de Peel, op basis van oude Tranchotkaarten, met huidige plaatsen. |
In Tijdschrift de Maasgouw, 1964/aflevering 1, geeft A. Schrijnemakers hierover een hele uiteenzetting.
Al de gegevens samenvattend, komt hij tot de volgende conclusie: * Pedelo = een "Bos met sponsachtige open plekken". Kortweg: "Veen-bos".
De Peel moet oorspronkelijk een gebied met ongeveer een lengte van 40 km en een breedte van 7 à 8 km zijn geweest!!! Het liep van Grave richting Weert en dan door tot het Belgische Neerpelt en Overpelt. Neerpelt betekent "laag peel", Overpelt betekent "hoog peel". Het moet toen een zeer ondoordringbaar gebied zijn geweest. P.E. de la Court, landdrost van Brabant, omschreef het in 1841 als volgt: “Alle de woeste gronden, onder den algemeenen naam van "Marais de Peel" bekend, strekken zich in lengte uit tot tenminste elf en een half uur gaans, en in de breedte bij doorsnijding van twee tot vijf uren, zonder dat deze ruimte wordt afgebroken door eenigen tusschenliggenden bebouwden grond. Het is een akelige en eentonige woestenij, noch boom, noch struik verlustigt het oog”.
Door turfwinning en de daarop volgende ontginning tot landbouwgrond, is het grootste deel van dit hoogveengebied verdwenen. Wat overbleef is nog ongeveer 4000 hectare. De Peel bestaat nu nog slechts uit “eilandjes” omringd met een door mensen gemaakt landbouwgebied.
Nationaal Park De "Groote Peel", ligt op het grond- gebied van Asten, Meijel en Nederweert en is zo'n 1400 hectare groot.(waarvan 640 ha. in de gemeente Nederweert). Op Limburgs grondgebied spreekt men van "Ospelse Peel" en aan de Brabantse kant van de grens heet het "Astense Peel".
De andere hoogveengebieden die nog over gebleven zijn, zijn de Deurnesche Peel en de Mariapeel.
Dit is de turf waar het zo'n 150 jaar geleden om te doen was |
Huidige situatie van Nationaal Park de Groote Peel |
Zo'n duizend jaar geleden zijn de bewoners rondom de Groote Peel begonnen met turfwinning op kleine schaal en voor eigen gebruik. Turf is gedroogd (zwart)veen, ontstaan uit fijnbladige veenmossen. Ze staken de turven als brandstof voor verwarming en om te koken.
Ongeveer 150 jaar geleden had De Groote Peel nog overwegend hoogveenlandschap: een relatief hoog ge- legen, bijna boomloos, bultig moeras. Maar ook droge gebieden met heide op een zandrug, o.a. de Amsloberg. Pas door de grootschalige turfwinning in de periode 1850 - 1930 en de daarop volgende ontginning tot landbouwgrond, is het grootste deel van dit hoogveen- gebied verdwenen. Omdat hout als brandstof schaarser werd, werd turf nl. een belangrijke brandstof (zowel voor privégebruik als voor de industrie). In de jaren na 1880 werd het vooral ook gebruikt als turfstrooisel.
Ongeveer 150 jaar geleden had De Groote Peel nog overwegend hoogveenlandschap: een relatief hoog ge- legen, bijna boomloos, bultig moeras. Maar ook droge gebieden met heide op een zandrug, o.a. de Amsloberg. Pas door de grootschalige turfwinning in de periode 1850 - 1930 en de daarop volgende ontginning tot landbouwgrond, is het grootste deel van dit hoogveen- gebied verdwenen. Omdat hout als brandstof schaarser werd, werd turf nl. een belangrijke brandstof (zowel voor privégebruik als voor de industrie). In de jaren na 1880 werd het vooral ook gebruikt als turfstrooisel.
Dijk met links het Steltloperven en rechts Aan 't Elfde |
De 'littekens' door deze vervening hebben gezorgd voor variatie in het natuurlandschap: water, moeras, heide, velden vol pijpenstrootje, zandbulten en kleine stukjes bos. Terwijl het winnen van de turf aan Brabantse kant vooral bedrijfsmatig gebeurde, werd dit aan aan de Limburgse kant van de Astensche Moostscheiding niet zo grootschalig aangepakt. Daardoor zie je nu 2 verschillend “gemaakte” wijde- en weidse vergezichten en natte en droge natuurlandschappen in De Groote Peel.
In mijn volgende blog vertel ik wat meer over het ontstaan van die verschillen.
In mijn volgende blog vertel ik wat meer over het ontstaan van die verschillen.
Bescheid of Astensche Moostscheiding, met rechts de grote plas "Aan 't Elfde" |
Door deze bijzondere natuur is er een grote verscheidenheid aan flora en fauna. De Groote Peel is vooral van groot belang voor watervogels; er broeden een kleine honderd vogelsoorten en talloze trekvogels strijken er voor langere of kortere tijd neer in voor- en najaar. Vandaar dat het park ook een internationaal erkend 'wetland' is.
(de aanwijzing is geschiedt op basis van een internationaal verdrag; de Ramsar-conventie).
De maatregelen die Staatsbosbeheer neemt, zijn niet alleen gericht op het vasthouden van het water, maar ook op handhaven van de rust in het gebied en voorkomen dat het dichtgroeit met bomen en struiken.
De maatregelen die Staatsbosbeheer neemt, zijn niet alleen gericht op het vasthouden van het water, maar ook op handhaven van de rust in het gebied en voorkomen dat het dichtgroeit met bomen en struiken.