Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht maremmana. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht maremmana. Sorteren op datum Alle posts tonen

vrijdag 27 november 2015

Taurossen op Kwaoj Gaat/Wisseblök 2015

Ik kan zien dat er regelmatig vanuit het buitenland bezoekjes zijn op mijn blogs over de Taurossen en de foto's die ik daarvan op Flickr heb geplaatst. Onlangs is (uiteraard met mijn toestemming), een blog met foto's van de Taurossen op de Loozerheide en Weerter Kempen geplaatst op de Breedingback blog van een zoölogie student op de universiteit Wenen en vond ik een interessante analyse over de mogelijke afkomst van de jonge dieren op het veel bezochte Carnivoraforum. Van Ark of Free Nature kan ik die helaas niet verwachten.

Dit soort reacties kan ik dan ook alleen maar toejuichen en ook nu hoop ik dat er weer gereageerd wordt.

Foto van april 2013
In januari 2013 zijn 3 Limia runderen met kalfjes en een Limia stier op het Kwaoj Gaat/Wisseblök geplaatst. Raszuivere dieren die (als ik het goed heb) rechtstreeks uit Spanje kwamen. Herkenbaar aan het oranje oormerk. Je kunt het nog eens terug lezen door HIER op te klikken.
Het Limia rund of Limiana is dus een Spaans ras. Uit de provincie Galicië. Qua kenmerken, gehardheid en robuustheid staat het dicht bij het oerrund. Bij de Limia zie je, net zoals bij andere runderrassen, variatie.

Maremmana (li.) en Pajuna stier (re.) op Siëndonk in januari 2013
Enige tijd later is de Limia stier elders geplaatst (onbekend waar) en in december 2013 zag ik op Wisseblök/Kwaoj Gaat een Maremmana- en Pajuna stier lopen. Twee stieren, die daarvoor al een tijdje op Siëndonk hadden rondgelopen zoals je op de foto kunt zien.

Een half jaartje later werden de meeste dieren weer verplaatst naar een ander perceel; onder andere naar de Weerter Kempen en Loozerheide. Ik trof in juni 2014 op Wisseblök/Kwaoj Gaat alleen nog de Maremmana stier en één Limia koe met kalfje aan. De Maremmana heeft dus minimaal gezorgd voor een vrouwelijke nakomeling. Dat kun je zien op deze foto.

Intussen lopen er op Kwaoj Gaat/Wisseblök weer andere dieren. Mogelijk dat de Limia koe met haar kalf is gebleven. Nu lopen er 4 Limia koeien met 3 kalfjes en een andere  stier rond. Waar de Maremmana stier van vorig jaar was gebleven was mij niet duidelijk. Op de andere percelen had ik hem ook niet gezien.
De beheerder van Ark vertelde me later , dat de stier zijn werk "had gedaan" en was afgevoerd naar de slachterij van Free Nature.

Het is me ook niet duidelijk of de stier een gekruiste Limia is. De hoornpartij en de "bokkenpruik" doen me namelijk ook denken aan een Maronesa en vanwege de kleuren kun je (als leek) zelfs aan een Pajuna denken.  Kortom, ik weet het niet. Daarvoor ben ik gewoon te weinig deskundig. Mogelijk dat de volgende drie foto's voor anderen meer duidelijkheid verschaffen en dat iemand mij te hulp schiet.

Het is in elk geval een prachtig dier. Ik heb het niet eerder op een van de andere percelen gezien, dus mogelijk is het nog niet lang in ons land. Ik vermoed dat, omdat het ook geen oormerk heeft. Hoewel het me ook onwaarschijnlijk lijkt dat het dan ons land zou binnen kunnen komen, kan ik geen andere reden bedenken.

Op carnivora wordt er het volgende over gezegd:
"As regards the bull I will not hazard any guess regarding its ancestrage, except that judging by the horns neither a pure Maremmana nor a pure Highland were among the parents. As for his looks, he seems a bit heavy in the belly but has a very nicely curved backline with a well-developed hump. The horn shape is acceptable – forward pointing and with very slightly inward-pointing tip(s). As he presumably is relatively young, the horns tips may yet grow a bit. His looks are reminiscent of one of the young bulls in Weerter Kempen (see here), though that one seems a bit shorter in the trunk and has a less pronounced colour saddle".
Ook hier dus geen uitgesproken voorkeur voor een bepaald ras.

Een prachtige kop heeft deze stier. Dit blijkt een 1/2 Lima en 1/2 Pajuna te zijn.
In oktober 2015 zijn door Stichting Taurus 12 runderen vanuit Nederland naar de Donau delta in Roemenië getransporteerd. Behalve de rassen die ook in Kempen~Broek lopen, vind je daar ook het Spaanse ras: Alistana-Sanabresa. Dit rund werd vroeger vooral ingezet als trekdier. De stier die op Kwaoj Gaât loopt vertoont veel gelijkenis met dit ras. Ik heb dit bij Stichting Taurus nagevraagd, maar kreeg helaas geen reactie.....

***Dankzij een reactie op 5 januari 2016 van Henri Kerkdijk-Otten, voormalig mede-oprichter van het Tauros Project, is de onduidelijk over dit ras uit de wereld geholpen. Kijk daarvoor bij opmerkingen.
Dus niks geen Alistana- Sanabresa maar een Limia stier. De beheerder van Ark corrigeert dit in een latere reactie, namelijk 1/2 Limia en 1/2 Pajuna. Mijn dank daarvoor bij beide heren.

Runderen zonder oormerk is eigenlijk strafbaar, want het is in Europa wettelijk verplicht dat die binnen drie dagen na de geboorte een oornummer hebben. Deze regel wordt "honderd hectare regeling" genoemd. Het geldt namelijk voor dieren die grazen op een gesloten gebied tot een oppervlakte van 100 ha. In gebieden groter dan 100 ha. is de regel van het oormerken binnen 3 dagen niet nodig. Als dat oormerken dus om de een of andere reden niet lukt, worden ze er tijdens een vangactie later in het jaar alsnog van voorzien.

Die vangactie staat momenteel zo te zien ook te gebeuren. De hekken zijn al enige tijd geleden geplaatst en er wordt hooi in gegooid, zodat de dieren er in en uit lopen en aan de veranderde situatie kunnen wennen. Het vangen is uiteindelijk toch een hectisch moment voor ze en moet met tact gebeuren.

Ook dit kalfje heeft nog geen oormerk.
Het najaar is ook dé tijd van de vangacties bij de runderen van FREE Nature. Allereerst moet soms op de percelen het aantal dieren teruggebracht worden naar een aantal dat ze de winter zonder bijvoeren kunnen overleven. Om die reden moeten dieren verplaatst worden, maar er zijn ook dieren die niet aan de "eisen" van het oerrund voldoen. Die worden dan afgevoerd naar de slachterij van FREE Nature. En tot slot biedt dit vangen dus ook de kans om alle dieren alsnog van oormerken te voorzien. Het zorgt echter altijd weer voor onrust..

Dit is een koe die volgens mij al vanaf januari 2013 op Kwaoj Gaat/Wisseblök is. Hoewel het natuurlijk ook mogelijk is, dat ze nog niet lang geleden vanuit Spanje is geïmporteerd. Dat ze niet in Nederland is geboren is te zien aan het oranje oormerk.  De Nederlandse oormerken zijn namelijk geel. Volgens mij is deze koe ook zwanger.


donderdag 12 juni 2014

Grazers op de Loozerheide

Na de bezoekjes aan de Loozerheide de afgelopen weken, heb ik me al een aantal keren afgevraagd wat nou de juiste benaming van dit gebied is. De lokale bevolking sprak vroeger van de "Aw hei". Nu heeft men het over de Loozerheide, Lozerheide, Nyrstar gronden en de Nyrstar heide.
Tijd om op zoek te gaan naar wat meer duidelijkheid.

Ik heb verschillende oude kaarten bekeken, maar het werd er niet duidelijker op. Afgaande op de legendekleuren op een kaart van 1953, zou ik geneigd zijn te zeggen dat het gebied meer aansluit op de Boshoverheide en de Loozerheide eigenlijk toch meer noordelijk tot aan de spoorlijn ligt.

Op deze kaart is ook te zien dat de eind 19e eeuw aangelegde "Havenweg" en de spoorweg het Ringselven doorsnijden. Het gebied ten oosten van de weg is in gebruik genomen als de zogenaamde  "Klaarvijvers" en de rest is drooggelegd. Dit alles vanwege de zinkfabriek die zich hier in 1892 vestigde.

Duidelijk ingetekend op deze kaart zien we ook een bewaard gebleven stukje van de Peel-Raamstelling. Dit was een aangesloten verdedigingslinie van Grave in het noorden tot Budel/ Dorplein in het zuiden, die kort voor het uitbreken van WO II nog snel is aangelegd. Het doel daarvan was een strategische beveiliging aan te leggen, om zo een eventuele doortocht van Duitse troepen door Noord - Brabant naar België en Frankrijk te verhinderen of te belemmeren. Ook werden voor dat doel kazematten langs het kanaal gebouwd. De Loozerheide werd bestemd als eventueel inundatiegebied. Voor dat doel werd van het kanaal tot aan het spoor een dijk aangelegd en als men (zo werd gedacht), dat gebied onder water zou laten lopen met kanaalwater, zou de doortocht van de Duitsers verhinderd dan wel vertraagd worden. De dijk lag grotendeels in de dennenbossen van Ernest Wenmaekers (van Landgoed les Beaux Champs). Toen de oorlog uitbrak in mei 1940 is een groot deel van de omringende bossen door de terugtrekkende troepen in brand gestoken. De schade is naderhand vastgesteld op liefst fl. 30.000,-. Hoewel er in Weert enkele korte gevechten plaats vonden in de ochtend van 11 mei 1940, trokken de Duitsers gewoon om de Loozerheide heen, zodat het effect van deze maatregel nul komma nul was. De restanten van deze dijk liggen er nog steeds. Je vindt die deels langs het pad naar de vogeltelpost. In de afgelopen jaren zijn er in oostelijk Brabant een aantal maatregelen genomen die de Peel - Raamstelling meer zichtbaar maken, maar op de Loozerheide wordt niets ondernomen.

Op deze kaart van 1850 is te zien hoe gigantisch groot de "Looserheide" ooit is geweest. Ruwweg was het het gebied tussen Budelschoot, Lozen, Zuid-Willemsvaart, Boshover- en Weerterheide met grote vennen zoals Ringselven (dat toen nog een echte "ring" was), Weitjespeel, Rentmeesterspeel, Kranenven en de Hoort.

Ongetwijfeld maakte ook het huidige Domeinbos Lozerheide hier oorspronkelijk deel van uit, want de natuur kent nou eenmaal geen grenzen. Halverwege de 19e eeuw is dit aan de rand van Lozen gelegen gebied ontgonnen en in gebruik genomen als vloeiweide, of zoals de Belgen zeggen als "watering". Om de heidevlakte te bevloeien en vruchtbaar te maken, werd water van de nabij gelegen kanalen ingelaten.

Waterstaatskaart van waterschap Valkenswaard-Oost in 1877
Een deel van dit water en van een ander vloeiweidecomplex ten zuiden van Hamont, werd vervolgens via de Hamonterbeek richting Hoort en Ringselven afgevoerd.
Tussen het Ringselven en de Loozerheide ligt een hogere dekzandrug en het peil van de Zuid-Willemsvaart ligt ca. 3 m. boven dat van het Ringselven. Daarom werd er een duiker onder het kanaal aangelegd, zodat het Ringselven in zuidoostelijke richting af kon wateren op moerasgebied de Kruispeel. Om het water beter en sneller te kunnen afvoeren, is daarom tussen 1864 en 1877 vanaf het kanaal, ter hoogte van de Kruispeel, een beek tot aan de Kalverpeel gegraven. Op de Waterstaatkaart van Waterschap Valkenswaard-Oost van 1877 is dat goed te zien. Op bovenstaande militaire kaart van 1850-1864 zie je die beek echter nog niet.

In 1892 heeft de Waalse fabrikantenfamilie Dor midden in deze "Looserheide" ruim 900 ha. grond gekocht om er een Zinkfabriek te vestigen. De fabriek werd ongeveer gebouwd waar toen nog 6 (zand)wegen samenkwamen. In een eerdere blog heb ik beschreven wat de redenen waren om zich net hier te vestigen. Het koel- en afvalwater werd geloosd in de Tungelroyse beek.

Door deze kaarten krijg je een goede indruk hoeveel er is veranderd, maar qua naamgeving ben ik er niet veel wijzer op geworden. Lozerheide (met één o) valt sowieso af, om misverstanden te voorkomen met het Belgische Domeinbos Lozerheide. Omdat het gebied waar we het nu over hebben oorspronkelijk deel uit maakte van een veel grotere Loozerheide en over een aantal jaar ook Nyrstar misschien niet meer de eigenaar is van de zinkfabriek, blijft mijn voorkeur uit natuurhistorische overwegingen toch "Loozerheide". Zo maak je ook onderscheid met de ten oosten van de Defensiedijk droog gelegen Boshoverheide.

Nadat de Loozerheide in 2012 het eigendom is geworden van Stichting Ark, heeft men er runderen van het Maremmana Primitivo ras en Exmoor pony's geplaatst die zorgen voor de begrazing.
De kuddes zijn intussen gegroeid en sinds kort heeft men er een Maronesa stier bij geplaatst.

Maremmana koe met kalf op de Loozerheide in oktober 2013
Maremmana stier met Limia koe op Wisseblök in mei 2014
Bij de meeste runderen verschillen mannetjes en vrouwtjes niet zo heel erg veel, maar bij sommige dieren is het uiterlijk zo anders, dat je zou denken dat mannetjes en vrouwtjes tot verschillende soorten behoren.
Dat is ook het geval met de grijze Maremmana koeien en de zwarte Maremmana stier. Het is opvallend dat bij dit ras de kalfjes met een bruine vacht worden geboren en pas op latere leeftijd hun echte kleur krijgen. Ook bij de andere runderen uit het Taurosproject zie je dat.

De Portugese Maronesa stier moet voor nieuw nageslacht gaan zorgen. Maronesas worden in het Taurosproject gebruikt, omdat het een oud runderras is, dat in meerdere opzichten lijkt op het uitgestorven oerrund. Vooral de naar voren gerichte hoorns zijn interessant en het is een zeer snel en behendig ras, dat doet denken aan het wilde oerrund. De stieren hebben opvallende schouder- en nekspieren, een lichte aalstreep over de rug, meelsnuit en een bruine "bokkenpruik".
De Maronesa is echter ook een niet zo groot ras. Zoals Heckrunderen of kleiner. Het uiterlijk zegt echter niet alles. Qua karakter is het dier namelijk ook goed in te passen in het fokprogramma. Maronesa werden vroeger voornamelijk gebruikt voor werkzaamheden in de velden in bergachtige gebieden, in het bijzonder Sierra de Marão. Hier dankt ie ook zijn naam aan.

Begrazing wordt door Ark gezien als een sleutelproces voor een “zelfredzame” natuur in Kempen-Broek.

Stichting Taurus (officieel de eigenaar van de runderen en paarden), en Ark hebben op de Loozerheide ook voor Exmoorpony’s gekozen, omdat deze paarden ook de jonge boompjes en pijpenstrootje eten. Deze Exmoorpony’s zouden zodoende een ideale aanvulling op het graasgedrag van de Maremmana runderen zijn, want een groot deel van het gebied is begroeid met dit pijpenstrootje. Met de komst van deze kleine kudde Exmoorpony’s zullen, zo is de veronderstelling van Ark, weer open plekken ontstaan, die kansen bieden aan de heide en andere verdwenen of zeldzame planten.

Ik vraag me echter af waarom in dit gebied geen schapen zijn ingezet (zoals oorspronkelijk ook gebeurd is) en wat de meerwaarde van met name de taurosrunderen in dit gebied is. Zeker nu het ruigere en nattere gedeelte langs de kanaalzone tot aan de Defensiedijk afgesloten is door prikkeldraad en niet voor deze dieren toegankelijk is. Voor begrazing van dit soort gebieden zijn ze net bedoeld.
Tegenover runderen bieden schapen, samen met paarden/pony’s, het voordeel dat ze de grassen en kruidlagen zeer kort houden. Waar runderen halmen afbreken met hun tong, bijten de twee andere de plant echt af. Daardoor krijg je plaatselijk echt kortgeschoren stukken die vooral kleine kruidachtige plantjes plaats en zonlicht geven om erdoorheen te komen.

Ook het argument dat schapen niet geschikt zouden zijn voor met name de ruige vegetatie, geldt zeker niet voor elk schaap. Ik denk bijvoorbeeld aan het zeer oude Schotse hoogbenige Soay schaap of het oude Schotse "Hebridean" schapenras.
Op dit moment zijn de graslanden sowieso een lekkerder alternatief voor de runderen en paarden dan het karige voedsel. Het is wel goed dat men een aantal bomen na de rigoureuze kap heeft laten staan, als beschutting tegen de zomerse zon.

maandag 7 september 2020

Taurossen op de Kettingdijk in 2020

In de vorige post vertelde ik dat in gebieden groter dan 100 hectare taurossen gehandhaafd kunnen blijven en ook opengesteld blijven voor publiek. Voor gebieden kleiner dan 100 hectare heeft ARK in overleg met de Klankbordgroep Kempen~Broek (????) een alternatief runderras gekozen. Dat zijn dus Schotse Hooglanders geworden. Op de Kettingdijk/Vetpeel en de Loozerheide heeft men vanwege de 100 ha. regel Taurossen kunnen plaatsen. Ik weet niet of die 100 ha. daar klopt, maar we zullen maar aannemen dat aan die voorwaarde wordt voldaan.

Stierenkuilen kunnen zorgen voor meer biodiversiteit
In de post "Stierenkuilen op de Kettingdijk" gaf ik al aan dat die kuilen een positief element kunnen zijn wat betreft de toename van biodiversiteit, maar hoewel Natuurmonumenten hoog opgeeft over een grote biodiversiteit door "ecologische begrazing" van taurossen en Schotse hooglanders is, net als op de Raamweiden en Graus, ook op de Kettingdijk van biodiversiteit weinig te merken. Ook hier wordt zichtbaar dat de begrazing eerder een verarming van de verschillende gebiedseigen biotopen tot gevolg heeft; dat er weinig sprake is van een kruiden- en faunarijk grasland en dat de runderen ook hier de opgeschoten struikjes en boompjes met rust laten.

Grote kudde Taurossen op de Kettingdijk
Grote delen van de voormalige malse weilanden van de Kettingdijk en voormalig akkerland op de Vetpeel zijn nu begroeid (met het inmiddels uitgebloeide) giftige Jacobskruiskruid en op enkele plekken zie je elzen en berken verschijnen. De dieren laten die met rust. Van kruidenrijk grasland is weinig sprake.

Ik weet niet hoe groot het begrazingsgebied is, maar er lopen ongeveer (medio augustus) 70 runderen. Te veel lijkt me, want jaarrond begrazen is eigenlijk niet mogelijk. Ik heb namelijk begrepen dat er nu al vanwege de droogte bijgevoerd werd en dat dat straks in de wintermaanden ook gaat gebeuren.

Veel gekruiste rassen op de Kettingdijk
Er lopen verschillende soorten (gekruiste) runderrassen rond. In een post van december 2015 schreef ik dat er toen op de Kettingdijk vooral (kruisingen van) Limia's ,  Pajuna's  en Sayaguese runderen liepen. Die zie ik hier nog steeds lopen, maar zo te zien zijn er nu ook Maremmana primitivo runderen en Maronesa runderen.  Bij de post over de stierenkuil heb je al verschillende van die runderen gezien. Door de kruisingen kan ik van de meeste dieren helaas niet precies aangeven wat het nou precies zijn. Mogelijk dat ik suggesties krijg van bezoekers....

De grijze Maremmana koe is de leidkoe van de grote groep; zij bepaalt wat er gebeurt.
Een goed voorbeeld van kuddegedrag is synchroon gedrag
De 100 ha regel heeft tot gevolg dat de dieren uitwijkmogelijkheid hebben en beter met rust worden gelaten. Een ander voordeel is dat er door een grote groep dieren en een grote oppervlakte kuddevorming plaatsvindt. Daar heb ik in een eerdere post over geschreven. Dat kun je HIER nog eens nalezen.

Kuddegedrag bij de runderen is te herkennen als zogenaamd synchroon gedrag: ze blijven in elkaars nabijheid, grazen, herkauwen, schuilen, rusten en “vluchten” gelijktijdig. Dat versterkt de onderlinge band en biedt bescherming tegen roofdieren of ander “gevaar” van buitenaf. Voor een gebied dat voor iedereen toegankelijk is, is dit vlucht- of wijkgedrag van groot belang. Bij een groot gebied is dat beter mogelijk dan in een klein gebied.

Een natuurlijke kudde met veel kalveren
Een natuurlijke kudde runderen bestaat uit melkgevende koeien en hun kalveren, jongvee, droge koeien, "oppastantes" en enkele stieren. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, heeft de stier weinig te vertellen; het is een koe die de dienst uit maakt. Dit noemt men “matriarchaat”. De leidkoe bepaalt waar ze gaan grazen, waar ze gaan rusten en schuilen, wanneer ze gaan drinken etc.

De grijze Maremmana is de leidkoe van de  "donkere" kudde, de stier is een zuivere Maronese.
Deze Limia koe is de leidkoe van de kleienere "rode" kudde
Hoewel de dieren op de Kettingdijk ook wel onder elkaar komen, is mijns inziens toch duidelijk sprake van 2 kuddes. Een grote en een kleine groep. De grote kudde die vooral bestaat uit donkere dieren staat onder leiding van de grijze Maremmana (?) koe en bij de kleinere kudde die licht van kleur is, is dat een "rode" Limia koe.

Kenmerken van de Schotse Hooglander
Kenmerk van het Heckrund (linker stier)


Aan de foto's is te zien hoeveel verschillende soorten kruisingen er zijn. Ik heb een hele serie foto's gemaakt van de runderen waarop je nog meer variatie ziet. Je ziet (kruisingen) van Maremmana's, Limia's, Tudanca's, Sayugese en Maronesa runderen. Maar ook zie je dieren waarin we de kenmerken zien van Schotse Hooglanders en Heckrunderen. Er wordt dus niet echt gericht gefokt, zo lijkt het; men laat de natuur zijn gang gaan in de hoop dat er "goede" nakomelingen tussen zitten.

Het zijn te veel foto's om hier allemaal te plaatsen. Toch benieuwd daarnaar? Ik heb ze op mijn site op Flickr geplaatst en daar kun je ze bekijken. Wel even HIER op klikken.

******** Vrijdag 11 september heeft Daniel Foidl naar aanleiding van deze post een reactie geschreven in zijn blog "The Breeding Back Blog". Daniel Foil is een autoriteit op het gebied van het terugfokken van uitgestorven runderen; van de uitgestorven dieren zelf, over hun vaak gedomesticeerde nakomelingen en desomesticatie tot nieuws en feiten over verschillende terugfokprojecten, rapporten en foto's.

De conclusie die hij trekt na het lezen van mijn post en na het zien van de foto's op Flickr is de volgende: "The Tauros Programme in Kempen~Broek seems to have a different approach to the breeding. While most "breeding-back" projects breed by selecting a chief bull and selecting out individuals that do not fit the standards, the Tauros Programme seemingly let the cattle breed for themselves with many bulls in one herd, with barely any selection (the fact that there are still brindle individuals suggests to me that no selection has taken place yet, as this trait is dominant and easy to select out). Maybe the selection phase has not started yet. I think it is good that the cattle have bull competition in their breeding, as this enables natural selection, but I think this phase is too early for that. It will be very difficult to raise the quality* of the herds this way, except if all bulls were quality bulls. Again, maybe the selective breeding phase has not started yet and they will start selective breeding in the next months or years".

* met kwaliteit bedoelt hij de gelijkenis met de oeros in zijn morfologische eigenschappen, dus de bouw en de vorm en niét de overlevingscapaciteit, gedrag of andere eigenschappen.

vrijdag 18 december 2015

Taurossen op 't Luuëke en d'n Oetslaag 2015

Over de Taurossen op 't Luuëke en d'n Oetslaag valt niet veel nieuws te vertellen.
Op beide percelen tref je nu met name Sayaguese runderen aan. De Heckrunderen op 't Luuëke zijn verdwenen. Ook bij d'n Oetslaag zijn het voornamelijk Sayaguese koeien en 2 Maremmana stieren.

Aangezien een aantal dieren van perceel Siëndonk afkomt, hebben we op 't Luuëke te maken met kruisingen tussen Sayaguese en Tudanca. Waarschijnlijk ook Maremmana. Ze liepen te ver weg om dat goed te kunnen zien.

Omdat 't Luuëke niet zo'n groot en schraal perceel is, lopen er slecht een achttal dieren. Van welk ras de stier is, durf ik niet met zekerheid te zeggen. Ik hoop dat ik daar een reactie op krijg. Het lijkt me deze jonge Maronesa stier die hier in maart ook al liep. Tenminste????? Mocht dat zo zijn, dan krijgen we hier dus te maken met Sayaguesa x Tudanca x Maronesa kruisingen.


Ook bij deze koe twijfel ik van welk ras die is. In eerste instantie dacht ik aan een Heckrund. In maart van dit jaar liepen namelijk op 't Luuëke nog Heckrunderen. Zie daarvoor deze foto van maart.  Maar ik heb toch twijfels. Zou het misschien een Sayaguese x Tudanca koe zijn? Of mogelijk met Pajuna genen, aangezien er gedurende enige tijd ook een Pajuna stier op Siëndonk heeft gelopen en vanwege de kleur????

Op die foto's van maart zie je trouwens dat de dieren op 't Luuëke best vermagerd waren en dat zal deze winter dus ook zeker gaan gebeuren bij deze koe. Aangezien het gras pas in het voorjaar gaat groeien, moeten ze hun vetvoorraad vooral aanspreken in de maanden februari en maart. Als dat gebeurt, kunnen ze zelfs tot 25% van hun gewicht verliezen. Dat is op zich geen probleem. Als ze op 't Luuëke blijven tijdens de winter, zal er echter ongetwijfeld weer bijgevoerd moeten worden, wat ik op zich prima vind.

Bij welke koe dit kalfje hoort heb ik niet kunnen ontdekken. Hij had het te druk met zijn "speelkameraadje". Duidelijk is dat het nog zeer jong is. Het heeft ook nog geen oormerkjes. De kleur bruin is voor pasgeboren kalfjes van de runderen in het Taurusproject trouwens normaal. Na ongeveer een half jaar krijgen ze pas hun eigenlijke kleur.

Ik vermoed dat het jonge dier op deze foto hetzelfde dan dit dier is. Die foto heb ik in januari van dit jaar op een perceel bij het Vosseven (naast 't Luuëke) gemaakt. Daar hebben korte tijd een vijftal dieren gelopen, waaronder waarschijnlijk ook dit jonge dier. Dan zou het nu dus 1 jaar oud zijn.....

Daniel Foidl (Breedingback blog) suggereerde toen dat het een kalfje van een Sayaguese X Tudanca koe met een Limia stier zou kunnen zijn..... Als de koe op bovenstaande foto haar moeder is, zou dat dus de SayaguesexTudanca koe moeten zijn. Maar ik kan er natuurlijk ook helemaal naast zitten.

D'n Oetslaag ligt aan de Abeek en is een groot perceel, waar verhoudingsgewijs niet zo veel runderen lopen. Ik telde 10 dieren: 5 koeien, 3 jonge dieren en 2 stieren.

Al vanaf het begin van het Taurusproject lopen er Sayaguese koeien op d'n oetslaag. Zie o.a. deze foto  van maart 2012. Het zijn dieren die blijkbaar goed in te passen zijn in het project. Ook prachtige dieren trouwens.

Het Sayaguesa rund is een ras dat in de regio Castilië en León (Spanje)voor komt. Ze zien er indrukwekkend uit met hun karakteristieke hoorns, maar zijn rustig en ongevaarlijk. Dit primitieve Spaanse ras is dan ook eeuwenlang als trekdier gebruikt. Ze hebben veel kenmerken van het oerrund in zich wat betreft kleuren en kleurstelling. Ze kunnen goed tegen kou en kunnen goed tegen warmte, staan hoog op de poten, hebben een slanke bouw en hebben een hoornvorm die past binnen het profiel van het oorspronkelijke oerrund. Karakteristiek is ook de zogenaamde "meelsnuit".

Meest opvallend bij d'n Oetslaag zijn de twee imposante Maremmana stieren. Zoals ik kan beoordelen maakten ze deel uit van de groep van 15 dieren die Ark in november van het vorig jaar vanuit Toscane heeft laten overkomen. Ik heb daar ook iets over geschreven. Lees maar eens deze blog.

Vooral de lichtgrijze tint van deze stier valt op. Dat zou je eigenlijk alleen verwachten bij de koeien.

Duidelijk herkenbaar zijn de oranje oormerken. Daardoor weet je dat ze uit een ander land komen. (Dat is tenminste wat natuurbeheerder D. Frissen mij schreef). Op Carnivora wordt dit echter betwijfeld en lees ik: 
"I infer that, as already surmised in the preceding section, differently coloured ear tags do not necessarily point at different nationalities, just at different breeders".  Ik weet niet wie hier nou gelijk heeft.......
Wat ik wel zeker weet, is dat dit raszuivere dier uit Italië komt en dat het dit dier is. In december vorig jaar maakte ik deze foto op de Lieeg Hei.  Hij liep daar toen met drie koeien. Het betrof toen een tijdelijke oplossing, totdat men een begrazingsgebied vond, waar de dieren voor een langere periode terecht konden. Voor deze stier is dat dus d'n Oetslaag geworden.

Ook bij deze stier is (vanwege die oormerken) te zien dat hij uit Italië is geïmporteerd. Ik weet niet waar die eerst geplaatst was. Misschien alsnog vanaf  Keent over laten komen???

Op Carnivora wordt over deze stieren het volgende gezegd: " Both bulls are impressive animals, but I especially like the darker one.  His head seems very large (very positive – an aurochslike feature), and his short trunk and long legs are superb – the ratio of height at withers to trunk length in this picture is 1 : 1.04 (for the pertinent data on aurochsen and Corriente bulls see post #1744.)"


Tot slot nog een foto van deze twee kleintjes, die het heel goed met elkaar konden vinden en constant in elkaars nabijheid waren. Zoals het er naar uit ziet zijn dit dus nakomelingen met Sayaguese X Maremmana ouders.

Blogarchief