Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Weerterbos. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Weerterbos. Sorteren op datum Alle posts tonen

maandag 9 februari 2015

Moeselpeel #2

In mijn vorige blog heb ik al het nodige verteld over de Moeselpeel. In deze blog laat ik er nog wat meer van zien. Ik ben op de Schans geweest en laat wat foto's zien van beversporen. Ook nog wat foto's van het rietmoeras, zodat je een idee hebt hoe "ruig" dat deel is.

De Moeselschans is tegenwoordig weiland
De vroegere Schans in de Moeselpeel is niet meer als zodanig te herkennen. Dit hoger gelegen deel van de peel is nu in gebruik als weiland met vooral eiken en populieren er omheen. Je kon er voorheen komen via de Moeselschansweg, die begon bij de Maaseikerweg. Tegenwoordig ligt die echter binnen de Ringbaan op de Graswinkel. De Moeselschans is nu bereikbaar via een modderig pad vanaf de Moeselpeelweg.

 

Gebleekte steeg
Via de Gebleekte Steeg kun je gemakkelijk bij de Moeselpeel komen. Meerdere verklaringen voor "gebleekte" zijn mogelijk. Zoals "blinkend" of "schitterend", (vanwege het helderwitte zand op het zandpad in vroeger tijden),of van het Middelnederlandse woord "blec" dat de betekenis heeft van "land dat even boven het water uitkomt". Persoonlijk denk ik echter dat het is afgeleid van het Vroeg-Middelnederlands woord 'blecken' = ontschorsen of hout schillen.
Dit "blecken" gebeurde in mei/juni, als de sapstroom van de eiken in volle gang was.
De schors van armdik hakhout van 12-15 jaar oude eikenbomen werd vroeger namelijk geschild met een blekbijl en vervolgens gedroogd en in een zogenaamde runmolen vermalen om gebruikt te worden in leerlooierijen. Die waren er in vroeger tijden 4 of 5 in Weert, dus er was zeker een markt voor.

De vermalen schors (run) bevat looizuur (tanine), dat werd gebruikt om het leer soepel en houdbaar te maken. De geschilde stammen konden daarna als hakhout gebruikt worden en de stobben liepen dan weer uit. Na 12-15 jaar kon het blecken dan weer herhaald worden. Het is bekend dat de eiken in het Weerterbos hiervoor vroeger werden gebruikt en aangezien er met name in de nabije omgeving van de Schans en de Gebleekte steeg nu nog oude eiken en eikenstoven te vinden zijn, is deze verklaring voor die naam een mogelijkheid.

Rondom de weilanden op de schans is het erg nat en vind je er behalve eiken vooral elzen, wilgen en berken. Er is vanaf de schans naar het rietmoeras geen doorkomen aan vanwege de afwateringsslootjes en verruiging door braam en brandnetel. De foto's spreken voor zich......

De beverdam in de Houtstraatlossing met links de Moeselpeel en rechts de Kievitpeel
In de vorige blog vertelde ik al dat de bever de Moeselpeel ook "gevonden" heeft. Hij is er erg actief en probeert steeds weer een dam in de Houtstraatlossing aan te leggen, die echter ook steeds weer na verloop van tijd verwijderd wordt!!!! Eigenlijk vreemd dat de dam steeds wordt weggehaald, terwijl het beheer uitnodigt tot de komst van dit dier. Blijkbaar spelen er nog andere belangen......

 
Voor de bever is een hoge waterstand in de Houtstraatlossing van belang, omdat zo de ingang naar zijn hol onder water ligt en niet zichtbaar (dus veilig) is. Door de lagere waterstand komt die te voorschijn.

 
Deze bever geeft echter zo te zien (nog) niet op. Vooral de jonge berken, eiken en hazelaars in het ca. 12 ha. grote "Landgoed Knapesbert" moeten er aan geloven. Dit in 2008/2009 aangelegd nieuwe bos is door de eigenaar voor vijftig jaar verhuurd aan Nationaal Groenfonds, dat de huursom kan betalen met geld uit het Bosklimaatfonds. Hoewel besloten is dat de natuur op termijn haar eigen gang kan gaan, zodat een volwassen bos-ecosysteem kan ontstaan, ben ik benieuwd hoe de instanties over deze "natuurarchitect" denken. Ik zou 'm trouwens graag eens willen zien, maar dat gaat me waarschijnlijk niet lukken.

 
Niet alleen jonge boompjes worden geveld, maar ook het grotere werk in de Moeselpeel schuwt hij niet. Afgaande op de (knaag)sporen denk ik dat we hier met een groot volwassen dier te maken hebben.


In mijn vorige blog vertelde ik al dat het bijna onmogelijk is om tot bij het rietmoeras te geraken. Deze foto's laten je ook zien waarom. Op de achtergrond zie je al iets van het rietmoeras.

Er ligt een vlot, dat door rietsnijders wordt gebruikt en mogelijk ook door medewerkers van Staatsbosbeheer en/of 't Waterschap om tot bij de meetpunten te geraken.

Het centrale deel van de Moeselpeel bestaat uit rietmoeras
Hoewel ik er even aan dacht het vlot te gebruiken om wat dichter bij het rietmoeras te komen, heb ik dat toch maar niet gedaan. Ik ben er met enige moeite toch best dicht bij kunnen komen, zodat je ook een idee hebt hoe het er daar uit ziet.

 
Het is wel duidelijk dat als hier niet regelmatig onderhoud wordt gepleegd, dit gedeelte zeker zal dichtgroeien en verlanden. Een voortschrijdende verlanding heeft een negatieve invloed op de toch al matige (grond)waterkwaliteit van de Moeselpeel. In het OGOR meetnet rapport van 2012 was die trouwens nog slecht(vooral een te hoog sulfaat- en chloridegehalte)...... Wat dat betreft gaat het dus de goede kant op.

In de blog "Moeselpeel#3" laat ik je kennismaken met de westkant van de Moeselpeel en vertel of het me vanaf die kant wél gelukt is om tot bij het rietmoeras te geraken.........

maandag 21 januari 2013

Ecologische Hoofdstructuur (EHS)

Vandaag, 21 januari, stond in de krant het volgende bericht:

WEERT – OVERLAST A2 DOOR AANLEG ECODUCTEN.
"De aanleg van ecoducten over de A2 en het spoor ter hoogte van restaurant De Wildenberg in Weert begint vandaag en zal tot verkeershinder leiden. Ook noordelijker zal het werk aan de weg vertraging veroorzaken. Bij de aanleg van de ecoducten, die de natuurgebieden Weerterbos en Weerter- en Budelerbergen moeten verbinden, verwacht initiatiefnemer ProRail geen hinder van de vorst. Om de ecoducten aan te leggen zal in ieder geval in het weekend van 27 en 28 april geen treinverkeer tussen Weert en Eindhoven mogelijk zijn. Dat is nodig voor het plaatsen van de leggers, dat ook op de A2 moet gebeuren".


Ontwerptekening ecoduct (bron: ProRail)
De overspanning over de A2 wordt, vanuit de richting Weert komend, zo'n 50 meter voorbij het restaurant aangelegd. Het ecoduct wordt zes meter hoog en vijftig meter breed. Dieren kunnen door het ecoduct veilig over de A2 en de spoorlijn Weert-Eindhoven oversteken. De beplanting op het bouwwerk zal dezelfde zijn als in de ernaast gelegen bossen. Het project is vergelijkbaar met het ecoduct tussen Boxtel en Best en gaat ongeveer 7 miljoen euro kosten. Er is nog geen eensgezindheid of de edelherten die zich binnen de afrastering bij de Grashut bevinden, hier ook gebruik van gaan maken

Het ecoduct speelt een rol van betekenis in het landelijk netwerk van met elkaar verbonden natuurgebieden, dat de Ecologische Hoofd Structuur wordt genoemd. Kortweg EHS.

In de jaren vijftig van de vorige eeuw ontdekten de Amerikaanse onderzoekers MacArthur en Wilson dat er op eilanden minder soorten planten en dieren voorkwamen, in vergelijking met precies even grote stukken vasteland in de buurt van die eilanden. Bovendien gold: hoe kleiner het eiland en hoe verder van dat vasteland vandaan, des te sterker dit effect. Later werd aangetoond dat dit niet alleen geldt voor eilanden, maar ook voor natuurgebieden die in een compleet ontgonnen of bebouwde omgeving liggen.

Met andere woorden: hoe kleiner onze natuurgebieden en hoe verder ze af liggen van andere natuur- gebieden, des te groter is de kans dat er soorten uitsterven. Ook al doen we nog zo ons best in het beheer.

versnippering van  "droge" en "natte" natuur in Nederland
Aantasting en versnippering van leefgebieden behoren dus tot de belangrijkste bedreigingen van biodiversiteit. Er zijn niet veel landen waar de ruimte voor de natuur zo onder druk staat als juist in Nederland; de natuurgebieden zijn te klein en te versnipperd. Daardoor kunnen planten en dieren maar moeilijk overleven. Veel soorten staan op rode lijsten en worden met uitsterven bedreigd. We kunnen dit voorkomen door natuurgebieden met elkaar te verbinden en ze te vergroten. Door wereldwijd ecologische netwerken te creëren wil men deze bedreiging het hoofd bieden. Binnen Europa is afgesproken een Europees netwerk te creëren: "Natura 2000". 
Binnen Nederland wordt de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) het belangrijkste netwerk: het creëren van een netwerk dat functioneert als één groot natuurgebied door grote(re) robuuste natuurgebieden met elkaar te verbinden. Hiervoor moet grond aangekocht of geruild worden en ecoducten, zoals nu bij de Wildenberg, en faunapassages zoals loopplanken onder bruggen en duikers, worden aangelegd. Dit netwerk van “droge” en “natte” natuur vormt na realisatie één aaneengesloten netwerk, dat tevens over de grenzen van ons land aansluit bij het Pan-Europees Ecologisch Netwerk (PEEN).

In veel natuurgebieden liggen nog stukken grond die herstel van de natuur tegenhouden. Van de 345 natuurgebieden van Natuurmonumenten, zijn er 58 gebieden aangewezen die in feite “op slot zitten en waar de natuur niet verder komt”. Voor Limburg zijn er 8 gebieden aangewezen. De Nationale Parken, zoals Groote Peel, Meinweg en Maasduinen, horen er ook bij, maar zijn hier niet bij geteld.

De EHS is dus een netwerk van grote en kleine natuurgebieden, waarin de natuur (plant en dier) voorrang heeft en wordt beschermd. Daarmee wordt voorkomen dat natuurgebieden geïsoleerd komen te liggen en dieren en planten uitsterven en dat de natuurgebieden zo hun waarde verliezen. De EHS kan worden gezien als de ruggengraat van de Nederlandse natuur.

Door de knelpunten op te lossen sla je drie vliegen in één klap:
1. We zorgen er voor dat planten en dieren ongehinderd naar een ander gebied kunnen gaan en zich kunnen verspreiden als hun leefgebied (tijdelijk) ongeschikt wordt.
2. Een groot aantal natuurgebieden heeft te kampen met een tekort aan water. Vaak is het niet mogelijk om weer voldoende water in die gebieden te krijgen, omdat er nog landbouwpercelen liggen. Terwijl landbouwgrond gebaat is bij snelle afvoer van water, is het voor de natuur juist nodig water zo lang mogelijk vast te houden. Als de overheid die schakels koopt, kan het waterpeil voor de natuur snel hersteld worden en wordt tevens gezorgd voor een waterbuffer in natte tijden.
3. We kunnen er voor zorgen dat mensen de groene omgeving (met fiets-, ruiter- en wandelpaden), krijgen, die ze nodig hebben om te recreëren.

Kortom: de EHS heeft alleen maar winnaars……


Mocht je er wat meer over willen weten, dan kun je nog de digitale versie bekijken van het boek 'Publiek geheim, het succes van de EHS', dat door Staatsbosbeheer, De12Landschappen, de Federatie Particulier Grondbezit, Nationaal Groenfonds en Natuurmonumenten is uitgebracht.

Klik dan wel even op het plaatje.

De meeste natuurgebieden in Weert vallen onder de EHS.  In de blog: Natuur(gebieden) in Weert , vind je een kaartje met daarop de natuurgebieden die onder de EHS vallen. Ook andere gebieden die daar buiten vallen, heb ik er op gezet om zo een totaalbeeld te krijgen.

********** P.S. In maart 2014 is "Ecoduct Weerterbergen" geopend. Hierover heb ik een blog geplaatst.
Wil je die lezen, klik dan op deze link.
**********

Uitgebreide informatie over de EHS in Limburg kun je lezen in: "Natuurvisie Limburg 2016". Het ruim 100 pagina's tellend pdf bestand, uitgegeven door de provincie Limburg, kun je HIER bekijken en/of downloaden.

maandag 4 februari 2013

Natuur(gebieden) in Weert

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het overige ¼ deel was ook nagenoeg afgesloten door onder andere de moeilijk begaanbare Boshover Heide, de Budeler Bergen en het Weerter Bos, waarin en waarlangs ook nog eens Russels Broek, Broekensteert, Bakewells Ven, Speckebroek en Heugter Broek lagen.
Het "eiland van Weert" was dus volledig omringd door vochtige en natte gebieden en kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen". (aldus Stan Smeets, in "Andermaal Altweert" ).

woensdag 26 maart 2014

Rietpeel in Leuken.

In vorige blogs heb ik het al gehad over venherstel, maar dan hebben we het toch over iets anders dan het kleinschalig herstel van de (kleine) poelen. Weert is altijd rijk aan “pieëlkes”, “koêle” en "kuûlkes" geweest.
Vanzelf ontstaan of gegraven in de laagten, waren deze waterrijke gebieden van belang voor met name amfibieën en vogels. Van belang vanwege de gevarieerde flora en rijke fauna en vanwege de rust die er meestal heerste. Ik kan me echter ook nog goed herinneren dat, ondanks de zomerse hitte, het raam vaak dicht moest, omdat ik als kind niet in slaap kon komen vanwege het gekwaak in de nabij gelegen poeltjes.

Het laaggelegen "Pieëlke” aan de Rietpeel te Leuken
De deels volgestorte poel is beplant met berken en eiken
Ook herinner ik me nog de gegraven brandkuilen zoals “Speikkoel” en “Vuulderskoel”. Deze hadden in feite meerdere gebruiksdoeleinden; als eerste natuurlijk om bluswater bij de hand te hebben, maar ook voor bijvoorbeeld het  wassen, vollen en naspoelen van de wol, het “wateren” of “weteren” van hout, om de was te spoelen en de melk in de melkbussen koel te houden. Omdat ze via de waterlossingen van water uit de Zuid-Willemsvaart werden voorzien, zat er ook vis in en was het voor de jeugd een ideaal viswater. Vanwege het (nog) zuivere water, de weelderige groei van planten, de bomen en struiken er omheen, waren die brandkuilen een ideaal biotoop voor kikkers, padden en salamanders en talloze soorten insecten zoals vlinders en libellen. Jammer dat die in het verleden dichtgegooid zijn.

Op het eerste oog is er niks mis met 't Pieëlke...
Vroeger lag er ongeveer in elk weiland wel een (vaak door de mens gevormde) poel, die gebruikt werd als drinkplaats voor het vee. Vooral voor kikkers, padden en salamanders was dit soort poelen belangrijk.
Veel van deze vennetjes en poelen zijn helaas de afgelopen decennia ook gedempt, omdat ze “overbodig” waren vanwege schaalvergroting van de landbouw en ruilverkaveling, of ze werden als stortplaats voor puin en huishoudelijk afval gebruikt. Het water en de oorspronkelijk voedselarme bodem van de nog overgebleven vennen en poelen, zijn nu vaak verrijkt met voedingsstoffen, met name met fosfor en stikstof. Dit vanwege vermesting of overbemesting (eutrofiëring) van de omliggende landbouwgrond.

Hoewel Patric Haex uit Stramproy als voormalig vrijwilliger van Natuurmonumenten in 2004 trots
in Dagblad de Limburger vertelde dat hij in Weert e.o. 66 “juweeltjes” had geïnventariseerd, waren toen al veel van deze “koêle” verdwenen of lagen te verpieteren. Omdat Natuurmonumenten en andere milieu- groepen het belang van deze doorgaans kleine biotopen zijn gaan inzien, zie je gelukkig her en der weer meer nieuwe poelen verschijnen en er is onderhoud, maar of het ooit weer zo wordt als vroeger valt te betwijfelen, omdat de (leef)omstandigheden danig veranderd zijn.


Een voorbeeld hoe het in elk geval niet moet, trof ik onlangs aan bij de "Rietpeel" of 't “Pieëlke” in Leuken (tussen Kraanweg-Schoorweg). Het lag tot oktober 1969 trouwens nog op Nederweerts grondgebied. Bij de aanleg van de autosnelweg vond er tussen beide gemeentes grondruil plaats en kwam bijvoorbeeld het Weerterbos op Nederweerts grondgebied en kwamen percelen zoals Kampershoek en Rietpeel op Weerter grondgebied te liggen.

Ook de Rietpeel is geen natuurlijk pieëlke, maar een door menselijk handelen ontstane poel. Vroeger werd het gebied bij de Rietpeel in de volksmond “de Steînove” genoemd.

muurtje van veldbrandsteen en "zónnebekkers".
De grond bevatte daar namelijk leem, die vroeger door de mensen uit de buurt is uitgegraven om stenen van te maken. In veldoventjes werden ter plaatse stenen gebakken of te drogen gelegd. Vandaar die naam. Deze stenen werden niet altijd gebakken, maar de leem, die vermengd werd met roggemeel en haver, werd  meestal in mallen te drogen gelegd om er zogenaamde “zónnebekkers” van te maken. Een zónnebekker is dus een steen die niet gebakken werd, maar gedroogd is door de zon. Het roggemeel en de haver zorgden voor de stevigheid. Het is echter een vrij zachte ruwe steen, die daarom meestal alleen werd gebruikt voor de binnenmuren van de huizen. De leem werd ook gebruikt om er het tenen vlechtwerk van bijvoorbeeld schuren en schaapskooien mee te bestrijken en om dorsvloeren mee aan te leggen.

Eind jaren zestig heeft een slopersbedrijf puin van de failliete Weerter Luciferfabriek in de poel gestort. Illegaal welteverstaan... De Gemeente Nederweert heeft de demping daarom stop laten zetten en de sloper opgedragen het puin op te ruimen. Om de een of andere reden (waarschijnlijk door de nieuwe herindeling tussen Weert-Nederweert op 5 oktober 1969) is dat over het hoofd gezien en nooit gebeurd. Er is wel aarde op aangebracht en er zijn eiken en berken aangeplant. Op dit moment zie je er ook de vlier en de wilg groeien.


Door de (over)bemesting van de landbouwgrond is het stilstaande water voedselrijk (eutrofiëring door fosfor en stikstof). Een teveel aan voedingsstoffen zoals stikstof tast de soortenrijkdom van planten aan en leidt ertoe dat plantensoorten die goed gedijen op arme gronden worden verdrongen door soorten die meer stikstof nodig hebben. Grassen en brandnetels die veel stikstof gebruiken, hebben andere plantensoorten verdrongen. De er naast gelegen Kraanlossing wordt door een landbouwer gebruikt om huishoudelijk afvalwater op te lozen. In het Weerter dialect is dit een “ziêp”. Ook dit is niet erg bevorderlijk.

Hoewel ik er wat kikkerdril aantrof en er een meerkoetje en een paar grauwe ganzen rondzwommen, is hier weinig eer te behalen. Een ontwikkeling die je als natuurliefhebber niet graag ziet.

donderdag 13 maart 2014

Ecoduct "Weerterbergen" geopend.

In Weert is gisteren, na werkzaamheden van ruim een jaar, het nieuwe ecoduct “Weerterbergen” geopend door ProRail, Rijkswaterstaat, Stichting het Limburgs Landschap en de provincie Limburg. Deze ecologische verbinding bestaat uit twee bruggen die over de A2 en de spoorlijn Weert - Eindhoven gaan en zo het Weerterbos en de Weerterheide met elkaar verbinden. Diverse media maakten hier melding van:


In Weert wordt vandaag de natuurbrug over de A2 en de spoorlijn Eindhoven - Weert geopend. Er zijn ook zorgen. Kunnen herten en reeën wel over de draad? 

„Kleine dieren als dassen, steenmarters, egels, padden, watersalamanders,vlinders en andere insecten en misschien ook wel wilde katten kunnen zonder problemen gebruikmaken van de natuurbrug”, weet Henk Heijligers, woordvoerder van Stichting het Limburgs Landschap. „Ja, en zelfs reeën hebben geen last van de afrastering en prikkeldraad. Via het raster worden ze veilig naar de oversteekplaats geleid en het prikkel- draad, daar kruipen ze gewoon onderdoor. Wat betreft de edelherten die momenteel in de omheinde enclave Grashut rondlopen, is er nog steeds geen duidelijkheid.
Aldus Dagblad de Limburger.

Op de site van Weertdegekste zijn ook foto's van deze opening geplaatst.


In mijn blog over de EHS op 21 januari 2013, heb ik al over het belang van het ecoduct geschreven. Hierin vertelde ik dat het ecoduct deel uit maakt van een groter plan om de versnipperde Nederlandse natuur weer met elkaar te verbinden. De  Ecologische Hoofd Structuur genoemd.

Door de aanleg van wegen, waterwegen en spoorlijnen zijn de natuurgebieden in de afgelopen decennia geïsoleerd van elkaar komen te liggen. In het kader van het "Meerjarenprogramma Ontsnippering" van het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Infrastructuur en Milieu is deze nieuwe ecologische verbinding in Weert aangelegd. Vandaag ben ik eens gaan kijken hoe het er uit ziet.

Blogarchief