Stippelmotten (Yponomeutidae) zijn sierlijke nachtvlindertjes (ze hebben dus lange dunne antennes zonder knopjes), die je overdag niet ziet of die pas opvliegen als ze verstoord worden. Onlangs lukte het mij eindelijk er een geslaagde foto van te maken. Dat viel niet mee, aangezien ze zo klein zijn en bij de minste verstoring wegvliegen. Er is één generatie per jaar.
Stippelmot (Yponomeutidae))
Wereldwijd zijn er circa 700 verschillende soorten bekend. Ze komen vooral in de tropen voor. In Nederland zijn er zo’n 10 tot 20 soorten. Bij de meeste soorten houden de "motten" in rusthouding hun vleugels als een dakje boven hun lichaam en de lange antennes langs hun lichaam, waardoor ze erg smal zijn en dan ook in rust moeilijk te vinden zijn. Het is een kleine 1cm lange vlinder met een spanwijdte van ongeveer twee centimeter. Kenmerkend zijn de witte voorvleugels die bezaaid zijn met talrijke zwarte stippen. Mooi om te zien. De achtervleugels zijn grijsbruin, en de vleugelranden hebben lange franjes. De vlinders vliegen omstreeks juli en augustus.
De soorten hebben allen een specifieke voorkeur voor een bepaalde waardplant om daar hun eitjes te leggen. Zo is er onder andere de Wilgen-, Kardinaalsmuts-, Vogelkers-, Meidoorn- en Appelstippelmot. Aan de boom waarin het spinsel en/of rups zit, kun je dus zien welke stippelmot daar de eitjes heeft gelegd. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de volgende foto waar het spinsel en de rupsen op de Kardinaalsmuts zitten..
Welke soort Stippelmot je op de foto's ziet, heb ik echter niet kunnen achterhalen, aangezien ze soorten erg elkaar lijken.
De vlinder zet in het najaar ongeveer 50 eitjes dakpansgewijs over elkaar in groepjes af in het liefst dezelfde boom of struik. Deze ei-hoopjes die zich op takken bevinden, worden afgedekt met een aan de lucht hard wordende stof om zo de winter te overleven.
rups van de Kardinaalsmutsstippelmot (Yponomeuta cagnagella)
rups van de Kardinaalsmutsstippelmot (Yponomeuta cagnagella) In april komen de rupsen uit de beschutting van het ei-pakketje. De rups heeft een lichtgele tot donkergrijze grondkleur met zwarte stippen en een zwarte kop. Ze heeft geen brandharen. Ze kunnen in grote aantallen voorkomen. Ze gaan onmiddellijk op zoek naar eten en vreten de boom of struik waarop ze zich bevinden, volledig kaal. Tegen eind mei - begin juni zijn de aangetaste waardplanten volledig kaalgevreten.
spinsel van de algemeen voorkomende Wilgenstippelmot
De rupsen hebben de neiging gemeenschappelijke webben te spinnen, waardoor de struik of boom is bedekt met een dicht, wit zijdespinsel. Vandaar dat ze ook wel Spinselmotten worden genoemd.
Hoewel het vlindertje zelf moeilijk te vinden is, heb ik van dit spinsel al jaren geleden foto's kunnen maken, want dat is een opvallend verschijnsel. Het is vrij taai en biedt daardoor enige bescherming tegen vijanden.
spinsel van de Wilgenspinselmot
Ze zorgen daar soms voor surrealistische taferelen door met hun webben bomen, en zelfs auto's en straatmeubilair volledig in te pakken. Dit taaie spinsel is een uitstekende bescherming tegen vijanden.
Rupsen en poppen van de Wilgenstippelmot
In het spinselnest vindt ook eind juni de verpopping plaats. De witte poppen hangen samengeplakt tegen de kale taksteeltjes en stam. Verpopping is een bij veel insecten voorkomend proces waarbij de larve zich uiteindelijk transformeert tot een volwassen insect (imago). Poppen zijn weerloos en kwetsbaar, vandaar het spinsel, dat ze beschermd tegen invloeden van buiten.
Rond de langste dag komen de stippelmotten als een klein nachtvlindertje tevoorschijn om weldra weer aan een nieuwe cyclus van vlinder → eitje → rups→ pop → vlinder te beginnen.
volledig kaalgevreten wilgenboom
Meestal is de schade van geringe betekenis aangezien de bomen en struiken (ook na geheel kaal te zijn gevreten), gemakkelijk herstellen en weer groen worden. Een gezonde boom of struik zal dus niet sterven ten gevolge van de kaalvraat, maar als de plaag zich jaar na jaar voordoet op dezelfde plant, dan kan die op termijn toch afsterven, of kan vruchtvorming achterwege blijven.
Mooi, in Denemarken zag ik in mei soms rupsen. Hier eigenlijk niet maar ik kom ook niet in velden.
BeantwoordenVerwijderenDank je wel Caroline voor je reactie.
BeantwoordenVerwijderenDie spookbomen zoals ik die noemt heb ik ook al vaak ontmoet met al die rupsen erin en ook de stippelmot maar zo mooi dichtbij heb ik ze niet op de foto kunnen krijgen. Mooi log met de info erbij en leuk om weer eens wat van te lezen en te kijken. Zomergroet, Tine
BeantwoordenVerwijderenDank je wel Tine voor je reactie. Het is idd. al weer even geleden dat ik een post plaatste.
BeantwoordenVerwijderenIk scheef eens deze woorden Geert en had er ook een klein filmpje van gemaakt voor mijn YT kanaal. die staat eronder. https://catherinetine.blogspot.com/2017/05/ontmoet-de-spinselmot-rupsen.html
VerwijderenGr, Tine
Ik heb met veel belangstelling je post gelezen Tine. Mooie aanvulling op mijn post. Bedankt
BeantwoordenVerwijderenHoi Geer.
BeantwoordenVerwijderenMooie uitleg van de Motten.
Ze zijn best mooi om te zien die Stippelmotten.
Groettie van Patricia.
dank je wel Patricia
BeantwoordenVerwijderenHallo Gerard, ja dit is toch wel een bijzonder fenomeen die struiken en bomen helemaal ingepakt met het spinsel van deze mot. Prachtig.
BeantwoordenVerwijderenGroeten,
Roos
dat heb jij ongetwijfeld ook wel eens gezien Roos, maar je er niet in verdiept. Bedankt weer voor je reactie
BeantwoordenVerwijderen