Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht weerterheide. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht weerterheide. Sorteren op datum Alle posts tonen

donderdag 6 december 2012

Een taaie rakker

Tijdens een wandeling door de Weerterheide zag ik her en der nog paddenstoelen. Bijvoorbeeld dit kleine groepje bundelzwammen. Dat zal niet lang meer duren met het oog op de naderende vorst.
Veel planten zal het niet anders vergaan met de komst van de winter.

Dat geldt niet voor het nietige rood bekertjesmos. Het is een korstmos dat voor komt in bossen, zandverstuivingen, duinen en op de heide. Het groeit op zanderige zand tussen dennennaalden, mos en gras en is ongeveer een centimeter hoog.
Korstmossen zijn taaie organismen die op de meest onwaarschijnlijke plaatsen kunnen overleven. Bijvoorbeeld in de woestijn, op de noordpool, in hooggebergte.

De meeste korstmossen kunnen leven van wat in de lucht voorkomt. Ze hebben wel wortels maar deze dienen voor de aanhechting en niet voor de opname van stoffen.
Omdat korst- mossen van de lucht afhankelijk zijn , zijn ze erg gevoelig voor lucht- verontreiniging. Ze hebben voor milieudeskundigen een signaal- functie; als er soorten verdwijnen in een bepaald gebied,dan is er wat mis...

Dat was bijvoorbeeld in de jaren 80 vanwege de “zure regen”. Duizenden hectares bos in Europa dreigden te verdwijnen door de uitstoot van giftige zwaveldioxiden. Via fabrieksschoorstenen van onder andere bruinkoolcentrales kwamen deze stoffen in de lucht terecht. Ook raffinaderijen en het autoverkeer waren boosdoeners.
Nederland blonk uit door een gigantisch hoge veedichtheid. De ammoniak uit de mest van varkens, kippen en koeien ging de lucht in en kwam op vrij korte afstand weer in de natuur, zoals in bossen en op heideterreinen, terecht. Er kwam definitief bewijs dat de verstoring in de groei van de bossen en vegetatie kwam door de uitstoot van ammoniak”. Dit was onder andere ook duidelijk merkbaar aan het verdwijnen van korstmossen. Een maatregel die volgde was dat boeren geen mest meer over het land mochten spuiten. Voortaan moest de mest via mestinjecties de grond in.

Bijna de helft van de ongeveer 700 Nederlandse korstmossen is momenteel bedreigd of zelfs helemaal verdwenen. Deze soorten staan op de Rode Lijst. Dat geldt niet voor deze taaie rakker.

woensdag 19 juni 2013

Schaapsdijk

Natuurbeheer is méér dan beheer van (geïsoleerde) natuurreservaten. We staan er niet bij stil, maar onze wegbermen vormen een groot oppervlak in Nederland: 2,5% van het totale Nederlandse oppervlak wordt namelijk ingenomen door wegbermen. Dit betekent dat één derde van onze "vrije natuur" berm is.
Over goed bermbeheer kun je HIER meer lezen.

Dat ook spoorbermen rijk zijn aan flora en fauna, is een gegeven dat bij biologen natuurlijk al langer bekend is, maar gelukkig worden ook steeds meer beleidsmakers van rijk en provincies zich bewust van die enorme rijkdom langs het spoor! Het is goed dat iedereen weet welke rijkdom er langs het spoor groeit, maar nog beter is het dat men weet, hoe we die moeten behouden! In hetzelfde jaar van het bermbesluit (1984 dus), is de Venelgroep (Vrijwillig EN Educatief Landschaps- beheer) van IVN-Weert, op de Schaapsdijk gestart met ecologisch bermbeheer. Dit is al bijna 30 jaar geleden!!!!

Een van de doelstellingen van het IVN-Weert is ons kennis te laten maken met onze eigen natuur; ze willen ons laten zien dat in de natuur om de hoek, ook heel veel te vinden is, dat de moeite meer dan waard is.
Het is niet de berm langs de Schaapsdijk, waarover waarschijnlijk vroeger de schapen naar de achterliggende Weerterheide werden geleid, maar een ongeveer 600 meter lang zijweggetje waar de spoorlijn Weert-Eindhoven de Schaapsdijk kruist. In Google maps staat het vermeld als "Schaapspad". 

grote ratelaar

Door de variatie aan overgangen van laag naar hoog en nat naar droog (waarbij het natte overheerst) is de Schaapsdijk een ideale plek voor met name plantengemeen- schappen van natte heide.
Er wordt, op basis van kleinschaligheid, gewerkt met zeis, riek, hooihark en diverse handzagen. Het gaat voornamelijk om snoei- en maaiwerkzaamheden om zo de bodem schraal te houden. De werkzaamheden lopen van medio september t/m februari, zodat dit gebied de rest van het jaar met rust gelaten kan worden. Oorspronkelijke natuurwaarden zijn hier door het juiste beheer weer tevoorschijn gekomen.
  

Op het internet schreef een zekere Gina Kranendonk al in 2006:
"Exclusief voor Llink leden verklap ik de mooiste spoorberm van Nederland. Een bloemenberm om geheel in ten onder te gaan , waar velden vol wilde Lathyrus bloeien tussen Kamille, Akelei, Damastbloem, Papaver, Vederdistel, Klaver, Slangekruid, Wilde Kamperfoelie, Koekoeksbloem, Vlasleeuwebek en zeer zeldzaam, dus spectaculair om te zien, de Gevlekte Orchis. Deze spectaculaire bloemenweelde is te ruiken en te zien, langs het spoor in Limburg bij Weert in de wijk Boschhoven. (Vragen naar de Schaapsdijk!)"

Ook het aan de zuidkant aangelegd retentiebekken is een verrijking voor het gebied

 De Schaapsdijk mag, wat mij betreft, nog steeds het meest soortenrijke stukje spoorberm van Nederland genoemd worden. Het is een eldorado voor allerlei planten en insecten. De laatste zes jaar zijn hier ook nog eens 114 soorten paddenstoelen waargenomen, waarvan 21 soorten op de Rode lijst (2008) staan. Vanwege de vele verschillende deelbiotopen kunnen ook bryologen (mosdeskundigen) hier hun hart ophalen.

Afgelopen weekend ben ik er geweest en heb uiteraard niet de alle door Gina genoemde planten gevonden. Ik vond er wel, om er een aantal te noemen, het Rapunzelklokje, de Kattenstaart, Kraailook, Knoopkruid, Wilgenroosje, Wilde marjolein, de Grote waterweegbree, Waterviolier, Boslathyrus, Dopheide, Stekelbrem, Grote ratelaar, Waterviolier en Wateraardbei.

Grote waterweegbree

Waterviolier

Grote ratelaar

Boslathyrus

Stekelbrem
wateraardbei
Brede orchis tussen de Rolklaver
Ook vond ik er enkele mooie exemplaren van de Brede orchis, de Bosorchis (li.) en de Rietorchis (re.)

gevlekte orchis
Ik ging echter vooral voor hét paradepaardje van de Schaapsdijk; de GEVLEKTE ORCHIS.

Op dit moment vind je er vele honderden bloeiende gevlekte orchissen. De werkgroep heeft het er zelfs over, dat het er naar verwachting duizenden zullen worden….. Zoveel waren het er (nog) niet, maar in elk geval zag ik bij dit ene bezoekje meer orchissen dan ik in mijn hele leven bij elkaar heb gezien. Een spectaculair resultaat, waar de Venel-groep, terecht, supertrots op mag zijn.

De gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata subsp. maculata ) is een vaste plant die behoort tot de orchideeënfamilie (Orchidaceae). Zijn bladen zijn gevlekt, net als bij de brede orchis. De kleur van de bloemen varieert van donkerpaars tot bijna wit. De gevlekte orchis komt in heel Nederland voor, maar is overal zeldzaam. De plant staat dan ook op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam en sterk afgenomen. Hij is wettelijk beschermd.

Gevlekte orchis
 
 ***  Aanvulling december 2020: nieuwe standaard voor ecologisch bermbeheer. 
Het moge duidelijk zijn: beter bermbeheer zorgt voor meer bloemen, en een grotere overlevingskans van insecten als vlinders en bijen. De Vlinderstichting en Stichting Groenkeur hebben in 2019 KLEURKEUR ontwikkeld. Kleurkeur staat voor goed maaibeheer van bermen en andere groenstroken. Op 1 december 2020 is een belangrijke stap gezet in het verduurzamen van onze leefomgeving. Sinds die dag zijn er namelijk duidelijke en officiële richtlijnen om biodiversiteit in Nederlandse bermen en groenstroken te bevorderen. Dankzij Kleurkeur weten opdrachtgevers en aannemers nu wat de nieuwe standaard voor insectenvriendelijk bermbeheer is.  Meer hierover kun je lezen op de site van Nature Today en op de site van Kleurkeur.
 
Locatie Schaapsdijk:
 

donderdag 12 juni 2014

Grazers op de Loozerheide

Na de bezoekjes aan de Loozerheide de afgelopen weken, heb ik me al een aantal keren afgevraagd wat nou de juiste benaming van dit gebied is. De lokale bevolking sprak vroeger van de "Aw hei". Nu heeft men het over de Loozerheide, Lozerheide, Nyrstar gronden en de Nyrstar heide.
Tijd om op zoek te gaan naar wat meer duidelijkheid.

Ik heb verschillende oude kaarten bekeken, maar het werd er niet duidelijker op. Afgaande op de legendekleuren op een kaart van 1953, zou ik geneigd zijn te zeggen dat het gebied meer aansluit op de Boshoverheide en de Loozerheide eigenlijk toch meer noordelijk tot aan de spoorlijn ligt.

Op deze kaart is ook te zien dat de eind 19e eeuw aangelegde "Havenweg" en de spoorweg het Ringselven doorsnijden. Het gebied ten oosten van de weg is in gebruik genomen als de zogenaamde  "Klaarvijvers" en de rest is drooggelegd. Dit alles vanwege de zinkfabriek die zich hier in 1892 vestigde.

Duidelijk ingetekend op deze kaart zien we ook een bewaard gebleven stukje van de Peel-Raamstelling. Dit was een aangesloten verdedigingslinie van Grave in het noorden tot Budel/ Dorplein in het zuiden, die kort voor het uitbreken van WO II nog snel is aangelegd. Het doel daarvan was een strategische beveiliging aan te leggen, om zo een eventuele doortocht van Duitse troepen door Noord - Brabant naar België en Frankrijk te verhinderen of te belemmeren. Ook werden voor dat doel kazematten langs het kanaal gebouwd. De Loozerheide werd bestemd als eventueel inundatiegebied. Voor dat doel werd van het kanaal tot aan het spoor een dijk aangelegd en als men (zo werd gedacht), dat gebied onder water zou laten lopen met kanaalwater, zou de doortocht van de Duitsers verhinderd dan wel vertraagd worden. De dijk lag grotendeels in de dennenbossen van Ernest Wenmaekers (van Landgoed les Beaux Champs). Toen de oorlog uitbrak in mei 1940 is een groot deel van de omringende bossen door de terugtrekkende troepen in brand gestoken. De schade is naderhand vastgesteld op liefst fl. 30.000,-. Hoewel er in Weert enkele korte gevechten plaats vonden in de ochtend van 11 mei 1940, trokken de Duitsers gewoon om de Loozerheide heen, zodat het effect van deze maatregel nul komma nul was. De restanten van deze dijk liggen er nog steeds. Je vindt die deels langs het pad naar de vogeltelpost. In de afgelopen jaren zijn er in oostelijk Brabant een aantal maatregelen genomen die de Peel - Raamstelling meer zichtbaar maken, maar op de Loozerheide wordt niets ondernomen.

Op deze kaart van 1850 is te zien hoe gigantisch groot de "Looserheide" ooit is geweest. Ruwweg was het het gebied tussen Budelschoot, Lozen, Zuid-Willemsvaart, Boshover- en Weerterheide met grote vennen zoals Ringselven (dat toen nog een echte "ring" was), Weitjespeel, Rentmeesterspeel, Kranenven en de Hoort.

Ongetwijfeld maakte ook het huidige Domeinbos Lozerheide hier oorspronkelijk deel van uit, want de natuur kent nou eenmaal geen grenzen. Halverwege de 19e eeuw is dit aan de rand van Lozen gelegen gebied ontgonnen en in gebruik genomen als vloeiweide, of zoals de Belgen zeggen als "watering". Om de heidevlakte te bevloeien en vruchtbaar te maken, werd water van de nabij gelegen kanalen ingelaten.

Waterstaatskaart van waterschap Valkenswaard-Oost in 1877
Een deel van dit water en van een ander vloeiweidecomplex ten zuiden van Hamont, werd vervolgens via de Hamonterbeek richting Hoort en Ringselven afgevoerd.
Tussen het Ringselven en de Loozerheide ligt een hogere dekzandrug en het peil van de Zuid-Willemsvaart ligt ca. 3 m. boven dat van het Ringselven. Daarom werd er een duiker onder het kanaal aangelegd, zodat het Ringselven in zuidoostelijke richting af kon wateren op moerasgebied de Kruispeel. Om het water beter en sneller te kunnen afvoeren, is daarom tussen 1864 en 1877 vanaf het kanaal, ter hoogte van de Kruispeel, een beek tot aan de Kalverpeel gegraven. Op de Waterstaatkaart van Waterschap Valkenswaard-Oost van 1877 is dat goed te zien. Op bovenstaande militaire kaart van 1850-1864 zie je die beek echter nog niet.

In 1892 heeft de Waalse fabrikantenfamilie Dor midden in deze "Looserheide" ruim 900 ha. grond gekocht om er een Zinkfabriek te vestigen. De fabriek werd ongeveer gebouwd waar toen nog 6 (zand)wegen samenkwamen. In een eerdere blog heb ik beschreven wat de redenen waren om zich net hier te vestigen. Het koel- en afvalwater werd geloosd in de Tungelroyse beek.

Door deze kaarten krijg je een goede indruk hoeveel er is veranderd, maar qua naamgeving ben ik er niet veel wijzer op geworden. Lozerheide (met één o) valt sowieso af, om misverstanden te voorkomen met het Belgische Domeinbos Lozerheide. Omdat het gebied waar we het nu over hebben oorspronkelijk deel uit maakte van een veel grotere Loozerheide en over een aantal jaar ook Nyrstar misschien niet meer de eigenaar is van de zinkfabriek, blijft mijn voorkeur uit natuurhistorische overwegingen toch "Loozerheide". Zo maak je ook onderscheid met de ten oosten van de Defensiedijk droog gelegen Boshoverheide.

Nadat de Loozerheide in 2012 het eigendom is geworden van Stichting Ark, heeft men er runderen van het Maremmana Primitivo ras en Exmoor pony's geplaatst die zorgen voor de begrazing.
De kuddes zijn intussen gegroeid en sinds kort heeft men er een Maronesa stier bij geplaatst.

Maremmana koe met kalf op de Loozerheide in oktober 2013
Maremmana stier met Limia koe op Wisseblök in mei 2014
Bij de meeste runderen verschillen mannetjes en vrouwtjes niet zo heel erg veel, maar bij sommige dieren is het uiterlijk zo anders, dat je zou denken dat mannetjes en vrouwtjes tot verschillende soorten behoren.
Dat is ook het geval met de grijze Maremmana koeien en de zwarte Maremmana stier. Het is opvallend dat bij dit ras de kalfjes met een bruine vacht worden geboren en pas op latere leeftijd hun echte kleur krijgen. Ook bij de andere runderen uit het Taurosproject zie je dat.

De Portugese Maronesa stier moet voor nieuw nageslacht gaan zorgen. Maronesas worden in het Taurosproject gebruikt, omdat het een oud runderras is, dat in meerdere opzichten lijkt op het uitgestorven oerrund. Vooral de naar voren gerichte hoorns zijn interessant en het is een zeer snel en behendig ras, dat doet denken aan het wilde oerrund. De stieren hebben opvallende schouder- en nekspieren, een lichte aalstreep over de rug, meelsnuit en een bruine "bokkenpruik".
De Maronesa is echter ook een niet zo groot ras. Zoals Heckrunderen of kleiner. Het uiterlijk zegt echter niet alles. Qua karakter is het dier namelijk ook goed in te passen in het fokprogramma. Maronesa werden vroeger voornamelijk gebruikt voor werkzaamheden in de velden in bergachtige gebieden, in het bijzonder Sierra de Marão. Hier dankt ie ook zijn naam aan.

Begrazing wordt door Ark gezien als een sleutelproces voor een “zelfredzame” natuur in Kempen-Broek.

Stichting Taurus (officieel de eigenaar van de runderen en paarden), en Ark hebben op de Loozerheide ook voor Exmoorpony’s gekozen, omdat deze paarden ook de jonge boompjes en pijpenstrootje eten. Deze Exmoorpony’s zouden zodoende een ideale aanvulling op het graasgedrag van de Maremmana runderen zijn, want een groot deel van het gebied is begroeid met dit pijpenstrootje. Met de komst van deze kleine kudde Exmoorpony’s zullen, zo is de veronderstelling van Ark, weer open plekken ontstaan, die kansen bieden aan de heide en andere verdwenen of zeldzame planten.

Ik vraag me echter af waarom in dit gebied geen schapen zijn ingezet (zoals oorspronkelijk ook gebeurd is) en wat de meerwaarde van met name de taurosrunderen in dit gebied is. Zeker nu het ruigere en nattere gedeelte langs de kanaalzone tot aan de Defensiedijk afgesloten is door prikkeldraad en niet voor deze dieren toegankelijk is. Voor begrazing van dit soort gebieden zijn ze net bedoeld.
Tegenover runderen bieden schapen, samen met paarden/pony’s, het voordeel dat ze de grassen en kruidlagen zeer kort houden. Waar runderen halmen afbreken met hun tong, bijten de twee andere de plant echt af. Daardoor krijg je plaatselijk echt kortgeschoren stukken die vooral kleine kruidachtige plantjes plaats en zonlicht geven om erdoorheen te komen.

Ook het argument dat schapen niet geschikt zouden zijn voor met name de ruige vegetatie, geldt zeker niet voor elk schaap. Ik denk bijvoorbeeld aan het zeer oude Schotse hoogbenige Soay schaap of het oude Schotse "Hebridean" schapenras.
Op dit moment zijn de graslanden sowieso een lekkerder alternatief voor de runderen en paarden dan het karige voedsel. Het is wel goed dat men een aantal bomen na de rigoureuze kap heeft laten staan, als beschutting tegen de zomerse zon.

donderdag 13 maart 2014

Ecoduct "Weerterbergen" geopend.

In Weert is gisteren, na werkzaamheden van ruim een jaar, het nieuwe ecoduct “Weerterbergen” geopend door ProRail, Rijkswaterstaat, Stichting het Limburgs Landschap en de provincie Limburg. Deze ecologische verbinding bestaat uit twee bruggen die over de A2 en de spoorlijn Weert - Eindhoven gaan en zo het Weerterbos en de Weerterheide met elkaar verbinden. Diverse media maakten hier melding van:


In Weert wordt vandaag de natuurbrug over de A2 en de spoorlijn Eindhoven - Weert geopend. Er zijn ook zorgen. Kunnen herten en reeën wel over de draad? 

„Kleine dieren als dassen, steenmarters, egels, padden, watersalamanders,vlinders en andere insecten en misschien ook wel wilde katten kunnen zonder problemen gebruikmaken van de natuurbrug”, weet Henk Heijligers, woordvoerder van Stichting het Limburgs Landschap. „Ja, en zelfs reeën hebben geen last van de afrastering en prikkeldraad. Via het raster worden ze veilig naar de oversteekplaats geleid en het prikkel- draad, daar kruipen ze gewoon onderdoor. Wat betreft de edelherten die momenteel in de omheinde enclave Grashut rondlopen, is er nog steeds geen duidelijkheid.
Aldus Dagblad de Limburger.

Op de site van Weertdegekste zijn ook foto's van deze opening geplaatst.


In mijn blog over de EHS op 21 januari 2013, heb ik al over het belang van het ecoduct geschreven. Hierin vertelde ik dat het ecoduct deel uit maakt van een groter plan om de versnipperde Nederlandse natuur weer met elkaar te verbinden. De  Ecologische Hoofd Structuur genoemd.

Door de aanleg van wegen, waterwegen en spoorlijnen zijn de natuurgebieden in de afgelopen decennia geïsoleerd van elkaar komen te liggen. In het kader van het "Meerjarenprogramma Ontsnippering" van het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Infrastructuur en Milieu is deze nieuwe ecologische verbinding in Weert aangelegd. Vandaag ben ik eens gaan kijken hoe het er uit ziet.

Blogarchief