Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Raam. Sorteren op relevantieAlle posts tonen
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Raam. Sorteren op relevantieAlle posts tonen

donderdag 3 september 2020

Schotse Hooglanders op de Graus en Raamweiden

Het is een tijdje stil geweest op mijn blog wat betreft de Taurossen in het Kempen~Broek gebied.
De laatste keer dat ik er iets over schreef was in maart 2017. Die post kun je HIER nog eens nalezen.

Ik schreef toen o.a. het volgende:
"Al vanaf het eerste moment was er weerstand bij natuurliefhebbers en bezoekers van de door Taurossen begraasde gebieden in Kempen~Broek. Om het heersende gevoel van onveiligheid weg te nemen en te bezien welke maatregelen genomen moesten worden, werd een onafhankelijke Commissie "Verbetering Begrazingsbeheer" ingesteld. Deze Commissie stelde dat op die wijze doorgaan met het Taurosproject in Kempen~Broek geen optie was en kwam op 20 februari 2015 met een advies naar buiten, dat door Ark en de Stichting Taurus in februari 2016 werd overgenomen (Zie Weert de gekste).

Het betrof vooral de volgende aanpassing in het begrazingsbeheer:
"In gebieden groter dan 100 hectare zullen taurossen gehandhaafd blijven en ook opengesteld blijven voor publiek. Voor gebieden kleiner dan 100 hectare zal ARK in overleg met de Klankbordgroep Kempen~Broek een alternatief runderras kiezen."

Begrazing op de Graus door Schotse Hooglanders
Op de Graus zien we vooral het giftige  Jacobskruiskruid dat de Hooglanders echter met rust laten.
De vrijwilligers van het Belgische Natuurpunt voelden zich echter niet veilig met de Taurossen op de Smeetshof en Ooms, wat aanleiding was om in maart 2017 uit het Taurosproject te stappen. Daardoor kwam het geplande 100 ha. grensoverschrijdende gebied (Wisseblök, Kwaoj gaat, Smeetshof met gebied Ooms, de Graus en Raamweiden) te vervallen. Omdat Natuurpunt geen taurossen in hun gebied meer toestond, kon dat vanwege de 100 ha. regel ook niet meer in het Nederlandse deel (zie: de Limburger maart 2017).

Daarom zien we op de Graus en Raamweiden sindsdien géén taurossen meer, maar Schotse Hooglanders. Daar lopen momenteel (augustus 2020) circa 60 dieren.Voor de runderen in het Taurosproject resteren alleen nog de Kettingdijk en de Loozerheide.

Aanleg van veeroosters op de Pruiskesweg in Altweerterheide
Verbinding tussen de Graus en de Raamweiden door de aanleg van veeroosters.
Hoewel de 100 ha. regel een "verbetering" is ten opzichte van de vorige situatie (voor zover men daar tenminste van kan spreken!), de taurossen blijven de gemoederen bezig houden en halen dan ook regelmatig de krant. Dat is vooral vanwege de wens van Natuurmonumenten om gebieden samen te voegen en tussen de kleinere gebieden veeroosters te plaatsen.

Op 25 augustus van dit jaar las ik in dagblad de Limburger dat de door de  gemeente Weert afgegeven vergunning voor een oversteekplaats bij de Pruiskesweg tussen de Graus en Raamweiden door de bestuursrechter vernietigd is.  De heer Visser, een bewoner op de Pruiskesweg, heeft de in april 2019 afgegeven vergunning voor de aanleg daarvan  aangevochten. De Dorpsraad van Altweerterheide en de Ecologische Werkgroep Weert Zuid steunen hem daarin voor 100%. De civiele procedure diende pas deze maand bij de rechtbank in Roermond. Het belangrijkste argument was dat wilde grazers geen vee zijn, omdat ze niet tam zijn. Om die reden mag men, aldus de reclamant, ook geen veeroosters op de openbare weg plaatsen! De bestuursrechter heeft hem daarin gelijk gegeven.

De gemeente Weert en Natuurmonumenten zijn verrast door deze beslissing en overleggen momenteel of ze hiertegen in hoger beroep zullen gaan. Natuurmonumenten was al (in de veronderstelling van een goede afloop) zo vrij die rooster al te plaatsen. Tot duidelijk is wat er gaat gebeuren, kan die oversteek nog in gebruik blijven. Het laatste woord is er dus nog niet over gezegd.
Het artikel in de Limburger kun je HIER lezen.

Een open landschap na de herstelwerkzaamheden bij de Raamweiden in november 2015
Ontelbare watervogels en weidevogels bezoeken de plas op de Raamweiden in november 2015
Al snel na het afgraven van de voedselrijke bovenlaag en de aanleg van een plas in 2015, werd die druk bezocht door weide- en steltlopers, eenden en ganzen. Dat zag er veelbelovend uit.

De runderen laten de opgroeiende struiken en boompjes met rust.
Door het selectief gegraas van de Schotse Hooglanders en het achterlaten van enig onderhoud  blijkt het gebied helaas dicht te gaan groeien. "Het plaatsen van veeroosters zal dat proces gaan versnellen", aldus de heer Visser. Hij zag in de afgelopen jaren dat  er steeds meer hoge vegetatie en boompjes verschenen en dat het geen kruidenrijk grasland zou worden. Integendeel..........

Al op 15 april 2019 zei hij daarover het volgende in de Limburger:  "Door de kleine gebieden met behulp van veeroosters aan elkaar te koppelen, wordt de diverse bestaande natuur door de begrazing een eenheidsworst en zal het waarschijnlijk allemaal bos worden".

Het artikel van afgelopen augustus was aanleiding voor mij om die veeroosters en het bedoelde gebied aan de Pruiskesweg eens te gaan bekijken en te zien of Visser hier een punt heeft.

Geen open landschap met grote biodiversiteit, maar dichtgroeiend grasland.
Het werd voor mij al snel duidelijk wat de de reclamant bedoelt met "eenheidsworstnatuur". Je ziet inderdaad datgene wat hij schetste in dat artikel; het oorspronkelijke open landschap groeit dicht.
Bedoeld is het oorspronkelijk open culruurlandschap zoals vóór 2015, maar zeker ook het natuurlandschap van vóór de ontginning van het Wijffelterbroek en het graven van de Raam, waar je nog kilometers ver kon kijken en waar vissers zelfs hun brood verdienden, omdat het gebied een groot deel van het jaar onder water stond.!!!


Op de Raamweiden ligt een plas die bij de herinrichting in 2015 is aangelegd, maar die momenteel vanaf de weg door de hoge vegetatie niet zichtbaar meer is. De plas staat momenteel grotendeels droog, wat echter geen probleem hoeft te zijn. Het kan een voordeel zijn voor een goede ontwikkeling van de oevervegetatie (ik zag er met name veel Grote waterweegbree) en op deze manier verdwijnen eventueel ook vissen, die een negatieve invloed hebben op de amfibiepopulatie. Valt een poel echter al voor augustus droog, dan gaat er met wat pech helaas ook een nieuwe generatie verloren, omdat de amfibieënlarven onvoldoende tijd krijgen om de metamorfose door te maken tot jonge pad, kikker of salamander.


Wat nu ook opvalt is dat er waarschijnlijk door de runderen, watervogels en afgestorven plantenresten een voedselrijke bezinksellaag (modder) is ontstaan, wat de waterkwaliteit ongunstig beïnvloedt. Aangelegde plassen moeten actief beheerd worden, ook omdat anders de plas na een aantal jaren dichtgroeit en verlandt. Dit is iets waar de natuurbeheerders ook attent op moeten zijn, of op gewezen moet worden.

Hooglanders op de Graus bij de drooggevallen plas
Op de Graus zien we amper bomengroei, maar een eentonige ruige vegetatie van met name pitrus, hoog opstaande grassen, distels en vooral heel veel Jacobskruiskruid. De Hooglanders kunnen dat niet "oplossen". Waarom, zo vraag ik me af, niet op de juiste momenten laten begrazen door schapen, die niet zo kieskeurig zijn en alles (ook de boompjes en struiken) vreten wat ze voor de voeten komt?

Ook ruige en hoge vegetatie op Wisseblök en Kwaoj Gaât
Aandoenlijk beeld 

Ook op Wisseblök en Kwaoj Gaât lopen een tiental Schotse Hooglanders. Bij nagenoeg alle koeien loopt een kalfje, wat wel weer leuk is om te zien. Wat betreft de begroeiing is meteen duidelijk dat ook daar van biodiversiteit geen sprake is. De hoge en dichte vegetatie voorkomt ook hier dat gebiedseigen flora een kans krijgt. Op veel plekken zie je de kalfjes niet eens lopen.

Conclusie: Hoewel Natuurmonumenten hoog opgeeft over een grote biodiversiteit door "ecologische begrazing" van taurossen en Schotse hooglanders, wordt hier goed zichtbaar dat het eerder een verarming van de verschillende gebiedseigen biotopen tot gevolg heeft; de Raamweiden, die een waterrijk gebied met kruiden- en faunarijk grasland hadden moeten worden, gaan steeds meer lijken op een bos als er niet tijdig ingegrepen wordt. De runderen laten (zo blijkt overduidelijk)  de opgeschoten struiken en boompjes namelijk met rust.

woensdag 15 maart 2017

Wijffelterbroek

In mijn post “Alles is maakbaar” schreef ik al dat échte natuur in ons land eigenlijk niet meer bestaat.
Nu kun je dus wel zeggen dat ingrijpen in de natuur, zoals we nu overal zien gebeuren, niet natuurlijk is, maar de mooie landschappen die we hier nu zien, zijn dus óók het gevolg van menselijk ingrijpen.
Dat is overal merkbaar aan de sporen die hele generaties vóór ons hebben achtergelaten en waardoor een dorp als bijvoorbeeld Altweerterheide is kunnen ontstaan. In Karelke en Delbroek en Hollandia kun je hierover meer te weet komen. Ook over de Kettingdijk en de Kruispeel heb ik ( minder uitgebreid) een en ander verteld.
Nu is het de beurt aan het Wijffelterbroek. Over het "brook" heb ik al vaker geschreven, maar hier lees je het complete verhaal. Wil je de kortere versie lezen, klik dan hier.

zaterdag 19 november 2016

Vier jaar Weert en natuur


Vandaag 19 november is het 4 jaar geleden dat ik met de blog "Weert en natuur" ben begonnen.

Opzet was om alle natuurgebieden in Weert en omgeving (ook die over de grens) van het 25.000 ha. grote Kempen~Broek te beschrijven. Leuk om te doen en ik doe er blijkbaar ook veel mensen een plezier mee. Mijn blog wordt namelijk boven verwachting bezocht; inmiddels zijn de 107.000 pageviews overschreden.

Tijd voor een bloemetje dus. Maar dan wel een bloemetje van veel bezochte blogs waarin ik over planten vertel.

Dagkoekoeksbloem (649 keer bezocht).
Inmiddels heb ik 233 blogs geplaatst en zijn in de afgelopen 4 jaar nagenoeg alle natuurgebieden in Weert e.o. beschreven. Dat zijn heel wat pagina's. De Kootspeel en Grootbroek waren de laatste. Doelstelling is dus bereikt. Ik moet nog gaan bekijken hoe ik nu verder ga. Als er suggesties zijn, hou ik me aanbevolen.

In 2015 waren er al bijna 27.000 pageviews (een gemiddelde van ruim 500 per week), maar dit jaar zijn het er ruim 33.000. Dat zijn er gemiddeld 630 per week. Je vraagt je toch af waar ze vandaan komen.....
Bijna niet voor te stellen, maar de cijfers spreken voor zich.

Euphorbia_Heksenmelk
Verwijzingen naar mijn blog en foto's vind je o.a. in het nieuwe boekje en op facebook van "het Graaf van Hornepad" en er is onlangs een link geplaatst op de site van "NMC de IJzeren Man". Ook op de facebookpagina van "Avondwandelvierdaagse van Altweerterheide" wordt geattendeerd op mijn blog. Op de zoekmachine Linktrailer staan regelmatig verwijzingen naar mijn blog. Momenteel zijn dat links naar mijn paddenstoelenblogs. Ook op de online reisgids plaatsengids.nl staat een link naar mijn blog.
Zelfs op de Dwaalfilm van Ark Natuurontwikkeling vind je bij Kempen~Broek "Loozerheide; waar het water vandaan komt" een verwijzing naar een post van mij. Klik daar op LINK.
Zo kan ik nog even doorgaan. Toch een stimulans als je dit alles constateert.

Kruising SayagueseX Tudanca) X Limia stier ????
Bezoekjes vanaf Breedingback en Carnivora namen dit jaar af, aangezien ik dit jaar weinig geschreven heb over het Taurosproject. Mijn laatste post over dit onderwerp is van 20 februari: "Ark neemt advies Taurossen over". Een onderwerp waar ik komend jaar zeker nog op terug kom.

Oosterse sterhyacint
Van de gebieden is de blog "Natuurgebieden in Weert" het vaakst bezocht namelijk 1539 keer. Gevolgd door "Raam en het Brook" (710), "Kruispeel" (650) en de blog over "Altweerterheide" kreeg ook 610 bezoekjes.

Pinksterbloem
Intussen heb ik me steeds meer toegelegd op de flora, fauna, mossen en paddenstoelen.
Ook die posts worden goed bezocht. Opmerkelijk vind ik nog steeds het hoge aantal bezoekjes aan "Otterontsnippering", namelijk 1779...... Ook de "Koekoeksbloem" (649) en "Pinksterbloem" (465) worden vaak bekeken. De andere bloemen die je op deze blog nog ziet, werden ook vaak bezocht.

Soredieus Leermos
Dat geldt trouwens ook voor bladmossen en korstmossen. Iets wat ik niet verwacht had.

Bonte gele dovenetel
Het enige wat nog steeds tegenvalt zijn de reacties. Maar wie weet, misschien komt dat nog..... Gelet op het aantal bezoekjes ben ik echter meer dan tevreden en is het een stimulans om er zeker mee door te gaan..


Voor mijn volgers, mijn trouwe bezoekers, degenen die reageren en verder iedereen die wel eens een bezoekje brengt aan Weert en natuur, HARTELIJK BEDANKT .........

zaterdag 8 oktober 2016

Grootbroek en de Lossing

In de vernieuwde Graaf van Hornepad wandelroute spreekt de redactie van "grenzeloos wandelen door het Weerterland". Er zijn dan ook enkele Belgische natuurgebieden in opgenomen. Dat zijn Stramprooierbroek, Domeinbos Grootbroek en Smeetshof. In mijn blog “de Grens is maar een streep” schreef ik al dat de natuur in Kempen~Broek geen grenzen kent en ook de redactie heeft dat goed begrepen.

Het huidige Grootbroek is niet het Grootbroek, zoals we dat hieronder op de Ferrariskaart van 1778 zien. Het oorspronkelijke Grootbroek is nu namelijk onderverdeeld in Stramprooierbroek en Neerbroek, de Luysen en Maria hof, Hasselterbroek en Urlobroek, Zig en Goort en Domeinbos Grootbroek. Zie het kaartje hierboven.
Domeinbos Grootbroek is dus een deelgebied dat de vroegere gemeenschappelijke naam erfde.
Het Domeinbos ligt, zoals je op het kaartje kunt zien, grotendeels tussen de Abeek en Lossing.

Ferrariskaart van 1778
Ten tijde van Ferraris werd het Grootbroek gekenmerkt als een doorstroommoeras, met een delta van moerassen en vennen nabij gehuchten als Mulenbiersel, Biersel, Manenstraet en het Hasselt. Het ligt in de laagste zone van de Vlakte van Bocholt. De vlakte van Bocholt is een vrij vlak landschap dat afhelt van zuidwest (45 m. NAP) naar noordoost (35 m. NAP), met een minimum van zowat 32 m. NAP ter hoogte van het Stramprooierbroek. Een groot deel wordt op de kaart als open water aangegeven.
Aangezien de broeken voor de omliggende dorpen en gehuchten economisch van groot belang waren door hun gebruik als gemene gronden, ontstonden over de grensafbakeningen nogal eens conflicten.

De Lossing in de bedding van de rechtgetrokken en uitgediepte oude Abeek.
In het Grootbroek komt kwelwater uit het Kempens Plateau aan de oppervlakte en monden meerdere beken uit in het moeras. De Abeek is de belangrijkste. Die stroomt bij de huidige Luysen en Mariahof het gebied binnen. Door een gebrekkige natuurlijke ontwatering, was dit gebied van nature altijd al moerassig. De beek had er in feite geen vaste bedding, maar zocht zich er een weg doorheen. Plaatselijk was ze meer dan een km. breed. Op de meest oostelijke punt (de latere Zig), stroomde het water als beek verder richting Maas.

Vandermaelenkaart 1850 met ingekleurd Grootbroek
Op deze ingekleurde Vandermaelen- kaart uit ± 1850, zie je dat deze toestand niet veel gewijzigd is. Ik heb ter oriëntatie de Broekmolen er bij geplaatst. Opvallend vind ik namen van beken als Oude Beek, Nieuwe beek, Dorpsbeek, Niels Putter beek en Goisgaterbeek. De Abeek wordt Molenbeek genoemd. Op deze kaart is ook geen sprake meer van Groote Broek, maar van “Marais dit Groot Broek” (Broekbos Grootbroek). Het grootste deel van het jaar stond het gebied toen echter nog blank. Ik las ergens dat het gras soms zelfs in het water werd gemaaid en met een schuit werd afgevoerd naar een drogere plaats, waar het kon drogen.
Tot 1868 was Grootbroek alleen geschikt om te plaggen, turf te steken, hout te kappen en hier en daar wat koeien en schapen te houden. Het was voorheen het thuisdomein van de Bokkenrijders en later voor onderduikers en "pungelaars"(smokkelaars).

Beken die richting Bocholterbroek, Wijffelterbroek en Grootbroek stromen
In 1865 begonnen de eerste grote ingrepen in het stroomgebied van de Abeek. De Belgische regering wilde namelijk meer landbouwgrond, dus er moest ontgonnen worden. De verkoop van Bocholterbroek en Grootbroek aan de “Banque générale pour favoriser l'Agriculture et les Travaux Publics” vond in 1865 plaats. Als eis werd gesteld dat het in 10 jaar tijd moest worden drooggelegd voor land- en bosbouw- doeleinden. Om dit te verwezenlijken werd de Abeek rechtgetrokken en uitgediept en werden de “Emissaire” (de Lossing)) en talrijke afwateringssloten gegraven. Door het Stamprooierbroek, lopende van west naar oost, werd nog een tweede lossing gegraven. Deze z.g. Arme- of Neerbroeklossing  ("Roojerlossing") was niet meer dan een brede sloot en diende om de overlast aan water in het meest noordelijke gedeelte van het gebied af te voeren naar de echte Lossing. Op het kaartje is te zien hoeveel beken in deze gebieden uitmondden.

De Lossing gaat voor de eerste keer bij grenspaal 160 onder de Abeek door 
De Lossing  gaat voor de tweede keer onder de Abeek door bij de zgn. Broekduiker 
Voor de derde keer ging de Lossing bij de zgn. Zigduiker onder de Abeek door
Na eerst onder de Abeek (bij grenspaal 160) gevoerd te zijn, loopt de Lossing vanaf de zgn. Broekduiker over een afstand van ruim 4 km verder in de bedding van de rechtgetrokken en uitgediepte oude Abeek.

De Zuurbeek mondt uit in de verlegde en gegraven Abeek
De Abeek werd zuidwaarts in een nieuw gegraven bedding tot aan de Zig omgeleid. Daar werd de Lossing bij de zogenaamde Zigduiker voor de derde keer onder de Abeek gevoerd. In 1969 werden de waterlopen daar overigens weer verwisseld. Het water van de Lossing kon zo versneld worden afgevoerd door de oorspronkelijke bedding van de Abeek als “Nieuwe Lossing” en de Abeek stroomt sindsdien door de gegraven Lossing als “Nieuwe Abeek” naar de Maas in Ophoven. Door het graven van de Lossing en het verleggen van de Abeek, werd de waterhuishouding in het Grootbroek danig verstoord. Meer hierover kun je lezen in de blog Abeek en/of Lossing.

De diep uitgegraven Oude Lossing vanaf de Napoleonsbrug gezien
Nadat in 1930 de Raam werd gegraven voor de ontginning van het Wijffelterbroek, werd de bovenloop van de Lossing/ Emissaire hierop aangesloten. Daardoor heeft de Lossing van Raam tot Abeek niet meer de functie om af te wateren en is in feite overbodig. Op kaarten wordt dat gedeelte aangegeven als Oude Lossing.

 Het vegen van de Lossing was zwaar handwerk voor de arbeiders                   (foto eind 19e eeuw.)
De ontwikkelingen in het Grootbroek leidden tot de omvorming van moeras in (loof)bos en hooiland. De veen-bodem werd ontgonnen, wat o.a. leidde tot de vorming van 8 vijvers; de latere Luysen en Mariahof. 
Op stafkaarten van het Grootbroek omstreeks 1890, is door deze ontwikkelingen dan ook een compleet ander beeld te zien; een groot deel van het gebied is ontgonnen en de bosbestanden en perceelindeling zoals je die nu aantreft, zijn daar al voor het merendeel op te zien.

Het graven van de Lossing en de ontginning van het broek bleek een te dure aangelegenheid en leidde na die 10 jaar dan ook tot een “faling” (faillissement) van de bank. De geldschieters/aandeelhouders werden eigenaar van grote delen van het Grootbroek. Charles Wauters (met au) uit Antwerpen was “advocaat van de vereffening” . Als loon kreeg hij ook een “lappeken grond” in het broek toegewezen.
De nieuwe eigenaren van deze gronden verenigden zich in Watering het Grootbroek (opgericht bij K.B. van 6 juni 1877), met de bedoeling de gronden vooralsnog te laten renderen.

Wauters speelde een belangrijke rol in het bestuur van deze watering. Als enige eigenaar vestigde hij zich met succes op zijn gronden, die hij van moeras om wist te vormen tot landbouwgronden.
Hij bouwde er Hoeve Groot- Broek (de latere Woutershof). Het complex bestaat uit een herenhuis met erachter een semi-gesloten hoeve. De twee tegenover elkaar liggende hoofdgebouwen (die loodrecht op de straat staan) schijnen oorspronkelijk langschuren geweest te zijn.

Huidige Woutershof met rechts van de weg en bomenrij de Abeek
In 1968 is de hoeve, met daaraan aanpalend 5 ha. grond, verkocht aan het Vlaams Verbond voor Katholieke Meisjesgidsen (VVKM) en sinds 1979 is het complex in handen van  Hopper, een jeugdverblijf  van Scouts en Gidsen Vlaanderen vzw.
De grootste ontginningen vonden plaats na 1956. 70 tot 80 % van deze gebieden zijn toen op zeer korte tijd ontgonnen. Omstreeks 1970 was het gebied grondig ontwaterd, waren grote delen van het moeras verdwenen en waren vervangen door weilanden en (maïs)akkers. Het waren vooral de randen van het moeras die door de landbouw werden aangetast.

Ondanks allerlei genomen maatregelen, bleef een “goede” waterhuishouding in het Grootbroek echter problematisch. Hoewel er jarenlang tal van pogingen zijn gedaan het hele gebied toegankelijker te maken voor de landbouw, bleek dit een onmogelijke opgave en midden jaren ’70 liet de Belgische overheid dan ook eindelijk  het plan varen om heel het Grootbroek droog te leggen. Zo ontstonden uit de resterende moerassen de in het begin genoemde natuurgebieden, waaronder dus ook “Domeinbos Grootbroek”.
In de volgende blog zal ik daar wat meer over vertellen.

zondag 14 februari 2016

Kettingdijk in februari 2016

Vorig jaar januari schreef ik een blog over de Kettingdijk, waarin ik vertelde dat het natuurherstelproject aldaar afgerond was. De opzet van dit project was het afvoeren van de voedselrijke landbouwgrond en aanpassing van de waterhuishouding, zodat kwelwater en regenwater langer worden vasthouden in deze nieuw gecreëerde natte natuur. En het mag gezegd worden dat deze opzet geslaagd is.... Tenminste wat betreft de oostkant.

zondag 13 december 2015

Taurossen op de Raamweiden 2015

In mijn vorige blog schreef ik over de Raamweiden. Het voormalig landbouwgebied tussen Raam en Pruiskesweg is afgelopen jaar door Ark/Natuurmonumenten flink onder handen genomen en zoals het er naar uit ziet, belooft het een fraai natuurgebied te worden. Ook hier zorgen Taurossen voor de begrazing.
Na de Loozerheide, Weerter Kempen, Kwaoj Gaat/Wisseblök is het nu dus de beurt aan de Raamweiden.

Begrazingsgebieden van de Taurossen
Zoals beloofd heb ik elk gebied dat begraasd wordt, bezocht. Over welke gebieden het gaat, kun je nog eens op dit kaartje zien, dat ik met google maps heb gemaakt.De gebieden zijn met road aangegeven.

Het viel deze keer niet mee de dieren goed te fotograferen. Ze liepen eigenlijk te ver weg tussen het hoge gras. Hier stonden voorheen populieren.


Hoewel ik in een vorige blog vertelde dat ik via een Freenature-vrijwilliger wist dat alleen op de Graus nog heckrunderen rondlopen, klopt dit niet. Ook op de Raamweiden lopen er, zoals je ziet,  nog enkele van deze dieren rond. Of die van 't Luuëke of de Graus afkomen, is mij niet duidelijk. In totaal lopen op de Raamweiden 10 runderen, waaronder 2 jongere (gekruiste??) Sayaguesa stieren en 3 kalfjes.

Stier met Maremmana kenmerken

Heckrund koe en 1/2 Sayaguese en 1/2 Tudanca stier
Er zat niks anders op dan nog een keer terug te gaan, om de dieren wat van dichterbij te kunnen bekijken. Dat lukte inderdaad, hoewel ik achteraf gezien niet helemaal tevreden ben over de kwaliteit.
Door het oormerk kwam ik er wel achter dat ik in december 2012 al van deze stier een foto heb gemaakt op Siëndonk. Ik schat dat het toen ongeveer 1/2 jaar oud was. Deze stier is dus nu 31/2 jaar oud. Voor een foto van het jonge stierkalfje klik HIER. Daar liep toen ook deze Maremmana stier rond. De stier die later ook op Wisseblök/Kwaoj gaat liep. Dus deze stier zou mogelijk een SayagueseXMaremmana kruising kunnen zijn.

Over de afkomst van dit Heckrund wordt op Carnivora het volgende opgemerkt:
"I checked the early Heck pictures of Geer vanne Smeed and they all have orange ear tags (see e.g. this cow in Luuëke in December 2011) while their calves sport yellow ear tags (see e.g. this cow and calf, also in Luuëke in December 2011). From this I infer that (a) as already surmised in the preceding section, differently coloured ear tags do not necessarily point at different nationalities, just at different breeders (though of course those Heck cattle might have been imported from Belgium or France), and (b) the cow on Raamweiden is one of those older pure Hecks. The other cows then presumably also are pure Hecks (though younger, viz the yellow ear tags) and not lower-quality Highland crosses".


1/2 Sayaguese en 1/2 Tudanca stier

Zoals het hoort zijn de stierkalfjes natuurlijk nieuwsgierig naar dat vreemde wezen dat daar bij de afrastering staat.


Blogarchief