Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht bloedweizwam. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht bloedweizwam. Sorteren op datum Alle posts tonen

woensdag 21 oktober 2020

Herfst 2020.......Paddenstoelentijd deel 1: van alles wat

Dit is mijn eerste post van dit jaar met het onderwerp paddenstoelen. De afgelopen 3 weken ben ik al een paar keer op pad geweest. De eerste week was de "oogst" nog mager, maar de vorige week heb ik toch genoeg exemplaren gevonden om een leuke post mee te maken. Ik begin echter met een  vondst die ik dit jaar al op 16 maart deed; de Voorjaarskluifzwam.

De VOORJAARSKLUIFZWAM (Gyromitra esculenta) kun je vinden in de maanden maart t/m mei. Ik vond op 16 maart meerdere exemplaren in een groentetuin. Het is een paddenstoel uit de stam van de zakjeszwammen die op de Nederlandse rode lijst is aangemerkt als "bedreigd".
De voorjaarskluifzwam heeft net als de morieljes een hersenachtige hoed met holtes. De hoed is van buiten bruin en is eerst glanzend (als ie tenminste niet vol zit met zand, zoals hier). De steel is soms recht maar meestal verbogen. De kleur van de steel is witachtig tot vleeskleurig, soms lila aangelopen. Hij groeit op verrijkte kale zandgrond of op strooisel onder naaldbomen,hoofdzakelijk grove Den. Een enkele keer onder een loofboom. Hij wordt niet alleen vanwege zijn gelijkenis met de echte (eetbare) morieljes "valse morielje" genoemd. Hij is namelijk ook giftig. Vergiftigingssymptomen treden bij het nuttigen van deze paddenstoel pas na 10 tot 12 uur op en bestaan uit misselijkheid, transpireren, buikloop en rillingen. Het schijnt dat bij het koken van de zwam de kok zelfs vergiftigd kan raken door de kookdampen. Hoewel hij nog steeds in sommige landen gegeten wordt, is de handel in de soort hier al sedert jaren verboden.
Hij bevat het gif Gyromitrine, dat in het menselijk lichaam wordt omgevormd tot monomethylhydrazine. Monomethylhydrazine, wordt ook synthetisch geproduceerd en onder andere toegepast als raketbrandstof. Deze raketbrandstof is indertijd gebruikt om bijvoorbeeld op de maan te landen en er weer van op te stijgen. Ook de NASA spaceshuttles vlogen ermee!!!
Het INGEDEUKT MENIEZWAMMETJE (Nectria peziza ) is een zakjeszwam. De bolletjes hebben slechts een diameter van 0,2 tot 0,4 mm. Niet zo gemakkelijk te fotograferen dus. De Duitser noemt het niet voor niks "Orangenfarbige Zwergpustelpilz".

Het doet denken aan het Gewoon meniezwammetje, maar die komen niet zo massaal in grote trossen voor en groeien meestal op takjes. Het Ingedeukt meniezwammetje groeit echter zelden op schors of op de grond. Ze groeien op kaal, rottend hout zoals hier op de foto te zien is.Ze parasiteren ook op houtzwammen (Polyporen) Als ze vers zijn hebben ze een bolle vorm, maar bij droog worden deuken ze in als een soort kommetje. Vandaar de naam. Je hebt er wel even je loep voor nodig om dat te zien. Het is een algemeen voorkomende soort die je het hele jaar kunt vinden. Mijn eerste gedachte bij deze soort was dat het een stuifzwam was, maar dan in het klein. Toen ik wat beter keek, werd echter duidelijk dat dit een wat oudere GEWONE BOOMWRAT (Lycogala epidendrum) is.

Deze slijmzwam kan in meerdere fasen gedurende alle jaargetijden worden gevonden op vochtig, deels vergaan hout.

Voorheen had deze zwam namen die eigenlijk veel meer tot de verbeelding spreken. Ze worden daarom waarschijnlijk nog steeds gebruikt, want wat dacht je van namen als "Bloedweizwam" of "Blote billetjeszwam"? Klinkt toch eigenlijk beter dan Gewone boomwrat.......

Blote billetjeszwam

De kleur varieert met het toenemen van de leeftijd. Bloedweizwam verwijst naar de onrijpe toestand waarin ze zijn gevuld met een rozerode pasta-achtige vloeistof. De volgende fase,“de blote billetjes”, komt voort uit hun roze kleur in de vegetatieve fase. Op de foto kun je er nog iets van zien bij enkele exemplaren.

De naam Gewone boomwrat verwijst naar het uiterlijk in de latere fase. In dit stadium sluit het plasmodium zich af en wordt het organisme grijzig of bruin en wordt het gevuld met een grijze sporenmassa.Al in 2017 vond ik bij de Houtsberg op een oude dennenstronk de ZWARTVOETKRULZOOM (Tapinella atrotomentosa), maar twijfelde of hij het echt wel was, omdat die bijna vergaan was. Vorig jaar vond ik op dezelfde plek ook weer een ouder exemplaar, maar toen was duidelijker dat ie het was. In de post "Herfst 2019......Paddenstoelentijd deel 1" schreef ik daar uitgebreid over.Ook nu weer vond ik een exemplaar, maar dan ca. 150 m. verder dan de vorige jaren. Ook dit was al een wat ouder exemplaar, maar op deze foto is nu de “zwarte" voet goed herkenbaar en ben ik 100% zeker dat ie het is.
De meeste soorten wasplaten zijn paddenstoelen die pas laat in het jaar, omstreeks november, verschijnen. In de veenmosgebieden zijn echter een paar vroege wasplaten te zien, die zich niet door een droge periode uit het veld laten slaan. Een van deze is het VEENMOSVUURZWAMMETJE (Hygrocybe coccineocrenata). Op de Rode lijst van Paddestoelen staat dit mooie paddenstoeltje vermeld als kwetsbaar. De soort is namelijk beperkt aanwezig vanwege het zeldzame milieu. Dat is ook de reden dat de locatiedetails op waarneming.nl verborgen worden gehouden. Meestal wordt hij niet opgemerkt vanwege zijn voorkomen in moeilijk begaanbare en vaak afgesloten terreinen. Het is een schaarse soort met een zwaartepunt van voorkomen in Drenthe, maar in de meeste provincies zijn wel ergens plekjes te vinden waar het zwammetje voorkomt. Ik trof deze niet tussen het veenmos, maar wel in het mos dichtbij de kleine plas bij de Houtsberg. Hoewel het geen grote soort is, viel het zwammetje hier goed op door de opvallende kleur. 

De KURKSTROOKZWAM (Antrodia serialis) groeit meestal als een elfenbankje: dakpansgewijze hoedjes met een aflopende gaatjeslaag. Op de zijkant van stammen en zaagvlakken worden aflopende vruchtlichamen gevormd met meestal duidelijke knobbels (schijnhoedjes). 

 
Jong zijn deze wit maar verkleuren later van licht naar donker bruin en het oppervlak is fijn viltig.De buisjes zijn wit en ook de groeirand is wit, later gelig. Ze komen voor op dood naaldhout op arme zandgrond. Je vindt ze vaak op de zaagsnede van gezaagde boomstammen. De soort veroorzaakt bruinrot en is matig algemeen. 

  

Evenals de Kurkstrookzwam vormt de CITROENSTROOKZWAM (Antrodia xantha) brede stroken op naaldhout. Het is een zeer zeldzame soort die je voornamelijk op zandgrond aantreft. Het is een plat op het hout groeiend vruchtlichaam dat voor komt op stronken van naaldbomen. Na verloop van tijd is deze strookzwam herkenbaar aan de gele (citroen) kleur die op de zwam verschijnt. 

 

De RUITJESBOVIST (Calvatia utriformis) is een grote stuifzwam, die leeft van de afbraak van dood plantaardig materiaal. Calvatia betekent "kaal" of "haarloos", en utriformis betekent “in de vorm van een baarmoeder" of "in de vorm van een waterzak" Het is een vrij algemene soort die een groot aantal soorten standplaatsen kent, vooral in wat drogere, zandige (soms lemige, kleiige of humusrijke) grond. 


 Vanwege de frisse witte kleur en de forse afmeting zag ik ‘m al van ver. Het is best een fors exemplaar; hij kan dan ook een doorsnee bereiken van wel 20 centimeter en tot wel 16 cm hoog worden. De buitenlaag is bedekt met heel kleine, korte haartjes en biedt daardoor een viltige aanblik, maar dat duurt maar even. Wat je hier ziet is dus een heel jong exemplaar.  De Nederlandse naam Ruitjesbovist heeft betrekking op de veelhoekige vlakjes (“ruitjes”) die zich vormen door de breuklijnen die gaandeweg ontstaan.


Door groei en droging spat de opperhuid er af. Bij rijping komt de onderhuid bloot te liggen en kleurt bruin om vervolgens open te barsten als de bruine sporen rijp zijn. 

Voor een zekere determinatie van de BRUINE WEIDECHAMPIGNON is eigenlijk microscopische controle nodig, maar ik ben redelijk zeker dat ie het is. Terwijl hij door vermesting en verzuring op de Rode lijst van  2008 vermeld staat als bedreigd, is hij nu nog kwetsbaar. Je kunt hem aantreffen in de duinstreken en op humusarm, schraal grasland. Grasland dus dat niet bemest wordt. 

Door de intensivering van de veehouderij (varkens en runderen) van de afgelopen decennia op met name de arme zandgronden raakten de meeste weilanden daar ongeschikt. Overbemesting door drijf- en kunstmest hebben de Weidechampignon dus bijna de das omgedaan. Als je de verspreidingskaart bekijkt, zie je dan ook dat de soort in o.a. zowel Noord- en Midden Limburg als Oost Noord-Brabant nog amper waargenomen wordt. Door het natuurbeheer van de laatste jaren vind je gelukkig toch steeds meer plekjes waar je een voorzichtige terugkeer van de soort ziet. Ik vond meerdere exemplaren op een graslandje bij de Schaapsdijk; een gebiedje annex grasland langs het spoor, dat kleinschalig beheerd wordt door een groepje vrijwilligers van het IVN-Weert. 

  

De GROTE HOUTBEKERZWAM (Peziza varia) is een bekerzwam die voornamelijk op dood hout groeit, maar ook op andere substraten zoals zandige -, steenachtige -, kalkrijke - of zure grond, tussen vloertegels, op brandplekken, textiel en zelfs papierafval. Daarom is voor een zekere determinatie de microscoop nodig, maar daar heb ik dus geen kaas van gegeten. 

 
De huid bij jonge exemplaren is glad en donkerbruin-hazelnootbruin van kleur en oudere exemplaren zijn grijsbruin tot wit. Hoe ouder hoe witter. De binnenkant is (donker)bruin. 

 Aan de naam peziza varia is af te lezen dat deze soort echter heel veranderlijk is. De zwam kan 4 tot 12 cm in doorsnee worden en is schotelvormig geplooid.

zondag 16 november 2014

Herfst 2014.......Paddenstoelentijd deel 3: Van alles wat

“In Nederland zijn we de grens van de 5.000 paddenstoelensoorten al gepasseerd”, aldus Jacques Boomsluiter, van het secretariaat van de Nederlandse Mycologische Vereniging.
"Het is (zo zegt hij) ook voor kenners ontzettend lastig om precies vast te stellen hoeveel paddenstoelen er zijn. Dit is namelijk o.a. afhankelijk van wat je allemaal onder een paddenstoel verstaat. Daarnaast zijn de meeste soorten paddenstoelen zo ontzettend klein en onopvallend, dat we ze nog niet ontdekt hebben."
Ieder jaar komen er in ons land dan ook ongeveer honderd nieuwe paddenstoelsoorten bij........

Een beurszwam die ik op de Loozerheide aantrof, maar welke?
Als je je bovenstaande realiseert, is het begrijpelijk dat ik als leek, menige paddenstoel niet kan benoemen. Maar het begin is er en al doende leert men. Zodoende heb ik dit jaar al een aardige verzameling van bekende en (nog) niet bekende paddenstoelen weten aan te leggen. Op 26 oktober en 28 oktober heb ik je al met een aantal soorten kennis laten maken en op de site van Flickr vind je al mijn paddenstoelenfoto's terug.

Vandaag wil ik er voor de laatste keer dit jaar in "weertnatuur" aandacht aan besteden. Ik ga over een aantal iets vertellen, maar plaats ook foto's van, voor mij, onbekende soorten of waar ik aan twijfel. Mogelijk dat ik hierop reacties krijg.....

Gele korstzwam en Paarse knoop
Als ik nu in de natuur rondloop, bekijk ik meestal wat nauwkeuriger de dode boomstronken en stammen.
Zo trok de opvallende gele korstzwam op een oude stronk mijn aandacht, maar toen ik wat gerichter ging kijken, vond ik ook een onopvallend klein zwammetje. Een ca. 2 cm grote paarse knoopzwam.
Bijzonder bij deze soort is dat ie te vinden is in de periode november tot maart...... Hoewel ik hier slechts één zwammetje aantrof, groeien ze meestal bijeen in groepen die flinke afmetingen kunnen bereiken.
Vanwege de groeivorm en vanwege zijn paarse kleur (bij vochtig weer), is deze zakjeszwam opvallend. Wanneer de vruchtlichamen uitdrogen verschrompelen ze en worden zwart, waardoor ze minder opvallen.

Groot kalkschuim en Gele korstzwam
Groot kalkschuim is een slijmzwam. Andere soorten zijn bijvoorbeeld heksenboter en bloedweizwam.
Omdat ze zich voortplanten door middel van sporen, werden ze vroeger bij de paddenstoelen gerekend, maar tegenwoordig deelt men ze in onder een aparte groep. Soms zie je ze bleekgeel en dan weer roomwit, maar het zijn allemaal exemplaren van dezelfde soort; de verschillende kleuren zijn de stadia in de ontwikkeling. De zachtgele massa verbleekt in de loop van één dag tijd namelijk tot wit en heeft dan wel iets weg van een handvol gekookte zachte mini-rijstkorrels. Stilaan rijpen binnenin de sporen en die worden, voordat ze zich verspreiden, als een zwarte verkleuring zichtbaar aan de oppervlakte.

Gewone zwavelkop
De gewone zwavelkop is een mooie, maar ook giftige paddenstoel. Het opeten van een stukje van deze paddenstoel kan leiden tot misselijkheid, overgeven, diarree en stuipen. De naam heeft te maken met de zwavelgele tot oranje-achtige kleur van de hoed en de steel. De paddenstoel is in Nederland zeer algemeen en groeit in dichte groepen aan de voet van loof- of naaldbomen. Hij is daarin niet kieskeurig.

Geel hoorntje
Het buigzame geel hoorntje komt voor op droge, voedselarme grond. Je vindt hem voornamelijk op vermolmde naaldhoutstronken en -stammen. Het is een algemeen voorkomende soort.
Hoewel hij lijkt op een koraal, en er ook naar genoemd is, is het een trilzwam; als de zwam vochtig is voelt hij taai en geleiachtig aan, maar gedroogd is ie heel hard. Als hij weer nat wordt, zwelt hij weer op. Dat zie je ook bij het Kleverig koraalzwammetje.
Ook kunnen echte koraalzwammen niet buigen zoals een trilzwam zonder te breken. Dit zijn typisch kenmerken van een trilzwam.

De geschubde inktzwam en grote kale inktzwam zijn de meest bekende en talrijkste van de 100 inktzwammen in ons land. In de "jeugd" is de 5-15 cm hoge hoed van de geschubde inktzwam ei- tot klokvormig, wit met een lichtbruin, glad centrum en bedekt met licht omgekrulde schubben. De hoed scheurt later vanaf de rand in en vervloeit tot zwart. Ook de lamellen zijn wit in de jeugd, maar verkleuren later vanaf de rand via roze naar zwart. Als langs de randen scheurtjes ontstaan, komen er grote zwarte kleverige druppels uit. Elke druppel (inkt) bevat sporen en trekt vliegen aan, die voor de verspreiding zorgen.

Het hoedje van deze hazenpootjes is hier nog dicht "behaard", maar dat verandert al snel, want op "volwassen leeftijd" (en dat is een paar uur later) is het al nagenoeg kaal. Dus alleen als het net boven de grond uit komt, heeft het dat donzige, waardoor het enige gelijkenis vertoont met een hazenpoot.
Je vindt deze inktzwamsoort meestal in groepjes op de grond en op houtsnippers in bossen, plantsoenen, parken en wegbermen op voedselrijke bodem. De paddenstoelen zijn teer, ontwikkelen zich snel en leven dus relatief kort. Bij jonge exemplaren is de hoed nog klokvormig,maar wordt stilaan breder en klokvormig, en later vlak en komvormig. Naarmate het zwammetje ouder wordt, wordt het hoedje langzaam doorschijnend.

Haagbeukboleet??????
Bij deze heb ik mijn twijfels, maar ik denk aan een haagbeukboleet. De buitenkant van de hoed ziet er zo kleverig uit, omdat het geregend heeft. Boleten zijn eetbare paddenstoelen, die volop geplukt worden. Berken- en beukenboleten zien er bijna hetzelfde uit en smaken ook bijna hetzelfde. Het zijn de minst interessante soorten, want ze hebben niet veel smaak. Deze kun je overigens beter met rust laten, want zodra een boleet helemaal openstaat, zal deze snel bederven en ongedierte aantrekken. Vooral naaktslakken zijn er gek op. Deze wordt ook duidelijk zichtbaar bewoond door beestjes. Ik eet ze zelf niet, maar geniet er op een andere manier van. Als je ze zelf echter eens wil proeven, laat je dan raadplegen door kenners en verdiep je goed in de materie. Pluk ze sowieso als de hoed nog dicht is, of in elk geval voordat ie helemaal openstaat.

De soorten die je nu ziet zijn soorten die ik niet ken, of waar ik aan twijfel. Ik heb hierbij dus je hulp nodig......... Aarzel niet en reageer.
Ik denk aan de "bleke franjehoed", maar twijfel
Honingzwam?
Scherpe schelpzwam
Waarschijnlijk een oude "gewone krulzoom"
Nevelzwam
Sterspoorvezelkop????????
Melksteelmycena????????

Blogarchief