In
mijn vorige post gaf ik aan dat er al lange tijd zorgen waren over de waterkwaliteit van de IJzeren Man en het omringende gebied en dat er maatregelen genomen werden. Maar was alles nadien “koek en ei”? Allerminst…….. Misschien wel met het zwembad (hoewel!), maar nog niet met de omgeving.
Er is tot heden nog steeds werk aan de winkel………………………….
Het was intussen wel voor steeds meer mensen duidelijk, dat het toen al niet goed ging met de natuur in zijn algemeenheid. De naoorlogse opleving en industrialisatie gingen vaak ten koste van onze natuur. Veel natuur werd opgeofferd vanwege economische belangen. Dat ging ook nog eens vaak gepaard met een ongelimiteerd gebruik van onkruidverdelgers, met alle gevolgen van dien voor ons milieu.
Tegen dit soort mistoestanden kwamen groenverenigingen zoals Vrienden der Natuur (opgericht in 1960) al vroeg in het geweer, maar vooral in de jaren '70 en '80 werd milieu en natuur pas echt “hot”.
Hoewel er intussen veel goeds is/wordt gedaan, is er ook nog veel niet zoals het behoort te zijn.
Dat we nu bijvoorbeeld te maken hebben met een alarmerende achteruitgang van bijvoorbeeld onze insecten zegt heel veel. En ook dat bestrijdingsmiddelen daar een grote rol in spelen.
Het zal nog wel even duren, maar het wordt tijd dat onze ogen écht open gaan.
Het is inmiddels wel al “5 voor 12 oftewel "
code rood".... (Bovengenoemde petitie van Vroege Vogels was overigens in oktober 2017). Lees ook eens:
Biodiversiteit in acuut gevaar van Wim Vlekken
Ook in het IJzerenmangebied is nu een en ander (nog) niet zoals we het graag zouden zien.
En dan heb ik het nog niet eens over de rigoureuze bomenkap van de afgelopen maanden die tot felle reacties leidden.
“ In het IJzerenmangebied (intussen tot "Stadswandelbos" gedoopt), zien we bomen verdwijnen, jaar in jaar uit. Dit voorjaar was die kap zó grootschalig dat het gebied nauwelijks nog ‘bos’ genoemd kan worden. Veel bezoekers zijn daarvan geschrokken en zijn verontwaardigd”. Aldus Stichting Groen Weert op hun site. Wil je daar meer over weten, klik dan op
deze link.
Het hoofddoel van kap zou voor de Bosgroep natuurlijke verjonging en het creëren van gevarieerdere en biodiverse bossen met structuurrijke bosranden moeten zijn, in plaats van. een beoogd oogstniveau van 2877 m3 hout met een opbrengst van €39.195 excl. BTW. (Beheersvisie 2015-2020).
Met kap in het IJzerenmangebied is niks mis, of eigenlijk zelfs aan te bevelen. Wat betreft het hoofddoel en de uitvoering ervan, zal er echter nog eens goed nagedacht en overlegd moeten worden.
|
Ruige begroeiing met brandnetel, kleefkruid, varens en braam
|
Maar wat is nu het probleem met de waterhuishouding waar ik het over had?
Hoewel het de meeste mensen niet zal opvallen, valt er ook het nodige te zeggen over het voedsel- en nitraatrijke water van de Zuid-Willemsvaart, dat nog steeds via de Weteringsbeek door de vennen in de grote plas stroomt. Het ziet er momenteel (juni) schitterend groen uit in het IJzerenmangebied, maar het is wel veel van hetzelfde (voedselrijk minnende ruige vegetatie) en dat gaat ten koste van de biodiversiteit. Andere planten komen daardoor namelijk in de verdrukking en/of verdwijnen. Dat is niet alleen ten nadele van de flora, maar ook voor onze insecten enz.
Waarom en sinds wanneer loopt die Weteringbeek daar dan?
De Weteringbeek moest de oude Bocholterbeek van voldoende water voorzien. De Bocholter- of Weerterbeek, aangelegd in 1296, was eeuwenlang van groot belang voor de
stad. Niet alleen om de stads- en kasteelgracht van water te voorzien,
maar ook voor de wolnijverheid, leerlooierijen en bierbrouwers die Weert toen rijk
was en voor de huishoudens om bijvoorbeeld de was te doen. De beek stroomde vanaf de stad via het Patersklooster richting Doolhof, waar
een zijtak richting Leuken (via de Leukerbeek) was aangelegd en de
hoofdstroom liep onder het kanaal door richting Laar-Rosveld-Nederweert. De beek, die haar water betrok uit de Abeek in België, zorgde ook voor aanvoer van vers water voor de boeren in België en Altweert en het achterliggende land.
De aanvoer stagneerde nogal eens, omdat het water ook door de boeren in België en Altweert voor bevloeiing der landbouwgronden en de langs de beek gelegen (vis)vijvers werd gebruikt en de beek met grote regelmaat slecht geveegd werd. Dat zorgde vanwege het geringe verval van nog geen 60 cm per km. voor een te geringe stroming en te weinig aanvoer. Hier is heel wat over “gesteggeld”. Hoewel dat steeds minder gebeurde, heeft dat toch nog geduurd tot beginjaren 20e eeuw, omdat met name de buitenijen nog gebruik bleven maken van de aanvoer van het verse en schone water vanuit België voor de bevloeiing van het land en voor de aangelegde visvijvers.
|
detail Waterschapskaart Valkenswaard-Oost 1877 met Weteringbeek (blauwe pijl) |
|
Bocholterbeek en Wetering(s)beek omstreeks 1900 |
Na de aanleg van de Zuid-Willemsvaart (1825/1826) werd een goede aanvoer van water vanuit de Belgische Abeek echter van steeds minder belang voor de stad. De gemeente had namelijk toestemming om de Bocholterbeek via de nieuw gegraven Weteringsbeek (nu Weteringbeek genoemd) te voeden met vers stromend water uit de Zuid-Willemsvaart. Voor dat doel werd een uitwateringssluis geplaatst, die ook gesloten kon worden. Wanneer de beek precies is gegraven, heb ik niet kunnen achterhalen. Dat is in elk geval (afgaande op bovenstaande Waterschapskaart van Valkenswaard-Oost), vóór 1877 geweest. Het water uit het kanaal had toen nog een goede kwaliteit. Van vervuiling was (nog) geen sprake. De aansluiting met de Bocholterbeek was aan de Voorhoeveweg, toen nog Boshoverpeelweg genoemd.
|
Zuid-Willemsvaart met links de "Wetering" (foto GAW, van omstreeks 1930) |
De inlaat bij het kanaal lag daar, waar nu de afscheiding van Bouwbedrijf Lempens en Grondstoffen Recycling Weert BV ligt. Aan de andere kant van het kanaal lag de lager gelegen Wetering (huidig industrieterrein de Kempen). Het was een gebied dat nog vóór de uitvinding van de kunstmest (halverwege de 19e eeuw) door bevloeiing met kanaalwater (het enige middel om het tekort aan stalmest aan te vullen) herschapen was in een vruchtbare watering of wetering. Daarom kreeg de er tegenover gelegen beek ook deze naam.
Toen de IJzeren man gegraven werd in 1910-1913, deed zich het probleem voor dat de Bocholterbeek die door de betreffende percelen liep, niet meer voor voldoende vers stromend water in de stad kon zorgen. Voldoende wateraanvoer vanuit de “put” lukte namelijk niet meer, omdat de plas diep lag en niet het vereiste waterpeil haalde. Er werd tijdens de raadsvergadering van 3 februari 1915 onder andere opgemerkt dat “de put van Scholtisheuvel nooit vol staat en als de Bocholterbeek niet voldoende door de Weteringsbeek gevoed wordt, deze steeds droog zal blijven”.
|
Bocholterbeek en Wetering(s)beek met de vertakking richting stad na 1915 |
En in de notulen van de raadsvergadering van 9 juni 1915 wordt vermeld dat: “de stads- en kasteelsgrachten nog enkel versch water kunnen betrekken uit den duiker bij de gasfabriek en den duiker aan Brinkmans op de Minderbroederslaan, maar daardoor verworden zijn tot een samenstel van bezinkvijvers, die de lucht in den omtrek over aanzienlijke omtrek verpesten. Die duikers leveren namelijk alleen dan water als het kanaalpeil hoger ligt dan het niveau der beek; wat lang niet altijd het geval is".
"Een blijvend gezonde toestand voor de stad Weert wordt geboren wanneer de watervoorziening niet meer gebaseerd wordt in hoofdzaak op den aanvoer uit België via de Bocholterbeek, maar op den aanvoer van water uit de Z.-W. via de Wetering(s)beek. Hoofddoel van den tak Belgische grens tot bovengenoemden vijver zou echter wezen waterafvoer der belendende landerijen en eventueele watervoorziening van Altweert via de gegraven Meilossing”.
|
Uitzicht op de IJzeren Man plas vanaf de westkant in 1920. Het huidige strandje. |
De oude verbinding van de Weteringsbeek aan de Voorhoeveweg bleef dus wel bestaan, maar ook werd in 1915 dus een zijtak over een afstand van 900 meter naar de Bocholterbeek tussen de vijver en de stad gegraven. De aftakking kwam te liggen aan de noordkant van de plas en stroomde daar waar ongeveer de ingang van het huidige zwembad ligt (zie kaart) richting Boshoverbeek. In 1915 was er nog geen Kazernelaan (1938) en in 1920 werd Lustoord " IJzeren Man" aan de zuid-westkant van de plas aangelegd. Waar nu de ingang van het zwembad ligt, lag toen nog een restant van de zandverstuiving.
Het kanaalwater was toen nog van een dusdanige kwaliteit, dat het door de mensen in de stad gewoon gebruikt kon worden als waswater. Omdat de waterstand in de IJzeren Man niet op het gewenste peil gebracht kon worden met alleen grond- , regenwater en water van de Bocholterbeek, werd ook kanaalwater via de Weteringsbeek in de plas ingelaten aan de Voorhoeveweg.
|
Weteringbeek langs de Voorhoeveweg. Jaartal onbekend. |
Na het leggen van de riolering in 1934 en het dempen van de grachten (de huidige singels) in 1938 werd besloten niets meer te doen aan onderhoud en de "overbodige" restanten van de Bocholterbeek in bijvoorbeeld Altweerterheide, op de Boshoverbeek en Tuindorp (Fatima) verdwenen zo in de loop der jaren.
Hier en daar vind je nog wat restanten van de Bocholterbeek zoals bij Stillenoord
(foto links) en een aftakking van de beek aan de achterkant van het Minderbroedersklooster op de
Biest (foto rechts) .
De Weteringsbeek fungeerde na demping van de Bocholterbeek enkel nog om het water in de Kleine - en Grote IJzeren Man te verversen en op peil te houden en om het achterliggende landbouwgebied via de Meilossing van water te voorzien in tijden dat dat nodig was. Dat is nu nog steeds het geval.
Het in augustus 1954 geopende moderne zwembad (
zie vorige post) zorgde voor een dusdanige toename van het bezoekersaantal, dat besloten werd het bad en de voorzieningen uit te breiden.
Om ook de kwaliteit van het aangevoerde kanaalwater in de plas te verbeteren besloot men ook iets te doen aan een betere verversing. Tot 1966 stroomde het water van de Weteringsbeek nog langs het Geurtsven en het Hertenkamp naar de Voorhoeveweg. Vanaf daar werd het water in de IJzeren Man ingelaten.
Omdat de waterkwaliteit in de plas steeds verder terugliep, dacht men het probleem op te kunnen lossen door de weg van het water te verlengen. Dat ging gebeuren via het Geurtsven, het Zwanenven en de Kleine IJzeren Man!!! Zo zou, aldus een bericht in Kanton Weert van 10 februari 1966, de
“biologische zuivering van het water” beter verlopen. Dit had echter niet het gewenste effect en het ging vooral ten koste van de natuurlijke vennetjes, die voorheen enkel gebiedseigen water in de vorm van regen- en grondwater kregen en nu gebiedsvreemd voedselrijk water uit het kanaal kregen, met eutrofiëring (vermesting) als gevolg. Van een natuurlijke habitat was steeds minder sprake.
De kwaliteit van het kalkrijke-, voedselrijke (Maas)water in de Zuid-Willemsvaart werd nadien alleen maar slechter. "Dankzij” een sterke toename van de industrie raakte het kanaalwater namelijk steeds meer vervuild en werd ongeschikt als zwemwater. Als je eind jaren '60 in het kanaal ging zwemmen, kwam je er smeriger uit dan toen je er in sprong……
|
Visvijver "het Geurtsven" eind jaren '60 |
Door de hoge concentraties aan fosfaten en nitraten van het kanaalwater, namen de plantengroei en de zweef- en draadalgen in de vennen en de IJzeren Man dusdanige proporties aan, dat vissen nagenoeg onmogelijk werd. Voor HSV St. Petrus aanleiding om in 1968 in te grijpen. Men vroeg, en kreeg toestemming van de gemeente, om die groei in de grote plas te lijf te gaan met het verdelgingsmiddel Diuron.
Door een overdosering liep dit desastreus uit de hand; het leidde tot een compleet dode waterbodem, waar- door nagenoeg de hele plantengroei en alle leven uit de plas verdwenen.........
En dat alles in een plas, waarin toen nog gezwommen werd. Onverantwoord……….
Tien jaar later was het middel nog steeds niet uitgewerkt en was er nog altijd sprake van
“een ernstige mate van aantasting van de kwaliteit van het water”. Allerlei “lapmiddelen” zoals aanplant van planten uit het Ringselven, werden tevergeefs uitgeprobeerd.
Er bleef uiteindelijk nog maar één middel over: de plas leegpompen en de onderwaterbodem saneren.
Dat gebeurde uiteindelijk ruim 20 jaar later in 1989. Een project van zo’n fl. 20.000,- Sindsdien is de waterkwaliteit over het algemeen heel redelijk als viswater. Er worden bij metingen wel nog altijd lichte overschrijdingen voor ammoniak en zuurgraad aangetroffen.
Door dit soort gebeurtenissen raakte men er eindelijk van doordrongen dat er wezenlijk iets moest veranderen aan de mentaliteit van de mensen. In Land van Weert van 4 oktober 1989 zei Bert Linssen, toenmalige voorzitter van het op 14 juni 1983 opgerichte IVN, het als volgt:
“Luister ’s hier: we hebben er met z’n allen een puinhoop van gemaakt en we moeten er allemaal de schouders onder zetten om die problemen op te lossen”. Jan Stouten (Vrienden der natuur) voegde daar aan toe:
“Het gaat ons op de eerste plaats om een mentaliteitsverandering”.
Men was het er over eens dat er iets aan die mentaliteit gedaan kon worden door het geven van zowel natuur- als milieu-educatie. Dit zou beter gaan als de groene verenigingen samen gingen werken. En er was voor dit alles goede huisvesting nodig; een “Centrum voor Natuur- en Milieu- educatie”. De IJzeren Man was daarvoor een geschikte omgeving, zo vond men. Het was goed bereikbaar, er was een prima infrastructuur en er waren de meeste milieutypen aanwezig; bossen, vennen, beken, zandverstuivingen, hei en er zou nog een veengebiedje, inclusief knuppelbruggetje, met veen uit Polen aangelegd worden.
Op 8 september 1989 ondertekenden Bert Linssen namens IVN en Herman Beuvens namens Vrienden der Natuur de notariële akte. De nieuwe stichting met de naam “Vereniging voor Natuur- en Milieu-educatie Weert e.o.” stelde zich als doel:
“Het doen opgroeien van een nieuwe milieubewuste generatie door het vergroten van kennis en inzicht in de natuur en het milieu via leerprocessen en andere vormen van informatieoverdracht. Een generatie die bereid is veranderingen aan te brengen in haar gedrag en die de noodzakelijke consequenties wil trekken, ook de financiële”.
Het duurde uiteindelijk nog tot 30 oktober 1992 voordat de officiële opening van het Natuur- en Milieucentrum (NMC) plaatsvond. De gekozen locatie van het NMC ligt op het voormalig Ezelsweitje, gelegen achter de speeltuin. Een prachtig multifunctioneel gebouw.
Ondanks het vele werk van het NMC en allerlei maatregelen bleef de waterhuishouding een probleem.
De waterkwaliteit in de vennen en plassen liet te wensen over door de inlaat van hard en eutroof (voedselrijk) water uit de Zuid-Willemsvaart, het watersysteem was moeilijk te onderhouden en te beheren, bij (te) lage grondwaterstand vielen de plassen en vennen deels droog en het water als
“kijk- of belevingswater” was onvoldoende zichtbaar.
In 2003 en 2004 is in opdracht van Waterschap Peel en Maasvallei en de Gemeente Weert door Royal Haskoning een waterplan/uitvoeringsplan voor de IJzeren Man opgesteld.
Veel aandacht werd besteed
aan herstel van de waterhuishouding, maar er werden tevens maatregelen genomen om de recreatie-mogelijkheden en de belevingswaarde van het gebied te verbeteren.
Wat betreft de waterhuishouding schreef Martin Boute, adviseur water en ecologie bij Haskoning o.a. het volgende op zijn site
boute-ecologie & wateradvies:
- In het gebied bestaat een recreatieve en ecologische gradiënt van oost naar west die goed met elkaar samengaan. In het oosten van het gebied is sprake van intensief recreatief medegebruik van het gebied en zijn de ecologische waarden gering met relatief voedselrijk en meer gebufferd water in de plassen (inlaat alleen indien nodig). Meer naar het westen nemen de waterkwaliteit en ecologische waarden toe (zwak gebufferd, voedselarm milieu met bijbehorende soorten).
- De vennen in het gebied zijn autonoom of zullen worden gevoed met een minimaal inlaatdebiet. In het algemeen betekent dat, dat de bodem van deze wateren nabij (of onder) de zomergrondwaterspiegel ligt. De vennen worden gevoed door zwak gebufferd voedselarm grondwater, (zuur en voedselarm) regenwater en/of zwak gebufferde (kanaal)kwel. Verder liggen de vennen in een open (heide)landschap en is er een stabiele en duurzame levensgemeenschap van planten en dieren typerend voor deze habitats ontstaan.
- De bodem van de grotere plassen ligt onder het grondwaterniveau. De inlaat van kanaalwater is dan ook onwenselijk. De nu al van nature optredende fluctuaties in de plassen zorgen in de toekomst voor een gevarieerde oevervegetatie. Voor de plassen geldt dat ze in verbinding met elkaar staan via open corridors. Slechts in geval van extreme droogte wordt tijdelijk water gesuppleerd".
|
Loop van de Weteringbeek sinds 2005 |
In 2005 werd in het ongeveer 100 ha. grote gebied het project
“Uitvoeringsplan-Waterplan IJzeren Man” door Waterschap Peel en Maasvallei afgerond. In 2 van de 4 varianten was met een helofytenfilter gepland. Helaas heeft men voor geen van die 2 gekozen en komt het voedselrijke kanaalwater ongefilterd in de vennen. Een gemiste kans wat mij betreft.
|
Meetstuw in de Weteringbeek bij de inlaat van kanaalwater |
|
Met paden en bruggetjes is het gebied overal goed bereikbaar |
Er is een nieuw waterinlaat traject gemaakt dat water uit de Zuid-Willemsvaart aanvoert naar de IJzeren Man. De oude inlaat is afgesloten en de nieuwe inlaat ligt nu bij de CZW.
Het inlaatwater wordt gebruikt om de vennen op peil te houden en de beken in het achterliggende landbouwgebied van water te voorzien.
|
Het verdeelpunt bij het Geurtsven |
Bij het Geurtsven ligt het verdeelpunt; de ene waterloop gaat via de achterkant van het Hertenkamp naar de Meilossing en de andere aftakking voert water langs (en naar) het Zwanenven en de Kleine IJzeren Man, die weer verbonden is met de Grote IJzeren Man.
|
Het Geurtsven, waar een sterke toename van algen te zien is |
Als viswater blijkt de waterkwaliteit in de Grote IJzeren Man na meting over het algemeen heel redelijk. Anders ligt het anno 2019 echter voor de vegetatie westelijk van het zwembad langs/in de Weteringbeek en de vennetjes, die via deze beek door kanaalwater worden gevoed.
Deze dreigen hun voedselarme karakter helaas steeds meer te verliezen. Ik heb het over Zwanenven, Geurtsven en Eendenven.
|
Eendenven met dichte oevervegetatie |
|
Zwanenven met veel witte waterlelies (voedselrijk minnend) |
Oorspronkelijk zijn deze door grondwater en regenwater gevoede vennen vaker korte tijd verdroogd geweest, maar nu wordt via de waterloop sterk eutroof water uit het kanaal (Maaswater) ingelaten om ze op het “ideale” niveau te houden. Rond en langs het water is weelderig groen de kleur die overheerst. Maar is dat in dit geval nou gunstig te noemen?
|
3/4 van het oppervlaktewater van het Eendenven is inmiddels (juni 2019) bedekt met algen |
In het dichtgroeiende Eendenven en Zwanenven zien we voornamelijk algen, riet, mattenbies en lisdodde. Soorten die je aantreft in/aan voedselrijk water. Deze vennen kunnen eigenlijk zo beter worden beschouwd als goed ontwikkeld eutroof moeras i.p.v. een voedselarm ven.
|
Instroom van kanaalwater in het Geurtsven via de Weteringbeek |
Van een aan venmilieus gebonden flora is op dit moment dan ook weinig tot niets te merken. Het lijkt alsof “men” bang is dat de waterstand in de vennetjes te veel fluctueert, of dat ze zelfs misschien wel droog komen te staan.…… Het lijkt er in elk geval verdacht veel op dat men het waterniveau in de de vennen constant op het zelfde peil houdt. Voor wie eigenlijk? Waarom het ven, geen ven laten maar besluiten om een "visvijver" creëren?
|
Ruige begroeiing zoals Japanse duizendknoop en riet langs de Weteringbeek |
Van een gevarieerde oevervegetatie is nu in elk geval weinig of geen sprake. Niet alleen bij de vennetjes, maar vooral ook bij en langs de waterlopen. We zagen veel riet, ijle zegge, brandnetels, kleefkruid, bramen, waterzuring en Japanse duizendknoop in plaats van bijvoorbeeld waterlobelia, waterweegbree, fonteinkruid, egelskop en moerashertshooi die je op voedselarme aflopende venoevers en in voedselarm water aantreft. Door het dichtgroeien van de oeverzones bij de vennetjes is maaien moeilijk, zo niet onmogelijk, zodat soorten van schrale vochtige venoevers zich niet kunnen ontwikkelen. Ook zorgen de bomen en struiken vlak naast de vennetjes voor veel bladinwaai, met weer (interne) eutrofiering van het water tot gevolg en vegetatie die eigenlijk niet gewenst is..
Om de natuurwaarden te vergroten is verschralingsbeheer (maaien én afvoeren én nabegrazing door schapen in het najaar) een vereiste. Zonder tegenmaatregelen worden karakteristieke planten verdrongen door algemene soorten die van de extra voedingsstoffen profiteren.
******************* Enkele weken na mijn bezoekjes aan de IJzeren man, is langs een gedeelte van de Weteringbeek gemaaid en is de beek opgeschoond. Prima dat dit gebeurt, maar dan moet je het niet achterlaten zoals we hier op de foto's zien, die ik 24 augustus heb gemaakt. Ik weet niet wie dit uitgevoerd heeft (waterschap???), maar dit soort “beheer” getuigt van weinig natuurbesef........ Is er nou niemand die hier toezicht op houdt? zo vraag ik me af........Had het nou maar niet opgeschoond, want dit "beleid" is niet bevorderlijk voor de ontwikkeling wat betreft biodiversiteit.
Als je de beek opschoont (wat prima is, hoewel de wanden zo steeds steiler worden,) is het van belang om de voedselrijke drab niet langs de beek te laten liggen maar direct af te voeren. Zoals hier echter is gebeurd, is vragen om nog meer brandnetels en andere woekeraars.
Als maaien noodzakelijk wordt geacht, moet het wel afgevoerd worden om te verschralen om zo andere planten, die in de verdrukking staan, een kans te geven. Bij iedere maaibeurt krijg je namelijk een ophoping van voedingsstoffen, wat zorgt voor eentonige vegetatie. Een hoogwaardige kwaliteit beekoever heeft veel verschillende soorten grassen en kruiden, waardoor insecten meer stuifmeel kunnen vinden om van te leven. Laat het maaisel een tijdje (maximaal 4 dagen) liggen, zodat zaden kunnen uitvallen en insecten en kleine dieren de kans hebben om eruit te kruipen, maar ruim het dan wél op. Over goed maaibeheer kun je meer lezen in de
post Schaapsdijk.
Wat verder van belang is, wannéér en hóe er gemaaid wordt. Zo begonnen leden van visclub Sint Petrus langs het Geurtsven te maaien toen de oever vol stond met het mooie Nagelkruid en ze voerden het maaisel meteen af. Waarom het maaien niet afstemmen op de bloeiperiode en niet alles in één keer? Je creëert dan meer leefgebied en voedsel voor insecten.
|
Uitzicht op de Kleine IJzeren Man met vogelkijkhut |
|
Ook de Kleine IJzeren Man wordt langzaamaan één grote algensoep |
|
Instroom van het kanaalwater in de Grote IJzeren man aan de Geurtsvenweg. |
Nu heeft men het inlaatwater blijkbaar nodig om de vennen vooral watervoerend te houden, maar is dat eigenlijk wel nodig, zo vraag ik me af? Als visvijver voor de visclub zeg je ja, maar als men een natuurlijke biodiverse plas wil krijgen, zal men daar toch mee moeten stoppen. Nu wordt via de Kleine IJzeren Man de grote plas van voedselrijk (kanaal)water voorzien, maar zou het misschien niet beter zijn dit via de waterloop naar de Voorhoeveweg te laten gebeuren en de vennen dus met rust te laten?
Als men perse het waterniveau in de vennetjes vanwege de visclub op een bepaald niveau wil houden, is het misschien een optie om voedselarm water uit het Blauwe meertje te laten instromen (als dat tenminste technisch gezien kan?) Of dat men (wat ik net al aangaf) een helofytenfilter aan gaat leggen waar het water door stroomt en gefilterd wordt, alvorens het verder in het gebied te laten instromen. Dat was ook in het voordeel van de vennen geweest.
Verder vraag ik me af waarom de visclub eigenlijk deze vennetjes ook als viswater wil gebruiken. De Grote- en Kleine IJzeren man lijkt me toch meer dan voldoende in deze omgeving. Zeker als je bedenkt dat vlakbij ook nog de Zuid-Willemsvaart ligt......
Nu, anno 2019, lijkt de uitvoering helaas anders te verlopen dan
het streefbeeld en visie zoals Martin Boute die schetste. Een gemiste kans.........
|
Wandelpad tussen de IJzeren Man (links) en de Weteringbeek (rechts) |
"Is het IJzerenmangebied nog een bezoekje waard ", zo vraag je je na deze waarnemingen misschien af ????
Zeer zeker wel. Want ondanks alles is en blijft het een schitterend gevarieerd gebied, waar je heerlijk kunt wandelen en kunt genieten van de mooie doorkijkjes en de dieren in het hertenkamp, of om actief bezig te zijn in het zwembad, de kabelwaterskibaan, speeltuin, klimbos, of trimbaan.
Om dan na afloop natuurlijk nog een bezoek te brengen aan het Natuur en Milieucentrum met hun schitterend aangelegde insectentuin, insectenmuur en -hotel en een bijenhal. Kortom, het stadswandelbos is er voor iedereen. Voor jong en oud.
Daar wil ik je volgende post deelachtig in maken. Niet met weer een "ellenlang" verhaal, maar met mooie foto's van de aanwezige
BIOTOPEN..
Voor de verslagen van de bezoekjes door de Ecologische Werkgroep Weert Zuid, verwijs ik graag naar hun site via
DEZE LINK. Verder vind je in de volgende 2 posts iets over de
FLORA en de
FAUNA in het gebied.