Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Raam. Sorteren op relevantieAlle posts tonen
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Raam. Sorteren op relevantieAlle posts tonen

zaterdag 8 oktober 2016

Grootbroek en de Lossing

In de vernieuwde Graaf van Hornepad wandelroute spreekt de redactie van "grenzeloos wandelen door het Weerterland". Er zijn dan ook enkele Belgische natuurgebieden in opgenomen. Dat zijn Stramprooierbroek, Domeinbos Grootbroek en Smeetshof. In mijn blog “de Grens is maar een streep” schreef ik al dat de natuur in Kempen~Broek geen grenzen kent en ook de redactie heeft dat goed begrepen.

Het huidige Grootbroek is niet het Grootbroek, zoals we dat hieronder op de Ferrariskaart van 1778 zien. Het oorspronkelijke Grootbroek is nu namelijk onderverdeeld in Stramprooierbroek en Neerbroek, de Luysen en Maria hof, Hasselterbroek en Urlobroek, Zig en Goort en Domeinbos Grootbroek. Zie het kaartje hierboven.
Domeinbos Grootbroek is dus een deelgebied dat de vroegere gemeenschappelijke naam erfde.
Het Domeinbos ligt, zoals je op het kaartje kunt zien, grotendeels tussen de Abeek en Lossing.

Ferrariskaart van 1778
Ten tijde van Ferraris werd het Grootbroek gekenmerkt als een doorstroommoeras, met een delta van moerassen en vennen nabij gehuchten als Mulenbiersel, Biersel, Manenstraet en het Hasselt. Het ligt in de laagste zone van de Vlakte van Bocholt. De vlakte van Bocholt is een vrij vlak landschap dat afhelt van zuidwest (45 m. NAP) naar noordoost (35 m. NAP), met een minimum van zowat 32 m. NAP ter hoogte van het Stramprooierbroek. Een groot deel wordt op de kaart als open water aangegeven.
Aangezien de broeken voor de omliggende dorpen en gehuchten economisch van groot belang waren door hun gebruik als gemene gronden, ontstonden over de grensafbakeningen nogal eens conflicten.

De Lossing in de bedding van de rechtgetrokken en uitgediepte oude Abeek.
In het Grootbroek komt kwelwater uit het Kempens Plateau aan de oppervlakte en monden meerdere beken uit in het moeras. De Abeek is de belangrijkste. Die stroomt bij de huidige Luysen en Mariahof het gebied binnen. Door een gebrekkige natuurlijke ontwatering, was dit gebied van nature altijd al moerassig. De beek had er in feite geen vaste bedding, maar zocht zich er een weg doorheen. Plaatselijk was ze meer dan een km. breed. Op de meest oostelijke punt (de latere Zig), stroomde het water als beek verder richting Maas.

Vandermaelenkaart 1850 met ingekleurd Grootbroek
Op deze ingekleurde Vandermaelen- kaart uit ± 1850, zie je dat deze toestand niet veel gewijzigd is. Ik heb ter oriëntatie de Broekmolen er bij geplaatst. Opvallend vind ik namen van beken als Oude Beek, Nieuwe beek, Dorpsbeek, Niels Putter beek en Goisgaterbeek. De Abeek wordt Molenbeek genoemd. Op deze kaart is ook geen sprake meer van Groote Broek, maar van “Marais dit Groot Broek” (Broekbos Grootbroek). Het grootste deel van het jaar stond het gebied toen echter nog blank. Ik las ergens dat het gras soms zelfs in het water werd gemaaid en met een schuit werd afgevoerd naar een drogere plaats, waar het kon drogen.
Tot 1868 was Grootbroek alleen geschikt om te plaggen, turf te steken, hout te kappen en hier en daar wat koeien en schapen te houden. Het was voorheen het thuisdomein van de Bokkenrijders en later voor onderduikers en "pungelaars"(smokkelaars).

Beken die richting Bocholterbroek, Wijffelterbroek en Grootbroek stromen
In 1865 begonnen de eerste grote ingrepen in het stroomgebied van de Abeek. De Belgische regering wilde namelijk meer landbouwgrond, dus er moest ontgonnen worden. De verkoop van Bocholterbroek en Grootbroek aan de “Banque générale pour favoriser l'Agriculture et les Travaux Publics” vond in 1865 plaats. Als eis werd gesteld dat het in 10 jaar tijd moest worden drooggelegd voor land- en bosbouw- doeleinden. Om dit te verwezenlijken werd de Abeek rechtgetrokken en uitgediept en werden de “Emissaire” (de Lossing)) en talrijke afwateringssloten gegraven. Door het Stamprooierbroek, lopende van west naar oost, werd nog een tweede lossing gegraven. Deze z.g. Arme- of Neerbroeklossing  ("Roojerlossing") was niet meer dan een brede sloot en diende om de overlast aan water in het meest noordelijke gedeelte van het gebied af te voeren naar de echte Lossing. Op het kaartje is te zien hoeveel beken in deze gebieden uitmondden.

De Lossing gaat voor de eerste keer bij grenspaal 160 onder de Abeek door 
De Lossing  gaat voor de tweede keer onder de Abeek door bij de zgn. Broekduiker 
Voor de derde keer ging de Lossing bij de zgn. Zigduiker onder de Abeek door
Na eerst onder de Abeek (bij grenspaal 160) gevoerd te zijn, loopt de Lossing vanaf de zgn. Broekduiker over een afstand van ruim 4 km verder in de bedding van de rechtgetrokken en uitgediepte oude Abeek.

De Zuurbeek mondt uit in de verlegde en gegraven Abeek
De Abeek werd zuidwaarts in een nieuw gegraven bedding tot aan de Zig omgeleid. Daar werd de Lossing bij de zogenaamde Zigduiker voor de derde keer onder de Abeek gevoerd. In 1969 werden de waterlopen daar overigens weer verwisseld. Het water van de Lossing kon zo versneld worden afgevoerd door de oorspronkelijke bedding van de Abeek als “Nieuwe Lossing” en de Abeek stroomt sindsdien door de gegraven Lossing als “Nieuwe Abeek” naar de Maas in Ophoven. Door het graven van de Lossing en het verleggen van de Abeek, werd de waterhuishouding in het Grootbroek danig verstoord. Meer hierover kun je lezen in de blog Abeek en/of Lossing.

De diep uitgegraven Oude Lossing vanaf de Napoleonsbrug gezien
Nadat in 1930 de Raam werd gegraven voor de ontginning van het Wijffelterbroek, werd de bovenloop van de Lossing/ Emissaire hierop aangesloten. Daardoor heeft de Lossing van Raam tot Abeek niet meer de functie om af te wateren en is in feite overbodig. Op kaarten wordt dat gedeelte aangegeven als Oude Lossing.

 Het vegen van de Lossing was zwaar handwerk voor de arbeiders                   (foto eind 19e eeuw.)
De ontwikkelingen in het Grootbroek leidden tot de omvorming van moeras in (loof)bos en hooiland. De veen-bodem werd ontgonnen, wat o.a. leidde tot de vorming van 8 vijvers; de latere Luysen en Mariahof. 
Op stafkaarten van het Grootbroek omstreeks 1890, is door deze ontwikkelingen dan ook een compleet ander beeld te zien; een groot deel van het gebied is ontgonnen en de bosbestanden en perceelindeling zoals je die nu aantreft, zijn daar al voor het merendeel op te zien.

Het graven van de Lossing en de ontginning van het broek bleek een te dure aangelegenheid en leidde na die 10 jaar dan ook tot een “faling” (faillissement) van de bank. De geldschieters/aandeelhouders werden eigenaar van grote delen van het Grootbroek. Charles Wauters (met au) uit Antwerpen was “advocaat van de vereffening” . Als loon kreeg hij ook een “lappeken grond” in het broek toegewezen.
De nieuwe eigenaren van deze gronden verenigden zich in Watering het Grootbroek (opgericht bij K.B. van 6 juni 1877), met de bedoeling de gronden vooralsnog te laten renderen.

Wauters speelde een belangrijke rol in het bestuur van deze watering. Als enige eigenaar vestigde hij zich met succes op zijn gronden, die hij van moeras om wist te vormen tot landbouwgronden.
Hij bouwde er Hoeve Groot- Broek (de latere Woutershof). Het complex bestaat uit een herenhuis met erachter een semi-gesloten hoeve. De twee tegenover elkaar liggende hoofdgebouwen (die loodrecht op de straat staan) schijnen oorspronkelijk langschuren geweest te zijn.

Huidige Woutershof met rechts van de weg en bomenrij de Abeek
In 1968 is de hoeve, met daaraan aanpalend 5 ha. grond, verkocht aan het Vlaams Verbond voor Katholieke Meisjesgidsen (VVKM) en sinds 1979 is het complex in handen van  Hopper, een jeugdverblijf  van Scouts en Gidsen Vlaanderen vzw.
De grootste ontginningen vonden plaats na 1956. 70 tot 80 % van deze gebieden zijn toen op zeer korte tijd ontgonnen. Omstreeks 1970 was het gebied grondig ontwaterd, waren grote delen van het moeras verdwenen en waren vervangen door weilanden en (maïs)akkers. Het waren vooral de randen van het moeras die door de landbouw werden aangetast.

Ondanks allerlei genomen maatregelen, bleef een “goede” waterhuishouding in het Grootbroek echter problematisch. Hoewel er jarenlang tal van pogingen zijn gedaan het hele gebied toegankelijker te maken voor de landbouw, bleek dit een onmogelijke opgave en midden jaren ’70 liet de Belgische overheid dan ook eindelijk  het plan varen om heel het Grootbroek droog te leggen. Zo ontstonden uit de resterende moerassen de in het begin genoemde natuurgebieden, waaronder dus ook “Domeinbos Grootbroek”.
In de volgende blog zal ik daar wat meer over vertellen.

zondag 14 februari 2016

Kettingdijk in februari 2016

Vorig jaar januari schreef ik een blog over de Kettingdijk, waarin ik vertelde dat het natuurherstelproject aldaar afgerond was. De opzet van dit project was het afvoeren van de voedselrijke landbouwgrond en aanpassing van de waterhuishouding, zodat kwelwater en regenwater langer worden vasthouden in deze nieuw gecreëerde natte natuur. En het mag gezegd worden dat deze opzet geslaagd is.... Tenminste wat betreft de oostkant.

zondag 13 december 2015

Taurossen op de Raamweiden 2015

In mijn vorige blog schreef ik over de Raamweiden. Het voormalig landbouwgebied tussen Raam en Pruiskesweg is afgelopen jaar door Ark/Natuurmonumenten flink onder handen genomen en zoals het er naar uit ziet, belooft het een fraai natuurgebied te worden. Ook hier zorgen Taurossen voor de begrazing.
Na de Loozerheide, Weerter Kempen, Kwaoj Gaat/Wisseblök is het nu dus de beurt aan de Raamweiden.

Begrazingsgebieden van de Taurossen
Zoals beloofd heb ik elk gebied dat begraasd wordt, bezocht. Over welke gebieden het gaat, kun je nog eens op dit kaartje zien, dat ik met google maps heb gemaakt.De gebieden zijn met road aangegeven.

Het viel deze keer niet mee de dieren goed te fotograferen. Ze liepen eigenlijk te ver weg tussen het hoge gras. Hier stonden voorheen populieren.


Hoewel ik in een vorige blog vertelde dat ik via een Freenature-vrijwilliger wist dat alleen op de Graus nog heckrunderen rondlopen, klopt dit niet. Ook op de Raamweiden lopen er, zoals je ziet,  nog enkele van deze dieren rond. Of die van 't Luuëke of de Graus afkomen, is mij niet duidelijk. In totaal lopen op de Raamweiden 10 runderen, waaronder 2 jongere (gekruiste??) Sayaguesa stieren en 3 kalfjes.

Stier met Maremmana kenmerken

Heckrund koe en 1/2 Sayaguese en 1/2 Tudanca stier
Er zat niks anders op dan nog een keer terug te gaan, om de dieren wat van dichterbij te kunnen bekijken. Dat lukte inderdaad, hoewel ik achteraf gezien niet helemaal tevreden ben over de kwaliteit.
Door het oormerk kwam ik er wel achter dat ik in december 2012 al van deze stier een foto heb gemaakt op Siëndonk. Ik schat dat het toen ongeveer 1/2 jaar oud was. Deze stier is dus nu 31/2 jaar oud. Voor een foto van het jonge stierkalfje klik HIER. Daar liep toen ook deze Maremmana stier rond. De stier die later ook op Wisseblök/Kwaoj gaat liep. Dus deze stier zou mogelijk een SayagueseXMaremmana kruising kunnen zijn.

Over de afkomst van dit Heckrund wordt op Carnivora het volgende opgemerkt:
"I checked the early Heck pictures of Geer vanne Smeed and they all have orange ear tags (see e.g. this cow in Luuëke in December 2011) while their calves sport yellow ear tags (see e.g. this cow and calf, also in Luuëke in December 2011). From this I infer that (a) as already surmised in the preceding section, differently coloured ear tags do not necessarily point at different nationalities, just at different breeders (though of course those Heck cattle might have been imported from Belgium or France), and (b) the cow on Raamweiden is one of those older pure Hecks. The other cows then presumably also are pure Hecks (though younger, viz the yellow ear tags) and not lower-quality Highland crosses".


1/2 Sayaguese en 1/2 Tudanca stier

Zoals het hoort zijn de stierkalfjes natuurlijk nieuwsgierig naar dat vreemde wezen dat daar bij de afrastering staat.


donderdag 3 december 2015

De Raamweiden

Waar bij de huidige Pruiskesweg nog geen 100 jaar geleden een grote visrijke waterplas lag, is door de grootschalige ontginningen (tussen 1900 en 1954) en het graven van de Raam ("de  Now Beek" ) in de jaren '30, dit deel van het Wijffelterbroek ('t "Brook") drooggelegd en als landbouwgrond in gebruik genomen.

Op hoogtekaarten is te zien, dat deze door Ark genoemde "Raamweiden" (30,7m) bijna 4 meter lager liggen dan de er naast gelegen Stramprooierheide en "Bergshei" (hoogste punt op 34,4m) om vervolgens aan de noordkant weer op te lopen tot 33,30m. Komende van de Stramproyer Grensweg is dit ook goed te zien.

 
Op bovenstaande oude kaarten van 1850 en 1923 (even op klikken) zijn de waterplassen waarop gevist werd nog te zien. De omwonenden gebruikten hun bootje niet alleen om te vissen, maar ook om bijvoorbeeld de kortste weg naar Altweerterheide te nemen. De dichtsbijzijnde doorgang lag namelijk pas bij de brug over de Tungelroyse beek aan de Heltenbosdijk, ook wel Baksbrug genoemd.

Op een oude kadasterkaart van 1811-1832 is te zien dat bij het Wijffelterbroek "Gemeente Broek" staat. Gemeente heeft hier de betekenis van "gemeynt" of "gemene grond". Dit duidt er op dat het "Brook" gemeen- schappelijk gebruikt werd door de lokale bevolking. Ze hadden het recht (weliswaar tegen betaling) om daar bijvoorbeeld hun runderen of schapen te laten grazen, strooisel te verzamelen, te plaggen, turf te steken en bijen uit te zetten. Ook het jachtrecht en het visrecht vielen hier onder.

Tussen de Stramproyer Grensweg en het lage Wijffelterbroek, ontgonnen de keuterboertjes in het begin van de vorige eeuw al kleine perceeltjes land. Vanaf daar zie je ook weer het hoogteverschil met 't Brook.

 
Die lappendeken van kleine perceeltjes, omringd met houtwallen, tref je er nu nog steeds aan. Aangezien alles met de hand gebeurde, moet dit een hele klus zijn geweest. Zo'n kleine en met hout omringde ontginning noemt men ook wel "kamp" of "kempke". Het hout van de houtwallen diende voor eigen gerief.

Op de oude kaart van 1923 (rechts) zijn die perceeltjes goed te zien. Met deze foto wil ik je ook weer het grote hoogteverschil laten zien van het weilandje op de voorgrond met het Brook op de achtergrond.

Boerderij 't Brook  gezien vanaf de Pruiskensweg
De ontwatering en ontginning van voornamelijk het noord- oostelijk gebied begon in 1902, nadat enkele rijken uit Weert hier vele hectaren grond van de gemeente Weert pachtten. Dit alles gebeurde met schop, kruiwagen en kiepkar. Honderden mensen hebben in de daaropvolgende jaren in " 't Brook" werk gevonden bij de opgerichte NV "Weerter Exploitatie-Maatschappij het Wijffelterbroek”.

De in 1906 gebouwde ontginningsboerderij 't Brook
Een opzichter regelde de werkzaamheden op 't Brook en hield alles in de gaten. Deze opzichter (Miechel Daniëls), werd ook de eerste bewoner van de in 1906 gebouwde boerderij met de naam “’t Brook”.
In 1926 was 180 van de 260 ha. ontgonnen en verliep alles blijkbaar dusdanig naar wens, dat de Gemeente besefte, dat het “brook” wel eens een “melkkoetje” zou kunnen worden. Als reden werd aangegeven dat het wenselijk was dat de gemeente weer de beschikking kreeg over haar waardevolle eigendom vanwege de uitbreiding van de Parochie Altweerterheide. Vandaar ook het voorstel om het Consortium te bewegen de pacht stop te zetten. De heren van het Consortium gingen echter uiteindelijk niet in op het voorstel van B&W en zagen af van verdere onderhandelingen. Daarna waren er ook geen onderhandelingen meer, want door de Beurskrach van 1929 raakte Nederland in de jaren ‘30 van de vorige eeuw in een diep economisch dal; 35% procent van de werkende Nederlandse bevolking raakte werkloos. Het heeft dan ook nog jaren geduurd, maar uiteindelijk gingen de heren van het Consortium akkoord. Dat gebeurde in september 1939 en in januari 1941 werd in Kanton Weert vermeld dat de NV. "Weerter Exploitatie het Wijfelterbroek" was opgeheven. Zo kwam het Wijfelterbroek weer volledig in handen van de gemeente, met weer als opzichter Miechel Daniëls.

De Raam met de Ossebrug
Nadat de Raam in 1930 was gegraven, werd met name de zuid- westelijke helft van het moerassige gebied in versneld tempo ontgonnen en vielen de plassen droog, om plaats te maken voor weilanden en akkers. Ook tijdens WO II (door de "Nederlandsche Arbeidsdienst" - NAD) en na de oorlog (door de Dienst Uitvoering Werken - DUW) waren er ontginningswerkzaamheden. In 1954 zijn de werkzaamheden stopgezet.

In minder dan 50 jaar is het Wijffelterbroek nagenoeg compleet op de schop gegaan. In 1941 schreef een zekere W.L. Leclercq nog:  "dit is het grootste, meest afgelegen en mooiste moeras uit de streek" en "dit is de mooiste, geheimzinnigste wildernis in Nederland, waar men urenlang kan ronddwalen zonder iets van de buitenwereld te zien of te merken" . Maar ook schreef hij:  "Een boer vertelde mij, dat het Broek geheel ontgonnen zal worden door den Arbeidsdienst: de grond zou 4 meter diep worden omgezet!!!"

Of dat van die 4 meter klopt, weet ik niet, maar toen in 1962 de Raam, inmiddels in de volksmond "Stinkbeek" genoemd, vanwege de afvoer van het sterk vervuilde water uit de Lossing of Emissaire, nog eens verbreed en uitgediept werd, was het in elk geval definitief "einde verhaal" wat betreft de natuurlijke sponswerking en de oorspronkelijke natuurwaarden van het Wijffelterbroek. Uiteindelijk bleef van de oorspronkelijke 260 ha. minder dan 50 ha. over. Deze worden sinds 1977 door Vereniging Natuurmonumenten beheerd.

 
Op bovenstaande foto's van maart 2013 zien we nog vanaf de Pruiskensweg weilanden en akkerland. De afwatering ervan was blijkbaar nog niet voldoende, want uiteindelijk heeft men op deze percelen zelfs een systeem met drainagebuizen aangelegd. Gevolg van deze afwatering was verdroging van het nabijgelegen moerassige natuurgebied.

De laatste jaren wordt heel anders over waterbeheer gedacht. Water vasthouden in de moerassen aan de bovenloop van beken wordt steeds belangrijker, om zo droogte enerzijds en hinderlijke overstromingen anderzijds te voorkomen. 

Foto maart 2014. Brug over de Raam, met daarachter het nieuw te ontwikkelen gebied
Omdat het consortium AHV (ARK Natuurontwikkeling, Habitura en Rentmeester Van Soest), de afgelopen jaren via kavelruil (en aankoop?) vele ha. landbouwgrond heeft verworven rondom het Wijffelterbroek, zijn de "droogvallingseisen" van de agrariërs komen te vervallen en konden maatregelen genomen worden om de verdroging tegen te gaan en het gebied weer te vernatten.

Foto: Omniverde                            Natuurherstel door uitvoerder Omniverde
De landbouwgrond bij de Pruiskesweg, die met veel zweet is verkregen, is in bezit gekomen van Stichting Ark en het afgelopen jaar door anti-verdrogingsmaatregelen weer naar natuur omgevormd. Een perceel populieren is gekapt en door uitvoerder Omniverde is de bovenste voedsel- en humusrijke laag landbouw- grond afgegraven en elders hergebruikt. Op  Omniverde.nl  zijn foto's van deze werkzaamheden te zien.

Aanwezige drainagebuizen zijn verwijderd en door plaatselijk af te graven tot op de oude veenbodem en elders op te hogen, is het oude reliëf hersteld en zien we weer een 2 ha. grote plas ontstaan.

Door de combinatie van een verminderde afvoer en peilverhoging van de Raam en de herstelwerkzaam- heden van april - juni dit jaar, is het ijzerrijke bron- en kwelwater boven het maaiveld komen te liggen en is het gebied weer dusdanig laag komen te liggen, dat ook het regenwater kan worden vasthouden.

Zoals je ziet, trekken dit water en de omliggende weilanden veel watervogels aan. Ik zag hier bij mijn laatste bezoek o.a. de Grauwe gans, de Canadese gans, de Kolgans, de Nijlgans, Zwanen en reigers.

Hier stonden een half jaar geleden nog populieren, die veel water uit de grond onttrokken..
Taurossen zorgen voor de begrazing. Daarover vertel ik in de volgende blog wat meer.
 Omdat het voormalige landbouwgebied langs de Raam loopt, worden deze percelen Raamweiden genoemd. Voor zover ik heb kunnen nagaan is er voor dat gebied ook geen oude veldnaam. Al met al weer een een nieuw interessant gebied in wording.

donderdag 19 november 2015

Drie jaar Weertnatuur

Donderdag 6 Juni 2013 verscheen mijn 100e blog op Weertnatuur. Hierin schreef ik o.a.:
"Op 19 november 2012 plaatste ik mijn eerste blog. Blijkbaar vinden steeds meer bezoekers op het World Wide Web mijn blog, want ik zie bij mijn overzicht tot nu toe al 8388 geregistreerde bezoekjes. Mijn eigen pageviews zijn hier uiteraard niet bijgeteld. De top 3 is: "Otterontsnippering" met 214 views, "Natuur(gebieden) in Weert" (179) en "Speenkruid" (110). Over bezoekjes dus allerminst te klagen. Ik heb er al verschillende contacten aan overgehouden, maar vind het desondanks jammer dat er weinig gereageerd wordt. Blijkbaar is er geen aanleiding voor, maar toch....."

Helleborus in de tuin van het NMC
Na twee jaar Weertnatuur constateerde ik een sterke toename. Iets wat ik trots als volgt verwoordde:
Toen ik precies 2 jaar geleden begon met "Weert en natuur", kon ik niet bevroeden dat er zoveel bezoekjes aan mijn blog zouden volgen. Om precies te zijn, na 157 berichten staat de wijzer op 47.300 pageviews.
Blijkbaar voorzie ik met mijn blog in een behoefte en is dit toch een mijlpaal, waar ik graag op terug kijk.


Tijgerspin met een moerassprinkhaan bij de Luysen
Vandaag, donderdag 19 november 2015, ben ik precies 3 jaar actief met Weertnatuur en plaats ik ook nog eens mijn 200e blog. Een dubbele mijlpaal dus, waar ik weer even bij stil wil staan.

In die drie jaar ben ik best actief geweest: 200 blogs in 3 jaar tijd, is een gemiddelde van ruim 1 per week.
Een groot verschil ten opzichte van de eerste 100 is, dat ik merk dat ik dieper op het onderwerp in ga en er meer over vertel; hoe was het ooit, hoe is het nu en hoe zou het moeten zijn...... Dit spreekt blijkbaar de bezoekers van mijn blog aan en ......de kwaliteit van mijn foto's is sinds de aanschaf van een kleine Sony Cybershot stukken beter geworden. Vooral de close-up van planten en "kleine beestjes" is aanzienlijk verbeterd. Als met behulp van Google naar foto's van de Weerter natuurgebieden wordt gezocht, komt men al snel terecht op mijn blog.

Tauros  op de Graus in januari 2015
Qua bezoekersaantallen is er dan ook sprake van een opvallende toename. Terwijl ik in juni 2013 nog vol trots sprak over 8.388 geregistreerde bezoekjes en ruim een jaar later over ruim 47.000 (eigen pageviews worden niet meegeteld), is dat nu opgelopen tot ruim 74.000......
Dat waren het afgelopen jaar dus bijna 27.000 bezoekjes; een gemiddelde van ruim 500 per week.
Je vraagt je toch af waar ze vandaan komen..... Bijna niet voor te stellen, maar de cijfers spreken voor zich.

Dat blogs als "Breeding back" , "Carnivoraforum" en "Linktrailer" mij "gevonden" hebben, speelt ongetwijfeld een rol.  De eerste twee hebben er mede voor gezorgd dat mijn blogs over de Taurossen vooral internationaal goed bezocht worden. Ik heb mijn foto's een jaar geleden op de fotosite Flickr geplaatst en ook daar zie ik 520 views bij het Album Tauros Weertnatuur.  Op de sites van Ark, Stichting Taurus en Freenature vind je over de ontwikkelingen omtrent het TaurOsproject in Kempen~Broek hoegenaamd niets. Wat dat betreft schieten deze drie in hun voorlichting schromelijk te kort.....

gewone vogelkers in 't Brook in mei 2015
Het merendeel van de bezoekers vindt mijn blog echter via een zoekopdracht in Google. De 3 meest bezochte blogs zijn : Natuurgebieden in Weert(1259), otterontsnippering (1579) en de Raam en 't Brook(635).
Waarom Otterontsnippering zo hoog blijft scoren is nog steeds een raadsel voor mij. Ik vraag me toch af hoe het komt, dat deze blog zo vaak bezocht wordt.

Grote belangstelling voor de wandeling rond het Vosseven op zondag 8 november
Ik merk dat de belangstelling voor de natuur in mijn omgeving steeds groter wordt. Dat komt natuurlijk mede door zowel positieve als negatieve berichtgevingen, die we over de natuur(ontwikkelingen) in onze omgeving horen en lezen. Ik denk bijvoorbeeld aan de onrust die er was omtrent de Taurossen in maart, herinrichting Kettingdijk, de perikelen omtrent het Blauwe Meertje, maar ook zie ik de grote belangstelling voor de wande- lingen rond het Vosseven, die door de Dorpsraden van Stramproy en Altweerterheide worden georganiseerd.

Mensen willen dus meer over hun eigen omgeving weten en als ze een zoekopdracht hierover in Google intikken, komen ze al gauw uit op mijn blog. Over de natuurgebieden hier is nou eenmaal weinig geschreven.

Gewone Zwavelkop
In mijn blogs vindt momenteel, zoals je misschien gemerkt hebt, een verschuiving van onderwerpen plaats. Ik heb nu over bijna alle natuurgebieden wel iets geschreven. Er ontbreken er nog een paar. Ik denk bijvoorbeeld aan de Molsbeereberg, de Kootspeel en het Grootbroek. Nu heb ik echter meer tijd kunnen besteden aan de natuur zelf. Afhankelijk van het seizoen, zie je blogs verschijnen over planten en dieren en momenteel zijn dat paddenstoelen. Mijn nieuwe cameraatje komt me hierbij uitstekend van pas; het oog wil tenslotte ook wat.

Ik hoop dat de belangstelling voor mijn blog zo zal blijven en uiteraard zal ik over een jaar weer terugblikken.
Iedereen die dit leest, wil ik bedanken voor de bezoekjes en ik wil je aansporen om toch ook eens een reactie te plaatsen. Dat zou ik echt op prijs stellen.

Tot slot wil ik je nog even attenderen op de Albums Weertnatuur op fotosite Flickr. Hierop staan al mijn foto's met flora, fauna, paddenstoelen en taurossen. Door op onderstaand kaartje te klikken, kom je daar op.

 Mbv een klik, kom je bij mijn fotoalbums Weertnatuur

Blogarchief