Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label tauros. Alle posts tonen
Posts tonen met het label tauros. Alle posts tonen

maandag 7 september 2020

Taurossen op de Kettingdijk in 2020

In de vorige post vertelde ik dat in gebieden groter dan 100 hectare taurossen gehandhaafd kunnen blijven en ook opengesteld blijven voor publiek. Voor gebieden kleiner dan 100 hectare heeft ARK in overleg met de Klankbordgroep Kempen~Broek (????) een alternatief runderras gekozen. Dat zijn dus Schotse Hooglanders geworden. Op de Kettingdijk/Vetpeel en de Loozerheide heeft men vanwege de 100 ha. regel Taurossen kunnen plaatsen. Ik weet niet of die 100 ha. daar klopt, maar we zullen maar aannemen dat aan die voorwaarde wordt voldaan.

Stierenkuilen kunnen zorgen voor meer biodiversiteit
In de post "Stierenkuilen op de Kettingdijk" gaf ik al aan dat die kuilen een positief element kunnen zijn wat betreft de toename van biodiversiteit, maar hoewel Natuurmonumenten hoog opgeeft over een grote biodiversiteit door "ecologische begrazing" van taurossen en Schotse hooglanders is, net als op de Raamweiden en Graus, ook op de Kettingdijk van biodiversiteit weinig te merken. Ook hier wordt zichtbaar dat de begrazing eerder een verarming van de verschillende gebiedseigen biotopen tot gevolg heeft; dat er weinig sprake is van een kruiden- en faunarijk grasland en dat de runderen ook hier de opgeschoten struikjes en boompjes met rust laten.

Grote kudde Taurossen op de Kettingdijk
Grote delen van de voormalige malse weilanden van de Kettingdijk en voormalig akkerland op de Vetpeel zijn nu begroeid (met het inmiddels uitgebloeide) giftige Jacobskruiskruid en op enkele plekken zie je elzen en berken verschijnen. De dieren laten die met rust. Van kruidenrijk grasland is weinig sprake.

Ik weet niet hoe groot het begrazingsgebied is, maar er lopen ongeveer (medio augustus) 70 runderen. Te veel lijkt me, want jaarrond begrazen is eigenlijk niet mogelijk. Ik heb namelijk begrepen dat er nu al vanwege de droogte bijgevoerd werd en dat dat straks in de wintermaanden ook gaat gebeuren.

Veel gekruiste rassen op de Kettingdijk
Er lopen verschillende soorten (gekruiste) runderrassen rond. In een post van december 2015 schreef ik dat er toen op de Kettingdijk vooral (kruisingen van) Limia's ,  Pajuna's  en Sayaguese runderen liepen. Die zie ik hier nog steeds lopen, maar zo te zien zijn er nu ook Maremmana primitivo runderen en Maronesa runderen.  Bij de post over de stierenkuil heb je al verschillende van die runderen gezien. Door de kruisingen kan ik van de meeste dieren helaas niet precies aangeven wat het nou precies zijn. Mogelijk dat ik suggesties krijg van bezoekers....

De grijze Maremmana koe is de leidkoe van de grote groep; zij bepaalt wat er gebeurt.
Een goed voorbeeld van kuddegedrag is synchroon gedrag
De 100 ha regel heeft tot gevolg dat de dieren uitwijkmogelijkheid hebben en beter met rust worden gelaten. Een ander voordeel is dat er door een grote groep dieren en een grote oppervlakte kuddevorming plaatsvindt. Daar heb ik in een eerdere post over geschreven. Dat kun je HIER nog eens nalezen.

Kuddegedrag bij de runderen is te herkennen als zogenaamd synchroon gedrag: ze blijven in elkaars nabijheid, grazen, herkauwen, schuilen, rusten en “vluchten” gelijktijdig. Dat versterkt de onderlinge band en biedt bescherming tegen roofdieren of ander “gevaar” van buitenaf. Voor een gebied dat voor iedereen toegankelijk is, is dit vlucht- of wijkgedrag van groot belang. Bij een groot gebied is dat beter mogelijk dan in een klein gebied.

Een natuurlijke kudde met veel kalveren
Een natuurlijke kudde runderen bestaat uit melkgevende koeien en hun kalveren, jongvee, droge koeien, "oppastantes" en enkele stieren. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, heeft de stier weinig te vertellen; het is een koe die de dienst uit maakt. Dit noemt men “matriarchaat”. De leidkoe bepaalt waar ze gaan grazen, waar ze gaan rusten en schuilen, wanneer ze gaan drinken etc.

De grijze Maremmana is de leidkoe van de  "donkere" kudde, de stier is een zuivere Maronese.
Deze Limia koe is de leidkoe van de kleienere "rode" kudde
Hoewel de dieren op de Kettingdijk ook wel onder elkaar komen, is mijns inziens toch duidelijk sprake van 2 kuddes. Een grote en een kleine groep. De grote kudde die vooral bestaat uit donkere dieren staat onder leiding van de grijze Maremmana (?) koe en bij de kleinere kudde die licht van kleur is, is dat een "rode" Limia koe.

Kenmerken van de Schotse Hooglander
Kenmerk van het Heckrund (linker stier)


Aan de foto's is te zien hoeveel verschillende soorten kruisingen er zijn. Ik heb een hele serie foto's gemaakt van de runderen waarop je nog meer variatie ziet. Je ziet (kruisingen) van Maremmana's, Limia's, Tudanca's, Sayugese en Maronesa runderen. Maar ook zie je dieren waarin we de kenmerken zien van Schotse Hooglanders en Heckrunderen. Er wordt dus niet echt gericht gefokt, zo lijkt het; men laat de natuur zijn gang gaan in de hoop dat er "goede" nakomelingen tussen zitten.

Het zijn te veel foto's om hier allemaal te plaatsen. Toch benieuwd daarnaar? Ik heb ze op mijn site op Flickr geplaatst en daar kun je ze bekijken. Wel even HIER op klikken.

******** Vrijdag 11 september heeft Daniel Foidl naar aanleiding van deze post een reactie geschreven in zijn blog "The Breeding Back Blog". Daniel Foil is een autoriteit op het gebied van het terugfokken van uitgestorven runderen; van de uitgestorven dieren zelf, over hun vaak gedomesticeerde nakomelingen en desomesticatie tot nieuws en feiten over verschillende terugfokprojecten, rapporten en foto's.

De conclusie die hij trekt na het lezen van mijn post en na het zien van de foto's op Flickr is de volgende: "The Tauros Programme in Kempen~Broek seems to have a different approach to the breeding. While most "breeding-back" projects breed by selecting a chief bull and selecting out individuals that do not fit the standards, the Tauros Programme seemingly let the cattle breed for themselves with many bulls in one herd, with barely any selection (the fact that there are still brindle individuals suggests to me that no selection has taken place yet, as this trait is dominant and easy to select out). Maybe the selection phase has not started yet. I think it is good that the cattle have bull competition in their breeding, as this enables natural selection, but I think this phase is too early for that. It will be very difficult to raise the quality* of the herds this way, except if all bulls were quality bulls. Again, maybe the selective breeding phase has not started yet and they will start selective breeding in the next months or years".

* met kwaliteit bedoelt hij de gelijkenis met de oeros in zijn morfologische eigenschappen, dus de bouw en de vorm en niét de overlevingscapaciteit, gedrag of andere eigenschappen.

donderdag 3 september 2020

Schotse Hooglanders op de Graus en Raamweiden

Het is een tijdje stil geweest op mijn blog wat betreft de Taurossen in het Kempen~Broek gebied.
De laatste keer dat ik er iets over schreef was in maart 2017. Die post kun je HIER nog eens nalezen.

Ik schreef toen o.a. het volgende:
"Al vanaf het eerste moment was er weerstand bij natuurliefhebbers en bezoekers van de door Taurossen begraasde gebieden in Kempen~Broek. Om het heersende gevoel van onveiligheid weg te nemen en te bezien welke maatregelen genomen moesten worden, werd een onafhankelijke Commissie "Verbetering Begrazingsbeheer" ingesteld. Deze Commissie stelde dat op die wijze doorgaan met het Taurosproject in Kempen~Broek geen optie was en kwam op 20 februari 2015 met een advies naar buiten, dat door Ark en de Stichting Taurus in februari 2016 werd overgenomen (Zie Weert de gekste).

Het betrof vooral de volgende aanpassing in het begrazingsbeheer:
"In gebieden groter dan 100 hectare zullen taurossen gehandhaafd blijven en ook opengesteld blijven voor publiek. Voor gebieden kleiner dan 100 hectare zal ARK in overleg met de Klankbordgroep Kempen~Broek een alternatief runderras kiezen."

Begrazing op de Graus door Schotse Hooglanders
Op de Graus zien we vooral het giftige  Jacobskruiskruid dat de Hooglanders echter met rust laten.
De vrijwilligers van het Belgische Natuurpunt voelden zich echter niet veilig met de Taurossen op de Smeetshof en Ooms, wat aanleiding was om in maart 2017 uit het Taurosproject te stappen. Daardoor kwam het geplande 100 ha. grensoverschrijdende gebied (Wisseblök, Kwaoj gaat, Smeetshof met gebied Ooms, de Graus en Raamweiden) te vervallen. Omdat Natuurpunt geen taurossen in hun gebied meer toestond, kon dat vanwege de 100 ha. regel ook niet meer in het Nederlandse deel (zie: de Limburger maart 2017).

Daarom zien we op de Graus en Raamweiden sindsdien géén taurossen meer, maar Schotse Hooglanders. Daar lopen momenteel (augustus 2020) circa 60 dieren.Voor de runderen in het Taurosproject resteren alleen nog de Kettingdijk en de Loozerheide.

Aanleg van veeroosters op de Pruiskesweg in Altweerterheide
Verbinding tussen de Graus en de Raamweiden door de aanleg van veeroosters.
Hoewel de 100 ha. regel een "verbetering" is ten opzichte van de vorige situatie (voor zover men daar tenminste van kan spreken!), de taurossen blijven de gemoederen bezig houden en halen dan ook regelmatig de krant. Dat is vooral vanwege de wens van Natuurmonumenten om gebieden samen te voegen en tussen de kleinere gebieden veeroosters te plaatsen.

Op 25 augustus van dit jaar las ik in dagblad de Limburger dat de door de  gemeente Weert afgegeven vergunning voor een oversteekplaats bij de Pruiskesweg tussen de Graus en Raamweiden door de bestuursrechter vernietigd is.  De heer Visser, een bewoner op de Pruiskesweg, heeft de in april 2019 afgegeven vergunning voor de aanleg daarvan  aangevochten. De Dorpsraad van Altweerterheide en de Ecologische Werkgroep Weert Zuid steunen hem daarin voor 100%. De civiele procedure diende pas deze maand bij de rechtbank in Roermond. Het belangrijkste argument was dat wilde grazers geen vee zijn, omdat ze niet tam zijn. Om die reden mag men, aldus de reclamant, ook geen veeroosters op de openbare weg plaatsen! De bestuursrechter heeft hem daarin gelijk gegeven.

De gemeente Weert en Natuurmonumenten zijn verrast door deze beslissing en overleggen momenteel of ze hiertegen in hoger beroep zullen gaan. Natuurmonumenten was al (in de veronderstelling van een goede afloop) zo vrij die rooster al te plaatsen. Tot duidelijk is wat er gaat gebeuren, kan die oversteek nog in gebruik blijven. Het laatste woord is er dus nog niet over gezegd.
Het artikel in de Limburger kun je HIER lezen.

Een open landschap na de herstelwerkzaamheden bij de Raamweiden in november 2015
Ontelbare watervogels en weidevogels bezoeken de plas op de Raamweiden in november 2015
Al snel na het afgraven van de voedselrijke bovenlaag en de aanleg van een plas in 2015, werd die druk bezocht door weide- en steltlopers, eenden en ganzen. Dat zag er veelbelovend uit.

De runderen laten de opgroeiende struiken en boompjes met rust.
Door het selectief gegraas van de Schotse Hooglanders en het achterlaten van enig onderhoud  blijkt het gebied helaas dicht te gaan groeien. "Het plaatsen van veeroosters zal dat proces gaan versnellen", aldus de heer Visser. Hij zag in de afgelopen jaren dat  er steeds meer hoge vegetatie en boompjes verschenen en dat het geen kruidenrijk grasland zou worden. Integendeel..........

Al op 15 april 2019 zei hij daarover het volgende in de Limburger:  "Door de kleine gebieden met behulp van veeroosters aan elkaar te koppelen, wordt de diverse bestaande natuur door de begrazing een eenheidsworst en zal het waarschijnlijk allemaal bos worden".

Het artikel van afgelopen augustus was aanleiding voor mij om die veeroosters en het bedoelde gebied aan de Pruiskesweg eens te gaan bekijken en te zien of Visser hier een punt heeft.

Geen open landschap met grote biodiversiteit, maar dichtgroeiend grasland.
Het werd voor mij al snel duidelijk wat de de reclamant bedoelt met "eenheidsworstnatuur". Je ziet inderdaad datgene wat hij schetste in dat artikel; het oorspronkelijke open landschap groeit dicht.
Bedoeld is het oorspronkelijk open culruurlandschap zoals vóór 2015, maar zeker ook het natuurlandschap van vóór de ontginning van het Wijffelterbroek en het graven van de Raam, waar je nog kilometers ver kon kijken en waar vissers zelfs hun brood verdienden, omdat het gebied een groot deel van het jaar onder water stond.!!!


Op de Raamweiden ligt een plas die bij de herinrichting in 2015 is aangelegd, maar die momenteel vanaf de weg door de hoge vegetatie niet zichtbaar meer is. De plas staat momenteel grotendeels droog, wat echter geen probleem hoeft te zijn. Het kan een voordeel zijn voor een goede ontwikkeling van de oevervegetatie (ik zag er met name veel Grote waterweegbree) en op deze manier verdwijnen eventueel ook vissen, die een negatieve invloed hebben op de amfibiepopulatie. Valt een poel echter al voor augustus droog, dan gaat er met wat pech helaas ook een nieuwe generatie verloren, omdat de amfibieënlarven onvoldoende tijd krijgen om de metamorfose door te maken tot jonge pad, kikker of salamander.


Wat nu ook opvalt is dat er waarschijnlijk door de runderen, watervogels en afgestorven plantenresten een voedselrijke bezinksellaag (modder) is ontstaan, wat de waterkwaliteit ongunstig beïnvloedt. Aangelegde plassen moeten actief beheerd worden, ook omdat anders de plas na een aantal jaren dichtgroeit en verlandt. Dit is iets waar de natuurbeheerders ook attent op moeten zijn, of op gewezen moet worden.

Hooglanders op de Graus bij de drooggevallen plas
Op de Graus zien we amper bomengroei, maar een eentonige ruige vegetatie van met name pitrus, hoog opstaande grassen, distels en vooral heel veel Jacobskruiskruid. De Hooglanders kunnen dat niet "oplossen". Waarom, zo vraag ik me af, niet op de juiste momenten laten begrazen door schapen, die niet zo kieskeurig zijn en alles (ook de boompjes en struiken) vreten wat ze voor de voeten komt?

Ook ruige en hoge vegetatie op Wisseblök en Kwaoj Gaât
Aandoenlijk beeld 

Ook op Wisseblök en Kwaoj Gaât lopen een tiental Schotse Hooglanders. Bij nagenoeg alle koeien loopt een kalfje, wat wel weer leuk is om te zien. Wat betreft de begroeiing is meteen duidelijk dat ook daar van biodiversiteit geen sprake is. De hoge en dichte vegetatie voorkomt ook hier dat gebiedseigen flora een kans krijgt. Op veel plekken zie je de kalfjes niet eens lopen.

Conclusie: Hoewel Natuurmonumenten hoog opgeeft over een grote biodiversiteit door "ecologische begrazing" van taurossen en Schotse hooglanders, wordt hier goed zichtbaar dat het eerder een verarming van de verschillende gebiedseigen biotopen tot gevolg heeft; de Raamweiden, die een waterrijk gebied met kruiden- en faunarijk grasland hadden moeten worden, gaan steeds meer lijken op een bos als er niet tijdig ingegrepen wordt. De runderen laten (zo blijkt overduidelijk)  de opgeschoten struiken en boompjes namelijk met rust.

vrijdag 24 juli 2020

Stierenkuil

In het grensoverschrijdende Kempen~Broek kom je in enkele natuurgebieden taurossen tegen; oude imposante runderrassen uit met name Spanje, Italië en Portugal, waarmee men het oerrund probeert terug te fokken. Ze zouden, zo wordt beweerd, door hun graasgedrag voor diversiteit in de vegetatie zorgen. Ik heb daar echter mijn twijfels over. Zeker als er overbegrazing is, want dan vreten ze alles weg wat ze maar tegen komen en bij voorkeur de sappige kruidige gewassen, zodat kwetsbare planten vaak niet de kans krijgen om tot groei en bloei te komen en dus uit het landschap dreigen te verdwijnen.

Stierenkuil op Kettingdijk/Vetpeel
De stierenkuilen die je er aantreft, zijn echter een uitzondering en kunnen belangrijk zijn voor met name pionierplanten en ze kunnen als nestplaats of jachtterrein dienen voor graafwespen, zandbijtjes en andere insecten zoals zandloopkevers en de blauwvleugelsprinkhaan.

Zoekkaart gepubliceerd door Stichting Ark.
ARK publiceerde een berichtenserie over de diverse soortgroepen die van stierenkuilen profiteren. Die kun je HIER lezen. Je kunt daar ook bovenstaande zoekkaart downloaden.

Zo’n stierenkuil is een fenomeen dat je alleen bij natuurlijke sociale kuddes vindt. Die kuddes zijn eeuwen- lang weggeweest in de Nederlandse natuur, maar zien we nu met de komst van de taurossen weer terug.

Kuddegedrag op de Kettingdijk
Een natuurlijke kudde runderen bestaat uit melkgevende koeien en hun kalveren, jongvee, droge koeien, "oppastantes" en een aantal stieren. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, heeft de stier weinig te vertellen; het is een koe die de dienst uit maakt. Dit noemt men “matriarchaat”. Kuddegedrag bij de runderen is te herkennen als zogenaamd synchroon gedrag: ze blijven in elkaars nabijheid, grazen, herkauwen, schuilen, rusten en “vluchten” gelijktijdig.

Kuddegedrag op de Vetpeel
Dat versterkt de onderlinge band en biedt bescherming tegen roofdieren of ander “gevaar” van buitenaf. Over zo'n natuurlijke kudde heb ik eerder al iets geschreven in de post "Taurossen op Siëndonk en Lieëg hei 2015".

Op de voorgrond de grijze Maremmana leidkoe
Op de Kettingdijk lopen 2 natuurlijke kuddes rond voor zover ik kan beoordelen. Bij de grootste kudde van ongeveer 30 dieren is de grijze Maremmana koe de leidkoe.

Het is altijd leuk om dit kuddegedrag eens in de gaten te houden. Het zorgt altijd voor verrassende gebeurtenissen. Zo worden bijvoorbeeld tijdens de stierenbronst de rangordes bepaald tussen de stieren. De bronstperiode is vooral in juni, juli en begin augustus te merken. De koeien zijn dan weer tochtig. Een koe draagt ruim 9 maanden, dus dit is een goed tijdstip om drachtig te raken. De kalfjes worden dan in het vroege voorjaar geboren. Dat is ook overal goed te zien aan de vele kalfjes die  een tijdje geleden zijn geboren. Maar zelfs nu worden er nog kalfjes geboren, zo zag ik op Kwaoj Gaat/Wisseblök.

Taura, het eerst geboren tauroskalfje
Er zijn natuurlijk nog grotere uitzonderingen. Zo is bijvoorbeeld "Taura",,het eerste (Heckrund) tauroskalfje, op 12 februari 2012, geboren op 't Luuëke. Het was toen een ijsdag met een gemiddelde temperatuur van -7,3 °C en een gevoelstemperatuur van -11,7 °C vanwege de ijzige wind. De minimum temperatuur was 's nachts -11,9 °C.

De stierenbronst is de periode waarin volwassen stieren de andere stieren in de kudde uitdagen om te bepalen wie de sterkste is. De hormonen gieren door hun lijven en om hun opwinding te koelen en door "machogedrag" de anderen proberen te imponeren, woelen ze met hun kop en horens in de grond, schrapen met hun poten over de grond en gooien het vrijgekomen zand omhoog en over hun rug. Zo van “kijk eens hoe sterk ik ben”….. Tussendoor maken ze een vreemd brullend geluid dat niet echt op loeien lijkt, maar bronstloeien wordt genoemd. Een enkele keer leidt deze bronst tot een stierengevecht, maar meestal is voor de dieren al snel duidelijk die het meeste recht van spreken heeft. De stier die je hier bezig ziet, is een (zuivere!) Maronesa stier.

Bij het bronstgedrag spelen geuren ook een belangrijke rol. Je ziet dan ook dat de stieren hun kop in de lucht omhoog houden en de bovenlip krullen ("flemen") om de aantrekkelijke geurtjes van de tochtige koe goed op te kunnen snuiven.

Daar dat gewoel en geschraap ontstaan de zogenaamde stierenkuilen. Dat schrapen gebeurt meestal op dezelfde plekken. Daardoor ontstaan er (asymmetrische) kuilen met een steile rand in een halve cirkel. De stier bewerkt deze steile rand regelmatig met zijn flanken en zijn poten, maar vooral met zijn kop.
Als hij na verloop van tijd niet meer terug gaat naar de kuil (als de bronstijd dus voorbij is),dan raken de steile randen in verval, de kuil raakt begroeid en verdwijnt. Dan breekt de tijd aan dat de eerder genoemde insecten en planten er gebruik van kunnen gaan maken.

Dit stierengedrag is een spectaculair gezicht en het kan er heftig aan toe gaan, maar het gedrag is puur op de soortgenoten gericht en niet op mensen. Uiteraard doe je er echter goed aan om dit op gepaste afstand te aanschouwen.

donderdag 9 maart 2017

Taurossen weg uit Kempen~Broek

Wat al jaren de wens was van veel omwonenden, recreanten en natuur- liefhebbers, is in vervulling gegaan; de taurossen hebben de strijd verloren en verdwijnen uit de grensoverschrijdende natuurgebieden van Kempen~Broek. "Nu de rest nog" hoor ik sommigen al zeggen....

Gisteren (8 maart 2017)  stond onderstaande mededeling in dagblad de Limburger.
Aangezien de digitale versie na enige tijd verwijderd wordt, plaats ik die nu in zijn geheel op deze post,
zodat we het nog eens rustig kunnen nalezen.


Blogarchief