Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Raam. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Raam. Sorteren op datum Alle posts tonen

donderdag 3 september 2020

Schotse Hooglanders op de Graus en Raamweiden

Het is een tijdje stil geweest op mijn blog wat betreft de Taurossen in het Kempen~Broek gebied.
De laatste keer dat ik er iets over schreef was in maart 2017. Die post kun je HIER nog eens nalezen.

Ik schreef toen o.a. het volgende:
"Al vanaf het eerste moment was er weerstand bij natuurliefhebbers en bezoekers van de door Taurossen begraasde gebieden in Kempen~Broek. Om het heersende gevoel van onveiligheid weg te nemen en te bezien welke maatregelen genomen moesten worden, werd een onafhankelijke Commissie "Verbetering Begrazingsbeheer" ingesteld. Deze Commissie stelde dat op die wijze doorgaan met het Taurosproject in Kempen~Broek geen optie was en kwam op 20 februari 2015 met een advies naar buiten, dat door Ark en de Stichting Taurus in februari 2016 werd overgenomen (Zie Weert de gekste).

Het betrof vooral de volgende aanpassing in het begrazingsbeheer:
"In gebieden groter dan 100 hectare zullen taurossen gehandhaafd blijven en ook opengesteld blijven voor publiek. Voor gebieden kleiner dan 100 hectare zal ARK in overleg met de Klankbordgroep Kempen~Broek een alternatief runderras kiezen."

Begrazing op de Graus door Schotse Hooglanders
Op de Graus zien we vooral het giftige  Jacobskruiskruid dat de Hooglanders echter met rust laten.
De vrijwilligers van het Belgische Natuurpunt voelden zich echter niet veilig met de Taurossen op de Smeetshof en Ooms, wat aanleiding was om in maart 2017 uit het Taurosproject te stappen. Daardoor kwam het geplande 100 ha. grensoverschrijdende gebied (Wisseblök, Kwaoj gaat, Smeetshof met gebied Ooms, de Graus en Raamweiden) te vervallen. Omdat Natuurpunt geen taurossen in hun gebied meer toestond, kon dat vanwege de 100 ha. regel ook niet meer in het Nederlandse deel (zie: de Limburger maart 2017).

Daarom zien we op de Graus en Raamweiden sindsdien géén taurossen meer, maar Schotse Hooglanders. Daar lopen momenteel (augustus 2020) circa 60 dieren.Voor de runderen in het Taurosproject resteren alleen nog de Kettingdijk en de Loozerheide.

Aanleg van veeroosters op de Pruiskesweg in Altweerterheide
Verbinding tussen de Graus en de Raamweiden door de aanleg van veeroosters.
Hoewel de 100 ha. regel een "verbetering" is ten opzichte van de vorige situatie (voor zover men daar tenminste van kan spreken!), de taurossen blijven de gemoederen bezig houden en halen dan ook regelmatig de krant. Dat is vooral vanwege de wens van Natuurmonumenten om gebieden samen te voegen en tussen de kleinere gebieden veeroosters te plaatsen.

Op 25 augustus van dit jaar las ik in dagblad de Limburger dat de door de  gemeente Weert afgegeven vergunning voor een oversteekplaats bij de Pruiskesweg tussen de Graus en Raamweiden door de bestuursrechter vernietigd is.  De heer Visser, een bewoner op de Pruiskesweg, heeft de in april 2019 afgegeven vergunning voor de aanleg daarvan  aangevochten. De Dorpsraad van Altweerterheide en de Ecologische Werkgroep Weert Zuid steunen hem daarin voor 100%. De civiele procedure diende pas deze maand bij de rechtbank in Roermond. Het belangrijkste argument was dat wilde grazers geen vee zijn, omdat ze niet tam zijn. Om die reden mag men, aldus de reclamant, ook geen veeroosters op de openbare weg plaatsen! De bestuursrechter heeft hem daarin gelijk gegeven.

De gemeente Weert en Natuurmonumenten zijn verrast door deze beslissing en overleggen momenteel of ze hiertegen in hoger beroep zullen gaan. Natuurmonumenten was al (in de veronderstelling van een goede afloop) zo vrij die rooster al te plaatsen. Tot duidelijk is wat er gaat gebeuren, kan die oversteek nog in gebruik blijven. Het laatste woord is er dus nog niet over gezegd.
Het artikel in de Limburger kun je HIER lezen.

Een open landschap na de herstelwerkzaamheden bij de Raamweiden in november 2015
Ontelbare watervogels en weidevogels bezoeken de plas op de Raamweiden in november 2015
Al snel na het afgraven van de voedselrijke bovenlaag en de aanleg van een plas in 2015, werd die druk bezocht door weide- en steltlopers, eenden en ganzen. Dat zag er veelbelovend uit.

De runderen laten de opgroeiende struiken en boompjes met rust.
Door het selectief gegraas van de Schotse Hooglanders en het achterlaten van enig onderhoud  blijkt het gebied helaas dicht te gaan groeien. "Het plaatsen van veeroosters zal dat proces gaan versnellen", aldus de heer Visser. Hij zag in de afgelopen jaren dat  er steeds meer hoge vegetatie en boompjes verschenen en dat het geen kruidenrijk grasland zou worden. Integendeel..........

Al op 15 april 2019 zei hij daarover het volgende in de Limburger:  "Door de kleine gebieden met behulp van veeroosters aan elkaar te koppelen, wordt de diverse bestaande natuur door de begrazing een eenheidsworst en zal het waarschijnlijk allemaal bos worden".

Het artikel van afgelopen augustus was aanleiding voor mij om die veeroosters en het bedoelde gebied aan de Pruiskesweg eens te gaan bekijken en te zien of Visser hier een punt heeft.

Geen open landschap met grote biodiversiteit, maar dichtgroeiend grasland.
Het werd voor mij al snel duidelijk wat de de reclamant bedoelt met "eenheidsworstnatuur". Je ziet inderdaad datgene wat hij schetste in dat artikel; het oorspronkelijke open landschap groeit dicht.
Bedoeld is het oorspronkelijk open culruurlandschap zoals vóór 2015, maar zeker ook het natuurlandschap van vóór de ontginning van het Wijffelterbroek en het graven van de Raam, waar je nog kilometers ver kon kijken en waar vissers zelfs hun brood verdienden, omdat het gebied een groot deel van het jaar onder water stond.!!!


Op de Raamweiden ligt een plas die bij de herinrichting in 2015 is aangelegd, maar die momenteel vanaf de weg door de hoge vegetatie niet zichtbaar meer is. De plas staat momenteel grotendeels droog, wat echter geen probleem hoeft te zijn. Het kan een voordeel zijn voor een goede ontwikkeling van de oevervegetatie (ik zag er met name veel Grote waterweegbree) en op deze manier verdwijnen eventueel ook vissen, die een negatieve invloed hebben op de amfibiepopulatie. Valt een poel echter al voor augustus droog, dan gaat er met wat pech helaas ook een nieuwe generatie verloren, omdat de amfibieënlarven onvoldoende tijd krijgen om de metamorfose door te maken tot jonge pad, kikker of salamander.


Wat nu ook opvalt is dat er waarschijnlijk door de runderen, watervogels en afgestorven plantenresten een voedselrijke bezinksellaag (modder) is ontstaan, wat de waterkwaliteit ongunstig beïnvloedt. Aangelegde plassen moeten actief beheerd worden, ook omdat anders de plas na een aantal jaren dichtgroeit en verlandt. Dit is iets waar de natuurbeheerders ook attent op moeten zijn, of op gewezen moet worden.

Hooglanders op de Graus bij de drooggevallen plas
Op de Graus zien we amper bomengroei, maar een eentonige ruige vegetatie van met name pitrus, hoog opstaande grassen, distels en vooral heel veel Jacobskruiskruid. De Hooglanders kunnen dat niet "oplossen". Waarom, zo vraag ik me af, niet op de juiste momenten laten begrazen door schapen, die niet zo kieskeurig zijn en alles (ook de boompjes en struiken) vreten wat ze voor de voeten komt?

Ook ruige en hoge vegetatie op Wisseblök en Kwaoj Gaât
Aandoenlijk beeld 

Ook op Wisseblök en Kwaoj Gaât lopen een tiental Schotse Hooglanders. Bij nagenoeg alle koeien loopt een kalfje, wat wel weer leuk is om te zien. Wat betreft de begroeiing is meteen duidelijk dat ook daar van biodiversiteit geen sprake is. De hoge en dichte vegetatie voorkomt ook hier dat gebiedseigen flora een kans krijgt. Op veel plekken zie je de kalfjes niet eens lopen.

Conclusie: Hoewel Natuurmonumenten hoog opgeeft over een grote biodiversiteit door "ecologische begrazing" van taurossen en Schotse hooglanders, wordt hier goed zichtbaar dat het eerder een verarming van de verschillende gebiedseigen biotopen tot gevolg heeft; de Raamweiden, die een waterrijk gebied met kruiden- en faunarijk grasland hadden moeten worden, gaan steeds meer lijken op een bos als er niet tijdig ingegrepen wordt. De runderen laten (zo blijkt overduidelijk)  de opgeschoten struiken en boompjes namelijk met rust.

woensdag 26 februari 2014

Een stukje geschiedenis van het Areven

Het Weerter landschap, of meer in het bijzonder Grenspark Kempen~Broek, bestaat uit een landschap van hoger gelegen zwak golvende dekzandafzettingen, die worden afgewisseld met een stelsel van laagtes, waarin oorspronkelijk uitgestrekte veenmoerassen lagen. Dit zorgt voor een grote variatie in landschappen en prachtige natuurgebieden. Het Areven (in de volksmond “ Oarevin”) is zo'n prachtig, door kwel en regenwater gevoed, natuurgebied, dat zich op ongeveer 1,5 km van de kern van Stramproy bevindt. Van het 22 hectare grote gebied is ruim 12 hectare van Natuur-monumenten en de overige percelen zijn (nog) privé-bezit van kleine grondeigenaren.

Het laaggelegen Areven ligt aan de rand van het dorp Stramproy
In de blog "Areven of Hareven?" heb ik getracht de naam te verklaren. Hierin vertelde ik dat Areven volgens mij is afgeleid van Hareven *(harula= 'hoogte, 'heuveltje, 'zandrug, 'zandige heuvelrug').
Areven betekent dus: ven of laaggelegen gebied op een hoger gelegen zandrug.

In deze blog ga ik wat meer vertellen over de ligging en een stukje geschiedenis over het gebied.
Het Areven maakt, samen met o.a. het Belgische Kreyel *(Craeyelo= kraaienbos), ’t Luuëke *( Looyke= een klein bos op hoge zandgrond), de Stramprooise Hei, Bobberte *(Bobeleerd = met biezen begroeid land) , Heiroth *(rot= buurtschap), (H)eltenbos *(eltenbosch= "hoog bos"), Horst * (hursti= hoger gelegen, met kreupelhout of hakhout begroeid, stuk grond in moerassig terrein) en Berg, dus deel uit van een hoger gelegen zandrug. Deze zandrug hoort, hydrologisch gezien, bij het systeem van de Abeek en het Stramprooierbroek.

een mozaïek van bos- en graslandjes zorgt voor biodiversiteit.
kleine wandelpaadjes maken het gebied toegankelijker
De zandrug vormt de scheiding tussen de Abeek met het Stramprooierbroek en aan de zuidzijde het Wijffelterbroek en Smeetshof met de Raam en de Tungelroyse Beek. Op de zandrug zie je echter hoogteverschillen vanwege lager gelegen gebieden zoals het "Areven", "Lieëg Hei", "Siëndonk", *(siën= zijgen, inzakken donk= heuvel of verhoging), "Vlaos" en "Flesters Vinke".

Vanaf de Lochtstraat zie je goed hoe laag het Areven ligt
Het eertijds verwaarloosde "Flesters Vinke", dat tussen de Lochtstraat en Grensweg/Kapelstraat ligt, is eigendom van Ark en Natuurmonumenten en enkele jaren geleden opgeschoond en aangeplant.
Het lijkt me een uitdaging hier meer over te weten te komen en hier wil ik dan ook zeker te zijner tijd een blog aan wijden. Alleen al de naam maakt mij nieuwsgierig.

vernatting van het Areven
aangelegde poel op een graslandje houdt het water langer vast
De uitgestrekte 'onvruchtbare' of 'woeste' zandrug, was vroeger van grote betekenis voor de dorpsgemeen- schap Stramproy. Op de Stramprooise Hei waren bijvoorbeeld rond 1800 maar liefst 6 schaapherders werkzaam. Men won er voedsel, mest, strooisel, een deel van de brandstof, en verder honing, was, wol, vlees. Ook de dorpsbossen van het Areven waren in gemeenschappelijk gebruik. De bewoners van Stramproy haalden er hout voor de bakoven (“mötterte”) en voor de kachel en gebruikten het hout als weipaal, bonenstaak, rijshout en hooiruiters. Van de “wisse” (wilgentenen) werden in de winter manden gevlochten.
De kleine graslandjes werden vooral gebruikt als hooiland.

Ook de vroegere "Wietendriesstraet" (rond 1830) kan m.i. duiden op het gemeen gebruik van daar gelegen braakliggende "woeste grond". De betekenis van *dries = onrendabel laag gelegen land, vaak in de zin van drassig grasland of een perceel weiland (schaapsdries). Geldt ook voor de "Dries" in Weert/Keent.

Tot zover mijn blog over de ligging en geschiedenis van het Areven. In mijn laatste post over het Areven ga ik nog wat meer over de geschiedenis en de huidige situatie van het Areven vertellen.

vrijdag 30 november 2012

Tungelroyse Beek; schoon water op voorraad

De natuurgebieden in Weert liggen in het grensoverschrijdende Kempen~Broek. Kempen~Broek geeft aan dat het hier gaat over een van oorsprong kletsnat gebied; een laagte, waarin grote en kleinere beekjes vanuit uitgestrekte moerassen hun weg naar de Maas zochten.
Dit moeras werkte als een spons die veel regen- en kwelwater opnam en geleidelijk weer vrijgaf. Door kanalisatie van beken en diepe ontwatering in de afgelopen eeuwen is een groot deel van de natuurlijke sponswerking verloren gegaan. Lang was dit een groot voordeel voor de landbouw, maar door klimaatverandering gaan we vaker te maken krijgen met extreme droogte enerzijds en hinderlijke overstromingen anderzijds. Water vasthouden in de moerassige gebieden aan de bovenloop van beken wordt daarom steeds belangrijker.

Het klimaatproject biedt dankzij de uitbreiding van het natuuroppervlak in het Kempen~Broek , de moge- lijkheid om de afvoer van water te vertragen. De toename van water- en moerasplanten zorgt bovendien voor zuivering van het water, waardoor mens en natuur kunnen genieten van kraakheldere beekjes en plassen.

Weert 1866
Een project dat pas afgesloten is, is de Tungelroyse beek. De Tungelroysebeek is zo’n 34 kilometer lang en de belangrijkste “rivier” in Midden Limburg ten westen van de Maas.

De Tungelroysche beek had oorspronkelijk, zoals op deze historische kaart uit 1866 is te zien, geen bovenloop. Verschillende stroompjes uit het natte achterliggende moerasgebied (doorstroommoerassen) kwamen samen en zo ontstond pas ergens in de buurt van de Heltenboschbrug de Tungelroyse beek.  Ter ontwatering van het natte moerasgebied stroomopwaarts in mijn geboorteplaats  Altweerterheide (Kruispeel, Kalverpeel en Spikke/Spekken), is de Tungelroyse- beek a.h.w. "verlengd" tot onder de Zuid-Willemsvaart door naar het Ringselven, en zijn andere ontwateringssloten zoals de Raam in het Wijfelterbroekgebied gegraven. Dat gedeelte van de beek meanderde oorspronkelijk dus niet, maar was als een rechte beek gegraven. Dat meanderen is pas gedaan na de sanering vanaf 2005. Historisch gezien dus eigenlijk niet correct, maar wel "mooi" voor het totaalplaatje natuurlijk!!

Beek vanaf het Ringselven, gelegen langs de Kempenweg
Vanaf de tijd van het gegraven gedeelte (1877), krijgt de beek water van het Ringselven en stroomt via een duiker onder de Zuid-Willemsvaart door naar de Kruispeel.
Het Ringselven krijgt zijn water via de Hoort  van de Hamonterbeek in Lozen, die op haar beurt via de Lozerheide weer gevoed wordt door (verrijkt) Maaswater.  Maaswater uit kanaal Bocholt-Herentals dat gebruikt werd om de Lozerheide te bevloeien. De Tungelroyse beek stroomt uiteindelijk weer uit in de Maas bij Neer.

Meanderende Tungelroysche beek bij de Bakskesbrug (Heltenbosbrug)

Meanderende beek met het Wijfelterbroekgebied op de achtergrond

Het waterschap heeft sinds 1999 gedurende 12 jaar veel werk verricht aan de beek. Belangrijke waterthema’s die ze in deze beek gefaseerd heeft aangepakt, zijn waterconservering (water langer in het gebied vasthouden om verdroging tegen te gaan), beekherstel, bevordering van vismigratie door aanleg van vistrappen, terugdringen van riool- overstorten, verbeteren van de landbouwstructuur en last but not least de realisering van de Ecologische Hoofdstructuur; de landelijke verbinding tussen natuurgebieden.

Beek met vispassage bij de Diesterbaan
De beek is op veel plaatsen weer slingerend gemaakt en kan weer haar vrije gang gaan. Tegelijkertijd saneerde men de beekbodems en oevers die in het verleden ernstig vervuild waren geraakt met cadmium en zink. In totaal werd over een lengte van 34 km. 430.000m³ zwaar verontreinigde grond afgegraven en uit het gebied afgevoerd. We hebben het hier (schrik niet) over duizenden kilo's zink en cadmium!!
De oorzaak van deze vervuiling was het gedurende ongeveer honderd jaar lozen van vervuild water vanuit de zinkerts verwerkende industrie in Budel en in België. In het verleden was men zich (nog) niet bewust van de gevaren van zware metalen voor mens en natuur. Zoals in die tijd op veel plaatsen gebeurde, loosde de fabriek haar water gewoon direct in de beek en werd, bij met name het verharden van wegen, door iedereen dankbaar gebruik gemaakt van de zinkassen.

De beek in het Leudal tussen Heythuysen en Haelen wordt ook wel Leubeek genoemd
In de beek zijn nu meer verschillen in stroomsnelheden, bodemtypen en oevers, waardoor veel verschillende biotopen ontstaan. Er ontstaat nu weer een rijke oevervegetatie en je ziet er o.a. stekelbaarsjes zwemmen, maar ook is de kans groot dat de beekprik, de sneep en het bermpje terugkeren; een teken dat het steeds beter gaat met de waterkwaliteit. Ook de teruggekeerde bever voelt er zich thuis.

De Tungelroyse beek in Neer bij de Friedesse molen. Hier wordt de beek Neerbeek genoemd.
Wat ook niet onbelangrijk is, is het verbeteren van de leefbaarheid en recreatieve mogelijkheden; de verrijking van flora en fauna is namelijk tevens een verrijking voor de mensen die in de buurt wonen, voor natuurliefhebbers, wandelaars en fietsers.



Van de €30.000.000 kostende werkzaamheden aan de beek, heeft het Waterschap een interessant 12 minuten durend filmpje.


dinsdag 16 september 2014

Kettingdijk

De bedoeling van mijn blog is, om de Weerter natuurgebieden in natuurpark Kempen-broek de revue te laten passeren. Maar ook de gebieden die hier geen deel van uitmaken en een aantal Belgische- en Nederweerter natuurgebieden komen aan de orde. Ik vertel iets over de geschiedenis, de huidige situatie en de ontwikkelingen die er eventueel plaatsvinden. Ook besteed ik van tijd tot tijd aandacht aan planten en dieren die ik er tegen kom en interessant genoeg vind om er iets over te vertellen.

Hoewel ik al 147 berichten geplaatst heb, ben ik voorlopig nog niet klaar. Het wordt me steeds duidelijker hoe rijk Weert en omgeving is, als het gaat over de natuur. Dat wil niet zeggen dat alles koek en ei is, want er moet op tal van plaatsen nog veel gebeuren. Ik denk bijvoorbeeld aan de verdrogingsproblematiek in de zogenaamde Top-gebieden, waarin Weert e.o. helaas goed vertegenwoordigd is.

donderdag 6 juni 2013

De honderdste blog op "Weert en natuur".

Ik wou vandaag de vervolgblog van de oeverzwaluw plaatsen en kwam tot de ontdekking dat dat mijn honderdste blog zou worden. Daarom wil ik deze blog gebruiken om bij deze kleine mijlpaal even stil te staan. De foto's van de kleurrijke graslandjes heb ik de afgelopen weken her en der in Weert e.o. gemaakt.

In de inleiding vertelde ik dat ik me pas op latere leeftijd ervan bewust ben geworden hoe mooi de natuur in mijn eigen omgeving eigenlijk is en ik wilde dit laten zien in een blog. Ik wilde jullie laten kennismaken met de mooie natuur die Weert e.o. heeft en kan mij bij mijn bezoekjes telkens weer vinden in het gezegde van Guus Urlings dat natuur beleven helemaal niet zo moeilijk is; het is een kwestie van kijken, luisteren, ruiken, vragen stellen en ...... nieuwsgierig zijn. Je moet er alleen de tijd voor hebben en nemen, maar je krijgt er iets moois voor terug en het geeft veel voldoening.


Op 19 november 2012 plaatste ik mijn eerste blog. Blijkbaar vinden steeds meer bezoekers op het World Wide Web mijn blog, want ik zie bij mijn overzicht tot nu toe al 8388 geregistreerde bezoekjes. Niet alleen uit Nederland, maar ook bijvoorbeeld 543 uit België en bezoekjes uit o.a. Duitsland, Frankrijk, Verenigde Staten. Gisteren waren er bijvoorbeeld 126 bezoekjes. Mijn eigen pageviews zijn hier uiteraard niet bijgeteld.
De top 3 is: "Otterontsnippering" met 214 views, "Natuur(gebieden) in Weert" (179) en "Speenkruid" (110).

Over bezoekjes dus allerminst te klagen. Ik heb er al verschillende contacten aan overgehouden, maar vind het desondanks jammer dat er weinig gereageerd wordt. Blijkbaar is er geen aanleiding voor, maar toch.....


Hoewel de bedoeling was de bezoekers van mijn blog kennis te laten maken met de vele natuurgebieden en -gebiedjes, zijn er al snel meer onderwerpen bij gekomen. Niet alleen over gebieden dus, maar ook over bijvoorbeeld planten en dieren, de actuele ontwikkelingen in Grenspark Kempen-Broek, de EHS, het TaurOs project, het Dooddoetleven project en ook de geschiedenis van bijvoorbeeld Dorplein, Bakewell, Tungelroyse beek, de Raam en de watermolens langs de Abeek. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik merk dat ik er steeds meer over/ van wil weten, met als gevolg dat mijn blogs steeds uitgebreider worden. Af en toe denk ik wel eens té uitgebreid. Als het té uitgebreid wordt, heb je kans dat het te langdradig en te saai wordt en dan houden bezoekers het vaak voor gezien. Als dat zo is, zou ik dat trouwens graag vernemen.


Ik vind het prettig om bij mijn blogs foto's te plaatsen als visuele ondersteuning, maar kom regelmatig dat de ontdekking dat mijn digitale camera te weinig mogelijkheden heeft. Met name close-ups van dieren; die blijven nou eenmaal niet stil zitten, of ik kan er niet dicht genoeg bij komen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het oranjetipje en de oeverzwaluw. Een lens zou dan wel prettig zijn geweest. Om echter een ander toestel aan te schaffen, gaat me nog wat te ver. Hoofdzaak blijft toch het verhaal.


Er zijn nog zoveel natuurgebieden waar ik iets over wil schrijven. Zoals bijvoorbeeld Schoorkuilen, Kruispeel, Kootspeel, maar ook onbekendere vennetjes zoals Koorsven. Of over de prachtige natuurgebieden net over de grens zoals Luysen en 't Hasselt. Al met al heb ik nog voldoende te vertellen. Dus op naar de volgende 100.....

Blogarchief