Mijn trouwe bezoekers, zal het meteen opvallen dat een aantal vlinders in deze post al in
"Allemaal beestjes #4" hebben gestaan.
Ik heb echter besloten die post in te korten, want hij was veel te groot geworden. Vandaar dat die post heb aangepast en je ze in deze post nog eens te zien krijgt.
De eerste drie 3 vlinders zijn zandoogjes. Zandoogjes zijn bruinige dagvlinders met oogvormige vlekken, meestal zowel op de bovenkant als op de onderkant van alle vleugels. Die ogen dienen om aanvallers bang te maken of de aandacht af te leiden. De bekendste zijn het bruin- bont- en oranje zandoogje, maar ook het koevinkje en hooibeestje horen bij deze groep.
|
Bont zandoogje |
Het Bont Zandoogje is een algemeen voorkomende vlinder, die bij voorkeur gemengde bossen en naaldbossen als leefgebied heeft, maar hij is ook steeds meer in tuinen en wegbermen te vinden. In tegenstelling tot de meeste vlinders is het een schaduwminnaar. Het bont zandoogje heeft opvallende gele vlekken.
|
Bont zandoogje |
De mannetjes zijn iets kleiner dan het vrouwtje, hebben rondere vleugeltippen en een vagere tekening. Ze zijn vrij fel tegenover soortgenoten en jagen andere mannetjes weg.
Het vrouwtje legt haar eitjes op half in de schaduw staand gras. De (licht)groene rups leeft van gras, zoals straatgras, veldbeemdgras, pijpenstrootje en witbol.
|
Bruin zandoogje |
Het bruin zandoogje is een algemene soort van veel verschillende soorten graslanden. Ze zijn meestal zeer actief en vallen daardoor op. Het mannetje heeft meestal helemaal bruine vleugels,soms met een ietwat oranjeachtige zweem, terwijl het vrouwtje een duidelijke oranje kleur op de voorvleugels heeft. De vrij duidelijke egale banden op de achtervleugel gaven bij mij de doorslag, want bij het oranje zandoogje is dat een mozaïek van verschillende bruintinten met hier en daar witte stipjes. Ook vliegt het bruin zandoogje duidelijk eerder dan het oranje zandoogje. De piek is begin juli al bereikt, terwijl die van het oranje zandoogje dan nog moet beginnen.
|
Oranje zandoogje |
Bruine zandoogjes lijken veel op oranje zandoogjes en ze worden dan ook vaak verward. Een verschil is de witte stip op de voorvleugel. Bij het bruine zandoogje is dat meestal één, terwijl dat bij het oranje zandoogje bijna altijd twee is. Maar dat is geen constant kenmerk en dat zorgt daarom voor verwarring. Hier kun je echter duidelijk de, voor het oranje zandoogje, kenmerkende witte stippen op de achtervleugel zien.
|
Oranje zandoogje |
In grote delen van Midden Nederland komt hij trouwens niet voor. Terwijl het bruin zandoogje in vrijwel het hele land talrijk en algemeen is, is het oranje zandoogje beperkt tot het zuiden, het noordoosten en de Waddeneilanden.
|
Icarusblauwtje (vrl) |
Het zal niet bij iedereen bekend zijn dat er ook bruine blauwtjes zijn. Er zijn zo’n 16 soorten blauwtjes, waarvan de mannetjes overwegend blauw en de vrouwtjes altijd bruin kleuren. Terwijl het mannetje vooral met open geklapte vleugels opvallend blauw kleurt, probeert het vrouwtje zo onopvallend mogelijk door het leven te gaan en is ze overwegend bruin.
Toen ik dit vlindertje zag, dacht ik in eerste instantie dat ik het vrouwtje van het Gentiaanblauwtje zag. Zoals de naam al aan geeft, is de klokjesgentiaan de waardplant voor deze soort. De plant dus, waar deze vlinder haar eitjes op af zet. En laat ik nou net dit vlindertje zien bij de Waerbrookskoel, waar momenteel de klokjesgentiaan volop in bloei staat. Het Gentiaanblauwtje is een vrij zeldzame standvlinder, die lokaal voorkomt op de zandgronden in Zuid- en Noordoost-Nederland. Je vindt ze op natte heide, vochtige heischrale graslanden en blauwgraslanden. De Waerbrookskoel zou een prima omgeving voor deze soort kunnen zijn, maar is daar niet eerder waargenomen. Zou het ????
|
Icarusblauwtje (vrl) |
Toen ik de vlinder ook kon bekijken met dichtgeklapte vleugels, ging ik echter twijfelen. Zou het dan toch misschien een Icarusblauwtje of een Heideblauwtje zijn? Navraag bij iemand die kennis van zaken heeft wat betreft vlinders (Piet van N.), maakte aan alle twijfel een eind. Het is dus inderdaad (maar) een Icarusblauwtje. Vooral het puntje (zie blauwe pijl) schijnt een kenmerk te zijn.
Voor mij was dit weer een bevestiging hoe moeilijk het soms kan zijn de soort te benoemen. Gelukkig zijn er mensen waar ik op kan terugvallen. Bedankt Piet.
|
Dagpauwoog |
Wil je nog vlinders of andere insecten fotograferen, dan geef ik je de tip om op zoek te gaan naar het koninginnekruid of leverkruid. Het is een soort die meer dan een meter hoog kan worden en die je nu overal bloeiend aantreft op vochtige plaatsen, zoals bijvoorbeeld in ruigtes, aan waterkanten, in moerassen, rietlanden en vochtige bossen. De roze bloemhoofdjes van vijf of zes buisbloemen produceren veel nectar en worden op een zonnige dag dan ook druk bezocht door vlinders en bijen.
|
Dagpauwoog |
Zo zag ik onlangs op die plant onder andere deze prachtige dagpauwoog. Het is een van de bontst gekleurde en bekendste soorten vlinders in Europa en niet te verwarren met andere vlinders vanwege de grootte, de oranjerode vleugels en de karakteristieke oogvlek op de bovenzijde van iedere vleugel. Het is een van de soorten die als volwassen vlinder overwintert en 's winters dan ook kan worden aangetroffen in huizen of op andere goed beschutte plekjes.
|
Atalanta |
Al vroeg op een zonnige ochtend zag ik deze atalanta, die zich op de stenen van onze garage aan het opwarmen was. De atalanta is gemakkelijk te herkennen: een zwarte vlinder met twee rode banen op zijn vleugels en bovenaan wat witte vlekken.
De atalanta is dit jaar de meest getelde vlinder van Nederland. De zwart-bruin-oranje vlinder staat voor het eerst bovenaan de lijst; hij is 13.500 keer geteld en wordt op de voet gevolgd door de dagpauwoog (12.380) en op enige afstand door het klein en groot koolwitje (5.500 en 5.200).
|
Atalanta |
De atalanta is een trekvlinder, die overwintert in Zuid Europa en zich hier voort plant. De eitjes worden afgezet op de grote brandnetel (waardplant) en de rupsen gebruiken de plant als voedsel. Dus..brandnetels in de tuin laten staan!! Ze leven van nectar, maar zijn ook gek op het sap van rottend fruit en boomsappen.
In Nederland komen twee generaties per jaar voor. In het najaar trekt een deel van de vlinders weer naar het zuiden.