Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht abeek. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht abeek. Sorteren op datum Alle posts tonen

zaterdag 2 november 2013

Mariahof - De Luysen

Het 70 ha. grote Natuurgebied “Mariahof - De Luysen” ligt net over de grens bij Stramproy in het Belgische Bocholt en Bree. Het maakt deel uit van het grensoverschrijdende landschap Kempen-Broek; een aaneen- schakeling van natuurgebieden in Nederlands - en Belgisch Limburg.

De Europese Unie heeft een onschatbare ecologische rijkdom. Ook Kempen-Broek draagt zijn steentje bij. Maar planten en dieren sterven in een steeds sneller tempo uit door onze natuurbelastende manier van leven. De voornaamste bedreigingen zijn verzuring, verdroging en vermesting. De laatste decennia hebben overexploitatie van ruimte en grondstoffen, vervuiling, exoten en klimaats- verandering (?) er toe bijgedragen dat steeds meer soorten en leefgebieden onder druk zijn komen te staan. De versnippering van leefgebieden is vooral een grote bedreiging voor onze fauna.

gevlekte smalbok op de bloem van een grote berenklauw
Deze bedreigingen verstoren het natuurlijk evenwicht en hele ecosystemen dreigen te verdwijnen. Om die natuur te beschermen, werd begin jaren ’90 het Natura 2000- netwerk en LIFE + in het leven geroepen. Natura 2000 is de naam voor het grens- overschrijdende netwerk van natuurgebie- den dat de Europese lidstaten hebben afge- bakend op basis van de Vogel- en Habitat- richtlijn. Deze 2 richtlijnen vormen het hart van het Europese natuurbeleid en hebben als doel de biodiversiteit te versterken.

Biodiversiteit is de afkorting van ‘biologische diversiteit’ en staat voor de verscheidenheid aan levensvormen en ecosystemen. Het gaat over diversiteit aan soorten (de variatie van alle soorten dieren, planten, zwammen en micro-organismen) en diversiteit aan ecosystemen (het geheel van relaties tussen soorten onderling en het leefgebied waarin ze voorkomen).

De Abeek met op de achtergrond de vijvers van de Luysen
Via LIFE +, het vroegere Life-natuurfonds, trekt Europa middelen uit om de ontwikkeling van Natura 2000- gebieden te ondersteunen. Het geld gaat naar projecten die als voorbeeld kunnen dienen voor het Europese natuurbeleid. LIFE+ houdt na dit jaar (2013) op te bestaan en wordt voor de periode 2014-2020 opgevolgd door het "Financieringsinstrument voor het milieu". Het doel ervan is om een belangrijke bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een beter milieubeleid . Ook wil het praktijken ontwikkelen om biodiversiteitsverlies te stoppen en ecosystemen te herstellen.
De Abeek is met zijn omliggende moeras- en heidegebieden terecht in het Europese Natura 2000 netwerk van internationaal belangrijke gebieden opgenomen.

Dankzij de Europese financiële steun aan het project “Life Abeek” kan het Belgische Natuurpunt vzw. van 2010 tot 2015 grootschalige natuurherstelacties rondom de Abeek uitvoeren. Natuurpunt vzw. is een onafhankelijke organisatie die zich inzet voor natuurbehoud in Vlaanderen. In onze grensstreek zijn Natuurpunt Bocholt (o.a. Smeetshof) en Natuurpunt Bree actief. Natuurpunt Bree beheert o.a. De Luysen, Mariahof, Sint-Maartensheide en de A-beek.

Percelen en streken met een veel voorkomend soort begroeiing, kregen vroeger de naam van het vegetatietype dat men er aantrof. Zo is de naam van het bij Molenbeersel gelegen natuurgebied "De Zig", afgeleid van zegge en de naam "Luysen" zou, zo lees ik overal, afkomstig zijn van "luys-kruyd", waarmee men de begroeiing met riet, rietgras of lisdodde bedoelt.
Toch waag ik het deze uitleg te betwijfelen...... In "Le grand dictionnaire François-Flamand" (1739) staat namelijk bij luyskruyd: herbe aux poux, pediculaire. Dit is de benaming voor verschillende planten die als middel tégen luizen worden (of werden) aangewend. Bedoeld worden o.a. (moeras)kartelblad, maar ook stinkende lis en gagel. Deze verklaring vind ik ook bij onder andere "INL, Schatkamer van de Nederlandse taal"(1923) en bij "Volkoomen.nl"

Vroeger was Mariahof - de Luysen een uitgestrekt moerasgebied, dat was ontstaan doordat enkele beken uitmondden in een laagte. De A-beek, die plaatselijk soms meer dan een km breed was, was de meest bekende. “De Amazone in het klein”, werd ie wel eens genoemd. De plassen zijn ontstaan door turfwinning en naderhand door een maandenlange ondergrondse veenbrand.

In 1965 kocht bouwkundig opzichter Jan Michiels uit Beek 13 ha. moeras in het dan tot dan toe nog ontoegankelijke gebied aan de rand van het Stramproyerbroek. In eerste instantie begon hij met de aanleg van een viskwekerij, maar al in 1968 zette hij het groots op door de aanleg een  recreatiedomein met een 3 ha. groot natuurzwembad met stranden en zonneweiden en  roei- en visvijvers. Topdagen van 4 tot 7000 bezoekers waren geen zeldzaamheid. en in de daarop volgende 3 seizoenen zijn meer dan 100.000 bezoekers de poorten van de "Luysen"  gepasseerd..(bron: Land van Weert  van 27 april 1972). En dit alles vond plaats in de bufferzone van het Stramproyerbroek, waar eigenlijk geen recreatie mocht worden bedreven.

Ondanks protesten van vooral de Stichting Natuurbeschermingsactie Limburg (N.B.L) maar ook andere.natuurverenigingen werden de activiteiten aldaar in eerste instantie nog door de gemeente Bree gedoogd. Nieuwe uitbreidingsplannen zoals een speeltuin, een camping, weekendhuisjes, een winkel, een restaurant en zelfs een danszaal en disco hebben hem uiteindelijk echter de das omgedaan. Pogingen om tot overeenstemming te komen met de gemeente lukten niet omdat Michiels (†2011) gewoon deed wat hij voor ogen had.......  Zelfs sluiting van de camping in juli 1981 en de sloop van de illegaal gebouwde woning, winkel, café- annex dancing in december 1981, weerhield hem niet om door te gaan.  In april 1984 stond dan ook in weekblad Op de Keper een artikel met als kop: "Familiecamping de Luysen nog attraktiever", waarin weer een aantal vernieuwingen en verbeteringen werden vermeld.. Hij heeft een jarenlange strijd gevoerd om het terrein gelegaliseerd te krijgen, maar ving uiteindelijk overal bot. Beginjaren '90 van de vorige eeuw legde hij zich er eindelijk bij neer en werd de stop er uitgetrokken. NU zeg ik als natuurliefhebber  "GELUKKIG MAAR.....", maar als jongeman dacht ik daar toch anders over en ging er vaak met vrienden naar toe. Ondanks de mistoestanden heb ik er goede herinneringen aan en zoals je ziet was ik echt niet de enige.......

 
In 1996 is het gebied gekocht door natuurvereniging Natuurpunt en sinds 2005 is men met hulp van de gemeente Bree bezig het zodanig te herinrichten, dat de natuur weer maximaal de kans krijgt naar zijn oorspronkelijke vorm terug te keren; een waardevol moeras met open waterpartijen en flinke rietkragen. In fases heeft men de recreatieve infrastructuur verwijderd, zijn moeraszones aangelegd en zijn een aantal vijvers heringericht. Het is een waar eldorado geworden voor (bijna 50) libellen en vogels zoals ijsvogeltje, kiekendief, blauwborst, roerdomp, hout- en watersnip en talloze watervogels. De visarend, tijdens zijn doortocht naar zijn overwinteringsgebied, is hier meerdere keren gesignaleerd en ook de bever heeft, naar het schijnt, het gebied ontdekt, hoewel ik er geen sporen van heb aangetroffen.
Op dit moment is men bezig met de herinrichting van domein Mariahof, dat er deel van uit maakt.

Natuurgebied Mariahof-De Luysen is, zoals Natuurpunt zelf zegt, "pure natuur van de bovenste plank...."


zondag 12 mei 2013

Luysmolen

Langs de Abeek, ooit “de levensader van beide Limburgen” genoemd, lagen in het verleden liefst 26 molens. Deze beek speelt nu weer een belangrijke rol in het grensoverschrijdende natuurpark "Kempen-Broek", want ze is, met haar venige hooilanden, elzenbroekbossen en de omliggende moeras- en heidegebieden, in het Europese "Natura 2000" netwerk van internationaal belangrijke “droge en natte natuurgebieden” opgenomen.

Vanwege de vele molens werd ze vroeger ook wel Molenbeek genoemd. Alleen al in buurtschap Kreyel (in de Belgische gemeente Bocholt) lagen over een afstand van amper 6 km, liefst 4 watermolens. Hiervan zijn er nog twee over gebleven, nl. de Voorste Luysmolen en de Clootsmolen. Deze molens draaien niet meer. De Achterste Luysmolen (1926) en de Hendriksmolen (1930) zijn afgebroken. Over de Clootsmolen heb ik al eerder iets geschreven. Het molenwerk van deze molen is nog aanwezig en ze is (zo zegt men) beperkt maalvaardig, maar ligt niet meer direct aan de beek en staat eigenlijk gewoon "droog". Het ligt in de bedoeling om de beek weer in haar oorspronkelijke bedding te leggen, zodat deze molen weer aan de beek komt te staan.

De Voorste Luysmolen maalde voor het laatst in 1965. Het is een zogenaamde onderslagmolen. Bij onderslagmolens stroomt het water ónder het rad door. Dit type molens komt vooral voor op de wat grotere beken/kleinere rivieren en is typisch voor waterlopen met een klein verval. De molen ligt aan een kleine zijstroom.

De Voorste Luysmolen wordt al in 1515 vermeld als volmolen, waar men wollen laken “volde” of verviltte om de kwaliteit van het weefsel te verbeteren. Het is een bewerking om de vezels dichter ineen te werken, waardoor een stevige, waterdichte stof ontstaat die minder vatbaar is voor krimp. Door de gebruikte ingrediënten, met name urine, werd een volmolen ook wel stinkmolen genoemd.

In de 19e eeuw werd de molen ingericht als korenmolen en het oorspronkelijk houten molengebouw werd in 1884 vervangen door een stenen gebouw. Sinds 1965 is de molen niet meer gebruikt. De naam Luys heeft niets te maken met een insect of parasiet (een luis dus), maar is van oorsprong een veldnaam. Luijs is afgeleid van "lis of rietgras". Veel hooilandpercelen langs de Abeek kregen vroeger de naam "luijsbampt" mee. Bampt in de betekenis van hooiland of beemd.


Eind 1995 kocht de Vlaamse Landmaatschappij de molen om ze te restaureren. Na de restauratie en herinrichting van de omgeving, is het beheer overgedragen aan de gemeente Bocholt. Tussen 15 april en 15 oktober is de molen vrij te bezichtigen. Nu de Luysmolen weer kan malen, zijn er ook iedere tweede en vierde zondag van de maand maaldemonstraties. Er is een kleine tentoonstellingsruimte en de molen is uitvalbasis voor wandelingen langs de beek, Smeetshof, Sint-Maartensheide, Luysen, Stramprooierbroek en Wijffelterbroek. Er is een picknick- plaats naast de molen en er is de mogelijkheid om van een lekker "tasje koffie" en een kleine hap te genieten. Het is tegenwoordig, omdat het aan het fietsknoopnetwerk ligt, ook een populair rustpunt voor fietsers.

Hoewel de midden- en benedenloop van de Abeek sterk door de mens is beïnvloed, behoort de beek nog altijd tot één van de betere beken. De waterkwaliteit, de unieke flora en fauna zijn van een hoog niveau. In de zomer krioelt het letterlijk van het leven in, boven en langs de beek. Er zijn vistrappen aangelegd om de vissen de gelegenheid te geven zich stroomopwaarts te begeven.












Grotere kaart weergeven

woensdag 26 februari 2014

Een stukje geschiedenis van het Areven

Het Weerter landschap, of meer in het bijzonder Grenspark Kempen~Broek, bestaat uit een landschap van hoger gelegen zwak golvende dekzandafzettingen, die worden afgewisseld met een stelsel van laagtes, waarin oorspronkelijk uitgestrekte veenmoerassen lagen. Dit zorgt voor een grote variatie in landschappen en prachtige natuurgebieden. Het Areven (in de volksmond “ Oarevin”) is zo'n prachtig, door kwel en regenwater gevoed, natuurgebied, dat zich op ongeveer 1,5 km van de kern van Stramproy bevindt. Van het 22 hectare grote gebied is ruim 12 hectare van Natuur-monumenten en de overige percelen zijn (nog) privé-bezit van kleine grondeigenaren.

Het laaggelegen Areven ligt aan de rand van het dorp Stramproy
In de blog "Areven of Hareven?" heb ik getracht de naam te verklaren. Hierin vertelde ik dat Areven volgens mij is afgeleid van Hareven *(harula= 'hoogte, 'heuveltje, 'zandrug, 'zandige heuvelrug').
Areven betekent dus: ven of laaggelegen gebied op een hoger gelegen zandrug.

In deze blog ga ik wat meer vertellen over de ligging en een stukje geschiedenis over het gebied.
Het Areven maakt, samen met o.a. het Belgische Kreyel *(Craeyelo= kraaienbos), ’t Luuëke *( Looyke= een klein bos op hoge zandgrond), de Stramprooise Hei, Bobberte *(Bobeleerd = met biezen begroeid land) , Heiroth *(rot= buurtschap), (H)eltenbos *(eltenbosch= "hoog bos"), Horst * (hursti= hoger gelegen, met kreupelhout of hakhout begroeid, stuk grond in moerassig terrein) en Berg, dus deel uit van een hoger gelegen zandrug. Deze zandrug hoort, hydrologisch gezien, bij het systeem van de Abeek en het Stramprooierbroek.

een mozaïek van bos- en graslandjes zorgt voor biodiversiteit.
kleine wandelpaadjes maken het gebied toegankelijker
De zandrug vormt de scheiding tussen de Abeek met het Stramprooierbroek en aan de zuidzijde het Wijffelterbroek en Smeetshof met de Raam en de Tungelroyse Beek. Op de zandrug zie je echter hoogteverschillen vanwege lager gelegen gebieden zoals het "Areven", "Lieëg Hei", "Siëndonk", *(siën= zijgen, inzakken donk= heuvel of verhoging), "Vlaos" en "Flesters Vinke".

Vanaf de Lochtstraat zie je goed hoe laag het Areven ligt
Het eertijds verwaarloosde "Flesters Vinke", dat tussen de Lochtstraat en Grensweg/Kapelstraat ligt, is eigendom van Ark en Natuurmonumenten en enkele jaren geleden opgeschoond en aangeplant.
Het lijkt me een uitdaging hier meer over te weten te komen en hier wil ik dan ook zeker te zijner tijd een blog aan wijden. Alleen al de naam maakt mij nieuwsgierig.

vernatting van het Areven
aangelegde poel op een graslandje houdt het water langer vast
De uitgestrekte 'onvruchtbare' of 'woeste' zandrug, was vroeger van grote betekenis voor de dorpsgemeen- schap Stramproy. Op de Stramprooise Hei waren bijvoorbeeld rond 1800 maar liefst 6 schaapherders werkzaam. Men won er voedsel, mest, strooisel, een deel van de brandstof, en verder honing, was, wol, vlees. Ook de dorpsbossen van het Areven waren in gemeenschappelijk gebruik. De bewoners van Stramproy haalden er hout voor de bakoven (“mötterte”) en voor de kachel en gebruikten het hout als weipaal, bonenstaak, rijshout en hooiruiters. Van de “wisse” (wilgentenen) werden in de winter manden gevlochten.
De kleine graslandjes werden vooral gebruikt als hooiland.

Ook de vroegere "Wietendriesstraet" (rond 1830) kan m.i. duiden op het gemeen gebruik van daar gelegen braakliggende "woeste grond". De betekenis van *dries = onrendabel laag gelegen land, vaak in de zin van drassig grasland of een perceel weiland (schaapsdries). Geldt ook voor de "Dries" in Weert/Keent.

Tot zover mijn blog over de ligging en geschiedenis van het Areven. In mijn laatste post over het Areven ga ik nog wat meer over de geschiedenis en de huidige situatie van het Areven vertellen.

maandag 19 november 2012

Clootsmolen

Een beek die van oudsher grote aantrekkingskracht heeft uitgeoefend, was de Abeek.
Zij ontspringt op het Kempens plateau te Wijshagen-Meeuwen en vloeit via Gerdingen, Reppel, Beek en Bocholt in noordoostelijke richting, waar zij bij het Nederlandse Neer in de Maas uitmondt.
“De Abeek was vroeger een Levensader van beide Limburgen”. Aan deze beek lagen bijvoorbeeld liefst 16 molens. Het gebied maakt deel uit van het grensoverschrijdende Kempen-Broek.

De Clootsmolen (ook wel Neermolen genoemd) was een banmolen of dwangmolen. Ze ligt aan Watermolenweg 1 in Kreyel (gemeente Bocholt). Kreyel komt van Craeye lo, wat kraaienbos betekent.
De naburige boeren moesten daar op last van de plaatselijke heer van Bocholt (tevens graaf van Horne) sinds 1465 het graan laten malen. Het doel van deze molendwang was een deel, bijvoorbeeld een tiende, van (de waarde van) het graan als belasting te kunnen innen. De boeren betwistten dit vanaf het begin, maar pas in de Franse tijd kwam er een einde aan deze feodale regeling.

Clootsmolen of Neermolen, voordat de A-beek werd rechtgetrokken  (+ 1960)
Het is me niet helemaal duidelijk of de naam Clootsmolen is afgeleid van: molen van Cloot (zónder s), óf de molen van Cloots (mét s). Cloot is een niet meer voorkomende voornaam, die is afgeleid van het Oud-Germaanse of Frankische Chlodio. (vergelijk met de Franse voornaam Claude).
Veel achternamen zijn afgeleid van de voornaam van de voorouder. Denk bijvoorbeeld aan Barendsz, in de betekenis van: zoon van Barend. Dat was ook zo met namen als Roelofsz, Petersz, Adriaansz en Jacobsz. Oorspronkelijk dus met een z in de betekenis van zoon, maar in de loop der tijd werd de z weggelaten, zodat alleen de 2e naamval is overgebleven, dus Barends, Roelofs, etc. Dit noemt men een patroniem.

Ik denk dat Clootsmolen niet verwijst naar de oorspronkelijke voornaam Cloot (de molen van Claude), maar naar de achternaam Cloots. De molen dus van Cloots (mét s). Een klein verschil, maar toch……

De molen is een zogenaamde onderslagmolen. Bij onderslagmolens stroomt het water onder het rad door. Dit type molen komt vooral voor op de wat grotere beken/kleinere rivieren en is typisch voor waterlopen met een klein verval. In de loop van de 19e eeuw is de molen voorzien van een bakstenen gebouw. Het molenhuis in haar huidige vorm dateert uit begin 20e eeuw. Later werd de beek omgelegd, en kwam de molen aan een kleine zijstroom te liggen, maar ze ontving nog voldoende water om af en toe te kunnen draaien. Nadat de beek echter in de beginjaren '60 van de vorige eeuw werd rechtgetrokken, betekende dat definitief het einde voor de molen. Het molenwerk is echter nog aanwezig en de molen is is in feite nog (hoewel beperkt) maalvaardig.

De stuw aan de Clootsmolen is vervangen door een vistrap: alle vissoorten kunnen nu het hoogteverschil van anderhalve meter in kleinere trapjes nemen. Het ligt in de bedoeling om de beek weer in haar oorspronkelijke bedding te leggen, zodat de molen weer aan de beek komt te staan. Hopelijk dat het gauw gebeurt, want de eerste tekenen van verval zijn al duidelijk zichtbaar.
Er is tegenwoordig een bed & breakfast en de molen is enkel op aanvraag te bezoeken.



Grotere kaart weergeven

zaterdag 3 januari 2015

Winters Luysen

Afgelopen maandag togen we met z'n tweetjes rond het middaguur naar natuurgebied "de Luysen".
Een "reisreporter" die ik ken van de reissite Columbus, stond perplex toen ze van me hoorde dat er in Nederland en België ijsvogeltjes zijn. Ze had die hier nog nooit gezien en vroeg of ik een keertje met haar op pad wilde gaan om zo'n vogeltje te spotten. Dus voor maandag afgesproken en laat het nou net gevroren hebben. Ik had er dan ook weinig fiducie in, want het vogeltje heeft open water nodig, waar het zijn voedsel gaat zoeken. Maar 't was nu eenmaal afgesproken.

Bij de eerste kijkhut, waar een aantal vogelaars met hun 500 mm telelenzen lieten blijken, dat we met onze apparatuur een "vreemde eend in de bijt waren", was alles stijf bevroren. Maar bij de derde kijkhut was er gelukkig vlakbij wel een ijsvrij plekje. We hoefden niet lang te wachten, want niet veel later kwam het eerste beestje al aangevlogen. Minder dan 7 meter van ons af..... Een prachtig moment, maar dan valt het nog niet mee om van zo'n klein supersnel vogeltje een geslaagde foto van te maken.

Het totaal aantal broedparen tot begin jaren zestig schommelde steeds tussen enkele tientallen en enkele honderden paren. En op de site van Waarneming.nl lees ik dat er dit jaar een recordaantal ijsvogels is ingevoerd. Er zijn al meer dan 25.000 ijsvogels gemeld, dus het gaat de goede kant op met dit prachtige vogeltje. Zeldzaam mag je 'm dus niet meer noemen... Het is alleen de kunst om 'm te vinden en er bovendien een mooie foto van te maken. Dat is, zoals je ziet, gelukt en onze dag kon niet meer stuk......

Zoals je ziet was de grote plas bij de eerste kijkhut helemaal bevroren. Dit is niet de prettigste periode voor het vogeltje, maar voor ons leverde het mooie plaatjes op. Het was helder weer en het zonnetje scheen, dus het werd alsnog een mooie geslaagde dag.

Schijnbaar is er nog iemand die een prive perceeltje heeft in het gebied. Normaal loop je dit schamel onderkomen voorbij, maar met een winters zonnetje levert het mooie plaatjes op.

De laagstaande zon zorgt voor bijzondere effecten in het elzenbroekbos, dat momenteel onder water staat.

Voor de vogels is het nu niet de fijnste periode, maar er zijn gelukkig nog voldoende ijsvrije plekjes.

Na enige tijd zijn we verder gewandeld door het gebied. De reisreporter was "hilarisch" en heeft (net zoals ik) menig mooi plaatje geschoten. We zijn doorgewandeld tot aan de Abeek.

Bij de Abeek lopen een zestal Schotse Hooglanders rond. Ondanks hun imposante hoornpartij zijn het publieksvriendelijke dieren. De dieren, met een prachtige dichte wintervacht, waren dan ook goed benaderbaar en trokken zich van onze aanwezigheid niks aan. Uiteraard bleven we op een veilige afstand, want je weet maar nooit.

De Schotse Hooglander is behoorlijk zelfredzaam en kan goed overleven zonder menselijke bemoeienis; het kan zich goed tegen de kou te weren door de lange beharing en slaat vetreserves op. Het feit dat ie langharig en kortbenig is, is echter ook een beperking in met name de ruigere, moeilijk toegankelijke natuurgebieden. Dit is ook goed te zien bij het jonge dier dat al bijna tot aan zijn buik in de sneeuw staat. Op de Luysen zorgt het rund echter alleen voor de begrazing van de graslanden langs de beek.

Het werd laat voor we er erg in hadden en de reisreporter moest nog helemaal terug naar Nijmegen, dus het werd tijd om te vertrekken. Nog even snel wat foto's bij de beek en dan naar huis.

Onderweg werden we, ter afsluiting van een geslaagde dag, nog getrakteerd op een prachtige zonsondergang, dus moest er nog een paar keer gestopt worden voor een foto.

Blogarchief