Zij ontspringt op het Kempens plateau te Wijshagen-Meeuwen en vloeit via Gerdingen, Reppel, Beek en Bocholt in noordoostelijke richting, waar zij bij het Nederlandse Neer in de Maas uitmondt.
“De Abeek was vroeger een Levensader van beide Limburgen”. Aan deze beek lagen bijvoorbeeld liefst 16 molens. Het gebied maakt deel uit van het grensoverschrijdende Kempen-Broek.
De Clootsmolen (ook wel Neermolen genoemd) was een banmolen of dwangmolen. Ze ligt aan Watermolenweg 1 in Kreyel (gemeente Bocholt). Kreyel komt van Craeye lo, wat kraaienbos betekent.
De naburige boeren moesten daar op last van de plaatselijke heer van Bocholt (tevens graaf van Horne) sinds 1465 het graan laten malen. Het doel van deze molendwang was een deel, bijvoorbeeld een tiende, van (de waarde van) het graan als belasting te kunnen innen. De boeren betwistten dit vanaf het begin, maar pas in de Franse tijd kwam er een einde aan deze feodale regeling.
Clootsmolen of Neermolen, voordat de A-beek werd rechtgetrokken (+ 1960) |
Veel achternamen zijn afgeleid van de voornaam van de voorouder. Denk bijvoorbeeld aan Barendsz, in de betekenis van: zoon van Barend. Dat was ook zo met namen als Roelofsz, Petersz, Adriaansz en Jacobsz. Oorspronkelijk dus met een z in de betekenis van zoon, maar in de loop der tijd werd de z weggelaten, zodat alleen de 2e naamval is overgebleven, dus Barends, Roelofs, etc. Dit noemt men een patroniem.
Ik denk dat Clootsmolen niet verwijst naar de oorspronkelijke voornaam Cloot (de molen van Claude), maar naar de achternaam Cloots. De molen dus van Cloots (mét s). Een klein verschil, maar toch……
De molen is een zogenaamde onderslagmolen. Bij onderslagmolens stroomt het water onder het rad door. Dit type molen komt vooral voor op de wat grotere beken/kleinere rivieren en is typisch voor waterlopen met een klein verval. In de loop van de 19e eeuw is de molen voorzien van een bakstenen gebouw. Het molenhuis in haar huidige vorm dateert uit begin 20e eeuw. Later werd de beek omgelegd, en kwam de molen aan een kleine zijstroom te liggen, maar ze ontving nog voldoende water om af en toe te kunnen draaien. Nadat de beek echter in de beginjaren '60 van de vorige eeuw werd rechtgetrokken, betekende dat definitief het einde voor de molen. Het molenwerk is echter nog aanwezig en de molen is is in feite nog (hoewel beperkt) maalvaardig.
De stuw aan de Clootsmolen is vervangen door een vistrap: alle vissoorten kunnen nu het hoogteverschil van anderhalve meter in kleinere trapjes nemen. Het ligt in de bedoeling om de beek weer in haar oorspronkelijke bedding te leggen, zodat de molen weer aan de beek komt te staan. Hopelijk dat het gauw gebeurt, want de eerste tekenen van verval zijn al duidelijk zichtbaar.
Er is tegenwoordig een bed & breakfast en de molen is enkel op aanvraag te bezoeken.
Grotere kaart weergeven