Dit is na de bijzondere zakjeszwam Vossenkeutelpenseelschimmel mijn tweede post van het paddenstoelenseizoen 2024. Er gaan er nog meer volgen de komende tijd. Deze keer wil ik het ook weer hebben over één enkele soort, namelijk het Zilveren boomkussen.
In de afgelopen jaren heb ik regelmatig foto's gemaakt van deze slijmzwam. Ik heb er nog niet eerder aandacht aan besteed, want echt boeiend ziet ie er niet uit. Ik laat je nu echter toch een aantal exemplaren zien in verschillende stadia, met (zoals je van mij gewend bent) een bijbehorend praatje.
Het ZILVEREN BOOMKUSSEN (Reticularia lycoperdon) is eigenlijk geen zwam, maar een van onze grootste slijmzwammen. Een wezenlijk verschil is dat een slijmzwam een kolonie van eencelligen is, die zich als een slijmerige klodder (plasmodium) kan voortbewegen! Ze zijn in staat om te groeien en zich te verplaatsen in hun zoektocht naar voedsel. Een ander verschil tussen slijmzwammen en zwammen is hun celwand; echte zwammen hebben chitine (een eiwit dat voor stevigheid zorgt) in hun celwand. Slijmzwammen hebben dat eiwit niet.
Slijmzwammen worden ook wel Myxomyceten genoemd. Ik heb daar al vaker in mijn blog iets over geschreven. Dus..... als je er meer over wil weten, kun je dat onder andere HIER nalezen.
Als gevolg van een sterke toename van groot en veel dood hout in onze bossen, zien we de laatste decennia een sterke toename van deze slijmzwam. De vruchtlichamen zijn het hele jaar door te vinden, maar vooral in het voorjaar, na de laatste nachtvorst, tref je ze aan op staand of liggend dood hout. Meestal is dat op loofbomen, hoewel ze een enkele keer ook op naaldhout worden aangetroffen.
Het plasmodium is een witte, slijmerige, korrelachtige massa. In doorvallend licht lijkt het in een vroeg stadium geel. Het kan tot circa 10 cm groot worden. De inhoud is aanvankelijk wit en zacht (veerkrachtig en in te drukken), maar wordt later droog.
Als de wand, die dun is als papier, begint op te drogen, gaat hij zilver- tot parelmoerachtig glanzen. Daar dankt ie dus ook zijn naam aan.
Daarna zal het snel verbrokkelen, bruin van kleur worden en open scheuren. Dan wordt ook de cacaobruine sporenmassa zichtbaar. Wind en regen zorgen voor de verspreiding van de sporen.
De genusnaam Reticularia betekent "net-" of "maas-vormend", en de soortnaam lycoperdon "wolfsscheet". Dit heeft waarschijnlijk betrekking op de opwolkende bruine sporen die (pas op) bij inademing gevaarlijk kunnen zijn. Maar de naam "scheet" zou ook kunnen slaan op de onaangename gasachtige geur.
Het boomkussen is niet giftig, maar wordt in ons land als oneetbaar beschouwd. Ziet er ook niet smakelijk uit. In een land als Mexico denkt men daar anders over. De in dat land gebruikte Spaanse naam voor de variant "Americanum" is "Maanschimmel", die als rijpe sporenbal wel een beetje weg heeft van de in dat land ook als lekkernij beschouwde en populaire Builenbrand (Ustilago maydis). De jonge, verse sporangia worden daar verzameld, gebakken en als delicatesse gegeten.
Boompuist
Vaak wordt het Zilveren boomkussen nog onterecht als Boompuist aangeduid, maar deze naam is al langer gereserveerd voor een zwam met de naam Postia ptychogaster. Oppervlakkig bezien lijken ze wel wat op elkaar (met name als ze jong zijn) De Boompuist is echter geen slijmzwam, maar een buisjeszwam, hoewel je dat alleen kunt zien bij de geslachtelijke variant.
Een slijmzwam als het Zilveren boomkussen veeg je gemakkelijk weg van de plek waar die groeit en bij een echte zwam zoals de Boompuist is dat vaak lastiger. Bovendien is het Zilveren boomkussen een soort die je al vanaf het voorjaar kunt aantreffen en de Boompuist is meer van de herfst. Ook vind je de Boompuist op takken of stronken van naaldbomen en bij het Zilveren boomkussen is dat voornamelijk op loofbomen. Wil je wat meer over de boompuist weten, dan moet je HIER klikken.
Wauw en nog eens wauw want wat zijn ze allen weer mooi. De eerste lijkt wel een boom die een kauwgombal blaast. Toch een bijzondere wereld hoor met de slijmzwammen en dan om te zien als deze opdroogt de binnenkant er ook weer zo mooi er uit zien. Kan zijn dat ik weleens de verharde hebt gezien maar niet bij aanvang groei. Weet ook niet alle namen zoals jij. Maar dat hindert niet want ik leer bij jou ook heel veel. Natuurgroetjes, Tine
BeantwoordenVerwijderenFijn om te horen Tine.
VerwijderenNog even en je kan ze weer veel zien en ontmoeten denk ik. De regen laat ze weer veel ontspruiten. Zelf nog wat bekende gezien die je altijd wel ziet maar wie weet wat dit seizoen nog laat zien.
VerwijderenHoi Geer.
BeantwoordenVerwijderenWat een bijzondere soorten.
Mooi de uitleg en de foto's zo leer ik ook steeds meer ervan.
Groettie van Patricia.
Dat hoor ik graag Patricia
BeantwoordenVerwijderenHallo Gerard, dank voor deze uitleg over deze soort. je hebt er weer een uitstekend post over gemaakt met de nodige fraaie foto's ter illustratie.
BeantwoordenVerwijderenBedankt.
Groeten,
Roos
Dank je Roos
BeantwoordenVerwijderen