omstandigheden) des te meer hij de kleur krijgt van rode kool. Je vindt hem vooral onder beuk en eik, maar soms ook in naaldbossen. De wat vezelige steel heeft ongeveer dezelfde kleur als de hoed, namelijk paarslila tot paarsbruin.
Rodekoolzwam
Bij het rijpen wordt de eerst halfbolvormige hoed plat tot breed en trechtervormig en gaat steeds meer omkrullen, zodat de grote lamellen goed zichtbaar zijn. Die grote lamellen zijn een kenmerk, dat je ook bij andere fopzwammen ziet. De meeste paddenstoelenboeken vermelden het Rodekoolzwammetje als eetbaar. De paddenstoel bevat echter schadelijke hoeveelheden arseenverbindingen, laat onderzoek in het buitenland zien. Mijn advies is dan ook: eet hem niet en laat hem staan.................
Echte kopergroenzwam
De meest blauwe zwam, die ik al op 30 oktober zag bij de Smeetshof, is toch wel deze tot 6 cm grote ECHTE KOPERGROENZWAM (Stropharia aeruginosa). Zoals gezegd is door het licht dat er op valt, de blauwgroene kleur steeds wat anders. Als ik er een dag later een foto van zou maken, zou hij misschien meer naar groen neigen.
Echte kopergroenzwam, foto vanaf een iets andere plaats genomen
Bij het ouder worden, wordt hij overigens licht okergeel van kleur. Aan de bruinzwarte manchet is te zien dat dit de Echte is, want die ontbreekt bij de Valse kopergroenzwam. Voor wie het wil weten: ja, de Kopergroenzwam is eetbaar, maar wie eet nu zo’n prachtige soort.
Onderkant van de Valse hanenkam
De VALSE HANENKAM (Hygrophoropsis aurantiaca) heeft soms van die piekjaren. Of die vooral op warme, droge zomers volgen, is niet zeker, maar het lijkt er dit jaar wel op, want op dit moment zie je een ware explosie in de naaldbossen op zandgrond. 
Echt interessant aan de Valse hanenkam vind ik vooral de onderkant. Daar zie je ook het verschil met de Echte hanenkam. Vanwege de gelijkenis wordt hij daar nogal eens mee verward. Bij de Valse zijn de prachtige en opvallend oranje lamellen tot driemaal gevorkt. De Echte heeft geen lamellen, maar meer onregelmatig en minder vaak vertakte plooien, die tot ver in de steel doorlopen. 
Hoewel de Valse hanenkam ook eetbaar is, smaakt hij niet lekker en heeft weinig voedingswaarde. Bij gevoelige mensen veroorzaakt hij een opgeblazen gevoel en diarree.
Blauwgrijze schorsmycena
De BLAUWGRIJZE SCHORSMYCENA (Mycena pseudocorticola) staat bekend als tamelijk zeldzaam, maar in mijn omgeving (Weert e.o.) kom je dit fraaie paddenstoeltje toch geregeld tegen. Vaak tot in januari toe. Meestal is het op vochtige plekjes op de stam, waar ook mossen het naar hun zin hebben. Het zwammetje schijnt een voorkeur voor (knot)wilgen te hebben. Daarmee is overigens niet gezegd dat de Blauwgrijze schorsmycena alleen maar op wilgen voorkomt. Ik kan me niet meer herinneren op welke boom ik ze gevonden heb. Op jonge bomen komt deze paddestoel in elk geval niet voor; de soort heeft een duidelijke voorkeur voor bomen met een schors waarin veel spleten, scheuren en gleuven zitten.
De blauwgrijze kleur en de standplaats zijn vrij goede kenmerken om de paddenstoel met zekerheid op naam te brengen. Er zitten altijd meerdere exemplaren op de stam. Het klokvormige hoedje wordt 2-10 mm groot en varieert in kleur van grijs naar grijsblauw. Als de paddenstoel ouder wordt, bleekt deze wat uit. Het meestal kromme steeltje heeft dezelfde kleur als de hoed en verkleurt in hetzelfde tempo mee.
Gele ridderzwam
Hoewel deze plaatjeszwam, de GELE RIDDERZWAM (tricholoma equestre), op het eerste gezicht onopvallend en niet interessant lijkt, wil ik hem toch laten zien. Het is nl. een zeldzame soort (zie Verspreidingskaartje van NVM), die in onze omgeving voor zover ik weet alleen wordt aangetroffen in de Tungelerwallen. Hij schijnt t.o.v. andere gebieden hier altijd wat later tevoorschijn te komen, maar dit jaar was hij heel erg laat.
Gele ridderzwam
Het is een soort die zéér gevoelig is voor de effecten van vermesting. Deze soort heeft dus een signaalfunctie.
Gele ridderzwam
Ik zag hem 2 weken geleden voor het eerst, maar kwam er nog niet toe hem te plaatsen. Sinds 1980 is de soort sterk achteruit gegaan en staat als bedreigd op de Rode lijst van 2008, De Gele ridderzwam is een forse paddestoel met een tot meer dan 10 cm brede gele hoed (in het centrum meer bruinig tot olijfkleurig), gele plaatjes en een dikke gele steel. Die steel is in verhouding met de hoed erg kort.
Hij is uitsluitend in de nabijheid van dennen (grove den) te vinden op uiterst voedselarm stuifzand, waar een strooisel- en humuslaag nagenoeg ontbreekt, De belangrijkste maatregel voor het behoud van deze soortgroep is het (aanzienlijk verder) terugdringen van de stikstofdepositie.
Gele ridderzwam
In het kader van het vergroten van de oppervlakte actief stuivend zand worden in stuifzandgebieden vaker bomen en bosjes verwijderd. Dergelijke grootschalige herstelmaatregelen kunnen echter een bedreiging vormen voor de gele ridderzwam. Daardoor zouden kostbare groeiplaatsen van de Gele ridderzwam verloren kunnen gaan. Bij oudere dennen is het ook belangrijk dat een situatie zonder strooiselophoping blijft gehandhaafd. Ik denk o.a. ook aan het behoud van open zandige padranden en dergelijke.
Jonge en oude Gele ridderzwam
Mogelijk wordt de soort nog in de Tungeler wallen gevonden door de werkzaamheden van de Ecologische Werkgroep Weert Zuid, die door haar kleinschalig (maar ook arbeidsintensief) natuurbeheer de ophoping van takkenafval, strooisel en humus voorkomt, door die op te ruimen. Een laag takkenhout en humus belemmert namelijk de schrale natuur. Zie: “De verhoudingen op de Tungeler Wallen”

donderdag 1 december 2016

Herfst 2016....... Paddenstoelentijd: Gewone oesterzwam

Sinds 1980 wordt de Gewone Oesterzwam, het neefje van de champignon, ook in Nederland gekweekt.
Gelukkig maar, want dan wordt die in de vrije natuur tenminste meer met rust gelaten.

gekweekte Gele oesterzwam of tamogi-shitake (Japans)
Het kweken gebeurt mn. op geprepareerd stro en houtpulp, waaraan de zwamvlok of mycelium is toegevoegd. Maar zoals je op de foto ziet, kan het ook op een geënt stuk boomstam. Dan moet je uiteraard wel wat meer kennis van zaken hebben.

Er worden lichtgrijze, lichtpaarse, limoengele en zelfs roze oesterzwammen gekweekt.
De klant is nou eenmaal koning.............................
Voor de leek zijn ook kant en klare kweek- baaltjes verkrijgbaar, zodat iedereen het eigenlijk kan, maar je kunt uiteraard ook bij de groenteboer of de speciaalzaak terecht.

Voor een paar euro's heb je een doosje vol en er is dus eigenlijk geen reden meer om ze in het wild te plukken. Dan kunnen anderen er tenminste ook van genieten, want het is een prachtige soort, zoals je op onderstaande foto's kunt zien.

maandag 28 november 2016

Herfst 2016....... Paddenstoelentijd deel 6

De meeste mensen hebben geen idee van de rijkdom van onze natuur. Als het gaat over paddenstoelen, kom je niet alleen de naam “schimmelrijk” tegen, maar ook “schimmenrijk” of “schimmig rijk”. Dat zegt genoeg...
Hoewel het aantal paddenstoelen boven de 5000 ligt (aldus NMV-Verspreidingsatlas), wordt het aantal meestal veel en veel lager ingeschat. Laat iemand voor de aardigheid maar eens 10 soorten opnoemen…..

Dit is vooral te wijten aan het feit dat paddenstoelen vaak niet opvallen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld vogels (ongeveer 200) en zoogdieren (een 50 tal). Daarvan wordt het aantal altijd hoger ingeschat dan het in werkelijkheid is. Stuk voor stuk zijn paddenstoelen echter wonderwerkjes. Vaak nog geen centimeter groot.

Dwergcollybia
Neem nou deze Dwergcollybia's (Collybia amanitae). Je vindt ze in allerlei typen bos met voedselarm zand op oude, gedroogde en zwart geworden resten van plaatjeszwammen zoals melkzwammen en russula’s. Mooie zwammetjes met een gewelfd tot vlak, wit en zijdeachtig aanvoelend hoedje. De diameter is maar 0,5 tot 1,5 cm. Het witte steeltje wordt 2 cm lang. Het is een plaatjeszwam. Aan de dennennaalden is te zien hoe klein ze zijn. Logisch eigenlijk dat de meeste mensen daar overheen kijken, hoewel het een veel voorkomende soort is.

woensdag 23 november 2016

Herfst 2016....... Paddenstoelentijd deel 5

Men zegt wel eens dat “paddenstoelen van mensen houden”.... Je hoeft namelijk zelden ver van de gebaande paden te gaan om ze te vinden. Wie met een paddenstoelenkenner op stap gaat, hoeft dan ook niet bang te zijn dat hij grote afstanden moet afleggen. Diep in het bos kom je ze vaak ook niet tegen. De paddenstoelen in deze blog, die we in het Herbertusbos in Heeze vonden, zijn allemaal vanaf de paadjes waargenomen.

Helmmycena en Langsteelfranjehoed
Deze witte plaatjeszwammetjes met hun kenmerkende hoedjes, horen bij de Mycenaceae. De bruine zijn Franjehoeden. Er zijn zo’n 90 verschillende Mycena-soorten, maar ze hebben allemaal die kenmerkende kegel- tot klokvormige hoed en vaak ranke stelen. Op het eerste gezicht is een mycena vanwege dat hoedje gemakkelijk te verwarren met een Franjehoed, maar als je naar de lamellen kijkt, zie je direct het verschil: mycena's hebben witte lamellen die ook wit blijven, omdat het sporenpoeder wit is. De Franjehoeden hebben gekleurde lamellen, die vrij snel donker worden door het bruin(zwarte) sporenpoeder.
De bruine paddenstoelen die je hier tussen de Helmmycena's ziet, zijn Langsteelfranjehoeden.

zaterdag 19 november 2016

Vier jaar Weert en natuur


Vandaag 19 november is het 4 jaar geleden dat ik met de blog "Weert en natuur" ben begonnen.

Opzet was om alle natuurgebieden in Weert en omgeving (ook die over de grens) van het 25.000 ha. grote Kempen~Broek te beschrijven. Leuk om te doen en ik doe er blijkbaar ook veel mensen een plezier mee. Mijn blog wordt namelijk boven verwachting bezocht; inmiddels zijn de 107.000 pageviews overschreden.

Tijd voor een bloemetje dus. Maar dan wel een bloemetje van veel bezochte blogs waarin ik over planten vertel.

Dagkoekoeksbloem (649 keer bezocht).
Inmiddels heb ik 233 blogs geplaatst en zijn in de afgelopen 4 jaar nagenoeg alle natuurgebieden in Weert e.o. beschreven. Dat zijn heel wat pagina's. De Kootspeel en Grootbroek waren de laatste. Doelstelling is dus bereikt. Ik moet nog gaan bekijken hoe ik nu verder ga. Als er suggesties zijn, hou ik me aanbevolen.

In 2015 waren er al bijna 27.000 pageviews (een gemiddelde van ruim 500 per week), maar dit jaar zijn het er ruim 33.000. Dat zijn er gemiddeld 630 per week. Je vraagt je toch af waar ze vandaan komen.....
Bijna niet voor te stellen, maar de cijfers spreken voor zich.

Euphorbia_Heksenmelk
Verwijzingen naar mijn blog en foto's vind je o.a. in het nieuwe boekje en op facebook van "het Graaf van Hornepad" en er is onlangs een link geplaatst op de site van "NMC de IJzeren Man". Ook op de facebookpagina van "Avondwandelvierdaagse van Altweerterheide" wordt geattendeerd op mijn blog. Op de zoekmachine Linktrailer staan regelmatig verwijzingen naar mijn blog. Momenteel zijn dat links naar mijn paddenstoelenblogs. Ook op de online reisgids plaatsengids.nl staat een link naar mijn blog.
Zelfs op de Dwaalfilm van Ark Natuurontwikkeling vind je bij Kempen~Broek "Loozerheide; waar het water vandaan komt" een verwijzing naar een post van mij. Klik daar op LINK.
Zo kan ik nog even doorgaan. Toch een stimulans als je dit alles constateert.

Kruising SayagueseX Tudanca) X Limia stier ????
Bezoekjes vanaf Breedingback en Carnivora namen dit jaar af, aangezien ik dit jaar weinig geschreven heb over het Taurosproject. Mijn laatste post over dit onderwerp is van 20 februari: "Ark neemt advies Taurossen over". Een onderwerp waar ik komend jaar zeker nog op terug kom.

Oosterse sterhyacint
Van de gebieden is de blog "Natuurgebieden in Weert" het vaakst bezocht namelijk 1539 keer. Gevolgd door "Raam en het Brook" (710), "Kruispeel" (650) en de blog over "Altweerterheide" kreeg ook 610 bezoekjes.

Pinksterbloem
Intussen heb ik me steeds meer toegelegd op de flora, fauna, mossen en paddenstoelen.
Ook die posts worden goed bezocht. Opmerkelijk vind ik nog steeds het hoge aantal bezoekjes aan "Otterontsnippering", namelijk 1779...... Ook de "Koekoeksbloem" (649) en "Pinksterbloem" (465) worden vaak bekeken. De andere bloemen die je op deze blog nog ziet, werden ook vaak bezocht.

Soredieus Leermos
Dat geldt trouwens ook voor bladmossen en korstmossen. Iets wat ik niet verwacht had.

Bonte gele dovenetel
Het enige wat nog steeds tegenvalt zijn de reacties. Maar wie weet, misschien komt dat nog..... Gelet op het aantal bezoekjes ben ik echter meer dan tevreden en is het een stimulans om er zeker mee door te gaan..


Voor mijn volgers, mijn trouwe bezoekers, degenen die reageren en verder iedereen die wel eens een bezoekje brengt aan Weert en natuur, HARTELIJK BEDANKT .........

donderdag 10 november 2016

Herfst 2016....... Paddenstoelentijd: Porseleinzwam

In mijn blogs over paddenstoelen, heb ik het meestal over meerdere soorten per blog. Vandaag wil ik het echter over slechts één paddenstoel hebben, namelijk de Porseleinzwam. Ik las dat het in Nederland een algemeen voor- komende soort is, maar ik heb ze in mijn omgeving nog niet eerder aangetroffen, dus dit is een goede reden om er wat uitgebreider bij stil te staan. Ik laat je de verschillende stadia zien.
Je vindt ze op (oude)beuken en een enkele keer op eiken. Beuken vind je in Weert e.o. niet veel, dus dat zal de reden zijn dat je ze hier minder aantreft. Met de paddenstoelengroep toog ik daarom naar het Herbertusbos in Heeze. We zagen ze in een hoge beuk, maar hadden iets verderop ook het geluk dat ze in grote getale op een paar gevelde beuken stonden. Maar goed ook, want ik had het trapje thuisgelaten!!!
De zwam wordt vaak hoog in levende bomen aangetroffen, maar ook op gevelde bomen en stronken.
Hij tast alleen delen aan die verzwakt zijn. In gezonde bomen blijft de schade beperkt, maar een klein wondje is al voldoende om "toe te slaan". Ik denk bijvoorbeeld aan een afgehakte tak, een snavel die iets te diep hakte, een bliksemschicht die de bast schroeide, of misschien een windvlaag die een takje afrukte.

Hoewel de paddenstoelen voor ons het meest opvallen, zijn ze maar een klein deel van het eigenlijk organisme, dat dus nagenoeg onzichtbaar blijft. Rustig kiemend in het hout, wint het organisme na een jarenlange strijd en uiteindelijk verliest "Goliath van David".....
De naam Porseleinzwam (Oudemansiella mucida) is veelzeggend. Aanvankelijk is de hoed lichtgrijs, maar al snel wordt die wit tot ivoorkleurig. Zoals je kunt zien, is de hoed, glad en slijmerig, waardoor hij glimt als porselein. Als ik een kam bij me had gehad, had ik er zo mijn haar in kunnen kammen!!!
De soort is eetbaar, maar de gladde slijmlaag zorgt er voor dat je zelden aangevreten exemplaren vindt.
De hoed is in het begin bolvormig, maar spreidt zich later uit tot een diameter van ca. 10 centimeter.
De vruchtlichamen komen hier zoals je ziet, vanuit één punt tevoorschijn. Dat is vaak het geval, zoals je bij de volgende foto's ook zult zien. De steel is ook vaak gebogen, zodat de hoed altijd horizontaal staat.
Helaas lijken deze slijmerige hoedjes van de porseleinzwam niet op de mooie witte doorschijnende hoedjes, zoals ik ze wel eens op het internet zie. Daar heb je niet alleen een strak heldere lucht en zonlicht voor nodig, maar de zwammetjes moeten ook nog eens in optimale conditie zijn. Het verval van deze zwam treedt echter, zoals ik al zei, heel snel in. Zo ver is het op deze foto's nog niet, maar het begin van dat verval is toch al goed te zien.
Van onderen gezien zijn ze bijna doorzichtig. Daar zie je ook dat de witte lamellen dik zijn en uiteen staan. De aanvankelijk witte of lichtgrijze steel is slank met bovenaan een witte fijngestreepte ring die aan de bovenkant geribbeld is. Ook het vlees is wit en heeft geur noch smaak. De sporen zijn wit.
En dan gaat de aftakeling heel snel..... De eens zo mooie zwam verliest zijn glans, verkleurt en drijft als slijmerig snot langs de boomstam naar beneden.
De in het begin zo mooie knopjes lijken na ruim een week meer op een "kwal" in een boom, dus je moet er op tijd bij zijn om ze op hun mooist te zien.
Het enige wat uiteindelijk overblijft is een vieze slijmlaag en taaie bruine steeltjes.


Op dezelfde stam stond ook de Goudvliesbundelzwam. De goudvliesbundelzwam (Pholiota aurivella) is een paddenstoel die zich vestigt op levend hout en vervolgens op het dode hout verder leeft als saprofyt.
In "Paddenstoelentijd deel 4" heb ik daar al een en ander over verteld. Zo te zien ondervindt die geen hinder van het slijm van de porseleinzwam, die er hier niet erg smakelijk meer uit ziet.

Wil je meer foto's van de porseleinzwam bekijken, klik dan HIER.

zaterdag 5 november 2016

Herfst 2016....... Paddenstoelentijd deel 4

Nu het eindelijk echt herfst wordt, schieten de zwammen eindelijk "als paddenstoelen uit de grond.". Inmiddels heb ik al een flink aantal gevonden, waaronder heel bijzondere.

Witsteelfranjehoed
“Samen sterk”. Het lijkt wel of deze teer uitziende franjehoedjes dat afgesproken hebben.
De Witsteelfranjehoed (Psathyrella piluliformis)is een in Nederland veel voorkomende paddenstoelensoort.
Je vindt ze van augustus tot en met november. Ze groeien in bundels op of bij dode stammen, stronken en "begraven" hout (hout onder de grond) van loofbomen zoals eik en beuk. Ze noemen deze soorten saprofiet. De hoed is eerst gewelfd, later vlakker. De kleur is bleek geel- of okerbruin tot kastanjebruin, na opdrogen licht beigeachtig. Aan de rand zitten vaak witte velumresten. Net alsof het onderrokje onder de jurk uit komt... De steel is wit en onderaan geelbruin.

Wollige bundelzwam
Je vindt de Wollige bundelzwam op levend (parasitair) en dood hout (saprofiet) van de populier. Het is een prachtige zwam die vaak met meerdere bij elkaar groeit, maar ook één exemplaar komt voor. De grote, wollige, witte schubben en de rand met wollige velumresten hebben hem de naam bezorgd. De hoed kan uiteindelijk wel een doorsnee bereiken van 20 cm, maar dan is hij minder mooi.

Wollige bundelzwam
Ook de onderkant van deze soort vind ik erg mooi. Jonge exemplaren hebben bijna witte plaatjes. Later worden die licht tot donker grijsbruin.

Goudvliesbundelzwam
De Goudvliesbundelzwam (Pholiota aurivella) is een prachtige paddenstoel die je in bundels aantreft op stamwonden van levende loofbomen (beuk, appel, es, plataan) en na die "gedood" te hebben er op verder leeft als saprofyt. De soort is in Nederland vrij algemeen. Deze staan op een omgezaagde beuk.

Goudvliesbundelzwam
De tot 12 cm grote hoed van de Goudvliesbundelzwam is in het begin bol, zeer slijmerig en bekleed met bruine schubjes. Oudere exemplaren krijgen een vlakke hoed, die steeds meer indroogt. De kleur van de hoed varieert van lichtgeel tot goudgeel. De lamellen zijn lichtgeel, later roestbruin. De meestal gekromde steel is bleekgeel tot geelbruin en kan schubjes hebben. De sporen zijn bruin.

Goudvliesbundelzwam
De goudvliesbundelzwam komt meestal in bundels voor, maar soms vind je ze ook alleenstaand. Op deze foto zie je een oudere alleenstaande paddenstoel. Hier is goed te zien hoe slijmerig hij is/wordt.

Roestbruine kogelzwam
De Roestbruine kogelzwam (Hypoxylon fragiforme) is een algemeen voorkomende zakjeszwam.
Het ruwe, kussenvormige met papillen bezette, steenrode tot kaneelbruine vruchtlichaam is slechts 4-10 mm groot. Hier lijken het net kleine gehaktballetjes.

Roestbruine kogelzwam
Je vindt ze op dikke takken en stronken van voornamelijk beuken. (Saprofiet). Bij het ouder worden wordt het vruchtlichaam donkerbruin tot zwart. Je kunt ze overigens het hele jaar vinden.

Okergele korrelhoed
De Okergele korrelhoed (Cystoderma amianthinum) is een in Nederland algemene paddenstoelensoort.
De vruchtlichamen zijn aanwezig van september tot en met november. De zwam is te vinden in loof- en naaldbossen op plekken met veel mos en strooisel, maar ook zoals hier op nat grasland. De hoed heeft een diameter tot 4 centimeter en is eerst klokvormig en later gespreid, met een bult in het midden. Hij is mat, okergeel tot geeloranje, met vlokjes aan de rand. Het oppervlak is fijn-korrelig. Aan de hoedrand bevinden zich duidelijk zichtbaar velumvlokjes. De lamellen zijn wit, later vaak wat gelig. De tot 5 centimeter hoge steel is gelig tot oranjebruin en onder de ring bedekt met velumvlokken, daarboven vezelig.

Muizenstaartzwam
Om deze kleine Muizenstaartzwam (Baeospora myosura) te vinden, moet je goed kijken naar de kegels van naaldbomen op en deels in de grond, want alleen hier groeit hij op.
Het hoedje is gewelfd tot bijna vlak, Ø 1-3 cm, glad, bleek bruin tot hazelnootbruin, met een lichte randzone. Volgens de beschrijving zou hij mat moeten zijn, maar deze was glanzend, maar dat was waarschijnlijk vanwege de vochtigheid in de vroege ochtend. Ook bij andere soorten zagen we dat. Lamellen staan dicht opeen, wittig. Steel 3-5 cm x 1-2 mm, crème tot bleek bruin, uitlopend in een harige wortel.

De paddenstoelenwerkgroep kwam na enig overleg tot de conclusie dat dit de Bittere dennenkegelzwam zou moeten zijn. Ik vond echter op meerdere sites op het internet, waaronder Soortenbank.nl, dat je deze soort vindt in de periode maart-juni. Vandaar dat ik na wat zoekwerk tot de conclusie ben gekomen dat het de Muizenstaartzwam moet zijn. Als ik fout zit, dan hoor ik dat graag.
Een goede tip die ik op internet tegen kwam: Bij twijfel kun je het beste het paddenstoeltje uit de dennenappel trekken, dan moet er een wortelstrengetje onder aan het steeltje zitten. Vandaar ook de naam natuurlijk. Dat heb ik dus niet gedaan, maar als je goed kijkt, zie je wel enkele van die strengetjes…

Roestvlekkenzwam
Zoals de naam al doet vermoeden herken je de Roestvlekkenzwam vooral aan de roestvlekken.
Het is een in Nederland zeer algemene maar onopvallende paddenstoel. Hij groeit in groepjes of heksenkringen op grof strooisel en humus, vooral bij sparren en dennen van augustus - november.
De hoed heeft een diameter van 3 tot 10 centimeter en is gebold tot vlak of onregelmatig gewelfd. De kleur is roomwit tot zeer lichtroze met bruine, roestachtige vlekken. De steel is ook wit, vooral onderaan enigszins verdikt en roestig gevlekt. De gekartelde en dicht opeen staande plaatjes zijn roomwit tot beige en krijgen ook roestbruine vlekken. De soort ruikt lichtzoetig en een beetje anijsachtig.

Gewone franjezwam
De Gewone franjezwam (Thelephora terrestris) is een paddenstoel uit de familie Thelephoraceae. Kenmerkend zijn de onregelmatige, bruine rozetten die tegen de grond gedrukt of, zoals hier, iets opgericht zijn. Het vruchtlichaam is donker chocoladebruin met een zacht, sponzig, viltig oppervlak. De onderzijde is korrelig, ruw en chocoladebruin. De Gewone franjezwam kun je vinden op voedselarme schrale zandgrond in naaldbossen en op heidevelden. Je loopt al gauw aan deze paddenstoel voorbij, omdat hij niet zo opvalt in het veld. In de herfst is het een algemene verschijning.

Wijdporiekurkzwam
Sinds 1970 is de Wijdporiekurkzwam (Datronia mollis) een toenemende soort in ons land en is thans dan ook vrij algemeen. De taaie en kurkachtige zwam zit als een langwerpig dun plakkaat op de zijkant en onderkant van takken en stammen van diverse soorten loofbomen (o.a. beuk, wilg, populier en els) op vochtige tot droge, voedselrijke bodem. Jong is de hoed geelbruin en zijn de opvallend grove poriën wit.
Oud zet deze zwam je, als je niet oplet, op een dwaalspoor, omdat de hoedjes dan niet bruin, maar donkergrijs tot zwart zijn met een blauwe schijn. Dus zonder een zweem van bruin! De poriën zijn dan ook grijs. Een kenmerk van deze soort is de opvallend zoete geur (zoals snoepjes die hebben)

Grote stinkzwam
Iedereen heeft in het bos wel eens een weeïge sterke geur geroken. Als je je neus dan naloopt, kom je meestal bij de Grote stinkzwam (Phallus impudicus) uit. De Nederlandse naam is dus voor de hand liggend.
De hoed is in het begin bedekt met een kleverige donkergroene laag. Deze laag wordt opgelikt door vliegen en kevers, die op de aasgeur afkomen. Zij zorgen dus voor de verspreiding van de sporen.

Duivelsei
Velen zullen een jonge stinkzwam die op het punt staat om uit het velum= het vlies te breken, niet als zodanig herkennen. Vroeger konden de mensen zo’n gek glimmend bolletje dat ineens uit de grond kwam, ook niet verklaren. Dat moest wel duivelswerk zijn. Ze noemden het dan ook een duivelsei…...

 
Wanneer de laag opgegeten is, zie je de witte tot lichtgele hoed met zijn typisch honingraatpatroon. Het is overigens niet zo vreemd dat de Latijnse naam "Phallus impudicus" is, want dat betekent "schaamteloze penis". Aan de top van de hoed zit zelfs, als een soort plasgaatje, een kleine opening.
Het schijnt dat in de preutse Victoriaanse tijd, de dames deze paddenstoel uit hun tuinen lieten verwijderen…

Blogarchief