Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht pajuna. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht pajuna. Sorteren op datum Alle posts tonen

maandag 7 september 2020

Taurossen op de Kettingdijk in 2020

In de vorige post vertelde ik dat in gebieden groter dan 100 hectare taurossen gehandhaafd kunnen blijven en ook opengesteld blijven voor publiek. Voor gebieden kleiner dan 100 hectare heeft ARK in overleg met de Klankbordgroep Kempen~Broek (????) een alternatief runderras gekozen. Dat zijn dus Schotse Hooglanders geworden. Op de Kettingdijk/Vetpeel en de Loozerheide heeft men vanwege de 100 ha. regel Taurossen kunnen plaatsen. Ik weet niet of die 100 ha. daar klopt, maar we zullen maar aannemen dat aan die voorwaarde wordt voldaan.

Stierenkuilen kunnen zorgen voor meer biodiversiteit
In de post "Stierenkuilen op de Kettingdijk" gaf ik al aan dat die kuilen een positief element kunnen zijn wat betreft de toename van biodiversiteit, maar hoewel Natuurmonumenten hoog opgeeft over een grote biodiversiteit door "ecologische begrazing" van taurossen en Schotse hooglanders is, net als op de Raamweiden en Graus, ook op de Kettingdijk van biodiversiteit weinig te merken. Ook hier wordt zichtbaar dat de begrazing eerder een verarming van de verschillende gebiedseigen biotopen tot gevolg heeft; dat er weinig sprake is van een kruiden- en faunarijk grasland en dat de runderen ook hier de opgeschoten struikjes en boompjes met rust laten.

Grote kudde Taurossen op de Kettingdijk
Grote delen van de voormalige malse weilanden van de Kettingdijk en voormalig akkerland op de Vetpeel zijn nu begroeid (met het inmiddels uitgebloeide) giftige Jacobskruiskruid en op enkele plekken zie je elzen en berken verschijnen. De dieren laten die met rust. Van kruidenrijk grasland is weinig sprake.

Ik weet niet hoe groot het begrazingsgebied is, maar er lopen ongeveer (medio augustus) 70 runderen. Te veel lijkt me, want jaarrond begrazen is eigenlijk niet mogelijk. Ik heb namelijk begrepen dat er nu al vanwege de droogte bijgevoerd werd en dat dat straks in de wintermaanden ook gaat gebeuren.

Veel gekruiste rassen op de Kettingdijk
Er lopen verschillende soorten (gekruiste) runderrassen rond. In een post van december 2015 schreef ik dat er toen op de Kettingdijk vooral (kruisingen van) Limia's ,  Pajuna's  en Sayaguese runderen liepen. Die zie ik hier nog steeds lopen, maar zo te zien zijn er nu ook Maremmana primitivo runderen en Maronesa runderen.  Bij de post over de stierenkuil heb je al verschillende van die runderen gezien. Door de kruisingen kan ik van de meeste dieren helaas niet precies aangeven wat het nou precies zijn. Mogelijk dat ik suggesties krijg van bezoekers....

De grijze Maremmana koe is de leidkoe van de grote groep; zij bepaalt wat er gebeurt.
Een goed voorbeeld van kuddegedrag is synchroon gedrag
De 100 ha regel heeft tot gevolg dat de dieren uitwijkmogelijkheid hebben en beter met rust worden gelaten. Een ander voordeel is dat er door een grote groep dieren en een grote oppervlakte kuddevorming plaatsvindt. Daar heb ik in een eerdere post over geschreven. Dat kun je HIER nog eens nalezen.

Kuddegedrag bij de runderen is te herkennen als zogenaamd synchroon gedrag: ze blijven in elkaars nabijheid, grazen, herkauwen, schuilen, rusten en “vluchten” gelijktijdig. Dat versterkt de onderlinge band en biedt bescherming tegen roofdieren of ander “gevaar” van buitenaf. Voor een gebied dat voor iedereen toegankelijk is, is dit vlucht- of wijkgedrag van groot belang. Bij een groot gebied is dat beter mogelijk dan in een klein gebied.

Een natuurlijke kudde met veel kalveren
Een natuurlijke kudde runderen bestaat uit melkgevende koeien en hun kalveren, jongvee, droge koeien, "oppastantes" en enkele stieren. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, heeft de stier weinig te vertellen; het is een koe die de dienst uit maakt. Dit noemt men “matriarchaat”. De leidkoe bepaalt waar ze gaan grazen, waar ze gaan rusten en schuilen, wanneer ze gaan drinken etc.

De grijze Maremmana is de leidkoe van de  "donkere" kudde, de stier is een zuivere Maronese.
Deze Limia koe is de leidkoe van de kleienere "rode" kudde
Hoewel de dieren op de Kettingdijk ook wel onder elkaar komen, is mijns inziens toch duidelijk sprake van 2 kuddes. Een grote en een kleine groep. De grote kudde die vooral bestaat uit donkere dieren staat onder leiding van de grijze Maremmana (?) koe en bij de kleinere kudde die licht van kleur is, is dat een "rode" Limia koe.

Kenmerken van de Schotse Hooglander
Kenmerk van het Heckrund (linker stier)


Aan de foto's is te zien hoeveel verschillende soorten kruisingen er zijn. Ik heb een hele serie foto's gemaakt van de runderen waarop je nog meer variatie ziet. Je ziet (kruisingen) van Maremmana's, Limia's, Tudanca's, Sayugese en Maronesa runderen. Maar ook zie je dieren waarin we de kenmerken zien van Schotse Hooglanders en Heckrunderen. Er wordt dus niet echt gericht gefokt, zo lijkt het; men laat de natuur zijn gang gaan in de hoop dat er "goede" nakomelingen tussen zitten.

Het zijn te veel foto's om hier allemaal te plaatsen. Toch benieuwd daarnaar? Ik heb ze op mijn site op Flickr geplaatst en daar kun je ze bekijken. Wel even HIER op klikken.

******** Vrijdag 11 september heeft Daniel Foidl naar aanleiding van deze post een reactie geschreven in zijn blog "The Breeding Back Blog". Daniel Foil is een autoriteit op het gebied van het terugfokken van uitgestorven runderen; van de uitgestorven dieren zelf, over hun vaak gedomesticeerde nakomelingen en desomesticatie tot nieuws en feiten over verschillende terugfokprojecten, rapporten en foto's.

De conclusie die hij trekt na het lezen van mijn post en na het zien van de foto's op Flickr is de volgende: "The Tauros Programme in Kempen~Broek seems to have a different approach to the breeding. While most "breeding-back" projects breed by selecting a chief bull and selecting out individuals that do not fit the standards, the Tauros Programme seemingly let the cattle breed for themselves with many bulls in one herd, with barely any selection (the fact that there are still brindle individuals suggests to me that no selection has taken place yet, as this trait is dominant and easy to select out). Maybe the selection phase has not started yet. I think it is good that the cattle have bull competition in their breeding, as this enables natural selection, but I think this phase is too early for that. It will be very difficult to raise the quality* of the herds this way, except if all bulls were quality bulls. Again, maybe the selective breeding phase has not started yet and they will start selective breeding in the next months or years".

* met kwaliteit bedoelt hij de gelijkenis met de oeros in zijn morfologische eigenschappen, dus de bouw en de vorm en niét de overlevingscapaciteit, gedrag of andere eigenschappen.

vrijdag 23 november 2012

Sayaguese koe

zwart/grijs Tudanca rund
Om tot een rund te komen, wat lijkt op het oorspronkelijk oerrund, zal door de Stichting Taurus en Ark gebruik worden gemaakt van een nauwkeurig bijgehouden en gericht kruisings- en fokprogramma. Met runderrassen waarvan het DNA zoveel mogelijk op dat van het oerrund lijkt. Men noemt dit het TaurOs projekt.
De basis wordt gelegd door de Schotse Hooglander. Dat rund heeft zich al bewezen als natuurlijke jaarrond begrazer van natuurterreinen. Het is zelfredzaam. Daarnaast is het een publieksvriendelijk dier.
De Schotse Hooglander zal worden gekruist met afstammelingen van - de Tudanca,de Pajuna, de Sayaguesa en de Limia uit Spanje, en de Maremmana 'primitivo' en Podolica uit Italie.
Doel is om uiteindelijk tot een goede match te komen en een dier te scheppen waarvan uiterlijk en gedrag in de buurt van het oerrund komen.

zwart/bruin Sayaguesa koe met kalfje
Het Sayaguesa rund op de foto is een zeer zeldzaam ras dat in de regio Castilië en León(Spanje)voor komt. Er zijn nog maar 500 dieren over de hele wereld, dus de soort dreigt uit te sterven. De dieren zien er indrukwekkend uit met hun karakteristieke hoorns, maar zijn rustig en ongevaarlijk.Dit primitieve Spaanse ras is eeuwenlang als trekdier gebruikt. Ze hebben veel kenmerken van het oerrund in zich wat betreft kleuren en kleurstelling. Ze kunnen goed tegen kou en kunnen goed tegen warmte, staan hoog op de poten, hebben een slanke bouw en hebben een hoornvorm die past binnen het profiel van het oorspronkelijke oerrund. Karakterestiek is ook de zogenaamde "meelsnuit".
Je vindt de zwart/bruine Sayaguesa runderen (koeien) langs de A-beek in Stramproy (bekend als "d'n Oetslaag"). Aan de andere kant van de Grensweg ("Siëndonk" genoemd)bevinden zich de zwart/grijze gekruiste Tudanca's.

In het Wijffelterbroek op percelen met de naam "Kwaoj Gaât" en "Wisseblök", loopt een Sayaguese stier met (gekruiste) Schotse hooglanders. Hij zal voor nakomelingen gaan zorgen. Tenminste, dat is de bedoeling !!!

Sayaguese stier met een koe die een kruising is tussen een Tudanca en de Schotse Hooglander

zondag 7 april 2013

Limia runderen

In het Nederlandse deel van Kempen-Broek (Stramprooise heide, Wijffelterbroek en Loozerheide), vallen vooral de lokale Zuid-Europese runderrassen, zoals de Spaanse pajuna, tudanca en sayaguesa, en de Italiaanse podolica en maremmana primitivo op. Imposante dieren die niet alleen qua uiterlijk, maar ook genetisch en qua gedrag geschikt zijn voor het TaurOs fok- en kruisprogramma. Voortdurend wordt gemeten en geobserveerd of elke (nieuwe) generatie de gewenste kenmerken vertoont. Onlangs is de prachtige sayuaguese stier Machiel bij ’t Brook weggehaald, omdat hij soms te agressief gedrag vertoonde. Gedrag dat wel kan in ontoegankelijke gebieden, maar niet getolereerd wordt in voor publiek toegankelijke gebieden.

Eind januari zijn weer een aantal nieuwe runderen uit het TaurOs programma geplaatst in ’t Kwaoj Gaât. Het zijn 3 limia koeien, een stierkalfje en een limia stier. Prachtige en, voorzover ik heb gemerkt, rustige, maar attente dieren, die me steeds nauwlettend in de gaten hielden. En terecht. Alle koeien hebben inmiddels kalfjes. Het oudste stierkalfje is zo te zien een kruising. Dat is misschien ook het geval bij de andere twee kalfjes. Ik vraag me af, of, en met welke stier, ze gekruist zijn. Wie het weet mag het zeggen…..

Het Limia rund of Limiana is een Spaans ras uit de provincie Galicië, dat qua kenmerken, gehardheid en robuustheid dicht bij het oerrund staat. Bij de Limia zie je, net zoals bij andere runderrassen, variatie.

Stieren bereiken een gemiddelde schouderhoogte van 150 cm en koeien 140 cm. Ten opzichte van het oerrund is het dier eigenlijk klein te noemen, want het oerrund was namelijk veel groter; de schofthoogte van een stier bedroeg waarschijnlijk 200 cm, van een koe rond 180 cm. Toch maken de anatomie en het vermogen tot aanpassing aan de natuuromstandigheden hen geschikt voor het Taurus Project. Vooral de hoornpartij is opvallend naar voren gericht en naar binnen gekromd. Dit is, net als de opvallend kleine en nauwelijks zichtbare uier van de koe, een kenmerk dat je ook bij het oerrund had. Ook de kleur van de vacht van de koe is net als bij het oerrund, lichtbruin, donkerder op het hoofd, de nek en benen. Stieren hebben een donkere huid waarvan de kleur varieert van zwart, bruinzwart naar een lichtere rug. Beide geslachten hebben een heldere meelsnuit.

De limia’s op ’t Kwaoj Gaât teren zichtbaar in op hun opgebouwde reserves en zijn vermagerd, maar een gewichtsverlies tot 30% schijnt geen probleem te zijn. De kleintjes zien er in elk geval goed uit en zijn actief. Een genot om naar te kijken.
Het limia rund eet bij gebrek aan gras graag bladeren, knoppen en jonge scheuten van bomen en struiken. Wat dat betreft is het Kwaoj Gaat, waar alleen gras groeit, eigenlijk minder geschikt.
Hoewel de runderen in Kempen-Broek "koude- en vochtbestendig" zijn, hebben ze het momenteel niet gemakkelijk. Vanwege de kou en de droogte is er op een aantal plaatsen gewoon niet voldoende voedsel (gras) aanwezig. Om die reden zijn de sterk vermagerde runderen bij d’n Oetslaâg waarschijnlijk voor een tijdje weggehaald en ook op Siëndonk is men genoodzaakt om toch weer bij te voeren. Men heeft er sleuven gegraven van bijna 2 meter diep en op de bodem staat slechts een bodempje water!
Het wordt dus hoog tijd dat het weer gaat veranderen. Hoog tijd, dat het niet alleen warmer wordt, maar vooral natter, zodat er weer snel voldoende gras voor de dieren is en ze aan kunnen sterken….


Omdat enkele stieren van de Graus en een stiertje uit het Luuëke binnenkort naar Asturië ( Noord-Spanje) gaan, komen weer wat plekjes vrij voor andere stieren uit het TaurOs programma. Ook komt er binnenkort een groep Maronesa runderen. Maronesa is een runderras uit Portugal, dat ook in meerdere opzichten lijkt op het uitgestorven oerrund.

Ik ben reuze benieuwd wat dat weer zal brengen. Ik blijf het volgen….






maandag 26 november 2012

Maremmana runderen

Sinds half november 2012 grazen op de Loozerheide Maremmana runderen. Dit gebied is onlangs door Nyrstar, de voormalige zinkfabriek in Dorplein, aan de Stichting Ark verkocht.
Het zijn de vijf koeien die eerst een paar maanden op een afgebakend terrein op de Stramproyerheide waren om te wennen en ze te kunnen observeren op hun gedrag. Samen met een pajuna stier. Deze stier is niet meegegaan naar de Loozerheide. De foto's op deze post zijn trouwens nog gemaakt bij de Stramproyerheide.


De Maremmana primitivo is een Italiaans runderras uit de Maremma, een gebied gelegen in het zuiden van Toscane en noordelijk Lazio. Het Maremmana ras is een rund uit de Podolische langhoornvee groep. Het Podolica ras stamt af van de Bos primigenius Podolicus, dat is gedomesticeerd in het Midden-Oosten.
Het zou afstammen van runderen die met de Hunnen uit Mongolië, via de Oekraïense steppe, in Italië kwamen in 452 voor Christus. De Podolica werd lang vooral gebruikt als trekdier en pas in tweede instantie voor rundvlees en zuivelproducten. Hun melk is ideaal voor het produceren van de beroemde "caciocavallo" kaas en Manteca Podolica .

Stieren kleuren donkerder zwart, terwijl koeien lichter gekleurd zijn. Er is veel variatie in de kleur van de vacht, die kan variëren van wit tot donkergrijs. Een ander kenmerk is hun halskwab en een lichtgewicht skelet met slanke benen en sterke poten. De hoorns kunnen wel tot 100 cm lang worden. Bij de stieren is dat in een typische halve maan vorm en de koeien hebben liervormige horens.
Omdat de dieren uit de moerassen en bergachtige gebieden van Midden-Italië komen, weten ze goed om te gaan met schraal voedsel. Ze hebben het uitzonderlijk vermogen om zich goed aan te passen aan bijzonder moeilijke omgevingen, alsmede het buitengewone vermogen om voedselbronnen die anders niet zouden worden gebruikt, te gebruiken.
Ze zijn dan ook vooral inzetbaar in met struiken bedekte weidegrond en bush gebieden.

Het rund wordt gekenmerkt door zijn volg- zaam karakter en uitstekende moederlijke capaciteiten. Ze hebben een sterk wijkge- drag, wat echter niet wil zeggen dat je ze dicht moet gaan benaderen. Er wordt gead- viseerd minstens 25 m. afstand te bewaren.
Naast deze eigenschappen kunnen ze goed tegen winterweer en hebben ze nooit problemen met afkalven.
Kalveren worden spontaan (zonder mense- lijk ingrijpen) geboren en wegen gemiddeld 30 kg bij hun geboorte. Net als in andere rassen van Podolica afkomst, zijn de Maremmana kalveren bij de geboorte reebruin van kleur. Na een half jaar verkleurt het bruine uit naar meer zwart of grijs, al naar gelang het geslacht van het dier.

Maremmana stier met Limia koe op 't Kwaoj Gaât
Kalfje met Limia moeder en Maremmana vader.

woensdag 25 maart 2015

Taurossen smachten naar vers gras

Als ik naar het gazon in mijn achtertuin kijk, zie ik dat de wekelijkse maaibeurt aanstaande is.
Dat het gras weer begint te groeien is voor ons misschien niet zo bijzonder, maar voor de taurossen in Kempen~Broek is het ongetwijfeld een moment waar ze naar uitkijken.Voor zover je daar van kunt spreken.

In mijn blog "grazers in winters Kempen~Broek" van 19 januari, vertelde ik dat de taurossen, die zich goed voorbereidden op de winter door hun isolerende wintervacht en een flinke onderhuidse vetvoorraad , die tot dan toe nog niet echt aangesproken hadden. Toen ik 2 weken geleden weer een rondje maakte langs een paar percelen waar de runderen lopen, zag ik dat de dieren in een duidelijk minder goede conditie verkeerden dan 2 maanden daarvoor. Daar is wel een logische verklaring voor.

Op het Morrelke /Siëndonk worden de dieren ondanks een zachte winter bijgevoerd. Gelukkig maar....
Aangezien het gras namelijk pas in het voorjaar gaat groeien, moeten de dieren hun vetvoorraad vooral aanspreken in de maanden februari en maart. Als dat gebeurt, kunnen ze zelfs tot 25% van hun gewicht verliezen. Dat is op zich geen probleem.  Hoewel Ark ervan uit gaat dat de dieren niet hoeven te worden bijgevoerd, heeft men dit standpunt, ondanks een zachte winter, ook dit jaar weer moeten loslaten.

Ook bij deze SayagueseXTudanca (?) koe is het interen op de vetvoorraad goed te zien.
Links een SayagueseXTudanca(?) koe. Wie de vader van het mooie kalf is, is mij niet duidelijk.
Als er te weinig voedsel is, gaan dieren die in het wild leven, op zoek naar plekken waar nog wel wat te halen is. Daarbij worden soms grote afstanden afgelegd. Ze moeten zich dan tevreden stellen met andere gewassen, maar het is voldoende om de periode van voedselschaarste dan toch goed door te komen.

Een bijzonder gekleurd kalfje. Zou dit een nakomeling zijn van de Maremmana stier?
Aangezien de taurossen in Kempen~Broek echter binnen afgerasterde percelen lopen, waar enkel gras voorhanden is, dreigen ze in de problemen te raken als er een tekort dreigt zoals nu. Dan is het in mijn ogen niet meer dan normaal dat besloten wordt om bij te voeren. Dat geldt zeker voor de kwetsbare kalveren.

Ook op 't Luuëke moet enige tijd bijgevoerd worden.
Wat mij betreft zijn "Oostvaardersplastoestanden" hier uit den boze. Daar gaan ook trouwens steeds meer stemmen op om bijv. een roedel wolven te introduceren dat de populaties reguleert, zodat hongerdood en afschieten nooit meer nodig zijn. Dat soort wildernisdenken is in Kempen~Broek echter niet wenselijk en niet mogelijk, dus is bijvoeren gedurende korte tijd momenteel de enige optie.

Het jonge stiertje links heeft Maronesa kenmerken. Rechts een SayagueseXTudenca (?) koe.
Terwijl in januari de taurossen in het Kempen~Broek nog weinig moeite hadden om de winter door te komen, is dat ook op het kleinere perceel bij 't Luuëke een paar maanden later heel anders en moet noodgedwongen enige tijd bijgevoerd worden. Als dat gebeurt, moet dat sowieso met beleid gebeuren, want het gedrag van de dieren kan daardoor weer beïnvloed worden; ze worden afhankelijk en opdringerig en het kan gebeuren dat de rangorde wordt uitgevochten. "Haantje de voorste", die toch al niet de magerste is, zal het meeste voedsel krijgen. Wat dat betreft zijn het net mensen…… Bijvoeren kan in elk geval tot onrust leiden. Onrust kost weer energie en daar moeten ze net zuinig op zijn.

Bij de taurossen op de "Weerter Kempen" is bijvoeren vooralsnog niet nodig.

In de jonge stieren op deze foto zijn zo te zien gekruiste hooglanders te herkennen met kenmerken van de Italiaanse Maremmana (van Wisseblök?) en het Spaanse Pajuna rund. Of zijn dit Heck-runderen?

Begrazing (net) onder de draagkracht van een gebied werkt zelfs positief uit voor de biodiversiteit. Bij de taurossen die bij de "Weerter Kempen" aan het kanaal lopen, was er een maand geleden (nog) zeker geen sprake van te weinig voedsel. De dieren zagen er duidelijk zichtbaar (nog) goed uit.
Mogelijk is dat omdat er op het grote perceel ook een gemengd bos is met veel onderbegroeiing. Hier zijn dus meer mogelijkheden om aan voedsel te komen als er in de weilanden te weinig gras voorhanden is. Ik denk dan bijvoorbeeld aan twijgen, knoppen en bast.
Voedselaanbod (variatie), facilitatie (oppervlakte), concurrentie van andere dieren (kleine grazers zoals herten en konijnen kunnen het gras korter afeten, waardoor er minder voor de grotere soorten over is) en predatie (wolven?) bepalen samen hoeveel grazers in een gebied kunnen leven en vooral ook in welke samenstelling. Hoe cru het misschien klinkt, predatie kan zeker helpen om dit doel te bereiken; zwakke, zieke en onhandige dieren komen dan als eerste aan de beurt. Maar als er geen grote roofdieren zijn, of als het gebied relatief klein is en er te weinig variatie in de begroeiing is, dan is beheer nodig. Als dieren uit het gebied weg moeten worden gehaald, moet de achterblijvende groep zo min mogelijk worden ontwricht en komen zwakke, zieke en onhandige dieren ook als eerste aan de beurt. Uiteraard moet ook gelet worden op het op peil houden van de genetische variatie en spreiding in de leeftijdsopbouw.

Op de Breeding-back blog van DFoidl staat een interessante aanvulling van deze blog. Daniel Foidl is een Oostenrijks zoölogie/biologie student met veel kennis van zaken over het terugfokken van het oerrund.
De blog is in het Engels, maar als je 'm toch wil lezen, klik dan even op deze link.

woensdag 30 december 2015

Taurossen op de Kettingdijk 2015

De afgelopen 2 maanden ben ik flink bezig geweest op mijn blog. Gemiddeld maar liefst 2 posts per week.........
Te veel volgens mijn eega!!!! Daar ben ik het mee eens, maar ik had me voorgenomen om nog voor het eind van het jaar van elk perceel waar Taurossen grazen, een post te plaatsen. En dat is bij deze dus gelukt. Het was meer "werk" dan ik dacht. Niet alleen wat betreft het bezoeken van de percelen, maar om er een post van te maken.

Ik ben ook nog eens een aantal keren terug moeten gaan, omdat de foto's niet naar mijn zin waren. Het weer werkte niet altijd mee om goed geslaagde foto's te maken en vaak was het zo ver weg dat de foto's te onduidelijk waren. Bij een aantal posts ben ik nog steeds niet zo tevreden over de kwaliteit, maar ik moest het er mee doen. Aangezien er momenteel geen dieren bij 't "Brook" lopen, is deze post van de Kettingdijk de laatste van dit jaar. Ik telde op alle percelen in totaal 106 dieren. Ik heb er ongetwijfeld een paar vergeten, maar 't zal er dicht bij in de buurt zijn.

Deze post gaat dus over de Taurossen die op de Kettingdijk grazen. De enige foto die ik er tot nou toe van had, heb ik op de site Flickr geplaatst. Het is een foto van februari 2015. De dieren lopen hier al langer, maar altijd zo ver weg, dat het me niet lukte er goede duidelijke foto's van te maken. Ook bij de Kettingdijk waren deze keer de omstandigheden niet optimaal, maar ik heb toch besloten deze post te maken. Mocht je denken: "die foto is niet zo duidelijk", dan kan ik je alleen maar gelijk geven. Ik ben echter niet van plan om het weiland in te gaan....

zaterdag 16 februari 2013

Nyrstargebied een half jaartje later

Aan de Limburgse kant van de natuurgronden van zinkfabriek Nyrstar in Budel-Dorplein, ligt de Loozerheide. Nyrstar, de eigenaar sinds 2007, heeft een natuur- compensatieverplichting opgelegd gekregen in ruil voor de ontwikkeling van het Duurzaam Industrieterrein Cranendonck (DIC).
Het gebied dat Nyrstar daar in bezit had, is op 27 september 2012 aan Ark en Natuurmonumenten overgedragen. Op de site van Ark wordt hier meer over verteld.


Zowel Loozerheide als Ringselven zijn een onmisbare schakel in het streven om van het grensoverschrijdende Kempen~Broek één aaneengesloten gebied te maken. Men wil de heide terug, het waterpeil herstellen en een waterbuffer creëren. Zodoende vernat het gebied, krijgt bomengroei minder kans en kan de natuur zich weer ontwikkelen tot een prachtig nat en robuust natuurgebied.

Hoewel het Nyrstargebied oorspronkelijk een groot nat heide- terrein was, is er nagenoeg geen hei meer te zien en is het gebied voor een groot gedeelte begroeid met pijpenstrootje; Nyrstar heeft hier gedurende ongeveer 100 jaar niets aan natuurbeheer gedaan.
Doordat in het verleden greppels voor ontwatering zijn gegraven is het gebied sterk verdroogd. Een centraal in het gebied gelegen vennetje is helaas ook nagenoeg dichtgegroeid. De greppels gaat men dichtgooien, zodat het water langer vastgehouden wordt en waarschijnlijk gaat men de populieren rooien, of misschien laat men de natuur gewoon zijn gangetje gaan en verdwijnen de populieren vanzelf. Een sparrenbos, dat hier van oorsprong ook niet thuis hoort, is al gerooid.
De particuliere akkers, weilanden en bospercelen die eigendom waren van een paar agrariërs, zijn inmiddels ook het eigendom van Ark door grondruil of aankoop. Er is dus in korte tijd al heel wat werk verzet, maar het zal nog een hele tijd duren voor het naar ieders tevredenheid is.

Het gebied is omrasterd door Ark en sinds half november 2012 lopen er een aantal Maremmana runderen, die zorgen voor de begrazing. In mijn blog "Maremmana runderen op de Loozerheide" heb ik al een en ander over deze dieren verteld.
Na enig zoeken vond ik deze prachtige dieren bij een afgelegen groepje bomen. Er zijn 2 kalfjes geboren in de winter en om die reden ben ik op afstand gebleven. De koeien hebben ook een tijdje op de Stramprooise Heide gelopen, samen met een Pajuna stier. Ik vraag me af die de vader is. De kalfjes waren trouwens niet te zien vanwege het hoog groeiende pijpenstrootje. Het rund wordt gekenmerkt door een volgzaam karakter en sterk wijkgedrag, maar je weet niet hoe ze nu vanwege hun kalfjes zullen reageren en wat er gebeurt als je te dicht bij komt.
Er wordt sowieso geadviseerd minstens 25 meter afstand te bewaren en dat is nu zeker van belang.



Sinds vrijdag 8 februari lopen er 6 Exmoorpony’s rond. Het zijn 4 merries, een hengst en een veulen.
Ark heeft bewust voor Exmoorpony’s gekozen, omdat deze paarden vooral jonge boompjes en pijpenstrootje eten. Zo kan mogelijk de heide weer in dit gebied terug keren.




Grotere kaart weergeven

Blogarchief