Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Weerterbos. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Weerterbos. Sorteren op datum Alle posts tonen

donderdag 22 november 2012

De avond valt in het Weerterbos.

Dit is een beeld dat men steeds meer in het Weerterbos zal aantreffen. Het Weerterbos ligt in een laagte en is van oorsprong een moerasbos, maar is sinds begin 20e eeuw ontwaterd en bestaat voor een groot deel uit aangeplant (dennen)bos. Het huidige bos wordt omgezet in meer natuurlijk bos en de wateraf- en -toevoer wordt aangepast. Zo ontstaat een natuurlijke spons die water vast houdt in natte tijden en langer water levert in droge periodes. Dit wordt vernatting genoemd. Het waterbergend vermogen van het Weerterbos wordt hersteld en een natuurlijker bos komt tot ontwikkeling.

Het project startte in 2007 en naar verwachting is het in 2012 klaar. In het Weerterbos werkt ARK samen met Waterschap Peel en Maasvallei, provincie Limburg en het Limburgs Landschap.

Naast de terugkeer van het edelhert wordt in het Weerterbos hard gewerkt aan het creëren van een klimaatbuffer door het vergroten van het vermogen van het bos om water langer vast te houden. Ook worden grote waterbuffers aangelegd aan de rand van het bos, ter hoogte van de Laarderheide en bij In den Vloet. Met het verkregen zand wordt een ecoduct over de autosnelweg en spoorweg aangelegd en dat alles zorgt straks voor een uniek aaneengesloten gebied; het grensoverschrijdende Kempen~Broek.

woensdag 18 mei 2016

Graaf van Hornepad, 5e druk.

In een blog van april 2014 heb ik jullie al eens geattendeerd op de mooie wandelroute "Graaf van Hornepad". Dat was naar aanleiding van de uitgave van de 4e druk. Door allerlei aanpassingen in de natuurgebieden was het toen namelijk noodzakelijk een nieuwe herziene uitgave te maken.

Altweerterheide is omgeven door schitterende natuur
Al in 1999 en 2010 onderging het door Piet Hermans ontworpen Graaf van Hornepad, dat dateert uit 1993, een groot aantal wijzigingen vanwege aanpassingen in het landschap en het wegennet. En ook nu weer in 2016 was het blijkbaar nodig om vanwege de laatste ontwikkelingen in de ons omringende natuurgebieden de kwaliteit van het Graaf van Hornepad aan te passen en te verbeteren.

natuurherstel aan de Kettingdijk in Altweerterheide

In de diverse lokale media en op de site van weertdegekste, stond hierover onder andere het volgende vermeld:
“Zaterdag 23 april vond bij Fiets- en Wandelcafé Peerkesbos de feestelijke heropening plaats van het Graaf van Hornepad. Het Graaf van Hornepad is de langste aangesloten wandelroute rondom Weert. Het pad loopt ook een stukje door de gemeente Nederweert. Tijdens de bijeenkomst werd ook het eerste exemplaar van de vernieuwde wandelgids uitgereikt”.

Al eerder, op 1 april, zag ik op facebookpagina “Graaf van Hornepad” een bericht staan, waarin melding werd gemaakt van mijn blog:
"Op zoek naar foto's voor de nieuwe wandelgids kwamen we in contact met Gerard Stals. Hij beheert een prachtige website met heel veel foto's en informatie van de gebieden die wandelaars van het Graaf van Hornepad passeren. Bezoek zijn site weertnatuur.blogspot.nl eens.
Overigens was Gerard bereid enkele foto's beschikbaar te stellen, waarvoor onze hartelijke dank."


Het Rietven in het Weerterbos
De vernieuwde route wordt beschreven in de herziene 5e druk van de Wandelgids Graaf van Hornepad.   De samenstellers hebben, na contact met mij opgenomen te hebben, inderdaad verschillende foto’s uit mijn blog in de nieuwe wandelgids geplaatst. In al mijn bescheidenheid moet ik erkennen, dat ik daar toch best trots over ben. Als dank heb ik de schitterend verzorgde wandelgids cadeau gekregen. De foto’s die je op deze blog ziet, zie je ook in hun gids terug.

Retentiebekken 't "Krieëtje" achter de Daatjeshoeve in het Weerterbos
Het Graaf van Hornepad begint en eindigt bij het station in Weert en loopt met een grote boog rondom Weert door de mooie natuurgebieden in de kerkdorpen. Twee delen van de route gaan door België. Ook gaat het pad door de Weerterbossen, die in de gemeente Nederweert liggen. De samenstellers, Marcel Tinnemans, Otto Ahlers, Theo Beelen en Ad van Asten hebben het geheel opgesplitst in 16 etappes die variëren van 3,5 tot 9 km. Maar liefst negen grotere stukken van de route zijn gewijzigd. Bovendien kwam Peerkesbos als erg fraaie extra pleisterplaats voor de wandelaars beschikbaar. Ook aan de inwendige mens is gedacht, want bij de kaartbeschrijvingen staat regelmatig vermeld of en waar er horeca aanwezig is.

Rietven met het daarachter gelegen retentiebekken in het Weerterbos
Uiteraard is het niet de bedoeling om deze 92 km lange wandeling in één keer te lopen, hoewel het in principe natuurlijk kan (en ook gebeurd is). Waar en hoelang gewandeld wordt is uiteraard persoonlijk en is afhankelijk van je ervaring en je conditie. De verschillende etappes kunnen gemakkelijk gecombineerd worden. De beschrijving van de routes, voorzien van een kaartje vind je terug in de prachtig verzorgde en handzame wandelgids. Deze is verkrijgbaar voor €9,25 bij de Bruna in Weert en het Tourist Information Center "Land van Antje" aan de Stationsstraat, maar is ook te bestellen op de site van Olat.


Dit jaar is er op 20 augustus een wandeldag. Deelnemers kunnen kiezen uit 28 km, 63 km of 92 km.
Meer informatie zul je te zijner tijd kunnen vinden op facebook.com/graafvanhornepad.

donderdag 16 mei 2013

"De oude Meulenstat van Hugten"

We hebben er (te) lang op moeten wachten, maar eindelijk zet het voorjaar toch door; het groeizaam weer zorgt a.h.w. voor een ware "explosie" in de plantenwereld. Ook de dieren blijven niet achter en zorgen voor nieuw leven. De veranderingen in de natuur gaan nu zo snel, dat het amper is bij te benen. De natuur kleurt in snel tempo op veel plaatsen geel van de boterbloem, wit van het fluitenkruid, lila van de pinksterbloem, of het ziet pluizig wit van de reeds uitgebloeide paardenbloem. Tijdens mijn wandelingen kom ik dan ook ogen te kort om al die uitbundige lentebodes te volgen.

Gisteren was ik voor een wandeling in het Weerterbos. De naam Weerterbos werd voor het eerst al op kaarten uit 1666 gebruikt. Het gebied ligt op de grens van Limburg en Noord-Brabant, ten noordwesten van Weert. Het gebied, waarvan 705 ha eigendom is van Het Limburgs Landschap, bevindt zich sinds de grondruil in 1969 vanwege aanleg van de autosnelweg op het grondgebied van de gemeente Nederweert. Naast het eigenlijke Weerterbos behoren nog verschillende deelgebieden bij het reservaat. "Hugterbroek" is de naam van het middelste deel, "In den Vloed" de naam voor het noordoostelijk gelegen deelgebied.
Ik ben om het afgerasterde gedeelte bij de voormalige landbouwenclave in het Hugterbroek, de Grashut, gelopen en ondanks een voorzichtig zonnetje, heb ik kunnen genieten van de frisse ontluikende natuur; bomen kleuren fris groen, vogels laten overal van zich horen, bij een gigantische mierenhoop zijn rode bosmieren druk bezig en edelherten doen zich te goed aan het malse gras.

Tijdens deze wandeling loop je via de Bossevaartweg (een smal wandelpaadje) ook langs het Sterkselsch Kanaal, waar zich een oude granieten grenspaal bevindt. In deze blog wil ik daar wat meer over vertellen.
Al in de middeleeuwen kwamen de grenzen van Budel- Maarheeze (Cranendonck), Someren en Weert- Nederweert (Land van Horne) hier in Hugten bij elkaar. De grens werd ooit aangegeven door een oude zogenaamde “Kruiseik”. Waarom deze boom in oude geschriften “cruytz eyck” wordt genoemd, is mij niet duidelijk. Mogelijk dat het hier een meerstammige zomereik, of eikenstoof (een soort knotboom) betreft!!
De naam van dit historisch grenspunt, dat de "Oude Meulenstat" wordt genoemd, herinnert aan de plaats (“stat”) waar ooit een oude watermolen (“meulen”) aan de Sterkselse Aa stond.
Het landgoed Hugten was van 1223 tot 1771 eigendom van de kloosterorde der Cisterciënzers.
De molen werd al eind 12e eeuw vermeld, maar was aan het begin van de 16e eeuw verdwenen. Namen als Molenhorst, Hoeve de Molenhorst en Molenbrugweg herinneren nog aan dit verleden.

Het toponiem -horst is een historische benaming voor een met kreupelhout of hakhout begroeid, hoger gelegen stuk grond. De grond is meestal zandgrond en de houtbegroeiing kan zowel op als rondom het stuk grond voorkomen. Het woord horst is afkomstig van het Germaanse woord hursti, dat beboste opduiking in moerassig terrein betekende (bron: Wikipedia).

“ d’oude Meulenstaet van Hugten”
Om een einde te maken aan voortdurende grensge- schillen (nadat de eik het loodje had gelegd), werd in 1548 besloten op dit toentertijd vijf-heerlijkheden-punt
“eenen seer grooten ende swaeren blauwer steen, een weenigh gebeught ende van onderen in stucken, edoch omringht met twee ijsere banden" met de naam “ d’oude Meulenstaet van Hugten” te plaatsen, met daarop de wapens van Brabant (naar de kant van Someren) en van Horne (naar Weert).

In 1745 is deze grenspaal door de toenmalige magistraat van Weert vervangen door een "bequaemen blauwen steen, eenen voet breet in 't vierkant".
Het is deze steen die je hier nog steeds kunt zien.

In 1916 werd pal naast dit grenspunt het Sterkselsch Kanaal gegraven. De grenssteen werd in 1987 gerestau- reerd, nadat deze door een ongeluk was afgebroken.
De laatste restauratie dateert van 1997.

Nu komen op dit historische grenspunt de provincies Noord-Brabant en Limburg met de gemeenten Cranendonck, Someren en Nederweert bij elkaar. Het is uiteraard een beschermd monument.

de huidige grenssteen
Pentekening van de grenssteen van A. Glaudemans.
Kunstschilder Adriën Glaudemans woonde in Budel. Hij werd in 1907 geboren en stierf in 1977.

De grenspaal staat op deze kaart aangegeven bij de letter C.
Bron: J. Biemans, De grenspaal "De oude Meulenstat (van Hugten)”, Stichting Historisch Onderzoek



Grotere kaart weergeven

zondag 25 november 2012

Vernatting Weerterbos

Het Weerterbos wordt steeds interessanter voor de recreant en de natuurliefhebber.
Het wordt weer “omgetoverd” in een moerasbos. Dat is nu al herkenbaar aan de stilstaande plassen in de bossen. De grondwaterstand wordt namelijk opgevoerd door minder afwatering en de bossen zullen ook door inundatie zelfs een deel van het jaar onder water komen te staan. Met name in het voorjaar en de winter.
Aan deze verhoogde waterstanden in het Weerterbos zijn “risico’s” verbonden. Dennenbossen gaan verdwijnen en oude eikenbomen en beuken lopen een verhoogde kans het loodje te leggen en te “verdrinken”. De vochtige grond komt de groeikracht van de eiken namelijk niet ten goede. Ze hebben decennialang moeten wennen aan droge grond. De wortels zitten dus diep in de grond om aan water te komen. Bij vernatting moeten ze zich weer opnieuw aanpassen en dit zal ongetwijfeld bij een groot aantal niet lukken.


Je ziet dan ook nu al veel bomen afsterven; herkenbaar aan een verdorde kroon. Ook zie je veel omgevallen bomen,zoals op bovenstaande foto; De dikkere wortels die constant in het water staan sterven af, de bodem wordt slapper en dan is er niet veel wind nodig om ze te doen omvallen. Voor wie als doelstelling heeft de ontwikkeling van een natuurlijk bos te bewerkstelligen, is dit natuurlijk geen probleem.
De vernatting is daarentegen weer wel weer goed voor bijvoorbeeld elzen en andere vochtminnende bomen. Om jonge elzen, ratelpopulieren, wilgen, essen en haagbeuken aan de veranderende situatie aan te laten passen, de vrije ruimte te geven en een nieuwe generatie bos te starten, worden de oude bossen gedund, open plekken gecreëerd en zelfs hele percelen (met name de dennenbomen) gekapt. En als jonge eiken van jongs af aan natte voeten hebben kunnen ook die onder zeer natte omstandigheden overleven.

woensdag 21 november 2012

De Grashut


In het noordwesten van het Weerterbos ligt een voormalige grote landbouwenclave omringd door bossen, die de Grashut wordt genoemd. Hier lag namelijk oorspronkelijk de Grashut, een boerderij waarvan de geschiedenis terug gaat tot de ontginningen in het begin van de negentiende eeuw.


Nadat de Grashut door Het Limburgs Landschap was aangekocht, werd die in 2006 gesloopt. Daarvoor in de plaats kwam een uitkijktoren, die in april 2008 officieel werd geopend. Het is het centrum van een omrasterd (tijdelijk?) leefgebied voor edelherten. In september en oktober zijn er tijdens de bronst doordeweekse avondexcursies en in het weekend ook nog in de vroege ochtenden. Vanaf o.a. deze uitkijktoren is het mogelijk om edelherten te spotten.

Historische kaart van 1898 met de voormalige landbouw-enclave Grashut

Grashut vanaf de uitkijktoren in februari 2010

In een groot gedeelte van de "Grashut" is de afgelopen 2 jaar de voedselrijke bovenlaag afgegraven en afgevoerd. Door het afgraven van de voedselrijke grond ontstaan weer schrale bodems die zich ontwikkelen tot een natuurlijk landschap van vennen, moeras en heischrale velden. De ontginning in de 19e en 20e eeuw heeft geleid tot een sterke ontwatering, waardoor het Weerterbos verdroogde.

Grashut vanaf de uitkijktoren in september 2012

Door Stichting het Limburgse Landschap en een aantal andere instanties zoals Waterschap, wordt weer getracht terug te keren naar het oorspronkelijke natuurgebied. Door herstel van de vennen en het verkleinen van de drainerende werking en afvoersnelheid van hoofdwateringen, zoals de Oude Graaf, wordt weer gezorgd voor een sponswerking en daardoor ook bufferende werking. Het waterbergend vermogen van het Weerterbos wordt zo hersteld en een natuurlijker bos komt tot ontwikkeling. Een gebied waar onder andere het edelhert zich thuis moet gaan voelen. In april volgend jaar zal er ook een kleine kudde Exmoorpony’s losgelaten worden.

maandag 19 november 2012

Weerterbos ingericht als klimaatbos.

Door Stichting het Limburgs Landschap wordt in het Weerterbos gewerkt aan natuurherstel. In het deelgebied de Grashut, dat lang agrarisch in gebruik is geweest, en Maarheezerveld,is de voedselrijke bovenlaag afgegraven en afgevoerd.
Zo ontstaan er weer kansen voor landschap- en natuurherstel, maar er is meer dan alleen natuurherstel.
Door zijn ligging in een laagte, waar het water slecht weg kon, was het terrein van oorsprong erg moerassig. Het maakte deel uit van het grote grensmoeras waar alle centrale gebieden van het GrensPark Kempen~Broek, zoals Wijffelterbroek, Smeetshof, Stramprooierbroek deel van uitmaken.

Beheerder Stichting het Limburgs Landschap vormt de productiebossen en landbouwgronden om naar natte natuur. Als de ontwatering grotendeels afgeremd kan worden, bestaat het beheer voornamelijk uit ‘niets doen’. De bossen kunnen zich op eigen houtje verder ontwikkelen. Door de vernatting van het Weerterbos zal veen gaan groeien, die als een soort spons het water zal vasthouden.

De situatie bij de Grashut en Maarheezerveld wordt nu hersteld tot pakweg 100 jaar geleden en zal weer gaan functioneren als een moerasgebied. Het waterbergend vermogen voor de omgeving wordt hiermee vergroot, waardoor het water beter wordt ‘vastgehouden’ in het bovenste deel van het watersysteem. Bij hevige regenval wordt zo voorkomen dat burgers stroomafwaarts met natte voeten komen te zitten.
Zo wordt natuurherstel gecombineerd met het (toekomstige) klimaatprobleem en zijn er alleen maar winnaars.

woensdag 26 juni 2013

TOP-gebieden in Weert e.o.

Als ik één woord bij natuurbeheer misleidend vind, dan is dat het woord "TOP-gebied". De gebieden waar het namelijk over gaat, staan niet (zoals je zou verwachten) positief aan de "top". Ze staan aan de top van de prioritaire gebieden t.a.v. aanpak verdroging.......

Top-lijst voor Weert en Nederweert
Het Rijk heeft al jaren geleden (2006) aan alle Nederlandse Provincies gevraagd een prioriteiten lijst, een zogenoemde 'TOP-lijst', voor de verdrogingsbestrij- ding op te stellen. Op die lijst staan natuurgebieden waar de Provincie tussen 2007 en 2015 met voorrang moet gaan inzetten op natuurherstel.
Het Rijk draagt via de ILG financieel 50% bij aan uitvoeringsmaatregelen in deze gebieden. Het ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied) is een subsidie- regeling om het landelijk gebied mooi en vitaal te houden. Met het ILG is een groot aantal subsidie- regelingen in één keer vervangen.

Gedeputeerde staten van Limburg heeft in 2008 een TOP-lijst met 48 gebieden vastgesteld. Zoals je op het (deel)kaartje kunt zien, zijn de Weerter (en Nederweerter) natuurgebieden helaas goed vertegenwoordigd. Je ziet dat er verdrogingsproblemen zijn in het Weerter Bos, de Kruispeel, Wijffelterbroek, Areven, Krang, Moeselpeel, Kootspeel, Roeventerpeel, Sarsven-de Banen, grote- en Kleine Moost, de Zoom en Kruisvennen. En niet te vergeten de 372 ha. grote Groote Peel.

Verdroging in het Weerterbos  door o.a. de aanleg van rabatten
Ooit bestond Nederland uit vlakten met beken en rivieren die vrij door het landschap slingerden. Dijken ontbraken nog. Ons land was een weelderige moerasrijke delta met broekbossen en omvangrijke hoog- en laagveengebieden. Maar Nederland is inmiddels verdroogd. In grote delen van Nederland is de natuur- lijke waterhuishouding gewijzigd door menselijke ingrepen. De grondwaterstand en kwel in natuurgebieden is veranderd en verdroging is een van de hardnekkigste milieuproblemen geworden.

Verdroging in de Hoort op de grens Weert - Dorplein
Al in de jaren zeventig verschenen studies (Grootjans, 1979; Gijsen, 1979; Beintema en Van den Berg, 1979; Molenaar, 1980) waarin gemeld werd, dat er “iets mis was met de grondwaterstanden in Nederland”.
En in 1994 werd circa 600.000 ha natuur- gebied als verdroogd gekenmerkt!!!!!

De belangrijkste oorzaken van verdroging  (aldus Beugelink en Claessen, 1995) zijn:
• ontwatering en versnelde afwatering ten behoeve van de landbouw (60%);
• grondwateronttrekkingen voor drink- en industriewater en beregening (30%);
• overige oorzaken zoals de toename van verhard oppervlak, bebossing (toename verdamping, met name door naaldbos) en zandwinning (10%).
Over de oorzaken en effecten kun je meer lezen op de site Compendium voor de Leefomgeving.

De verdrogingsproblematiek heeft ook (vooral) grote gevolgen voor veelal zeldzame planten- en diersoorten. Verdroging bedreigt circa 40% van onze inheemse planten. Ook dieren, die voor hun voortplanting zijn aangewezen op specifieke grondwater- en/of kwel- afhankelijke plantensoorten (bijvoorbeeld insecten) worden in hun voortbestaan bedreigd. De bijzondere natuur mag niet verdwijnen en men dient er voor te zorgen dat het gebied zo sterk mogelijk wordt gemaakt. Het beheer moet snel verbeterd worden en er moeten weer sterke, aaneengesloten natuurgebieden komen door de watersituatie optimaal te maken.

afvoer van kwelwater aan de rand van  het Stramproyerbroek
Afwateringssloot in het Weerterbos

Er is de afgelopen jaren al veel werk verzet in de Weerter natuurgebieden. Over de behaalde resultaten heb ik in mijn blogs al een en ander verteld, maar men is er nog lang niet.....
In een van de genoemde gebieden, namelijk de Krang, is men momenteel bezig met de laatste fase bij en om de Leukerbeek. De werkzaamheden in het deelgebied Roukespeel zijn van groot belang voor het oplossen van de verdrogingsproblematiek aldaar. In een volgende blog zal ik hier wat meer over vertellen.

dinsdag 30 april 2013

Venherstel

Weert is altijd rijk aan vennen of “pieëlkes” geweest. Ontstaan in de laagten, waren deze waterrijke gebieden van belang voor met name amfibieën en vogels. Van belang dus vanwege een gevarieerde flora en rijke fauna, ook al vanwege de rust die er meestal heerste. Veel van deze vennetjes zijn helaas de afgelopen decennia verdwenen, gedempt omdat ze “overbodig” waren, met name ook vanwege schaalvergroting van de landbouw en ruilverkaveling, of ze werden als stortplaats voor puin en huishoudelijk afval gebruikt. De versnelde afvoer van water, is ook geen goede ontwikkeling geweest en zorgde voor drooggevallen vennen die uiteindelijk verzandden en dichtgroeiden.

vennetje bij het Blaakven
Het meestal van oorsprong matig voedsel- rijke (kwel)water en voedselarme bodem van de vennen, zijn nu vaak verrijkt met voedingsstoffen, met name met fosfor en stikstof. Dit wordt eutrofiëring genoemd.
Dit vanwege vermesting of overbemesting van de omliggende landbouwgrond.

Een teveel aan voedingsstoffen zoals stikstof tast de soortenrijkdom van planten aan en leidt ertoe dat plantensoorten die goed gedijen op arme gronden worden verdrongen door soorten die meer stikstof nodig hebben. Er is sprake van “vergrassing” van natuur- gebiedjes. Grassen die veel stikstof gebruiken, verdringen andere plantensoorten. Gevolg is dat het ecosysteem wordt aangetast.
Dit zie je bijvoorbeeld in een bosvennetje bij het Blaakven, gelegen vlakbij het gelijknamige horecabedrijf. Omgeven door hoge sparren is er van een ven, dat vroeger ook dienst heeft gedaan als brandkuil, in mijn ogen geen sprake meer.
Hoewel ik toch nog 2 eenden aan trof op de plas van zo’n 10 m. doorsnee, was hier (wat mij betreft) geen “leven” meer in dit vennetje te bespeuren. Het is letterlijk en figuurlijk ten dode opgeschreven, of is het al.

Paddenpoel bij "Bakewells Pieëlke"
Zo zijn ook de talloze natuurlijk gevormde poelen, die je vroeger overal zag en vaak gebruikt werden als drinkplaats voor het vee, verdwenen. Je ziet ze her en der weer verschijnen, omdat Natuurmonumenten en andere milieugroepen het belang van deze doorgaans kleine biotopen zijn gaan inzien. Vooral voor kikkers en padden zijn dit soort poelen belangrijk.

Persoonlijk vind ik dit soms te “gemaakt” en soms is het dan ook geen succes, omdat de omstandigheden in de nabije omgeving niet optimaal zijn voor een goede ontwikkeling. Dat is trouwens niet het geval met de poel op deze foto. Omdat er een aantal geschikte poelen aangelegd zijn in de omgeving van het "Bakewells Pieëlke", kan de populatie kamsalamanders zich hier namelijk handhaven en breidt zich zelfs langzaam uit.

Sarsven in de gemeente Nederweert
Momenteel zijn in het Kempen-Broekgebied in Weert en ook in de gemeente Nederweert tal van initiatieven op het gebied van venherstel. Denk maar aan de Banen, de Kwegt, Schoorkuilen en Sarsven in Nederweert. Het meest geslaagde voorbeeld van deze vorm van natuurherstel is wat mij betreft het Sarsven. Het nagenoeg dichtgegroeide en dichtgeslibde Sarsven is door het Limburgs Landschap en Waterschap Midden-Limburg nog niet zo lang geleden opgeschoond en de voedselrijke humuslaag is verwijderd. De herstelmaatregelen hebben al snel geleid tot een spectaculaire terugkeer van tal van (zeer) zeldzame planten en dieren. Dit is zoals je het graag overal zou willen zien.

Ook in het Weerterbos heeft men het herstel van enkele vennen de afgelopen jaren voortvarend aangepakt. Te denken valt aan het Koolespieëlke, Kleinven, Grootven en Rietven. Dan zijn er natuurlijk de vennen in Roukespeel en Roeventerpeel. In het IJzerenmangebied vind je het Geurtsven, Eendenven, Zwanenven en het minder bekende kleine Koorsven. Het kleine "Bakewells Pieëlke", gelegen tussen spoorweg en autoweg, heeft men ook in 2011 onder handen genomen. In mijn volgende blog wil ik hier wat meer over vertellen.
"Koolespieëlke in het Weerterbos"
Koorsven in het IJzerenmangebied
"Bakewells Pieëlke"

woensdag 9 juli 2014

Weerter Bos, juli 2014

Op de site van waarneming.nl zag ik dat de afgelopen weken zowel de witte- als de zwarte ooievaar zijn gesignaleerd bij het retentiebekken op 't "Krieëtje" (Laarderheide). Ik was al daar een tijd niet meer geweest, dus dit was een mooie gelegenheid om er nog eens naar toe te gaan en er een glimp van proberen op te vangen.

Bij de plas achter de Daatjeshoeve zag ik hem inderdaad. De witte ooievaar dus. Weliswaar op een dusdanige afstand (ruim 100 meter) dat ik er geen fatsoenlijke foto van kon maken, maar toch bijzonder genoeg om te plaatsen, want dit is iets wat je niet dagelijks tegen komt in onze omgeving. Ik heb niet geprobeerd dichterbij te komen, want ik wilde de vogel niet storen. Toch een teken dat het goed gaat met de ontwikkelingen in het Weerter Bos.

Het Rietven, met achter de bomenrij het niet zichtbare nieuw aangelegde retentiebekken
Daarna ben ik gaan kijken bij het Rietven, dat men vorig jaar heeft opgeschoond en waar men ook een groot retentiebekken heeft aangelegd. Door het herstel van de vennen wordt weer gezorgd voor een sponswerking en een bufferende werking; na het vol lopen van het meest hoog gelegen ven stroomt water langzaam naar het volgende. Er ontstaat een heel systeem van doorstroomvennen in het Weerterbos en het water verlaat pas na langere tijd, en geleidelijk, het gebied.

Ik was gewaarschuwd voor de vele muggen, maar daar had ik geen last van. Wel is het oppassen geblazen voor teken, want daar bleek ik er verschillende van te hebben meegenomen, zo bleek bij thuiskomst.

Geen ooievaar te zien, maar ik “struikelde” bij wijze van spreken, over de talloze koevinkjes.
Het is een algemene standvlinder op de zandgronden van Zuid- en Oost-Nederland en in de duinen.
Een vreemde naam eigenlijk voor een vlinder. Het is dan ook niet helemaal duidelijk hoe het koevinkje aan die naam komt, maar het heeft er mogelijk mee te maken dat ze vaak in de overgang van grasland naar bos of een houtwal zitten, de plekken waar de koeien zich 's zomers ook vaak ophouden, omdat daar schaduw is. Het mannetje is bijna zwart, het vrouwtje is lichter van kleur en daardoor kun je de “gouden”oogjes bij haar beter te zien als ze haar vleugels heeft dichtgeklapt.

Door vlinderwacht Harrie Vossen en een groep enthousiaste vrijwilligers is in het Weerterbos door gericht onderzoek en prima kleinschalig beheerwerk, zoals het openhakken van paden, hakhoutbeheer en ontwikkelen van geleidelijke bosranden, het leefgebied van verschillende soorten zoals het bontdikkopje, spiegeldikkopje en de kleine ijsvogelvlinder behouden en verbeterd.

Ik heb helaas geen dikkopjes gezien, maar wel vond ik op een zonnig plekje op een pad de kleine ijsvogelvlinder. De kleine ijsvogelvlinder is een echte bosbewoner. Deze vlindersoort, die op de Rode Lijst Dagvlinders staat, heeft het overal moeilijk door de verdroging en het dichtgroeien van bos. Het reageert dan ook heel goed op meer licht in het bos. De vlinders leven eigenlijk vooral hoog in de bomen, maar komen 's morgens naar beneden om te "drinken" van mest, rottende vruchten of vocht van de grond. Vandaar dat je ze vaak op zonnige en vochtige bospaden aantreft. De rups van de kleine ijsvogelvlinder leeft uitsluitend op kamperfoelie in vochtige halfopen loofbossen en dat is in het Weerter bos in voldoende mate voorhanden.

Op de terugweg natuurlijk ook nog even naar het Koolespieëlke geweest. Wat is dit toch een prachtig vennetje geworden. Ik heb er in een eerdere blog al een en ander over verteld.

Aan de rand van het ven vond ik er rijkelijk groeiende en bloeiende moerashertshooi. Het is een plant van ondiep water en periodiek droogvallende, matig voedselarme grond. Hertshooi betekent " hard hooi" . De plant heeft die naam te danken aan de harde en houtige stengels, die behaard zijn. Zoals je kunt zien wordt de plant slechts enkele decimeters hoog en heeft kleine gele bloemetjes. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam. Ook bij het Koolespieëlke is sprake van een goede natuurontwikkeling.

Vlak bij de Daatjeshoeve zag ik nog meer vlinders, waaronder dit verliefd stel. Deze twee zwaargewichten hadden het zo druk met hun zorg voor het nageslacht, dat ze constant moesten blijven fladderen om hun evenwicht te bewaren en niet van de wilde haverstengel te vallen. Gevolg is dat de vleugels zo wat onscherp zijn geworden op de foto, maar ik vind het zo’n bijzondere pose dat ik die toch plaats.

Het is de diepblauwe phegeavlinder, ook wel melkdrupje genoemd. Een onhandige niet al te snelle fladderaar. Dat heeft ongetwijfeld met zijn robuuste lijf te maken. De spanwijdte van de vlinder is tussen de 35 en 40 millimeter. Het is heel bijzonder dat je deze dagactieve nachtvlinder alleen in de grensstreek van Limburg en Brabant aantreft. Volgens Vlindernet komt ie ook nog voor in de buurt van Bergen op Zoom.
In de rest van Nederland is hij vrij zeldzaam. De reden is mij onbekend. Ik heb deze vlinder in elk geval voorheen nooit eerder gezien, maar sinds een aantal jaren zie je hem hier soms zelfs in grote aantallen.

Aan de bosrand zag ik verder nog de gehakkelde aurelia op een braamstruik. Het is een algemene standvlinder die verspreid over het hele land voorkomt. Hij wordt zo genoemd vanwege de achterrand van zowel de voor- als de achtervleugel die sterk is gekarteld. Met dichtgeklapte vleugels lijkt de vlinder op een dor blaadje, dus wanneer hij zo tussen verdord of afgevallen blad zit, is hij uitstekend gecamoufleerd.
Ook deze vlinder houdt van bosranden en open plekken in het bos. Met de dagpauwoog, atalanta, kleine vos en landkaartje is hij een van de "brandnetelsoorten" onder de dagvlinders, waarvan ook de rupsen vooral op de brandnetel te vinden zijn. De volwassen vlinder voedt zich met nectar van bijvoorbeeld akkerdistel, braam en koninginnenkruid.

Blogarchief