Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


zondag 25 november 2012

Herfst 2012............Reuzenzwam

Aangezien de door de reuzenzwam aangetaste eiken in natuurgebied de Kwegt (Nederweert) langs de openbare weg staan en een gevaar kunnen vormen voor het verkeer, is men genoodzaakt geweest om ze om te zagen.

De reuzenzwam (Meriplus giganteus) ziet er prachtig uit, maar de schimmel (want dat zijn zwammen) kan enorme beuken en eiken zonder problemen vellen. Als de vruchtlichamen van de zwam boven de grond te zien zijn, is dat een signaal. Onder de grond en in de boom heeft de reuzenzwam dan namelijk al zijn verwoestende werk verricht. Daar heeft de schimmel de houtvaten als het ware dicht geknepen, of is bezig ze dicht te knijpen en daardoor sterft de boom. Binnen een paar jaar is een boom met de reuzenzwam als gast helemaal afgestorven. De reuzenzwam heeft eenjarige vruchtlichamen die in een soort dakpanvorm groeien. Je vindt hem aan de voet, op een afgezaagde stomp en op de bovengrondse wortels van oude, levende loofbomen zoals beuk, eik, linde, en berk.
De zwam is in dit geval ongeveer 50 centimeter in doorsnee. Ik heb er grotere reuzenzwammen gezien, die echter niet meer zo mooi waren. Vandaar dat mijn keuze is gevallen op dit fraaie exemplaar.

Tauros in Wijffelterbroek

In het Wijffelterbroek en Stramproyer heide, in de gemeente Weert, is men met een uniek project bezig. Stichting Taurus en ARK Natuurontwikkeling maken zich vanaf 2009 sterk om op korte termijn een rund te fokken, wat zoveel mogelijk overeenkomsten vertoond met het sinds begin 16e eeuw uitgestorven oerrund. Wetenschappers en kenners, zoals genetici en historici uit Italië, Spanje en Nederland werken mee aan deze ontwikkeling.
In 2018 (!) moet er een kudde van 100 oerossen rondtrekken in het grensoverschrijdende Kempen~Broek. Op langere termijn is deze tauros een wild dier, dat net als edelherten, wilde zwijnen, wolven en andere grote zoogdieren, vrij rond zwerft door natuurgebieden. Zonder menselijke bemoeienis.

Een veelbelovend resultaat van een kruising tussen een Hooglander - en een Heckrund leek dit jonge stiertje met kenmerkende meelsnuit, bruine bles en streep over zijn nek en rug. Deze runderen worden Ecolanders genoemd. Grootte en omvang van de hoorns van dit dier zijn volgens de deskundigen echter (nog) niet optimaal.
Dit beestje zal dus helaas tzt terechtkomen in het slachthuis.

Moeselpeelrand in bloei

Aan de rand van Weert ligt natuurgebied de Moeselpeel. Een natuurgebied van 90 ha dat zich op 2 à 3 km ten zuidoosten van het centrum van Weert bevindt. Het is in bezit van Staatsbosbeheer en het Limburgs Landschap.

De Moeselpeel is geen opzichzelfstaand natuurgebied. Het staat in verbinding met de Kootspeel en Roeventerpeel die in het noordoosten aansluiten aan dit laaggelegen gebied. Door die gebieden stroomt ook de Leukerbeek in zuidwestelijke richting, om vervolgens naar het oosten af te buigen. Zodoende staat de Moeselpeel ook in verbinding met natuurgebied de Roukespeel in de Krang

De Moeselpeel dankt zijn naam aan het naburige buurtschap, tegenwoordig de wijk Moesel.
Moesel is een verbastering van het dialectwoord ‘moeëst’ dat moeras betekent en "sele" Het toponiem sel(e) verwijst naar het Oudgermaanse sala: een woning, nederzetting of beschutting. Hier bevond zich vroeger ook een schans. Dit was een zandbult in het moeras, dat een eilandje vormde en slechts via een smal pad bereikbaar was. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog, in de 17e eeuw, werd het als toevluchtsoord voor de bevolking gebruikt.

De Moeselpeel is een van de peelvennen of 'pelen', waar de mens nauwelijks ingrepen heeft verricht.
Er is wel verveend, zodat omstreeks 1900 een open plas aanwezig was. Deze is echter opnieuw verland, zodat open water nauwelijks meer aanwezig is.

De Houtstraatlossing met rechts de Moeselpeel en links Landgoed Knapesbert
In de 20e eeuw werden afwateringssloten gegraven, om het gebied voor landbouwdoeleinden te ontginnen. Deze ontginning is niet doorgegaan, want het gebied bleef veel te nat. Door de instroom van voedselrijk water werd het gebied echter steeds voedselrijker. Om deze reden werd midden jaren '90 van de 20e eeuw het water uit de landbouwgebieden omgeleid via de Houtstraatlossing en Kuppenlossing en kan het natuurgebied zich geleidelijk herstellen zodat de hoogveen - vorming uiteindelijk weer op gang kan komen.

Omdat besloten is grote stukken landbouwgrond aan de rand van de peel zijn gang te laten gaan en als een soort buffer te dienen, zie je een gevarieerd landschap, met weilanden,akkers, kleine bosschages en natte veengebieden.

De natuur bloeit daar momenteel letterlijk en figuurlijk op. De grote variëteit aan planten is bijvoorbeeld goed te zien in dit weiland. De tijd van de paardenbloem is voorbij en nu krijgen allerlei bloeiende grassen, boterbloemen, schermbloemigen zoals fluitenkruid, de prachtige roodkleurige schapenzuring, koekoeksbloem, pinksterbloem etc. de kans om boven het maaiveld uit te komen.

Prachtig om deze bloemenzee te zien, maar niet echt een uitnodiging voor degenen die hooikoorts hebben.

Stempelkussen

Als de dagen korter worden en de kachel weer aan gaat, krijgt het vrouwtjesschaap zin om te vrijen met het mannetjesschaap. Om de ongeveer zeventien dagen laat zij toe dat een ram haar dekt.


De schaapherder heeft de ram een soort tuigje van leren riemen omgedaan. Aan dat tuigje zit, tussen zijn voorpoten, een soort stempelkussen (een dekblok genaamd) met vet kleurkrijt. Als de ram bovenop een ooi springt om haar te dekken, verft hij tegelijk met het kleurblok de achterkant van de rug van de ooi. Zo is goed te zien of de ram zijn “werk” heeft gedaan.
Je ziet op de foto de ram met het stempelkussen tussen de ooien liggen in de schaduw van de eikenboom. Uitgeteld waarschijnlijk… Als je op de foto klikt wordt die uitvergroot.
Elke 2 weken doet de schaapsherder de ram een stempelkussen om met een andere kleur, zodat hij weet wanneer de ooien zijn gedekt en zullen gaan lammeren. Er is zo te zien al stevig voor het nageslacht gezorgd. De herder kan tevreden zijn.

Reguleren of laten?

Met wat geluk kom je in het IJzeren Mangebied oog in oog te staan met het Kempisch heideschaap. Een kudde van zo’n 100 tot 150 dieren zorgt voor de begrazing langs wandelpaden en rond de bosvennetjes.
Een goed natuurbeheer is altijd een keuze maken tussen reguleren en/of laten. De plaatsen met bijzondere, leuke en/of zeldzame planten worden daarom na overleg met de Bosgroep van het IVN door de herder afgerasterd, zodat de schapen er niet bij kunnen.
Op deze foto zie je een deel van de kudde bij het Geurtsven.

Ze hebben je al snel in de gaten en komen altijd even nieuwsgierig kijken welk vreemd wezen hen nu weer staat te bekijken.

Schapen, maar ook geiten en herten, kunnen dankzij hun horizontale pupillen opzij kijken, zonder hun kop te bewegen. Hun blikveld bestrijkt bijna 360 graden. Ze kunnen zelfs zien wat er achter ze gebeurt; een soort ‘’ingebouwde achteruitkijkspiegel’’.

vrijdag 23 november 2012

Tauros in de Graus

De Graus is een weideperceel aan de Pruiskensweg, aan de rand van het Wijffelterbroek. De naam Graus zou aan de veldnaam Groes ontleend kunnen zijn. Deze naam hangt samen met groeze, verwant aan gras en duidend op een groene (drassige) weide. Volgens W. Lenaers (bron: Veldnamen in en om Stramproy, 1948) kan het echter ook afgeleid zijn van het Duitse woord Graus. Dit klinkt aannemelijker, want in de Nieuwe Koerier van 16 augustus 1911 (de voorloper van Dagblad de Limburger) wordt namelijk gesproken over ontginning "Graussen". Het Nederduitse grausen is afgeleid van het Germaanse "irgrūsōn" en betekent gruwen, huiveren of griezelen. Het gebied moet er ooit,vóór de ontginningen dus, nogal woest hebben uitgezien. Ook in het Nederlands Etymologisch Woordenboek kwam ik deze betekenis van grausen tegen.

In het ca. 10 hectare groot omzoomd weiland lopen momenteel koeien van een kruising tussen Heckrund en Schotse hooglander en een Ecolander stier.

De Ecolander is een kruising tussen verschillende runderrassen (met name Hooglanders en Heckrunderen) waar- bij streng geselecteerd wordt op rustig gedrag, gehardheid en uiterlijk.
Bij het uiterlijk wordt vooral gelet op kenmerken die het, inmiddels uitgestorven, oerrund moet hebben gehad.


In de Ecolander zit het karakter (m.n. de rust en betrouwbaarheid) van de Schotse Hooglander en het uiterlijk (zoals wildkleur, kortharigheid in de zomer en langharigheid in de winter, een goed gevormde hoornpartij, de witte snuit, de lichte "aalstreek" op de rug), het kuddegedrag en voedselkeuze van het Heck-rund. De Ecolander is vanwege zijn karakter inzetbaar in publieksterreinen. Als de afstand met bezoekers te klein wordt, moet de stier zich terug trekken en niet, zijn mannetje willen gaan staan, hij mag niet dreigen..
De positieve eigenschappen van de Ecolander maken dit dier geschikt om deel uit te maken van het fokprogramma van de TaurOs. Dat is tenminste wat de Stichting Taurus ervan verwacht.


Deze runderen vertonen dus het natuurlijk gedrag van het oerrund. Het zijn grote en imposante dieren met grote en dikke hoorns. Ze hebben een groot wijkgedrag, m.a.w. ontwijken de mens, zijn volledig zelfredzaam en eten alles wat hun voor de voeten komt. Vooral op de wat rijkere grasgebieden komen ze goed tot hun recht. Ze kunnen goed tegen het Nederlandse klimaat.

Klik HIER als je wat meer wil weten over het Heckrund.

Sayaguese koe

zwart/grijs Tudanca rund
Om tot een rund te komen, wat lijkt op het oorspronkelijk oerrund, zal door de Stichting Taurus en Ark gebruik worden gemaakt van een nauwkeurig bijgehouden en gericht kruisings- en fokprogramma. Met runderrassen waarvan het DNA zoveel mogelijk op dat van het oerrund lijkt. Men noemt dit het TaurOs projekt.
De basis wordt gelegd door de Schotse Hooglander. Dat rund heeft zich al bewezen als natuurlijke jaarrond begrazer van natuurterreinen. Het is zelfredzaam. Daarnaast is het een publieksvriendelijk dier.
De Schotse Hooglander zal worden gekruist met afstammelingen van - de Tudanca,de Pajuna, de Sayaguesa en de Limia uit Spanje, en de Maremmana 'primitivo' en Podolica uit Italie.
Doel is om uiteindelijk tot een goede match te komen en een dier te scheppen waarvan uiterlijk en gedrag in de buurt van het oerrund komen.

zwart/bruin Sayaguesa koe met kalfje
Het Sayaguesa rund op de foto is een zeer zeldzaam ras dat in de regio Castilië en León(Spanje)voor komt. Er zijn nog maar 500 dieren over de hele wereld, dus de soort dreigt uit te sterven. De dieren zien er indrukwekkend uit met hun karakteristieke hoorns, maar zijn rustig en ongevaarlijk.Dit primitieve Spaanse ras is eeuwenlang als trekdier gebruikt. Ze hebben veel kenmerken van het oerrund in zich wat betreft kleuren en kleurstelling. Ze kunnen goed tegen kou en kunnen goed tegen warmte, staan hoog op de poten, hebben een slanke bouw en hebben een hoornvorm die past binnen het profiel van het oorspronkelijke oerrund. Karakterestiek is ook de zogenaamde "meelsnuit".
Je vindt de zwart/bruine Sayaguesa runderen (koeien) langs de A-beek in Stramproy (bekend als "d'n Oetslaag"). Aan de andere kant van de Grensweg ("Siëndonk" genoemd)bevinden zich de zwart/grijze gekruiste Tudanca's.

In het Wijffelterbroek op percelen met de naam "Kwaoj Gaât" en "Wisseblök", loopt een Sayaguese stier met (gekruiste) Schotse hooglanders. Hij zal voor nakomelingen gaan zorgen. Tenminste, dat is de bedoeling !!!

Sayaguese stier met een koe die een kruising is tussen een Tudanca en de Schotse Hooglander

Tauros in Wijffelterbroek

In het Wijffelterbroek en Stramproyer heide, in de gemeente Weert, is men met een uniek project bezig. Stichting Taurus en ARK Natuurontwikkeling maken zich vanaf 2009 sterk om op korte termijn een rund te fokken, dat zoveel mogelijk overeenkomsten vertoond met het sinds begin 17e eeuw uitgestorven oerrund.
Wetenschappers en kenners, zoals genetici en historici uit Italie, Spanje en Nederland werken mee aan deze ontwikkeling. In 2018 (!) moet er een kudde van 100 oerossen rondtrekken in het grensoverschrijdende Kempen~Broek.
Op langere termijn is deze oeros een wild dier, dat net als edelherten, wilde zwijnen, wolven en andere grote zoogdieren, vrij rond zwerft door natuurgebieden. Zonder menselijke bemoeienis.


Een veelbelovend resultaat van een kruising tussen een Hooglander - en een Heckrund, leek dit jonge stiertje met kenmerkende meelsnuit en bruine bles en streep over zijn nek en rug. Grootte en omvang van de hoorns zijn echter volgens de deskundigen (nog) niet optimaal.
http://www.freenature.nl/free/Dit beestje zal dus helaas tzt terechtkomen in het slachthuis van Free Nature. In 2007 is FREE Nature opgericht vanuit ARK Natuurontwikkeling en beheert in Kempen - Broek de kuddes runderen en paarden.
Wanneer een dier om de een of andere reden niet in het kruis- en fokprogramma van TaurOs past, of als er te weinig ruimte is voor de dieren in het gebied en het nergens anders geplaatst kan worden, biedt Free Nature het kwaliteitsvlees van de dieren aan als wildernisvlees. De opbrengst stroomt rechtstreeks terug naar het werk met de kuddes en de natuur.

donderdag 22 november 2012

Jacobskruiskruid.

jacobskruiskruid met zebrarupsen en sint-jacobsvlinder
Op een braakliggend veld bij de Loozer- heide, zag ik talloze zebrarupsen en de Sint Jacobsvlinders bij het jacobskruiskruid steeds netjes bij elkaar. De vogels en andere dieren laten de rups van deze sint-jacobsvlinder maar al te graag met rust, want ze is giftig, omdat ze van het Jacobskruid eet. Vandaar misschien ook het geel met zwarte strepen als waarschuwing. De mooi rood gekleurde sint jacobsvlinder is een dagactieve nachtvlinder.

Behalve nectarplanten hebben vlinders ook waardplanten nodig. Dit zijn de specifieke planten die een insect nodig heeft voor de voortplanting. Zonder waardplanten geen rupsen, zonder rupsen geen vlinders. Omdat de smaak van Jacobskruiskruid bitter smaakt en giftig is, wordt de plant niet door dieren gevreten, maar de sint jacobsvlinder leeft dus bij voorkeur op deze bloem en zet haar eitjes af op deze plant.



Phegeavlinder op Jacobskruiskruid
Het mooi ogende gele Jacobskruiskruid is bezig met een snelle opmars in Nederland.En “er is geen kruid tegen gewassen”!!!
Jacobkruiskruid is vooral een bedreiging voor de veestapel. Boeren krijgen de afgelopen jaren steeds vaker te maken met vergiftigingen van met name paarden en runderen. Het regelmatig eten van Jacobskruiskruid kan de lever zodanig beschadigen, dat deze niet meer optimaal kan functioneren. Dit heeft een leverziekte tot gevolg en kan uiteindelijk zelfs tot de dood leiden.

"Bitter in de mond,maakt het hart gezond" geldt dus niet voor het jacobskruiskruid....

Zolang de plant groeit en bloeit is er voor paarden, koeien, geiten en schapen weinig risico. Jacobskruis- kruid smaakt bitter en wordt normaal gesproken dan ook niet gegeten. Het probleem doet zich pas voor als het wordt ingekuild of gehooid. De plant verliest dan haar typerende geur, kleur en smaak, waardoor runderen de plant niet meer als giftig herkennen.

Toch is er een uitzondering hierop, namelijk het Hebridean of Saint Kilda schaap. Dit schaap staat er om bekend dat het naast harde grassen, zoals buntgras, pitrus, russen, bochtige smele en pijpenstrootje, ook graag hardere plantensoorten zoals brandnetels, bramen, biezen, allerlei jonge bomen (waaronder o.a. de woekerende Amerikaanse vogelkers en vuilboom) en dus zelfs ook het giftige jacobskruiskruid eet. Het is een aan het Vikingschaap gelieerd primitief schaap, dat vanwege dit weinig selectief graasgedrag naar mijn mening geschikt is voor begrazingsprojecten en natuurbeheer in een gebied zoals de Loozerheide.

De Hebridean dankt zijn naam aan de Hebriden, een eilandengroep ten westen van Schotland, waar het leefde als half gedomesticeerd ras. Door zijn vitaliteit, gehardheid en soberheid was het in de 18e eeuw het meest voorkomende ras in de Schotse Hooglanden. Ze kunnen onder zeer slechte omstandigheden als gezonde dieren overleven, zijn niet schrikachtig, lammeren probleemloos zonder hulp, zijn zeer zelfstandig en goed bestand tegen veel voorkomende ziektes. In de 19e eeuw dreigde uitsterving, maar dankzij zijn latere populariteit is het behouden gebleven. Zeer bijzonder is ook dat rammen en ooien zijn gehoornd met 2, 4 of soms zelfs 6 hoorns….

“IJzeren Man” natuur- en recreatiegebied

Grote IJzeren Man
Het natuur- en recreatiegebied “De IJzeren Man” ligt ten zuid- westen van Weert en is ruim 100 hectare groot. Het ontleent zijn naam aan de stoomgraafmachine die in de volksmond "De IJzeren Man" werd genoemd en die van 1910 tot 1913 een deel van het gebied uitgegraven heeft, waardoor een grote waterplas (de huidige "Grote IJzeren Man") ontstond. Het gewonnen zand werd gebruikt voor de aanleg van de spoordijk Weert- Eindhoven. Geïnteresseerden kunnen HIER meer over lezen.

In het IJzeren Mangebied zijn vijf kenmerkende biotopen te onderscheiden:
loofbos, naaldbos, heide, zandverstuiving en water.
Dit maakt het tot een interessant wandel- en recreatiegebied. Er zijn behalve (uitgezette) wandelroutes nog tal van andere mogelijkheden voor ontspanning en recreatie; een overdekt- en buitenzwembad, een overdekte- en buiten speeltuin, een kinderboerderij, een prachtig NMC met vele mogelijkheden. In de nabijheid ligt ook een (natuur)camping.

Grote IJzeren Man

Ruim 10 jaar geleden is men begonnen met een beter waterbeheer in dat gebied, wat resulteerde in een recreatiegebied met een mooie natuur met prachtige bosvennetjes, zoals Geurtsven, Eendenven en Zwanenven, en meanderende beekjes met helder water en daarlangs een gevarieerde en weelderige vegetatie. Een schaapherder met meer dan 100 schapen houdt onder andere de paden vrij. Ook het onbekende Koorsven maakt deel van dit gebied uit. Als je wat meer over de genomen maatregelen wil lezen, adviseer ik je het Uitvoeringsplan IJzeren Man (2004) eens te lezen.

Jammer dat men besloten heeft het voedselrijke kanaalwater ongefilterd via de Weteringbeek door/in het gebied te laten stromen. Het was beter geweest als er een helofytenfilter was aangelegd, zodat met name de vennen meer voedselarm waren gebleven. Nu zien we veel algengroei in de vennetjes en veel ruige voedselrijk minnende vegetatie langs de beek. Meer daarover kun je HIER lezen.

Weelderige vegetatie langs de beekjes

Schapen zorgen voor begrazing rond het Geurtsven

Ruige vegetatie langs de Weteringbeek

Een prachtige zonsondergang bij de Grote IJzeren Man.

Plattegrond IJzeren Mangebied, met uitgezette wandelroutes







Blogarchief