Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


vrijdag 6 december 2013

Waerbrookskoel

Vorig jaar heb ik voor het eerst een bezoek aan het Heijkersbroek in Ell gebracht en er een en ander over geschreven. Ik ben er dit jaar weer een paar keer geweest, maar ga het in deze blog hebben over de nabijgelegen "Waerbrookskoel" of Weerenbroekpoel. In "Ontginningswerken in het Weerbroek te Ell" (de Nieuwe Limburger, 1960), wordt gesproken van Weerbroek. Het is een laagte ("koel"), die door een zandrug afgescheiden ligt van de visvijver, de Vliet en de Tungelroyse beek.

De Vliet die langs de Waerbrookskoel stroomt.
De Vliet mondt uit in de Tungelroyse Beek.
Het woord “Weer” in Weerenbroekpoel of Waerbrookskoel is een toponiem voor stuw. Weer, schut, stuw of stouw, knijp of kniepe, zijn allemaal aanduidingen voor voorzieningen om het water op te stuwen, het op de gewenste hoogte te houden en te gebruiken voor bevloeiing. Zo werd hier het water in de nabijgelegen Vliet gestuwd om het vervolgens op het Weerenbroek uit te laten stromen. Ook woorden als vliet, vloot, vloed, (water)beemd, bampt, laak en leek, zijn op bevloeiing wijzende toponiemen.

het natuurlijk hellend vlak zorgt voor niveauverschillen.
het laaggelegen deel is erg nat in december.
In "Bevloeiing van grasland in Nederland" van G.J. Baaijens e.a. (een publicatie van EGG-Consult  die o.a. onderzoek doet naar het in ons land vergeten fenomeen van historische bevloeiingen), wordt op pagina 54 zowel Heijkersbroek als Weerenbroek genoemd op de lijst van gebieden, waar hoogstwaarschijnlijk in het verleden ook bevloeiing heeft plaatsgevonden; een zogenaamde vloeiweide.
Dit kun je met de huidige waterkwaliteit beter achterwege laten, maar het is interessant te lezen hoe men dat vroeger deed.

in het laagst gelegen gedeelte ligt een drietal poelen.
door goed maaibeheer en begrazing blijft de bodem schraal.
Het toepassen van bevloeiingen op de hogere zandgronden, gaat terug tot in de Middeleeuwen. Bekend is dat in negentiende eeuw nog steeds actief bevloeiingswerken werden aangelegd. Doel van bevloeiing was vooral meer hooi te produceren. Hooi was namelijk het belangrijkste voer waarmee het vee de winter doorkwam.

De Wetering aan de huidige Kempenweg in Weert en in Nederweert, zijn namen die nog herinneren aan de vloeiweiden langs de Zuid-Willemsvaart. Andere vloeiweiden in de omgeving van Weert waren o.a. het Areven, de Krang, Beesels broek en Keversbroek. Ook langs de Abeek lagen vloeiweiden. Veel hooilandpercelen langs die beek hadden vroeger de naam "bampt". Bampt is het toponiem voor hooiland of beemd. Je vond ze verder nog bij o.a. de Beylshof (Haelen) en de Doort (Echt).

                                             Het bevloeien in de Lommelse Watering.     Foto: Erfgoed Lommel. 
Dit oude gebruik, dat eeuwenlang in heel Europa werd toegepast, is nagenoeg geheel verdwenen. Gezien het ecologisch en cultuurhistorisch belang, heeft men in de Belgische Kempen dit bevloeien (de Belgen praten van wateren of witteren) op enkele plaatsen weer ingevoerd. Onder andere op de Lozerheide (in België) en in Lommel. In die laatste plaats is onlangs zelfs een traject opgestart, met als doel het gebruik van het bevloeien van de vloeiweiden te laten erkennen als Vlaams immaterieel cultureel erfgoed (ICE). Het project heeft als titel "Lommel wittert! Rijke waters, golvend gras."

Naar aanleiding hiervan heeft Nico Vande Kerkhof een YouTubefilmpje gemaakt, dat je hier kunt bekijken.


hoge waterstanden in december in de poelen van de Waerbrookskoel.
het lager gelegen gedeelte staat in december onder water.
Een drietal ezeltjes zorgt voor de begrazing.
De Waerbrookskoel is op dit moment erg nat.
Bij bevloeiing bediende men zich meestal van een ingenieus stelsel van aanvoer- en afvoergreppels die weliswaar gescheiden, maar nauw met elkaar verweven waren. Omdat men in het Waerbrook gebruik kon maken van een natuurlijk hellend vlak, was dat daar niet nodig en lagen hier slootloze percelen. Men liet het water zo over het land uitstromen richting Tungelroyse beek..

"Waerbrookskoel"  bij mijn bezoek in augustus.

schraal grasland bij de Waerbrookskoel.
Men heeft voor het herstel van de verloren natuurwaarden in 2006 de humusrijke bovenlaag verwijderd en er zijn een aantal poelen uitgegraven die door grond- en hemelwater worden gevoed. Je vindt er drie verschillende biotopen: het hogere en drogere gedeelte, het afgegraven stuk schrale grond en de poelen.

Met kleinschalig ecologisch beheer, zoals het volledig klepelen van de onderbegroeiing, gefaseerd maai- beheer met afvoer van het  maaisel (hooilandbeheer) en de (opvallende) extensieve begrazing door ezels, houdt men het gebied schraal, zodat je er een bijzondere lage vegetatie, zoals de kleine zonnedauw, teer guichelheil en klokjesgentiaan, aantreft. Het natuurherstelproject heeft er voor gezorgd dat verdwenen  waardplanten, waarvan nog zaden in de bodem zaten, weer te voorschijn zijn gekomen.....Voor de biodiversiteit in het gebied is dit van groot belang.

het afgegraven gedeelte met schrale grond met een poel.
Om één voorbeeld te noemen; de terugkeer van bijvoorbeeld de tormentil, een plantje uit de rozenfamilie,  kan leiden tot de terugkeer van de (rups van de)  aardbeivlinder die hier vroeger voorkwam. Dit soort voedselplanten moet dan wel weer omgeven zijn door een lage vegetatie en er moeten zonnige beschutte plekken en voldoende bloemen voor de nectarbehoefte van de vlinders zijn. Zoals je ziet is dit geen kwestie van "trial and error", maar is goed doordacht beheer nodig. Tot dusver gaat het de goede kant op. De tormentil is hier overigens (nog) niet aangetroffen.

Het water in de poelen zelf blijkt echter zwaar verrijkt te zijn en de Ecologische Werkgroep Weert Zuid vond het na een inventarisatie in juli 2013 dan ook nodig het Waterschap, uiteraard na overleg, te adviseren een zogenaamd boerenstuwtje (een soort overstortput) te plaatsen, om zo het instromend voedselrijke water van de Vliet tégen te houden. Dit is inmiddels al gebeurd.
Bij de Dirklossing is al eerder een stuw geplaatst.

In plaats van het inlaten van water van buitenaf zoals vroeger, is het nu het tegenhouden van water.
De omgekeerde wereld....

Bevloeiing is voor vele lezers waarschijnlijk een nieuw fenomeen. Over toepassing van bevloeiing is, aldus de studie van EGG, helaas weinig kennis overgebleven, ook bij natuurbeheer. Daardoor blijft het toepassen van het middel bevloeiing vaak buiten beeld. Helaas....... Op zich ook weer begrijpelijk, want het instromend water dat inderdaad rijk is aan teveel voedingstoffen, zoals stikstof of fosfaat, veroorzaakt eutrofiëring en maakt de beheersinspanningen om natuurgebieden te verschralen weer ongedaan.

Een optie om bevloeiing mogelijk toch te kunnen toepassen, is helophytenfilters gebruiken om de waterkwa- liteit te verbeteren. Een helophytenfilter of moerasfilter zorgt voor een natuurlijke zuivering van water. Het is een filter dat met behulp van bepaalde soorten planten water zuivert tot een kwaliteit die onschadelijk is voor het milieu. De planten leveren zelf niet de grootste bijdrage aan de zuivering. Dit gebeurt vooral door de bacteriën die in de bodem leven. De bacteriën zetten afvalstoffen uit het water om in voedingsstoffen voor zichzelf en voor de planten. De planten zorgen wel voor een goed leefklimaat voor die bacteriën.

zaterdag 30 november 2013

Verdroging rond het blauwe meertje.

In de vorige blog heb ik het over (het ontbreken van) biodiversiteit bij de CZW gehad en de bedreigingen die er zijn. Bedreigingen die van grote invloed zijn voor de hele omgeving en daardoor ook bedreigingen voor alle daar voorkomende levensvormen. Bij afname van biodiversiteit wordt het biologisch evenwicht zwakker en kwetsbaarder voor ziekten, en plagen door soorten die geen tegen- spelers meer hebben. Vergelijk het met een spelletje Mikado; om de beurt wordt er door iemand een stokje uit de stapel met stokjes weggehaald, totdat het mis gaat en de hele boel instort.....

de biodiversiteitsmeter toont de biodiversiteit van de omgeving
De bij de CZW geplaatste biodiversiteits- meter toont de situatie van de biodiversiteit in het gebied en moet een stimulans zijn tot gezamenlijke acties om deze te verhogen. Biodiversiteit is de variatie in planten en dieren en diversiteit aan ecosystemen, die je binnen een bepaald gebied vindt. Er zijn 3 niveaus: rood, oranje, groen.

De foto geeft niet de juiste stand van zaken aan, want ik heb begrepen dat de meters zo laag staan vanwege vandalisme en dat het niveau voor de plantjes inmiddels vanwege de vele en zeldzame soorten al op het hoogste peil zou mogen staan. Desondanks is er bij de plas nog veel werk te doen, want biodiversiteit is meer dan plantjes alleen..... Wat je al hebt, moet je echter koesteren.

De biodiversiteitmeter is ontwikkeld door ingenieursbureau Grontmij en ECNC, een Europees kenniscentrum op het gebied van biodiversiteit en duurzaamheid. Behalve de Gemeente Weert en CZW is ook IVN-Weert, en vooral de Ecologische Werkgroep Weert Zuid, als onafhankelijke partij bij dit project betrokken.


Doordat de dijken van de Zuid-Willemsvaart (Lozerweg) water doorlaten, is er achter de dijken sprake van een nat gebied, met bijzondere plantensoorten. Deze strook loopt door tot aan de Kruispeel en Laurabossen en maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). In de "broekbossen", gelegen tussen kanaal en plas aan de noordzijde van de Heihuisweg, is echter duidelijk het probleem van verdroging en verruiging te zien.

 
Er liggen, voor zover ik heb kunnen zien, drie poelen, maar daar is op dit moment niet veel meer van over. Hier is de verdroging heel duidelijk te zien, want er staat nauwelijks meer water in. Omdat de poelen ook blijkbaar al jaren niet onderhouden zijn, is er niet veel meer van over en liggen ze vol met een dikke bladlaag, of zijn nagenoeg dichtgegroeid met riet. Er is dus duidelijk sprake van verlanding en van een broekbos is eigenlijk niets meer te merken.


Je ziet hier en daar nog bijvoorbeeld wat wilde kamperfoelie, maar het zijn vooral braam en brandnetels die overheersen en bomen als eik, berk, den en vogelkers hebben de overhand. De els vind je er nog amper...
Er is op de meeste plaatsen bijna geen doorkomen aan. De voor een (voedselarm) broekbos kenmerkende planten tref je hier dan ook niet (meer) aan.

Hoewel ten zuidwesten van de Heihuisweg ook geen onderhoud meer is gepleegd, laten de 2 poelen daar een heel ander beeld zien. Blijkbaar werkt de Heihuisweg als een soort buffer en is dat deel wel nog erg nat. Maar ook hier moet onderhoud gepleegd worden.


In het gebied liggen, haaks op het kanaal, greppels die in vroegere jaren in de drijfnatte kanaalstrook zorgden voor de afwatering. Omdat het gebied nu hoger is komen te liggen dan de plas, zijn de greppels direct bij de plas echter kurkdroog; er is sprake van een grote aanzuigende werking vanuit de plas op de kanaalkwel. Op de foto's kun je dat goed zien.

uit: CZW komt de afspraken niet na.
De Ecologische Werkgroep Weert- Zuid die de inventari- satie doet, maar ook de handen uit de mouwen steekt, vindt kappen van bomen en begroeiing in de strook, opschonen en uitgraven van de poelen, dan ook hard nodig. Opgemerkt moet worden, dat (zoals Stichting Groen Weert al heeft aangegeven), vooral eerst het weglekken van het (kwel)water richting plas stopgezet moet worden, door het plaatsen van een leemscherm.
Zie tekening.

dinsdag 19 november 2013

Er gaat veel mis bij het blauwe meertje.

Zoals je in de vorige post over het "blauwe meertje" hebt kunnen zien, levert de zandwinning aan de rand van het IJzerenman-gebied langzaam maar zeker een prachtige grote plas op.
Maar niet alles wat mooi is, is ook goed. "Schone schijn bedriegt" bij de CZW, want vanaf het begin zijn er dingen mis gegaan. Dingen die een buitenstaander niet ziet, want die ziet alleen die mooie blauwe plas...

Economische- en natuurbelangen kunnen daar blijkbaar ook niet door één deur. De plas zou, zo was de afspraak, bijvoorbeeld helemaal teruggegeven worden aan de natuur, maar op dit moment zijn er verschillende politieke partijen in Weert, waaronder D66 en de VVD, die dit willen loslaten en nu voorstander zijn van een meer intensieve recreatie (zoals een zwemstrandje en daghoreca).

CZW in augustus 2013
Ik vraag me af of dit wel mogelijk is bij een plas die op plaatsen meer dan 20 meter diep is en in 2010 is verontreinigd vanwege het dumpen van vervuild slib uit o.a. Sarsven en Tungelroyse beek. Tevens gaan deze partijen wel erg gemakkelijk voorbij aan het feit dat Zwembad de IJzerenman nu al niet het gewens- te aantal bezoekers voor het buitenbad haalt en dat, mochten deze plannen doorgaan, er nog grotere exploitatietekorten komen. Het jaar 2012 werd al afgesloten met - € 406.000! Ik zie de bui al hangen...

CZW in november 2013
Er komen echter vooral signalen, dat de CZW de gemaakte afspraken, willens en wetens, niet na komt !!!
De provincie treedt niet op en heeft schijnbaar (economisch?) belang bij veel graven; “de Provincie Limburg kiest consequent voor CZW en laat in feite zo de natuur en de burgers van Weert in de kou staan”.
Aldus Stichting Groen Weert (SGW). Er is bewust gekozen voor een neutrale en onafhankelijke positie en men staat los van politieke partijen of stromingen.

de plaats waar vervuild slib is gestort in 2010
- Al in oktober 2010 trok SGW aan de bel, vanwege het storten van vervuild slib.
- In mei 2011 richtte SGW zich in een schrijven tot de leden van Provinciale- en Gedeputeerde Staten van Limburg vanwege het niet nakomen van de afspraken betreffende boscompensatie. Volgens de vergunning moet CZW het gekapte bos herplanten. Dit is keer op keer uitgesteld (inmiddels meer dan 10 jaar).

 
Tot slot sprak SGW de vorige maand nogmaals zijn zorg uit, dat de CZW de gemaakte afspraken niet na komt. Er is volgens hen sprake van een onbalans tussen de belangen voor natuur en burger en de CZW.
Op hun site staat de pers-versie CZW: fijn zand, grof geld. met alles nog eens op een rijtje:
- Het storten van verontreinigde grond en baggerspecie en daardoor het verontreinigen van grondwater.
- Het niet aanbrengen van een leemlaag om verdroging van de omgeving tegen te gaan.
- Onvoldoende boscompensatie.
- Meer zand winnen dan toegestaan.

Behalve SGW is het de SP-Weert die de ontwikkelingen met argusogen volgt en aan de bel trekt als iets niet volgens afspraak verloopt. In maart 2011 werd het college van B&W bijvoorbeeld op mogelijke stortingen van ‘klasse B’ slib/specie gewezen en op 8 maart van dit jaar stond op de weblog van de SP-Weert een interessant artikel van Jeroen Goubet over het  niet nakomen van de afspraken door CZW.


Er zijn gelukkig ook een aantal positieve ontwikkelingen. Ik denk bijvoorbeeld aan de komst van de oeverzwaluw (de enige plek in de gemeente Weert). De SP heeft het over mogelijk gevaar vanwege afkalvende oevers, maar als zich hier net vanwege deze oevers een kolonie oeverzwaluwen vestigt, moet er toch een mogelijkheid zijn, dit gedeelte tot verboden gebied te verklaren, zodat de oeverzwaluw hier ongestoord kan nestelen. Het zou toch doodzonde zijn als je deze dieren weer wegjaagt.

De Ecologische Werkgroep Weert Zuid is een groep vrijwilligers die de handen uit de mouwen steekt in het gebied. Behalve het inventariseren van soorten, beoordelen ze bijvoorbeeld de verdrogingssituatie ten gevolge van de zandafgraving en hebben ze aangegeven de poelen en het broekbos naast het terrein van de CZW onder handen te willen nemen. Hierover  wil ik in mijn volgende post wat meer vertellen.


Hoewel je (nog) niet kunt spreken van een weelderige flora rond de plas, is er toch sprake van een goede ontwikkeling, want de Ecologische Werkgroep Weert- Zuid heeft bij een inventarisatie bijna 250 soorten geteld!! Ik vraag me wel af of die rijkdom ook geldt voor het gedeelte waar vervuild slib is gestort? 


Voor biodiversiteit, voor een biologisch evenwicht, is echter meer nodig dan variatie van planten. Biodiversiteit is de afkorting van ‘biologische diversiteit’ en staat voor de verscheidenheid aan álle levens- vormen én ecosystemen. Dus hoe is het bij het zandwingebied gesteld met de diversiteit van de andere soorten (de vogels, insecten, waterdiertjes, zoogdieren, zwammen en micro-organismen) én de diversiteit aan ecosystemen (het geheel van relaties tussen de soorten én het leefgebied)?

Wereldwijd komen steeds meer soorten en leefgebieden onder druk te staan door onze natuurbelastende manier van leven; verzuring, verdroging, vervuiling, overexploitatie van ruimte en grondstoffen.
Deze bedreigingen zien we nu stuk voor stuk dus ook bij de Centrale Zandwinning Weert.
Welke gevolgen heeft dit voor de natuurontwikkeling en de biodiversiteit?

Hoewel er met name in deze periode watervogels op de plas te zien zijn, is het me opgevallen, dat er jaarrond niet zo veel te zien zijn. Heeft dit met de kwaliteit van het water te maken, met voedselrijkdom, met de omgeving, of ....? Dat water is nl., zo blijkt, te zuur. Met een PH die nauwelijks 4 haalt, houdt bijvoorbeeld geen enkele vis het uit. Zijn er voor deze vogels wel voldoende foerageermogelijkheden?
Wat zijn de gevolgen van verdroging, die de zandwinningsplas lijkt te veroorzaken?
In mijn volgende post  kun je wat meer over de verdrogingsproblematiek lezen.

Kortom, er zijn nog veel vragen, onduidelijkheden, problemen die opgelost moeten worden.
In potentie kan dit een prachtig natuurgebied worden, maar de neuzen zullen wel dezelfde richting in moeten wijzen. Te hopen is dat men dat gauw gaat inzien. Of zoals Jeroen Goubet zegt op de SP-weblog:
"Het is tijd om afspraken na te komen. Er wordt nog een paar jaar gegraven en laten we ervoor zorgen dat er in die paar jaar alles gebeurt om de plas op een goede manier achter te laten. Niet ten koste van, maar samen met geld verdienen. Wel zo eerlijk".

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
LAATSTE NIEUWS:
Op de site van "Weert de gekste" lees ik op 10 augustus 2014 het volgende:

Strandwens Blauwe Meertje:
"Veel Weertenaren hebben de wens om alsnog te mogen zwemmen in het meer. Om dit signaal af te geven aan de gemeente Weert is er een speciale facebookpagina aangemaakt voor mensen met diezelfde wens. Binnen een maand tijd heeft de pagina al bijna 300 ‘likes’ gekregen. De kans dat de gemeente Weert gehoor geeft aan deze wens kent enige waarschijnlijkheid. De politieke partij VVD maakt zich al jaren sterk voor een ‘Weert Beach’. In het Coalitieprogramma 2014-2018 van het huidige gemeentebestuur (SP, VVD, Weert Lokaal) staat eveneens het streven om dagrecreatie te realiseren bij het Blauwe Meertje."

Ik lees in dat coalitiepogramma op pagina 7 het volgende:
"In het kader van het verder benutten van het recreatief toeristisch potentieel van Kempen-Broek en een uitloop van het IJzeren Man gebied, worden aanwezige kwaliteiten verder ontwikkeld. Daarbij streven we naar een gebiedsontwikkeling waarin de beoogde functies met elkaar in evenwicht worden gebracht. Wij gaan voor het realiseren van dagrecreatie (‘Weert Beach’)."

Wat heeft de SP er in hemelsnaam toe bewogen zo van mening te veranderen en als een blad aan een boom om te draaien? Zij waren toch vooral degenen die voor extensieve recreatie bleven pleiten, want op die voorwaarden was namelijk de vergunning verleend. En "Afspraak is afspraak" zo predikten ze!!!!.
Wat heeft hier nu gespeeld? Wat bedoelen ze nou met "Wel zo eerlijk" en "Afspraak is afspraak" !!!!!
Door zo'n ommezwaai laat je toch veel (natuur)mensen danig in de kou staan.
Voor mij een reden om mijn mening over de SP ten aanzien van het Blauwe Meertje danig bij te stellen. Mijn vertrouwen in hen heeft in elk geval een flinke knauw gekregen............
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

dinsdag 12 november 2013

Het blauwe meertje

Het "oude" blauwe meertje in 2009
Aan de rand van recreatiegebied de IJzeren Man lag aan de Voorhoeveweg, eind jaren 80 al een kleine plas die was ontstaan door zandwinning en die in de volksmond het “Blauwe Meertje” werd genoemd. De foto's laten zien waarom de plas deze naam kreeg. De blauwe kleur van het water heeft trouwens weinig met de waterkwaliteit te maken. Daarover in een volgende post meer. Hoewel het eigenlijk verboden gebied was, liet men oogluikend toe dat er gezwommen en gevist werd.

De plas maakt sinds eind jaren ‘90 van de vorige eeuw, deel uit van een veel grootschaliger zand- winning, die te zien is als je langs de Zuid-Willems- vaart richting Laurabossen rijdt, of naar de Heihuis- weg gaat. Het is de grootste plas in Midden-Limburg (buiten de Maasplassen) en een wandeling om de plas duurt dan ook al gauw zo’n drie kwartier.

Oudste deel van het blauwe meertje in 2009

Bericht in mei 2001:
““De Provincie Limburg heeft aan de Centrale Zandwinning Weert (CZW) toestemming verleend tot het gefaseerd afgraven van ophoog- en metselzand in het 66 ha. grote ontgrondingsgebied, globaal gelegen tussen de Zuid-Willemsvaart, het bospark de IJzeren Man, de Tungelroyse Beek en het straalbedrijf Cuijpers, in de periode 2002 tot en met 2018. Het plan voorziet tevens in het gedeeltelijk opheffen van de Heihuisweg en gelijktijdig de aanleg van openbare fiets-, wandel- en ruiterpaden.

Centraal in het eindplan staat natuurontwikkeling met beperkte mogelijkheden voor een extensief recreatief medegebruik. Het is de taak van de provincie erop toe te zien dat e.e.a. volgens contract verloopt.
Eén van de voorwaarden van de vergunning houdt o.a. in dat door het aankopen en kappen van ruim 43 ha. naaldbos, het gebied herplant en gecompenseerd zal worden en ingericht wordt als natuurgebied.”


Centrale Zandwinning (CZW) in november 2010
CZW in november 2010
Door dit besluit wordt in 2001 een proces op gang gezet, waardoor in ruil voor zand- en grindwinning door Kuypers Bouwgrondstoffen bv. Kessel, tevens een gevarieerd natuurgebied met een mooie natuurplas van tientallen ha. kan worden gecreëerd. In het plangebied liggen onder andere naaldbossen, maar die zijn voor de natuur tot dusver van weinig belang geweest. Er zijn waarnemingen gedaan, waaruit bleek dat er geen vaste rust- en verblijfplaatsen van diersoorten waren en dat zowel in het plangebied als in de directe omgeving voldoende alternatieve foerageergebieden zijn, waar de verschillende soorten naar kunnen uitwijken. Het broekbos langs de Lozerweg laat men ongemoeid en dient als "doorgangsgebied" richting Kruispeel en als buffer.
De ingreep heeft dan ook geen negatieve invloed op de planten- dierenpopulatie en kent alleen maar winnaars; in ruil voor zandwinning, krijgen we er een prachtig natuurgebied voor terug.

Het gebied wordt door deze ontwikkeling een niet onbelangrijke schakel tussen het IJzerenmangebied en de Kruispeel/ Laurabossen/Kettingdijk en maakt zodoende deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur.

Centrale Zandwinning in april 2013
CZW vanaf Herenvenneweg in augustus 2013
oudste deel van de CZW vanaf Heihuisweg in augustus 2013
Vandaar dat er dan ook algemene instemming was voor dit plan. Mits het terrein, zo is de afspraak, na afloop van de zandwinning zal worden heringericht ten behoeve van natuurontwikkeling. “Als compen- satie voor het ontgronden wordt het gebied ingericht als een natuurgebied met extensieve recreatie”. Hiermee bedoelt men: wandel-, fiets- en visactiviteiten. Natuur moet hier de ruimte krijgen en intensieve recreatie, zoals een zwemstrand met bijv. een horecavoorziening behoort niet tot de mogelijkheden.


CZW in november 2013
Toen ik bovenstaande foto plaatste op Columbus Reisreporter, kreeg ik lovende reacties over het gebied en het ziet er natuurlijk ook prachtig uit. Toch is het eigenlijk "schone schijn"; mooi is niet altijd goed.....
De zandwinning levert inderdaad langzaam maar zeker een prachtige grote plas op, maar het creëren van een waterplas is niet hetzelfde dan natuurontwikkeling. Vanaf de start gaan er helaas dingen mis.
In mijn volgende post hierover meer.

zondag 3 november 2013

Grote werken in De Luysen

Op 13 augustus stond op de site van Natuurpunt Bree:

Grote werken in De Luysen.

“Grote werken zijn gepland aan de grootste vijver in het vijversysteem de Luysen. Door gerichte ingrepen willen we het systeem beter beheerbaar maken en willen we extra moeraszones creëren. Als voorbereiding van deze werken is nu reeds gestart met het aflaten van de vijver. Wanneer dit grotendeels achter de rug is, wordt de vijver afgevist. Van zodra de bouwvergunning in orde is en de aannemer aangeduid, zullen de werken starten".

 
Momenteel is Natuurpunt dus bezig met het meer open maken van natuurgebied Mariahof - De Luysen, door kap en het herinrichten van het resterende watersysteem. Het betreft de voormalige visvijvers, aan de oostkant van de Luysen (blauwe omlijning op het kaartje). In mijn vorige blog heb ik al verteld over Mariahof - De Luysen. Het Mariahof was voorheen een boerderij (gebouwd tussen 1800 en 1814) en is in de jaren '60 ingericht als verblijfsrecreatie voor hengelaars. Het domein Mariahof sluit aan bij de Luysen en bestaat voornamelijk uit waterplassen, die in de jaren '60 en '70 als visvijvers zijn ingericht en goed bereikbaar zijn gemaakt door de aanleg van dijken. Na de aankoop van de vijvers en de boerderij door Natuurpunt in 2006 is met de hulp van de stad Bree en de inzet van vele vrijwilligers bij de boerderij een bezoekerscentrum ingericht, dat in de zomer van 2012 officieel is geopend als "Natuur.huis Mariahof".


De vijvers krijgen via gescheiden systemen water van de Abeek, dat uiteindelijk uitmondt in de Lossing of Emissaire. Met in- en uitlaatconstructies kan men het waterpeil in de vijvers afzonderlijk beheren. De herinrichting van de vijvers is nodig om het domein naadloos en zonder verlies van natuurwaarden te laten aansluiten op het naastliggende de Luysen. Ook de vijvers van Mariahof zullen zodoende in de nabije toekomst een veel natuurlijker karakter krijgen met rietkragen en wilgen en een "paradijs" voor talloze diersoorten zijn (worden). Door het gebied aan te sluiten op de Luysen en toegankelijk te maken voor natuurliefhebbers, ontstaat één aantrekkelijk aaneengesloten natuur- en wandelgebied, met paden, knuppelbruggetjes en vogelkijkhutten.

Blogarchief