Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


maandag 21 januari 2013

Ecologische Hoofdstructuur (EHS)

Vandaag, 21 januari, stond in de krant het volgende bericht:

WEERT – OVERLAST A2 DOOR AANLEG ECODUCTEN.
"De aanleg van ecoducten over de A2 en het spoor ter hoogte van restaurant De Wildenberg in Weert begint vandaag en zal tot verkeershinder leiden. Ook noordelijker zal het werk aan de weg vertraging veroorzaken. Bij de aanleg van de ecoducten, die de natuurgebieden Weerterbos en Weerter- en Budelerbergen moeten verbinden, verwacht initiatiefnemer ProRail geen hinder van de vorst. Om de ecoducten aan te leggen zal in ieder geval in het weekend van 27 en 28 april geen treinverkeer tussen Weert en Eindhoven mogelijk zijn. Dat is nodig voor het plaatsen van de leggers, dat ook op de A2 moet gebeuren".


Ontwerptekening ecoduct (bron: ProRail)
De overspanning over de A2 wordt, vanuit de richting Weert komend, zo'n 50 meter voorbij het restaurant aangelegd. Het ecoduct wordt zes meter hoog en vijftig meter breed. Dieren kunnen door het ecoduct veilig over de A2 en de spoorlijn Weert-Eindhoven oversteken. De beplanting op het bouwwerk zal dezelfde zijn als in de ernaast gelegen bossen. Het project is vergelijkbaar met het ecoduct tussen Boxtel en Best en gaat ongeveer 7 miljoen euro kosten. Er is nog geen eensgezindheid of de edelherten die zich binnen de afrastering bij de Grashut bevinden, hier ook gebruik van gaan maken

Het ecoduct speelt een rol van betekenis in het landelijk netwerk van met elkaar verbonden natuurgebieden, dat de Ecologische Hoofd Structuur wordt genoemd. Kortweg EHS.

In de jaren vijftig van de vorige eeuw ontdekten de Amerikaanse onderzoekers MacArthur en Wilson dat er op eilanden minder soorten planten en dieren voorkwamen, in vergelijking met precies even grote stukken vasteland in de buurt van die eilanden. Bovendien gold: hoe kleiner het eiland en hoe verder van dat vasteland vandaan, des te sterker dit effect. Later werd aangetoond dat dit niet alleen geldt voor eilanden, maar ook voor natuurgebieden die in een compleet ontgonnen of bebouwde omgeving liggen.

Met andere woorden: hoe kleiner onze natuurgebieden en hoe verder ze af liggen van andere natuur- gebieden, des te groter is de kans dat er soorten uitsterven. Ook al doen we nog zo ons best in het beheer.

versnippering van  "droge" en "natte" natuur in Nederland
Aantasting en versnippering van leefgebieden behoren dus tot de belangrijkste bedreigingen van biodiversiteit. Er zijn niet veel landen waar de ruimte voor de natuur zo onder druk staat als juist in Nederland; de natuurgebieden zijn te klein en te versnipperd. Daardoor kunnen planten en dieren maar moeilijk overleven. Veel soorten staan op rode lijsten en worden met uitsterven bedreigd. We kunnen dit voorkomen door natuurgebieden met elkaar te verbinden en ze te vergroten. Door wereldwijd ecologische netwerken te creëren wil men deze bedreiging het hoofd bieden. Binnen Europa is afgesproken een Europees netwerk te creëren: "Natura 2000". 
Binnen Nederland wordt de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) het belangrijkste netwerk: het creëren van een netwerk dat functioneert als één groot natuurgebied door grote(re) robuuste natuurgebieden met elkaar te verbinden. Hiervoor moet grond aangekocht of geruild worden en ecoducten, zoals nu bij de Wildenberg, en faunapassages zoals loopplanken onder bruggen en duikers, worden aangelegd. Dit netwerk van “droge” en “natte” natuur vormt na realisatie één aaneengesloten netwerk, dat tevens over de grenzen van ons land aansluit bij het Pan-Europees Ecologisch Netwerk (PEEN).

In veel natuurgebieden liggen nog stukken grond die herstel van de natuur tegenhouden. Van de 345 natuurgebieden van Natuurmonumenten, zijn er 58 gebieden aangewezen die in feite “op slot zitten en waar de natuur niet verder komt”. Voor Limburg zijn er 8 gebieden aangewezen. De Nationale Parken, zoals Groote Peel, Meinweg en Maasduinen, horen er ook bij, maar zijn hier niet bij geteld.

De EHS is dus een netwerk van grote en kleine natuurgebieden, waarin de natuur (plant en dier) voorrang heeft en wordt beschermd. Daarmee wordt voorkomen dat natuurgebieden geïsoleerd komen te liggen en dieren en planten uitsterven en dat de natuurgebieden zo hun waarde verliezen. De EHS kan worden gezien als de ruggengraat van de Nederlandse natuur.

Door de knelpunten op te lossen sla je drie vliegen in één klap:
1. We zorgen er voor dat planten en dieren ongehinderd naar een ander gebied kunnen gaan en zich kunnen verspreiden als hun leefgebied (tijdelijk) ongeschikt wordt.
2. Een groot aantal natuurgebieden heeft te kampen met een tekort aan water. Vaak is het niet mogelijk om weer voldoende water in die gebieden te krijgen, omdat er nog landbouwpercelen liggen. Terwijl landbouwgrond gebaat is bij snelle afvoer van water, is het voor de natuur juist nodig water zo lang mogelijk vast te houden. Als de overheid die schakels koopt, kan het waterpeil voor de natuur snel hersteld worden en wordt tevens gezorgd voor een waterbuffer in natte tijden.
3. We kunnen er voor zorgen dat mensen de groene omgeving (met fiets-, ruiter- en wandelpaden), krijgen, die ze nodig hebben om te recreëren.

Kortom: de EHS heeft alleen maar winnaars……


Mocht je er wat meer over willen weten, dan kun je nog de digitale versie bekijken van het boek 'Publiek geheim, het succes van de EHS', dat door Staatsbosbeheer, De12Landschappen, de Federatie Particulier Grondbezit, Nationaal Groenfonds en Natuurmonumenten is uitgebracht.

Klik dan wel even op het plaatje.

De meeste natuurgebieden in Weert vallen onder de EHS.  In de blog: Natuur(gebieden) in Weert , vind je een kaartje met daarop de natuurgebieden die onder de EHS vallen. Ook andere gebieden die daar buiten vallen, heb ik er op gezet om zo een totaalbeeld te krijgen.

********** P.S. In maart 2014 is "Ecoduct Weerterbergen" geopend. Hierover heb ik een blog geplaatst.
Wil je die lezen, klik dan op deze link.
**********

Uitgebreide informatie over de EHS in Limburg kun je lezen in: "Natuurvisie Limburg 2016". Het ruim 100 pagina's tellend pdf bestand, uitgegeven door de provincie Limburg, kun je HIER bekijken en/of downloaden.

vrijdag 18 januari 2013

TaurOssen krijgen hapje extra

Op 't Luuëke, d'n Oetslaâg en Siëndonk (in de omgeving van het Vosseven), krijgen de TaurOssen deze week extra hooi. Gewoonlijk kunnen deze runderen prima zelf de winter doorkomen, ook bij vorst en sneeuwval. Dit kan vanwege de reserves die ze opgebouwd hebben; ze teren in de winter in op hun vetlaag, die ze in de zomer hebben opgebouwd. De dieren worden in deze periode uiteraard nog beter in de gaten gehouden om te zien, of hun conditie goed blijft en het was al snel duidelijk dat ze te weinig voer binnen kregen.

Ecolanders op 't Luuëke

Vanwege het barre weer (de vele sneeuwval van de afgelopen dagen, de vorst en de grote wateroverlast bij d'n Oetslaâg), is er binnen de omrasterde percelen gewoon te weinig voedsel te vinden, of de dieren kunnen er vanwege de sneeuw niet bij. Hoewel normaal gesproken dus niet bijgevoerd wordt, hebben de beheerder van de dieren - FREE Nature - en natuurorganisatie ARK, nu besloten de TaurOssen, voor zolang dat nodig is, met hooi bij te voeren. Als de sneeuw verdwenen is, zal dit niet meer nodig zijn. Zoals je ziet maken deze Ecolanders op 't Luuëke hier dankbaar gebruik van.

Zolang de gebieden versnipperd liggen en de dieren binnen afgerasterde percelen lopen, is de kans dat ze niet voldoende voedsel kunnen vinden, groter. In sommige gedeelten, zoals 't "Kwaoj Gaât", dat vorig jaar onttrokken is aan de landbouw en van de toplaag is ontdaan om natuurontwikkeling mogelijk te maken, staat op dit moment waarschijnlijk ook (te) weinig vegetatie, want daar lopen al een tijdje geen runderen. Deze dieren zijn al een tijd geleden overgebracht naar 't "Brook".



Maremmana primitivo stier op Siëndonk

Sayaguese kruising op Siëndonk

maandag 14 januari 2013

Ommetje Romeinse brug

De meanderende beek vanaf de Heltenbosdijk
Het waterschap heeft sinds 2005 veel werk verricht aan de Tungelroyse Beek. In "Tungelroyse Beek; schoon water op voorraad" heb ik hier al een en ander over verteld.
De beek is op veel plaatsen heringericht en weer slingerend gemaakt, zodat de natuur weer haar vrije gang kan gaan.

Tegelijkertijd zijn de beekbodem en oevers gesaneerd, die in het verleden ernstig vervuild waren geraakt met cadmium en zink. De oorzaak hiervan was het gedurende ongeveer 100 jaar continue lozen van vervuild water vanuit België en de zinkerts verwerkende industrie in Dorplein.

De meanderende beek met op de achtergrond de Romeinse brug

Tijdens werkzaamheden aan de beek tussen Maaseikerweg en Vlootmolenweg, werden resten blootgelegd van een houten brug uit de Romeinse tijd. Volgens deskundigen is het de eerste keer in Nederland dat een dergelijke brug uit het begin van onze jaartelling is gevonden. Jaarringonderzoek aan de eikenhouten resten heeft aangetoond, dat de bomen in 27 na Chr. zijn omgehakt. Ook is er een Keltische munt gevonden uit de eerste eeuw na Christus.
Deze vondst inspireerde archeologen en de dorpsraad van Tungelroy tot een reconstructie van de brug in 2008. Om de resten van de juiste vindplaats niet te beschadigen is de reconstructie op enige afstand van de oorspronkelijke plaats over de Beek geplaatst. Hoewel men natuurlijk nooit precies weet hoe de brug er uit gezien heeft, laat deze replica ons toch een mooi stukje geschiedenis zien van de Tungelroyse Beek in het verre verleden.



De Dorpsraad van Tungelroy heeft gezorgd voor een interessante wandeling van 3 of 4 km rondom het dorp, waar uiteraard ook de brug onderdeel van uit maakt; het “Ommetje Romeinse Brug” .
De directe omgeving van de brug wordt begraasd door galloway- runderen en ik heb er ook beversporen gevonden. Al met al de moeite waard om eens naar toe te gaan.

Dit ommetje kan eventueel ook gecombineerd worden met een ander ommetje vanuit het naburige Stramproy, nl. “Ommetje Linjer Brögske”.


In 2010 is het Ommetje Romeinse Brug genomineerd voor de Passie op het Platteland-prijs. Het is een van de elf genomineerde projecten, die in het kader van het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2007-2013 (POP2) met financiële steun van de Europese Unie is uitgevoerd. Deze prijs wordt uitgereikt om de aandacht te vestigen op plattelandsprojecten, die met steun van de Europese Unie bijdragen aan een mooier, groener en vitaler platteland. Hier is een filmpje van gemaakt. Helaas heeft men niet gewonnen.




Grotere kaart weergeven

zaterdag 12 januari 2013

Teveel bevers in Nederland? Nee dus......

Elk jaar wordt een "zoogdier van het jaar" gekozen. Dit jaar de steenmarter. Vorig jaar de bever.
Onlangs vertelde een kennis mij echter, naar aanleiding van het stukje dat ik had geschreven over “beversporen in Smeetshof”, dat hij gehoord had dat er al te véél bevers waren!!!

Ik heb hem kunnen uitleggen dat de berichten, die de diverse media op 13 november 2012 naar buiten hebben gebracht, niet juist waren. Ze schreven het volgende:
“Teveel bevers in Nederland".
De bever is in 1988 opnieuw uitgezet in de Nederlandse natuur. En met succes, want ondertussen leven er zo'n 600 dieren op verschillende plekken in het land. Als natuurbeheerders niet ingrijpen, zijn het er over 20 jaar zeker 7000. De bever begint overlast te veroorzaken. Dat stelt de Zoogdiervereniging, die dinsdag met waterschappen en het Faunafonds praat over maatregelen tegen de schade die bevers veroorzaken”.


Gelukkig reageerde de Zoogdiervereniging al de volgende dag, om dit nieuws te ontzenuwen.
Hun reactie kwam blijkbaar jammer genoeg niet voldoende onder de aandacht, zodat zo’n bericht een eigen leven is gaan leiden. Helaas.
Het moge duidelijk zijn dat het volkomen onterecht is, dat er teveel bevers zouden zijn en dat deze veronderstelling enkel is gebaseerd op berichten in de media die niet klopten........

In deze blog wil ik nog eens de aandacht vestigen op de reactie die de zoogdierenvereniging gaf:
“Op diverse websites en in een aantal kranten is gemeld dat de Zoogdiervereniging stelt dat het ‘te’ goed gaat met de bever en dat nu maatregelen moeten worden genomen. Dat is zeker niet het geval. Helaas is de boodschap niet altijd goed opgepakt door de pers. Het gaat zeker niet ‘te’ goed met de bever. Sterker nog: mits je ze de ruimte geeft, kunnen er zelfs nog veel meer bevers bij, want voor een robuuste populatie op de lange termijn is een verdere groei belangrijk.”
Wij vinden wel dat waterschappen, Rijkswaterstaat en natuurbeheerders realistisch moeten zijn en vooruit moeten kijken. Door de komende jaren enkele relatief eenvoudige en goedkope maatregelen te treffen in het landschap, kunnen de bevers zich verder blijven verspreiden en kunnen eventuele problemen in de toekomst worden voorkomen. Sinds de bever in 1988 is uitgezet in de Biesbosch, heeft deze zich verspreid over grote delen van ons land. Het is de verwachting dat dit ook de komende jaren doorgaat. Dit is goed nieuws. Niet alleen voor mensen die graag van bevers willen genieten, maar ook voor de natuur. De bever zorgt namelijk voor een vergroting van de biodiversiteit, want veel andere soorten profiteren van het omknagen van bomen en het bouwen van dammen door de bever".


DE TOENAME VAN DE BEVER IS DUS GOED NIEUWS..... Maar tegelijkertijd vindt de Zoogdier- vereniging het belangrijk om vooruit te kijken. Als de groei van de beverpopulatie in Kempen-Broek doorzet, wordt de kans op overlast in de toekomst wel groter, omdat er plekken zijn in het landschap die nog niet geschikt gemaakt zijn voor de bever. Overlast is meestal te voorkomen. Maar dan moeten waterschap, Rijkswaterstaat, provincie, terrein- beheerders en landbouwers wel tijdig de juiste maatregelen nemen. Dan kunnen we allemaal blijven genieten van deze “landschapsarchitect”.

In deze blog heb ik duidelijk willen maken, hoe snel mensen klaar staan met hun oordeel en hoe attent ARK en alle andere belanghebbenden daarop moeten zijn, om de bever in Kempen-Broek een eerlijke kans te geven .........

woensdag 9 januari 2013

Baileybrug op de Weerterheide

Ten oosten van het ruim 900 ha. grote natuurgebied de “Weerter- en Budelerbergen” ,ligt (links en rechts van de Geuzendijk) aansluitend de Weerterheide. Het grootste deel is eigendom van het Ministerie van Defensie. Het gebied is vrij toegankelijk.

Het zuidelijk deel bevindt zich achter vakantiepark de Weerterbergen, tussen Geuzendijk en de IJzerenrijn spoorweg. In het noorden van dit gebied, tussen Geuzendijk en A2, bevindt zich de Duitse Legerplaats Budel, met de Nassau-Dietzkazerne. De kazerne is sinds een aantal jaren gesloten, maar het gebied wordt nog steeds door de Nederlandse defensie gebruikt als militair oefenterrein. Behalve zandverstuivingen zie je er vooral strak aangelegde naaldboompercelen, wat heidevelden en met pijpenstrootje begroeide stukken.
Over het gebied verspreid zijn ook kleine heideveldjes. Op deze veldjes en bij de overgangen tussen de heide en bosgebieden zijn veel vlinders te vinden. Op een zonnige dag is de kans groot hier het bont dikkopje en de heivlinder te zien vliegen. In de wat meer gemengde bossen komt de zeldzame grote weerschijnvlinder voor.


Toen ik tijdens een wandeling in het gebied, terecht kwam bij het bosvennetje dat vlak bij de Duitse schietbaan ligt, zag ik tot mijn niet geringe verbazing, dat er een baileybrug lag.
Deze brug blijkt te zijn gebouwd door de genisten van het 11e Pantsergeniebataljon in Wezep en is op 10 februari 2011 in gebruik genomen ter nagedachtenis aan de in Afghanistan gesneuvelde sergeant Martijn Rosier. Sergeant-1 Rosier was groepscommandant van 111 Pantsergeniecompagnie.
Hij sneuvelde op 26 augustus 2007 in Afghanistan tengevolge van een aanslag met een bermbom.

De locatie voor de brug is niet toevallig gekozen, want deze sergeant heeft zijn opleiding genoten bij de KMS te Weert, die veel gebruik maakt van het oefenterrein. Tijdens de opleiding wordt in het kader van de vorming van de aankomend onderofficieren bij de "Martijn Rosierbrug" stilgestaan bij de risico’s die het militaire beroep mee kan brengen.

Als defensie het gebied verlaat kunnen natuurontwikkelingsprojecten worden uitgevoerd. Op het zuidelijk gedeelte tot aan de IJzeren Rijn Spoorweg, worden momenteel al diverse onderhoudswerkzaamheden door Vereniging Natuurmonumenten uitgevoerd in het kader van stuifzand- en heideherstel.

Het gebied behoort tot het Natura 2000-gebied Weerter- en Budelerbergen & Ringselven, dat onderdeel is van een nog groter gebied, namelijk het grensoverschrijdende natuurpark Kempen- Broek. Dat maakt weer deel uit van het landelijke EHS-beleid. Natura 2000 is een netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Dit netwerk vormt de hoeksteen van het beleid van de EU voor behoud en herstel van biodiversiteit. De biodiversiteit (soortenrijkdom) in Europa gaat al jaren achteruit. Planten en dieren trekken zich weinig aan van landsgrenzen, het is dus belangrijk om natuurbescherming in Europees verband aan te pakken. Doelstelling is dat het verlies aan soorten planten en dieren in 2020 is gestopt en zo veel mogelijk is hersteld.



In de komende jaren zal het gebied verbonden worden met aangrenzende natuurgebieden.
Zo wordt er een ecoduct aangelegd over de snelweg A2 en de spoorlijn Eindhoven - Weert nabij wegrestaurant De Wildenberg op de provinciegrens met Noord-Brabant. De Weerter- en Budelerbergen worden hiermee verbonden met het Weerterbos.
Er is al gestart met de aanleg van dit ecoduct, maar de activiteiten liggen momenteel (9 januari) stil. Men zal binnen niet al te lange tijd de werkzaamheden hervatten. De planning is dat het ecoduct in maart 2014 wordt geopend. Hier zal ik nog op terugkomen.

In het zuiden zullen de Weerter- en Budelerbergen verbonden worden met de Laurabossen.
Daarom zal ook een ecoduct/ faunapassage aangelegd worden over de  N564 en de Zuid-Willemsvaart. Wanneer de aanleg van dit ecoduct start is (nog) niet bekend.

Links een kaartje van het gebied met een
uitgestippelde wandelroute.









zondag 30 december 2012

Weerterbos, Waterbos

Op veel plekken in Nederland hebben natuurlijke klimaatbuffers de afgelopen dagen hun werk gedaan: vasthouden en opvangen van (regen)water. Klimaatbuffers kosten miljoenen euro’s, maar ze kunnen ook geld opleveren. Zo kan het langer vasthouden van water in de waterbuffers bijvoorbeeld voordelen hebben voor de economie (voldoende water voor stad, landbouw en industrie), het leefklimaat (verkoeling tijdens hete zomers, lager fijnstofgehalte, recreatie), veiligheid (voorkomen van wateroverlast en overstromingen stroomafwaarts) en voor de natuur (o.a. herstel natuurlijke vegetatiestructuur en behoud van biodiversiteit).

Lange tijd is het snel afvoeren van rivierwater gezien als de beste aanpak om wateroverlast het hoofd te kunnen bieden. Sinds kort denken we juist het tegenovergestelde: geleidelijk afvoeren van water door het langer vast te houden bij de brongebieden, evenals ruimte geven aan het water in de (nieuwe) natuur.
Het Weerterbos, dat tot het stroomgebied van de Maas behoort, is zo’n brongebied.
Hoog tijd dus om eens te gaan kijken of het Weerterbos ook haar steentje heeft bijgedragen.

Retentiebekken 't "Krieëtje" gezien vanaf de Grasdijk (achter Daatjeshoeve)
Het Weerterbos was, vanwege zijn ligging in een laagte, oorspronkelijk een moerasbos. Het was in de 18de eeuw nog één geheel met de Groote Peel, Deurnsche Peel en Mariapeel. De ontginning in de 19e en 20e eeuw heeft geleid tot een sterke ontwatering, waardoor het Weerterbos verdroogde.
Door Stng. het Limburgs Landschap wordt weer getracht terug te keren naar het oorspronkelijke moerasbos.

Achterste Hout/ Grootven
Door de aanleg van waterbuffers, de aanleg van stuwen en ontwateringsloten geheel of gedeeltelijk te dempen kunnen de doorstroommoerassen en vennen zich herstellen en wordt het waterbergend vermogen vergroot.

Deze ‘natuurlijke sponsen’ houden water vast tijdens zware regenbuien, om het tijdens droge perioden langzaam weg te laten stromen. Dit voor- komt overlast in natte perioden en verdroging in droge tijden. Een natuurlijke klimaatbuffer die twee kanten op werkt! Als je in het Weerterbos water langer vasthoudt zullen er benedenstroom minder problemen met wateroverlast optreden. Dit effect is echter nog vrij beperkt en het werkt eigenlijk nog alleen in het gebied zelf... Het is nu meer een voor- beeld van ‘vasthouden aan de bron’. Pas als je het op grote schaal toepast, werkt het ook benedenstrooms.

Zie ook : Vernatting Weerterbos. , Weerterbos ingericht als klimaatbos. en Vennen in het Weerterbos.

Koolespeelke

zaterdag 29 december 2012

Konikpaard

Het konikpaard is nieuwsgierig en niet schuw, waardoor er snel contact met de dieren is
In het grensoverschrijdende natuur- gebied Kempen-Broek lopen grote grazers rond, waarvan de TaurOs natuurlijk het meest opvalt. De Belgische partner “Natuurpunt Limburg” heeft in Smeetshof gekozen voor het konikpaard. Dat tref je aan in het noordelijk deel van het Smeetshof; het overstroommoeras waar Lechterrietbeek en Veldhovenbeek stromen. Samen met galloways zorgen ze jaarrond voor de begrazing van het gebied.

Waarom konikpaarden? Deze dieren grazen het gras korter af dan runderen. Ze zorgen voor een hele andere vegetatiesamenstelling, waardoor een soort “paardenwei” ontstaat. Hun latrines (vaste poepplekken) in het gebied daarentegen, verruigen het juist, omdat daar niet gegeten wordt en de mest voeding brengt. Door dit effect zorgt het konikpaard voor diverse flora en fauna en helpt het de natuurbeheerders. De galloways zorgen voor de ruigere vegetatie.

"sociale" ontmoetingsplaats bij de vaste poepplekken (latrines)
Vijftienduizend jaar geleden leefden er al paarden in Europa. Dit oerpaard, dat helaas is uitgestorven, heette de tarpan. De tarpan leefde onder andere in Polen en Wit-Rusland. Daar hebben boeren vroeger vaak hun tamme paarden met wilde paarden gekruist. Deze paarden werden door hen "konik"genoemd. Konik betekent “klein paard”. Het is bekend dat de tarpan tot in de 18de eeuw in de grote oude bossen en moerassen van Bialowieza in Polen voorkwam. De laatste beschreven tarpan stierf in 1887 in gevangenschap in de dierentuin van München.

Men is op de Poznan Universiteit (Polen) in 1936 begonnen met het 'terugfokken' van de oorspronkelijke uitgestorven tarpan. De Poolse overheid vorderde daarvoor alle konikpaarden die tarpanachtige kenmerken toonden. Het resultaat van dit fokprogramma is dat semi-wilde kuddes van moderne "tarpan" of konikpaarden vandaag de dag gezien kunnen worden. Veel van de konikpaarden kunnen gevonden worden in natuurgebieden in Europa. Zijn schofthoogte is maximaal 1 meter 40. Klein van stuk dus, maar robuust en bestand tegen extreme weersomstandigheden. Het paard heeft een herkenbare aalstreep over zijn rug lopen. Verder heeft hij een brede rug, een korte, dikke hals, relatief korte oren en gespierde dijen. De kleur van deze dieren kan verschillen, maar ligt meestal tussen muisgrijs en bruin.

De Konik paarden in Nederland zijn eigendom van de Stichting Ark, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, en een aantal andere natuur beherende organisaties.
Stichting Ark bezit 17 bloedlijnen, de overige 5 lijnen bevinden zich in Polen. Ze werden in 1982 voor het eerst in de Nederlandse natuurgebieden geïntroduceerd. De Konik populatie bedraagt momenteel zo'n 2500 stuks, over de hele wereld gezien. Van dat aantal lopen er ca. 1200 in Nederland en aangrenzende Belgische gebieden!

Konikpaarden, dus ook die in het Smeetshof, hebben een “nadeel” waar je als bezoeker rekening mee moet houden; ze zijn namelijk nieuwsgierig en niet schuw. Hierdoor is er snel contact met de dieren, die naar je toe komen rennen als ze je opmerken. De Koniks gedragen zich meestal rustig, maar... blijf attent, want het blijven beesten die in het wild zijn opgegroeid en onvoorspelbaar zijn. Soms worden ze te opdringerig en komen ze zich met z'n allen om je heen verdringen. Als ze zich bedreigd voelen, schrikken, of elkaar aan de kant duwen, kunnen ze je gemakkelijk omverlopen.
Ze lopen er het hele jaar, maar in de winter is er niet voldoende gras aanwezig en worden ze bijgevoerd.


Grotere kaart weergeven

donderdag 27 december 2012

Weerterheide op Tweede Kerstdag

Gistermorgen, Tweede Kerstdag, was het met momenten heerlijk weer. Zelfs het zonnetje liet zich bij tijd en wijlen zien. Dat heet winter anno 2012...
Een uitstekend moment om even een wandelingetje te maken op het zuidelijk deel van de Weerterheide en wat calorieën kwijt te raken. Het was genieten van het weer, de omgeving en de stilte.

De Weerterheide maakt deel uit van het ruim 900 ha. grote natuurgebied "Weerter- en Budelerbergen". Het is een schakel in het oorspronkelijk aaneengesloten Kempen-Broek, dat in de loop der eeuwen versnipperd is geraakt in kleinere, kwetsbare deelgebieden. Een schakel, met aan de ene kant het Weerterbos en aan de andere kant de Boshover- en Loozerheide. De Geuzendijk, de verbindingsweg van Weert naar Budel splitst het gebied als het ware in tweeën. Zowel het noordelijk als het zuidelijk gebied wordt gedeeltelijk gebruikt als militair oefenterrein en bestaat voornamelijk uit naaldbos en stuifzand gebieden.
Op het zuidelijk gedeelte, achter recreatiepark De Weerterbergen tot aan de IJzeren Rijn Spoorweg, worden momenteel diverse onderhoudswerkzaamheden door Natuurmonumenten uitgevoerd in het kader van stuifzandherstel. Door het steeds verder dichtgroeien van het terrein, onder andere door natuurlijke aangroei en bosaanplant, gaan de natuur- landschappelijke- en aardkundige waarden van het terrein namelijk achteruit.



De werkzaamheden bestaan uit het verwijderen van jonge begroeiing van hoofdzakelijk grove dennen in de open terreinen, het kleinschalig plaggen van de vergraste terreindelen en het kappen en dunnen van kleine houtopstanden in het centrale deel van het stuifzandgebied. De bosrand wordt ook uitgedund.


Grotere kaart weergeven

maandag 24 december 2012

Smeetshof

Euforie bij de natuurverenigingen naar aanleiding van een primeur; na de bever in domein Smeetshof en een wilde kat, is daar nu ook een otter ontdekt met een cameraval. De eerste in Limburg(NL + B) na bijna 50 jaar! Daar droomde men al van, maar dat het nu al realiteit is, had niemand durven denken.

ARK Natuurontwikkeling is samen met het Waterschap en andere partners, bezig met het aanleggen van otterpassages onder bruggen en duikers. Het is de bedoeling dat een groot deel van de M.Limburgse beken eind 2013 “otterveilig” is, zodat sterfte in het verkeer vermindert en er dieren uitgezet kunnen worden.
Dat er nu al spontaan een otter opduikt, is een teken dat het ingezette moerasherstel "smaakt". Een otter heeft immers grote, aaneengesloten waterrijke gebieden nodig. Dat belooft wat voor de toekomst....

Het domein Smeetshof is nu een 180 ha. groot, uitgestrekt waterrijk moerasgebied, op de grens met het Belgische Bocholt en het Nederlandse Altweerterheide. Het maakt deel uit van het grensoverschrijdende natuurpark Kempen-Broek en sluit aan bij de natuurgebieden Wijffelterbroek en Kettingdijk (Ned) en Luysen met Stramprooierbroek(B.). Het gebied is een restant van het Bocholterbroek, dat in het verleden samen met het Wijffelterbroek, een moerasgebied van liefst 5000 ha vormde.

Lossing of Emissaire

Tussen 1855 en 1869 werd een ontwateringsgeul gegraven om het hele Bocholterbroek te kunnen ontginnen. In totaal werd 2500 ha. (!!!) drooggelegd voor landbouw. Ongeveer 6 km. van deze 25 km lange Lossing of (op zijn Frans) “Emissaire”, loopt als een natuurlijke grens tussen Nederland en België.Later is een aansluiting gemaakt met de Raam in Nederland.

In 1873 kocht een weduwe uit de adellijke familie de l’Escaille-d’Erp de Holt (met ook een 280 ha. groot natuurgebied en kasteel in Hamont-Lo) de gronden, maar verkocht die kort daarna weer aan de Brusselse advocatenfamilie de Mahieu. In 1874 bouwde die hier een hoeve en in de jaren daarna werd het terrein geschikt gemaakt voor de landbouw. Grote delen van het moeras zijn toen drooggelegd, raakte daardoor steeds meer versnipperd en er verschenen ook nog eens naald- en populierbossen. Uit die tijd stamt ook het Kreielerbos, dat bestaat uit een Amerikaanse eik en verschillende dennensoorten. Tevoren was het altijd heide- en vennengebied. 

De volgende eigenaren waren de gebroeders Smeets uit Eksel. Die verbouwden de boerderij in 1913 en aan hen heeft de hoeve en het domein de naam te danken.

Onthaalpunt de Smeetshof in 2012

 In 1974 kocht de Limburgse industrieel Jef Machiels uit Maasmechelen het hele gebied op. Hij haalde zich in de jaren 1973-1992 vaak de woede van milieugroeperingen op de hals door twintig jaar lang zonder vergunning grind te winnen in de Maasvallei en daarna met zijn aanpak van de 180 ha. grote Remo-afvalstortplaats in Houthalen.

Bij de Smeetshof was dat niet anders. Ook hier bouwde hij een kwalijke reputatie op door met een botte bijl door het gebied te gaan. Na enkele jaren was er van de 56 hectare bos nog slechts 10 ha. over, 8 km houtwallen waren gekapt en bijna 13 km bomenrijen verdwenen. Bulldozers nivelleerden en egaliseerden grote stukken land (waaronder de historische Graven), om er sterk bemeste maïsakkers van te maken. Een boswachtershuis verbouwde hij zelfs tot een illegale villa. Verder kwam er een 8 ha. groot omheind "jachtgebied", waar damherten en wilde zwijnen liepen (volgens Nol Goossens van Natuurpunt waren er liefst 150 damherten en 16 everzwijnen). De hoge omheining rustend op een fundering, was bedoeld om te voorkomen dat de dieren konden ontsnappen. Hij hield de dieren om te verkopen als wildvlees en voor de "jacht". Wat je tenminste jacht mag noemen. Je moest toch wat van je (wel)stand laten zien!!
En dit alles gebeurde zonder vergunningen........

Aan de hoeve en het natuurbelang werd in die periode nagenoeg geen aandacht geschonken, waardoor het gebied en ook de boerderij er compleet verwaarloosd bij kwamen te liggen. Het was een periode waarin heel wat "gerotzooid" en "aangerommeld" in de Belgische natuurgebieden. Daar verschenen talloze illegaal gebouwde vakantiehuisjes en andere bouwsels, die in eerste instantie nog oogluikend werden toegestaan door de gemeenten. Totdat het de spuigaten uit liep. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de vele illegale bouwsels met (vis)vijvers in het Itterdal en wat te denken van recreatiepark de Luyssen van Jan Michiels uit Beek?

Dit alles gebeurde tot groot ongenoegen van natuurverenigingen en de gemeentelijke overheid.  Ook van Nederlandse kant was er ongerustheid over Machiels activiteiten en werd aangedrongen op maatregelen. Er werd steeds feller geprotesteerd tegen de praktijken van Jef Machiels en Jan Michiels van de Luysen, die ondanks de vele protesten toch nog jaren lang gewoon hun gang bleven gaan. 

 Door de steeds groter wordende  reacties op zijn activiteiten, werd de situatie echter onhoudbaar voor Machiels en besloot hij Smeetshof te verkopen . Ik vond in de Telegraaf een advertentie uit 1983 en later nog eens een in januari 1990. Ook het Land van Weert plaatste een advertentie in dat jaar. Het lukte Machiels echter niet het gebied te verkopen. Niemand wilde zich in dat wespennest steken. 

 Na jaren onderhandelen kon vzw Natuurreservaten (de voorloper van Natuurpunt) in 1999 eindelijk de 170 hectare aankopen. Meteen werd samen met de Vlaamse overheid gestart met het herstel van het ooit zo legendarische grensmoeras. Zo werd o.a. de villa afgebroken, evenals de jachthutten, stallen en de kilometers draadafsluitingen en omheiningen. Al na enkele jaren was er veel gerealiseerd. De grondwaterstand was opgetrokken door grachten te dempen en stuwen te plaatsen in beken, zodat het moerasgebied weer kon uitbreiden. Er kon weer aangesloten worden op het Wijffelterbroekgebied. De oude hoeve, gelegen aan de Weerterweg, werd opgeknapt en is als onthaalcentrum ingericht voor Natuurpunt. 

Knuppelpaden gunnen je een unieke blik op mooie plekjes

Het is weer een heerlijk gebied voor de wandelaar en natuurliefhebber om er een bezoek brengen. Je wandelt er over paden, paadjes en knuppelbruggetjes langs bossen, moerassen, natte en droge graslanden en beken. Aan Nederlandse kant sluit het gebied naadloos aan op het Wijffelterbroek en de Kettingdijk. Er zijn meerdere routes uitgezet. Het gebied is het hele jaar door toegankelijk op de paden

zondag 23 december 2012

Beversporen in “het Smeetshof”

In 1770 werd het domein Smeetshof nog in kaart gebracht als een onbegaanbaar moeras. Een eeuw later is op de grens met Nederland de "Lossing" of "Emissaire" gegraven, een kunstmatig afwateringskanaal. Het steeds droger wordende gebied werd geleidelijk in cultuur gebracht en ontgonnen tot landbouwgebied. Afgewisseld met bosjes en stukjes hei zoals in het Kreielerbos.
Het Smeetshof wordt alleen door de Lossing gescheiden van het Nederlandse Wijffelterbroek.
Naast het Wijffelterbroek vormen ook de Kettingdijk en de daarnaast gelegen Laurabossen een natuurlijk Nederlands “verlengstuk” voor het Smeetshof.


In 2004 startten Natuurpunt (sinds 1999 eigenaar), de Vlaamse Landmaatschappij en de Afdeling Natuur van het Vlaams Gewest, met het herstel van het ooit zo legendarische grensmoeras.
Er wordt sinds een aantal jaren nauw samengewerkt met de Nederlandse Stichting Ark.

Er zijn verschillende beken die in de Lossing uitkomen, maar het zijn vooral de Veldhoverbeek en Lechterrietbeek (in het noordelijke deel) die zorgen voor een in ere hersteld 'overstroommoeras'.
In periodes met veel regen overstroomt met name de Veldhoverbeek en loopt het er naast gelegen moerasgebied onder water. Hierdoor schommelt de waterstand in dit moeras voortdurend. Dat is een goede ontwikkeling voor planten, moerasvogels en dieren zoals de reiger, ijsvogel en de bever! Die houden immers van een gevarieerd moerassig leefgebied. Ook de otter en een wilde kat zijn daar onlangs gesignaleerd.
Waar de Veldhoverbeek en de Lechterrietbeek  uitmonden in de Lossing, heb ik verschillende beversporen aangetroffen.

De winter is bij uitstek de tijd om sporen van de bever te zoeken. Vooral in de winter knagen bevers namelijk aan struiken en bomen en zijn deze sporen goed te vinden. Bevers zijn vegetariërs en eten in de zomer allerlei waterplanten. In de winter zijn die niet beschik- baar en schakelen ze over op het eten van twijgen en bast van struiken en bomen. Aangezien bevers niet kunnen klimmen, knagen ze dus bomen en struiken om, zodat ze de verse jonge twijgen in de toppen kunnen opeten.
Behalve doorgeknaagde boom- pjes en de knaagsporen zag ik ook verschillende wissels (looppaadjes) met sleepsporen van en naar het water, pootafdrukken in de modder en houtsnippers op plekken waar takken afgeknaagd waren.
Bij de Stichting Ark is een mooie Zoekkaart beversporen te downloaden.

In de lossing is door zijn/haar toedoen een dammetje ontstaan, waardoor het water langer wordt vastge- houden en de waterstand in het achterliggend gebied verhoogd wordt, zoals je ook duidelijk kunt zien.



Grotere kaart weergeven

Blogarchief