Watercrassula, een invasieve woekeraar
Men zegt wel eens " Er is geen koe zo bont of er zit wel een vlekje aan". Hiermee wil men dan zeggen: ‘niets is volmaakt’. En dat geldt ook voor de Kwegt. Het is er namelijk niet allemaal "hosanna", want je vindt er momenteel bijvoorbeeld ook een plant die men liever kwijt dan rijk is. Als er niet ingegrepen wordt, zou dat wel eens een soort kunnen worden, die de meer kwetsbare soorten gaat overvleugelen.
Ik heb het over deze Watercrassula of Waternaaldkruid (Crassula Helmsii). De plant kan dichte groepen vormen waardoor inheemse planten worden verdrongen. Hele vennen kunnen er zelfs door dichtgroeien zodat het andere waterleven verstikt.
Het is een voorbeeld van een verwilderde sierplant die een echte plaagsoort is geworden. De plant komt oorspronkelijk uit Australië. Zowel in Engeland, waar watercrassula al sinds 1950 aanwezig is, als in de Benelux gedraagt deze exoot zich invasief; ze vormen op steeds meer plaatsen een bedreiging voor inheemse soorten en dus voor de biodiversiteit. De plant is in de natuur gekomen doordat mensen overtollige planten uit hun vijver of aquarium in de natuur dumpten. De eerste waarneming in Nederland was in 1995.
Na die eerste waarneming ging de verspreiding aanvankelijk nog niet zo hard, maar sinds 2010 dreigt het snel de verkeerde kant uit te gaan. De plant kan explosief uitgroeien in pionierssituaties zoals geplagde terreinen. Eens gevestigd is de soort vrijwel niet te verwijderen doordat ieder achtergebleven stukje stengel weer uitgroeit tot een plant. Ieder fragment is in feite een “stekje” dat elders weer verder kan groeien. Pogingen om ze op te ruimen zorgen dan ook soms ongewild tot nog verdere verspreiding. Ook grote grazers en ganzen spelen bij de verspreiding een rol.
De plant krijgt kleine onopvallende witte bloempjes, die ook nog eens vruchtbaar zaad produceren. Het is niet voor niks dat terreinbeherende organisaties zoals natuurbeheer, gemeenten, provincies, waterschappen en Rijkswaterstaat, maar ook particulieren, zich in toenemende mate zorgen maken over de schade en kosten die deze plant met zich meebrengt.
Gewone waternavel
Een ander plantje waar ook goed op gelet moet worden, is deze klein blijvende Gewone waternavel (Hydrocotyle vulgaris). Het is een inheemse moerasplant die behoort tot de klimopfamilie. Je moet hem niet verwarren met de invasieve Grote waternavel, die ooit werd verkocht als vijverplant en in het water terecht is gekomen doordat mensen hem weggooiden in de natuur. Bij hoge temperaturen, vermenigvuldigt de Grote waternavel zich zeer snel en gaat woekeren, wat funest is voor de biodiversiteit. Dat probleem speelde bijvoorbeeld vorig jaar aan de Kettingdijk.
Deze kleinere Gewone waternavel komt voor op natte, zwak zure, matig voedselrijke grond in veenmoerassen, natte hooilanden en langs vennen en rivieroevers. De plaats waar de plant wortelt, staat in de winter meestal onder water en valt in de zomer droog. De plantensoort gedijt dus goed bij zeer vochtige tot natte omstandigheden en is ook goed aangepast bij wisselende waterstanden. In voor de plant optimale omstandigheden kan die flink uitdijen en kan dan ook de meer oorspronkelijke vensoorten, zoals moerashertshooi, veelstengelige waterbies en kruipende moerasweegbree verdringen. Ik vraag me dan ook af of je blij moet zijn met zo’n plantje in de Kwegt.
Het is goed te herkennen aan de typische bladeren. Ze staan als het ware als een schild op de bladsteel met de oppervlakte op het licht gericht. Je vindt ze in allerlei plantengemeenschappen op natte tot vochtige bodem, zoals veen, moeras en blauwgrasland. Ze kruipen als het ware over die bodem, vertakken zich en op de knopen wortelen ze. Aan die zelfde knopen ontwikkelen zich de stelen waarop als een tafelblad het bijna ronde blad staat.
Kleine zonnedauw
Kleine zonnedauw in bloei
Na deze sombere berichtjes, stappen we gauw over naar de plantjes waar we wél een fijn gevoel bij krijgen. Zoals bij deze Kleine zonnedauw (Drosera intermedia). Je zult het plantje (dat sinds kort in bloei staat met kleine witte bloempjes), misschien herkennen, omdat je dat ook tegen kunt komen in de tuincentra, maar dat is een exoot. Een exoot is een plant, dier, of een ander organisme, dat van nature niet in Nederland voorkomt. Het gaat hierbij niet om soorten die elders in Europa inheems zijn en door klimaatsverandering oprukken naar Nederland, maar om soorten die door menselijk handelen in ons land terecht komen. De Kleine zonnedauw vind je echter ook als inheemse plant in onze eigen omgeving. Vooral in moerasachtige gebieden en natte, zure heidevelden. In mijn volgende post kun je daar wat meer over lezen.
Zwarte toorts
Hopklaver | Egelboterbloem |
Echt duizendguldenkruid Grote wederik
TOT SLOT:
Ik ben benieuwd of je me kan vertellen van welke plant onderstaande bloemen zijn.
Vaak zijn we meer geïnteresseerd in grote en vooral opvallende dingen en letten we niet op het kleine en onopvallende. Dat is ook bijvoorbeeld het geval met deze bloemen van deze planten die eigenlijk heel gewoon zijn. Zo gewoon dat we er niet (meer) naar omkijken. Die met de witte bloemen zag ik op een akker vlak bij de Kwegt. De lila vond ik iets verderop. Het zijn dus geen planten die we in de vrije natuur aantreffen.
Een klein tipje van de sluier wil ik nog wel oplichten: de plant groeit namelijk wél in het wild in de Cordilleras van Chili en Bolivia en het is familie van de tomaat... En mocht je het nu nog niet weten dan moet je deze anekdote eens lezen ,die ik ooit op de reissite van Columbusmagazine plaatste.