Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers

COPYRIGHT.. Zonder mijn toestemming mag geen gebruik worden gemaakt van mijn foto's en tekst.......


Posts tonen met het label okerknolcollybia. Alle posts tonen
Posts tonen met het label okerknolcollybia. Alle posts tonen

zondag 28 december 2025

Herfst 2025.......Paddenstoelentijd deel 4: Van alles wat

 En dan nu zoals beloofd, mijn laatste post van het jaar 2025 over paddenstoelen.

okerknolcollybia
De OKERKNOLCOLLYBIA (Collybia cookei) groeiend in dichte groepen, heeft aan het uiteinde een okergeel knolletje (sclerotium) dat ik met pijltjes heb aangegeven en die je na uitvergroten wat beter kunt waarnemen. Dus even op de foto klikken. Je vindt ze op zwart geworden resten van (plaatjes)zwammen die meestal nauwelijks nog als zodanig te herkennen zijn. Soms kun je ze ook aantreffen op goed vergaan hout of op een rijke humuslaag. Zoals je kunt zien, groeien ze in dichte groepen, met aan het uiteinde een okergeel knolletje (sclerotium) dat je na uitvergroten wat beter kunt waarnemen. 

Hoewel de soort algemeen schijnt voor te komen, heb ik die pas in 2019 voor het eerst gevonden in natuurgebied  "Zwart Water" (Venlo). De knolletjes waren toen heel wat groter zoals je hier goed kunt zien. 
De hoedjes zijn in het begin nog bolvormig, maar platten later af en worden maximaal 1 cm in doorsnee. Het steeltje is meestal niet helemaal recht, maar heeft rondingen.
okerwitte ridderzwam
De zeldzame en bedreigde OKERWITTE RIDDERZWAM (Tricholoma stiparophyllum) is een paddenstoel met een opvallende, vaak onaangename en weeïg-zoete geur zoals van jasmijn of honing. De geur kan echter variëren. De Okerwitte ridderzwam staat bekend om zijn statige verschijning.
okerwitte ridderzwam
De witachtige steel heeft geen ring. De belangrijkste mycorrhiza-partner is de eik, maar hij kan ook een symbiose vormen met andere loofbomen. Mycorrhiza is een gunstige symbiose tussen schimmels en plantenwortels, waarbij de schimmel een uitgebreid ondergronds netwerk vormt dat de opname van water en voedingsstoffen verbetert, en de plant in ruil daarvoor suikers levert. Er is een sterke gelijkenis met de Witte ridderzwam (Tricholoma album). Ze zijn allebei giftig, dus voorzichtigheid is geboden.
geurige schijnridderzwam
Dit is de Geurige schijnridderzwam (Collybia irina).  Het belangrijkste onderscheid tussen ridderzwammen (geslacht Tricholoma) en schijnridderzwammen (geslacht Lepista) is ecologisch: ridderzwammen zijn mycorrhizavormers (leven in symbiose met bomen) en groeien vaak op of bij bomen, terwijl schijnridderzwammen saprofytisch zijn, leven van strooisel. Ze leven op humus van meestal loofbomen op matig vochtige tot vrij droge, zand- en kleigronden. De soort is vrij zeldzaam, maar staat niet op de rode lijst als bedreigd (bron: Verspreidingsatlas). 
geurige schijnridderzwam
De hoed, die in het midden dik is, is als hij jong is bijna half bolvormig, later wordt hij vlakker en platter en heeft hij een min of meer uitgesproken bult. Het bereikt gemiddeld een diameter van 5 tot 9 cm, maar soms zelfs tot 14 centimeter. Het matte, gladde oppervlak van de hoed is licht witgrijs tot crèmekleurig, lichtbruin in het midden. De hoedrand is onregelmatig, gebogen en soms licht geribbeld. De hoed verandert van kleur als hij nat is (hygrofaan).  Deze zwam heeft een karakteristieke geur die wordt omschreven als "aromatisch, aangenaam, enigszins parfumachtig" of "sterk bloemig".
gerimpelde korstzwam
De GERIMPELDE KORSTZWAM (Stereum rugosum) is een algemeen voorkomende paddenstoel die meerjarige vruchtlichamen vormt op hout. De vruchtlichamen zitten grotendeels vast aan het substraat, zijn korstvormig en kunnen een groot oppervlak beslaan. Ze kan op dood hout van allerlei loofbomen groeien - vooral hazelaar, maar ook beuk, eik en els De sporen worden op de rimpelige buitenkant van de korst gevormd, die een witachtige, bleekgele of oranjebruine aanblik biedt. Bij vochtig weer is de paddenstoel grijs tot roestbruin van kleur. Beschadiging van het vruchtlichaam veroorzaakt dan een opvallend rode verkleuring: het hoedweefsel begint te "bloeden"....

Omdat de vruchtlichamen meer dan tien jaar oud kunnen worden en er zich elk jaar op het oude weefsel een nieuwe sporenvormende laag vormt, kunnen de korsten uiteindelijk een dikte van 4 mm krijgen. Bovendien groeit de paddenstoel elk jaar zijwaarts uit, waarbij een groeirand met lichtere kleur ontstaat.
bruinzwarte vuurzwam
De BRUINZWARTE VUURZWAM (Phellinopsis conchata) leeft parasitair op levende stammen van  levende loofbomen, die via wonden worden geïnfecteerd, of saprotroof op dood hout zoals hier het geval is. Het gevolg is witrot van het hout.  De Bruinzwarte vuurzwam is in een apart geslacht geplaatst (Phellinopsis), omdat er geen verwantschap is met de "echte" vuurzwammen (Phellinus sensu stricto). In Nederland en België komt de bruinzwarte vuurzwam vrij zeldzaam voor, maar is niet bedreigd. Bron: Verspreidingsatlas. 
bruinzwarte  vuurzwam met Suikermycena
De zwam komt vooral voor op wilg of populier. De hoeden zijn vaak gereduceerd tot hoedranden, met een op het substraat aflopende poriënlaag en het vruchtlichaam kan ook geheel korstvormig groeien. Heeft bruine, fijne gaatjes (5-6 poriën/ mm) en kaneelbruin vruchtvlees . Meerjarige vruchtlichamen vertonen tot 2 mm dikke onduidelijk gescheiden roestbruine buisjeslagen. Het hele vruchtlichaam kleurt zwart in KOH. De zwam heeft geen opvallende geur.

Leuke bijkomstigheid zijn de kleine witte paddenstoeltjes. Dat is de SUIKERMYCENA (Mycena adscendens). Deze groeit vaak op dood hout, maar kan ook verschijnen op andere schimmels of zwammen die op hout groeien, zoals deze bruinzwarte vuurzwam, omdat beide soorten saprotroof zijn (leven van dood organisch materiaal) en dezelfde voedingsbronnen delen, waardoor ze elkaar "tegenkomen" en de minuscule, "suikerachtige" paddenstoeltjes zich kunnen nestelen tussen de grotere zwammen.
blanke champignonparasol
Het mycelium van de BLANKE CHAMPIGNONPARASOL (Leucoagaricus leucothites) leeft van de afbraak van dood plantaardig materiaal. Hij heeft een voorkeur voor het cultuurlandschap en wordt dan ook vaak gevonden in parken, tuinen, kerkhoven, wegbermen en groenstroken, maar kan ook in weilanden en boomgaarden opduiken, bijvoorbeeld op afval- en composthopen. Wij vonden meerdere exemplaren in de groentekas van de herenboeren. Vooral de jonge zwammen zijn fraai om te zien. 
Hoewel de soort ruikt en smaakt naar champignon is het niet aan te raden om die te eten, omdat het risico op maag- darmklachten bij consumptie groot is.
blanke champignonparasol
De hoed is aanvankelijk halfbolvormig om zich vervolgens uit te spreiden. Hij is wit of witachtig van kleur, maar loopt bij het ouder worden geelbruin tot bruin aan. Het hoedoppervlak is meestal glad en zijdeachtig). De plaatjes aan de onderzijde zijn aanvankelijk wit om pas in een heel laat stadium lichtroze te verkleuren. De steel van de paddenstoel heeft onderaan een knolvormige verdikking, maar heeft geen beurs. Rond de steel is een witte, dunne en verschuifbare ring aanwezig, die bij oude exemplaren kan zijn verdwenen. Ze hebben een levensduur van slechts enkele dagen.
okergele stropharia
De OKERGELE STROPHARIA (Psilocybe coronilla) is een paddenstoel die leeft van de afbraak van dood plantaardig materiaal. Hij kan gevonden worden in droog grasland, weilanden, wegbermen en langs bospaden met een grazige berm. Lichte groeiplaatsen hebben de voorkeur, en de bodem kan ofwel voedselarm of juist stikstofrijk zijn. We vonden deze in de groentetuin van de Herenboeren. Meestal zijn maar weinig exemplaren op een groeiplaats aanwezig.
okergele stropharia
De hoed van de vruchtlichamen heeft een doorsnee van 2 tot 5 cm. In jonge toestand is hij halfbolvormig. Later spreidt hij zich wat meer uit, maar blijft bol. De kleur is bleekgeel, citroengeel of okerkleurig en het oppervlak voelt bij vochtig weer enigszins vettig of kleverig aan. De steel van de paddenstoel is wit en heeft een vliezige ring die aan de bovenkant geribbeld is. 
Bij jonge exemplaren is de steel massief, maar bij veroudering wordt hij hol en bros, en breekt gemakkelijk. De plaatjes aan de onderzijde van de hoed zijn aanvankelijk bleek grijsbruin, later grauwviolet of grauwpaars. De sporen hebben een donkerpurperen kleur. Wanneer de paddenstoel rijp wordt, komen er veel sporen op zijn ring terecht, waardoor de ribbels en groeven van de ring duidelijk zichtbaar worden.
goudgele hertenzwam
De fraaie GOUDGELE HERTENZWAM (Pluteus leoninus) is, zoals je op de Verspreidingsatlas kunt zien, een in Nederland vrij zeldzame paddenstoelensoort en staat op de Rode lijst als KW (kwetsbaar). Door de felle citroen- tot goudgele kleur is het echter een niet te missen paddenstoeltje. De vruchtlichamen zijn aanwezig van juni tot en met september in loofbos op sterk verrotte takken en stronken van eik, berk, els en beuk. 
goudgele hertenzwam
Vergissing met de sterk gelijkende Gele aderhertenzwam (Pluteus chrysophaes) ligt op de loer, maar die is meer mosterdgeel en heeft geen donkerder centrum. De Goudgele hertenzwam heeft een grotere hoed, is goudgeel gekleurd en heeft zoals je hier kunt zien, een iets donkerder centrum.
onderkant van de goudgele hertenzwam
De hoed heeft een diameter tot ca. 6 centimeter en is klokvormig bij jonge vruchtlichamen, dan breed kegelvormig met een bult en uiteindelijk afgeplat. De hoedrand is geribbeld en fijn gestreept. Het centrum kan enigszins geaderd zijn. De lamellen zijn eerst geel-achtig, soms met een gele lamelsnede en later zalm-roze. De steel is tot 6 centimeter lang en heeft een verdikte voet. De kleur is wit-gelig, onderaan okerachtig, en het oppervlak gestreept. De paddenstoel is geurloos.
breedgerande poria
BREEDGERANDE PORIA (Oxyporus latemarginatus) is een specifieke soort paddenstoel die behoort tot de poriënzwammen en gekenmerkt wordt door zijn brede, vaak witachtige rand (poria) en groeit onderaan de dode stam van loofbomen als eik, beuk en berk. Het is een saprofiet; breekt dus dood materiaal af. Volgens de Verspreidingsatlas is dit ook een zeldzame soort, hoewel hij staat vermeld op de Rode lijst als TNB: thans niet bedreigd. 

Het vruchtlichaam van de breedgerande poria vormt nooit hoeden, alleen korstvormige vruchtlichamen die soms wel een paar jaar oud kunnen worden met meerdere buisjeslagen boven elkaar en kan zoals je ziet behoorlijk groot worden. De poriën zijn relatief groot en rond.
breedgerande poria
Deze zwam veroorzaakt witrot in het hout, wat betekent dat hij cellulose afbreekt en zo het hout zacht en brokkelig maakt. Dit soort schimmels zijn echter essentieel voor het functioneren van ecosystemen, omdat ze dode biomassa omzetten in voedingsstoffen, zodat die weer beschikbaar komen voor andere organismen. Door het afbreken van dood hout, creëren ze ook ruimte voor nieuwe planten om te groeien en dragen ze bij aan de vorming van humus in de bodem.

Blogarchief