Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label IJzerenman gebied. Alle posts tonen
Posts tonen met het label IJzerenman gebied. Alle posts tonen

woensdag 14 september 2022

Allemaal beestjes: Rode Amerikaanse rivierkreeft

Afgelopen week vond ik in de buurt van het Eendenven in het IJzerenmangebied te Weert een dier dat men liever niet wil zien: een Rode Amerikaanse rivierkreeft (Procambarus clarkii). Iets verderop vond ik nog 2 dode exemplaren. Het is een kreeft uit de zuidoostelijke Verenigde Staten en Mexico, die leeft in zoet water. Het is een invasieve exoot; een dier dus dat van nature niet in Nederland voorkomt en schadelijk is voor de natuur. Sinds 2016 staat deze soort dan ook op de lijst van invasieve exoten
Vrouwelijke Rode Amerikaanse rivierkreeft met een typische dreighouding

 Het is één van de 8 rivierkreeften die momenteel in Nederland worden aangetroffen. (* “Amerikaanse rivierkreeften, een bedreiging voor onze watervegetaties ?”, Edwin Peeterse.a., 2021). 
Volwassen dieren zijn roodachtig, op de scharen zitten felrode puntjes. De grootte van een volwassen exemplaar is minimaal 12 cm en maximaal 17 cm. Ze hebben 5 paar poten waarvan de voorste met scharen. Vrouwelijke dieren hebben 2 gelijke scharen, bij mannelijke exemplaren is de rechter schaar aanzienlijk groter (aldus het KAC= Kennis- en Adviescentrum Dierplagen). Op de foto zien we dus  een vrouwelijk exemplaar. Zij vertoont een op het land kenmerkend gedrag; deze kreeft vertoont bij benadering namelijk een typische dreighouding.
In Nederland werd de rode rivierkreeft in 1985 voor het eerst aangetroffen. (KAC heeft het over het jaar 1968!).Het dier heeft nauwelijks natuurlijke vijanden (de enige serieuze vijanden naast de mens zijn de reiger, fuut, meeuw, meerkoet, snoek en baars ) en vermenigvuldigt zich daardoor razendsnel.  Het dier kan ook drager zijn van de zgn. kreeftenpest. De inheemse Europese rivierkreeft is hier niet tegen bestand en daarom al in grote delen van Europa en in Nederland vrijwel uitgestorven. 
Kenners schatten dat er al vele honderdduizenden rode rivierkreeften in de Nederlandse wateren zitten. Ter illustratie: In het nieuws van Omroep Gelderland van 12 juli 2021 werd vermeld, dat er in de Proosdijvijver in Ede in een maand tijd liefst  12.000 dieren (432 kg.) gevangen werden. Bekijk ook eens het filmpje dat in dat artikel staat. Vooral in het Groene Hart is  de situatie echter zorgwekkend; daar werd in 2016 al gemiddeld per hectare oppervlaktewater tot 800 kilo rivierkreeft gevonden!!!! 

  “Er is gewoon te laat ingegrepen”, aldus Ivo Roessink van de Wageningen Universiteit: "Deze kreeften zijn de tanks van de onderwaterwereld. Oorspronkelijk ging het om een klein aantal beesten. Die hadden toen nog geen natuurlijke vijanden, waardoor hun hoeveelheid explosief kon toenemen. Maar wie tien jaar geleden had geroepen dat het een probleem zou worden, werd niet gehoord. Nu is er wel aandacht voor, maar er is al heel veel schade aangericht." 
 de Verspreidingsatlas: actuele situatie
De aanwezigheid van de rode rivierkreeft was lang voornamelijk beperkt tot Noord- en Zuid-Holland, maar wordt sinds een jaar of vijf ook elders steeds vaker gezien. En nu dus ook in Weert........ 
Ik neem aan dat ze in het IJzerenmangebied zijn terechtgekomen via de Zuid-Willemsvaart en de waterinlaat van de Weteringbeek. Ze zitten het liefst in stil of langzaam stromend water. Het IJzerenmangebied is met zijn vennetjes, de Weteringbeek en sloten een ideaal gebied, omdat deze kreeft zich  in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Gevlekte Amerikaanse rivierkreeft, zich ook verspreidt door afstanden over land af te leggen. Zo kunnen dus ook het geïsoleerde Eendenven, Geurtsven, Zwanenven en Kleine IJzerenman bereikt worden. Daar kan deze soort voor flinke ecologische effecten zorgen, omdat ze flinke schade kunnen aanrichten aan de waterflora en de opgroeiende amfibieën. 
Het is niet moeders mooiste zoals ze me aankijkt
 In principe eet deze kreeft vooral waterplanten, maar als ze hongerig is, wordt het een alleseter. Ze eten dus zowel waterplanten als waterdiertjes. Ze vreten de sloten kaal, waardoor ander leven er onmogelijk wordt. Door hun eet- en graafgedrag veroorzaken ze niet alleen schade aan de oevers, maar tasten ze ook de waterkwaliteit aan. Door het omwoelen van de bodem kan het ontstaan van blauwalg worden bevorderd. 
In een studie die door Kennisnetwerk OBN is uitgevoerd in opdracht van de "Vereniging van Bos- en Natuureigenaren" lees ik o.a. het volgende: "De ecologische en economische schade die toegebracht kan worden door de uitheemse rivierkreeften is aanzienlijk. De rode Amerikaanse rivierkreeft staat zelfs in de top drie van de lijst van ‘100 worst alien species in Europe’ vanwege de negatieve economische en ecologische impact die de soort heeft. De ecologische impact komt door verschillende aspecten zoals graasdruk (eten en knippen van watervegetatie), competitie met inheemse soorten, verspreiding van de kreeftenpest en amfibieschimmels, vertroebeling van het watersysteem, bemoeilijken van verlanding in laagvenen en predatie van eieren en larven van andere soorten".

De dieren planten zich erg snel voort. Ze kunnen in hun eerste levensjaar al voor nageslacht zorgen. De Rode Amerikaanse rivierkreeft kan tot 600 (!) eieren onder de staart meedragen. De eitjes ontwikkelen zich verder onder de staart tot de kleine kreeftjes uitkomen. Om te zorgen dat de nakomelingen veilig zijn, graaft  ze in de oevers gaten tot een 1/2 meter diep die als schuilplaats dienen. Tijdens hun groei moeten de kreeftjes meerdere malen verschalen. Hierbij wordt het oude harde pantser afgeworpen waaronder het nieuwe zachte pantser zit wat nog op kan rekken waardoor het dier kan groeien. Dat uitharden duurt enkele uren. De kreeftjes zijn dan erg kwetsbaar en blijven daarom over het algemeen veilig verscholen in de schuilplaats tot het pantser uitgehard is. 
Het dode dier dat ik vond, mist één voorpoort met schaar en de oogkassen zijn leeg.
De Amerikaanse rivierkreeft is niet alleen voor velen een plaag, maar in veel landen, waaronder ook Nederland, een delicatesse. Men heeft de soort namelijk niet alleen als aquariumdier ingevoerd, maar ook voor de consumptie ervan toen onze inheemse rivierkreeften afnamen in aantal. Door onachtzaamheid is het dier in onze wateren terechtgekomen. 
De meest voor de hand liggende oplossing voor de grote verspreiding van de rivierkreeft zou dan ook zijn om sloten en plassen leeg te vissen en het dier op te eten. Volgens een woordvoerder van het ministerie van LNV (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit)  zijn er momenteel ook al zo'n 175 beroepsvissers die op Amerikaanse rivierkreeften mogen vissen. Waterschappen en gemeenten kunnen hen inhuren om met beroepsvistuigen op de kreeften te vissen.  
Het mooie aan een dood dier is, dat je ze van alle kanten goed kunt fotograferen
Met fuiken en kreeftenkorven van gevlochten ijzerdraad kan gericht op rivierkreeft worden gevist. Aalvistuigen zoals de fuik, mogen een deel van jaar niet ingezet worden, maar met kreeftenkorven mag het hele jaar door worden gevist. Een kilo rivierkreeft doet bij de groothandel al snel meer dan 10 euro. Als er echt honderdduizenden kilo's gevangen kunnen worden, kan de vangst van rivierkreeft dus een goed belegde boterham opleveren. Dat gebeurt vooralsnog  in  de polders en vaarten van Noord- en Zuid Holland en  in  Flevoland, de Noordoostpolder en Zuidwest Friesland. 

Om zo duurzaam en efficiënt mogelijk kreeften weg te vangen, is onlangs in opdracht van verschillende waterschappen door ecologisch adviesbureau ATKB een nieuwe methode ontwikkeld: de Kreeftencollector. In de gemeente Tienhoven (Utrecht) is een pilot opgestart. Voorheen lag het hele gebied vol met fuiken (zo'n 3000). Dezen moesten elke week geleegd worden. Een intensief werkje. Daarom heeft ATKB de kreeftencollector ontwikkeld. Het is een meterslange fuik, waar de dieren doorheen lopen en via een gangenstelsel naar één grote doos worden geleid. Daar worden ze opgevangen. Voordeel hiervan is dat deze maar één keer per week geleegd hoeft te worden. Het is dus niet alleen minder werk, maar ook diervriendelijker.  Je kunt een filmpje hierover HIER bekijken.  
Bij dit dood dier kun je ook de onderkant eens goed bekijken.
Of dat vangen ook hier op korte termijn gaat gebeuren, daar heb ik mijn twijfels over.  "Daar is het niet erg genoeg voor" hoor ik iemand al zeggen!!!!!!  Het is inderdaad niet duidelijk hoe groot de populatie hier is, maar lang wachten met het nemen van maatregelen is mijns inziens zeker geen optie. Zo gaat het van kwaad naar erger.. Als je ze ziet, is het eigenlijk al te laat...................................

Op YouTube vind je meerdere filmpjes over deze kreeft. Ik heb er één voor je uitgekozen.

Ter afsluiting van deze post heb ik nog een plaatje gevonden op de site www.aquariumzoeken.nl  Daar vind je nog een korte uitleg over de anatomie van deze rivierkreeft. Interessant weetje: een verloren schaar of poot kan al na slechts twee verschalingen volledig terug groeien.



UPDATE november 2022: En ja, daar heb je het al. Je kon er op wachten..... In de Limburger van 26 oktober lees ik namelijk: 


Ja ja, "dat reguleert zich wel"!!!!!!!!. Dank je de koekoek. Lekker wachten tot het te laat is. Wat zijn mensen toch hardleers........... Met in de "gaten houden" zal het alleen maar van van kwaad tot erger worden. Nu is het probleem nog beheersbaar. Waarom niet meteen ingrijpen, zo vraag ik me af.............................

UPDATE maart 2024: Er circuleren steeds meer filmpjes op YouTube over deze kreeft. Het is zeker interessant om deze eens te bekijken: https://www.youtube.com/watch?v=T2Mwyl_JAxY
  

dinsdag 9 juli 2019

Fauna in het IJzerenmangebied

In de post “Biotopen in het IJzerenmangebied” had ik het over een “mozaiek van kleine landschapjes". Als men er nu door gericht beheer in zou slagen ook een "mozaiek" van plantensoorten te krijgen, zou dit de biodiversiteit zeer ten goede komen. In een biodivers gebied met veel variatie in plantensoorten leven nou eenmaal meer dieren, dan in een gebied waar slechts enkele plantensoorten de overhand hebben.



 
Ik noemde onder andere braam, brandnetel en kleefkruid die op sommige plekken langs de Weteringbeek dusdanig woekeren, dat ze de meer bedreigde kruidige soorten verdrukken. Dat betekent niet dat deze 3 soorten dan maar verwijderd moeten worden. Het gaat om de variatie in vegetatie. Er moeten dus ook bijvoorbeeld schrale hei- en graslandjes en venoevers zijn, waar andere soorten een kans krijgen te groeien en te bloeien en daardoor voor een toename van insecten zorgen.

Elzenvlieg of Slijkvlieg
Gewone distelboktor
Ook de 3 genoemde soorten die nu op meerdere plaatsen de overhand hebben, zijn ondanks alles belangrijk, omdat ze waardplant zijn voor tal van organismen. Een waardplant is een plant waarop een organisme de bestanddelen vindt, die voor zijn groei en vermeerdering nodig zijn.

Brandnetelbladroller
Bonte brandnetelroller
Distelvlinder
Veel soorten danken hun naam aan hun waardplant. Dan denk ik bijvoorbeeld aan soorten als de Brandnetelbladroller, de Distelvlinder, de Zuringuil, Elzenbladhaantje en Eikenprocessierups.

Landkaartje, eerste generatie
Het ligt misschien niet direct voor de hand om de brandnetel als een vlinderplant aan te merken. Toch is hij voor met name vlinders erg belangrijk: een aantal vlinders is er zelfs helemaal van afhankelijk.
Dan moet je bijvoorbeeld denken aan de Dagpauwoog, de Kleine vos, de Gehakkelde aurelia, het Landkaartje en de Atalanta. Deze groep wordt ook wel ‘brandnetelvlinders’ genoemd. Het zijn niet alleen de vlinders die van de nectar snoepen en de eitjes erop leggen, maar ook de rupsen die van de plant eten. Zij lusten buiten brandnetel helemaal niets anders. Zonder brandnetel kunnen ze zich niet voortplanten. Dus ga die brandnetels niet allemaal verwijderen, maar zorg dat ze niet de andere planten gaan overwoekeren en dat er evenwicht is.
Het betreft zowel dag- en nachtvlinders, maar ook voor bijen en wespen, vliegen en muggen, kevers, cicaden en wantsen is de brandnetel van belang.

 
De meeste soorten zijn gelukkig niet afhankelijk van één plant, maar sommige soorten zijn daarin zo kieskeurig, dat het verdwijnen van een enkele plantensoort kan betekenen dat een vlindersoort of andere soort mee ten onder gaat. Zo zal de larve van het Elzenbladhaantje alleen knabbelen aan de zwarte els, het Oranje zandoogje zal haar eitjes alleen afzetten op een braam en het Landkaartje alleen op de brandnetel.

 
De Grijze zandbij is helemaal afhankelijk van het stuifmeel en de nectar van de wilg voor haar larven, de rups van de Kleine ijsvogelvlinder eet alleen maar van kamperfoelie (die in halfschaduw bos staat), het Oranjetipje zet haar eitjes af op de pinksterbloem, het Icarusblauwtje zoekt haar voedsel bij met name vlinderbloemigen, maar zet haar eitjes weer af of rolklaver. Zo kan ik nog wel even door gaan.
Minder pinksterbloemen bijvoorbeeld betekent dus minder gunstige omstandigheden voor de Oranjetipjes en minder vlinderbloemigen en rolklaver betekent minder Icarusblauwtjes. 

Kortom: WAARDPLANTEN zijn van grote waarde voor de insectenwereld. Dat geldt overigens ook voor veel schimmels /paddenstoelen en bacteriën, die soms maar op één soort voor komen.

bladwesp: Macrophya albicincta-alboannulata (er is geen Nederlandse naam voor).

Ook de braamsoorten (Rubus) die in het IJzerenmangebied met name langs de Weteringbeek erg dreigt te gaan woekeren, is van groot belang voor veel dieren. Als de witroze bloemen verschijnen, zijn er al snel bijen en andere insecten rond de braamstruiken te vinden voor de bestuiving. De nectar is een belangrijke voedselbron voor bijen zoals groefbijen, metselbijen, zandbijen en zijdebijen.

bladwesp: Macrophya duodecimpunctata  (ook hier geen Nederlandse naam)
Koevinkje
Veel soorten (nacht)vlinders, zoals talloze Uilensoorten en Spinneruilen, bladrollers, Spanners, Spaanse vlag en Bonte beer, maar ook Dikkopjes, Parelmoervlinders, Koevinkjes etc., maken dankbaar gebruik van de braam om hun eitjes af te zetten.

De vruchten worden door veel vogelsoorten gegeten. Maar ook zoogdieren eten de vruchten. Herten als de ree en het edelhert eten de bladeren, twijgen, en vruchten. Sommige bijensoorten nestelen zelfs in braamstengels. De struiken bieden nestgelegenheid aan zangvogels en aan loopvogels als fazanten en patrijzen. Ook bieden ze dekking aan kleine zoogdieren als de veldmuis en het konijn.

Tot slot wil ik je nog een aantal andere insecten laten zien, die ik de afgelopen maand in het IJzerenmangebied zag. Een keuze uit veel soorten, want er is heel veel te vinden, als je tenminste goed kijkt en er de tijd voor wil nemen.

Gewone dwergzandbij op Geel Nagelkruid.
Bloedcicade
Bont zandoogje
Brandnetelmotje
Bruine korenbout, blauw berijpt mannetje
Driehoekeendagsvlieg, een haftensoort
Houtsluipwesp
Kardinaalsmutsstippelmot
Rozenkever
Schorpioenvlieg
Aziatisch lieveheersbeestje
Viervlek
Vuurjuffer
Weidebeekjuffer, de mannelijke soort.
Woeste sluipvlieg
Wormkruidhaantje
rups van de Zuringuil
Vrouwelijke Weidebeekjuffers
Bessenwants
dode Groene bladsnuitkever
Blauwvleugelsprinkhaan vrl. (foto van 24 augustus 2019)

Blogarchief