Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht leukerbeek. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht leukerbeek. Sorteren op datum Alle posts tonen

woensdag 24 mei 2023

Roukespeel 2023

 In september van het afgelopen jaar heeft Natuurmonumenten in het Laagbroek (een kerngebied van natuurgebied "de Krang" in Swartbroek) werkzaamheden verricht met als doel vernatting van het gebied. De genomen maatregelen beïnvloeden alleen het Laagbroek zelf en hebben dus geen effect op de omliggende percelen. Wie geen weet heeft van die werkzaamheden, zal daar niet veel van gemerkt hebben, want men is bewust niet rigoureus te werk gegaan.  Dat kun je HIER nog eens nalezen.
Er zijn dus slechts kleine aanpassingen gemaakt zoals het dempen en afdichten van de talloze afwateringssloten en slootjes. Op enkele plaatsen zijn (boeren)stuwtjes aangelegd om de waterstand goed te kunnen reguleren en voorden (doorwaadbare plaatsen met verstevigde bodem) zorgen voor een goede geleidelijke doorstroming en afwatering naar de lager gelegen gebieden in het Laagbroek.
In de secundaire waterloop "Leegbroek", die via een buis onder de Venboordstraat doorloopt naar de Kranglossing (deze mondt iets verder uit in de Tungelroyse beek), zag ik veel in bloei staande Waterviolier. Een goed teken, want Waterviolier is een echte indicatorsoort voor kwel. Kwel is grondwater dat vanuit de diepte door druk omhoog borrelt  en in slootjes en plasjes aan de oppervlakte komt. Omdat het de bedoeling is dat dit gebiedseigen water zo lang mogelijk wordt vastgehouden, zorgt een stuw voor een geleidelijke en gecontroleerde afvoer  naar deze lossing.

De volgende stap in de Krang betrof herstelwerkzaamheden in het andere kerngebied: de Roukespeel. Daarmee is men in oktober van het vorig jaar begonnen en daar gaat deze post dus over.
Vroeger was de Roukespeel een zogenaamd doorstroommoeras: een met bos en moeras dichtgegroeid beekdal met een zeer trage afwatering. Het streven is nu om dat moeraskarakter weer enigszins te herstellen, zodat het gebied steeds meer als klimaatbuffer gaat werken. Natte natuur werkt namelijk als een soort spons; in periodes met veel regen neemt het gebied water op en houdt het vast, zodat in droge periodes dit water langzaam kan worden afgegeven. Daardoor wordt het risico op wateroverlast en het effect van langdurige droogte in de omgeving kleiner. 

Al in 2013 is er een belangrijke stap genomen door het scheiden van de afvoer van water. Water uit de landbouwgebieden stroomt sindsdien door de Nieuwe Leukerbeek en het schone kwel-/regenwater uit Moeselpeel, Kootspeel en Roeventerpeel gaat via de Oude Leukerbeek. 
De Nieuwe Leukerbeek met voedselrijk water is al in 2013 om het gebied geleid. (foto mei 2023)
De Oude Leukerbeek met gebiedseigen water, gezien vanaf brug bij de Grotekouseykweg.
De Oude Leukerbeek aan de noordzijde van het ven heeft nu een hoge waterstand.
Door deze hoge waterstand  staat een onlangs geplagd weiland grotendeels onder water.
Ook in de Nieuwe Leukerbeek is een hoge waterstand te zien (mei 2023).
Ten oosten van het ven komen de Nieuwe- en Oude Leukerbeek weer samen.
Waar de oude beek uitmondt in de nieuwe beek, zorgt een kantelstuw ervoor dat het water zo lang mogelijk wordt vastgehouden en gereguleerd wordt afgevoerd. Het is de bedoeling dat de Oude Leukerbeek ook nog verondiept wordt, maar dat heeft men voorlopig nog uitgesteld. 
Er is echter nog meer nodig om ervoor te zorgen dat het water minder snel het gebied verlaat. 
Dat hoopt men bereiken door: 
• het op twee plekken doorsteken van de grondwal met begroeiing bij het Roukespeelven, zodat de Oude Leukerbeek weer verbonden wordt met het ven en het water heel langzaam kan doorstromen en de waterkwaliteit in het ven zal ongetwijfeld verbeteren. De grondwal zorgde voor een afscheiding van het ven en de oude beek.
• het minder diep maken (verondiepen) van de bermgreppels langs de Grotekouseykweg zodat water minder snel het gebied verlaat.
• het plaggen van fosfaatrijke gronden en het chopperen (het ondiep plaggen) van bestaande wei-/hooilanden in de directe omgeving, zodat karakteristieke plantensoorten meer ontwikkelkansen krijgen.
Roukespeel in mei 2013
Roukespeel in mei 2023
De doorgestoken grondwal aan de westzijde van het Roukespeelven  (foto mei 2023)
De doorgestoken grondwal aan de oostzijde van het Roukespeelven zorgt voor uitstroom.
 
De genomen maatregelen zorgen samen met de overvloedige regenval voor natte omstandigheden
 
verondieping van de bermgreppels langs de  Grote Kouseykweg  heeft meteen gevolgen.

De plannen zijn onderdeel van het klimaatbuffer- en natte natuurparelbeleid van de Provincie Limburg, waarbij verschillende organisaties samenwerken aan het bestrijden van verdroging in de belangrijkste natte natuurgebieden in Limburg.  Aannemer Roodbeen is in opdracht van Natuurmonumenten al in oktober vorig jaar begonnen met de werkzaamheden en hoewel de overvloedige regenval van de afgelopen maanden heeft gezorgd voor enige vertraging is men nu (mei 2023), met uitzondering van de directe omgeving van de Grotekouseykweg en de percelen tot aan de verderop gelegen Zigzagweg, toch nagenoeg klaar. 
Dit weiland aan de Grotekouseyckweg moet nog gechopperd worden. Dat geldt ook nog voor 2 verderop gelegen percelen richting Zigzagweg.  Omdat het er nu nog te nat is om met machines te rijden, is dat deel van het werk naar de zomer van 2023 verplaatst, dus nu kunnen we nog even ervan genieten van dit bloemtapijt. Chopperen is een vorm van minimaal plaggen. Er wordt alleen een dunne laag organisch materiaal afgevoerd. Door het chopperen ontstaat wel een meer schrale situatie, die goed blijkt te zijn voor de ontwikkeling van vochtige hooilandsoorten. De natte, kruidenrijke en gevarieerde omstandigheden maken dat de vegetaties van groot belang zijn voor o.a. insecten (als dagvlinders, sprinkhanen) en verscheidene, vaak kwetsbare vogelsoorten. 
Weiland aan de Zigzagweg dat wel al grotendeels geplagd is
Weiland aan de Zigzagweg waar al geplagd is.
De verondiepte en afgedamde bermsloot zorgt voor ondergelopen hooigraslanden.
De natte omstandigheden zorgen  wel voor een kleurrijk bloementapijt.
Het zijn nu met name boterbloemen, maar ook zag ik Pinksterbloemen en Koekoeksbloemen

zondag 24 februari 2013

Roukespeel

Afgelopen nacht is er een flinke portie sneeuw gevallen. Waarschijnlijk zijn het de laatste stuiptrekkingen van Koning Winter, want het is tenslotte al bijna maart. Het sneeuwde nog de hele dag, maar het was niet koud omdat de koude wind was gaan liggen, dus een mooie gelegenheid voor een wandelingetje.

Ik heb vandaag een bezoekje gebracht aan de Roukespeel. Je vindt dit moerasgebied aan de rand van het kerkdorp Swartbroek. Het vormt samen met het Laagbroek het grotere natuurgebied de Krang. De naam Krang is afgeleid van krengen= keren of omdraaien. Er liep vroeger namelijk een weg tot aan boerderij de Krangerhof en dan zat er niks anders op dan om te keren, want het moerasgebied dat er achter lag was ontoegankelijk. Men moest daar krengen= omkeren.

Krang met Roukespeel rond 1890
Door wegstuivend zand waren er duizenden jaren geleden een soort kommen in de laag dekzand ontstaan, waarin zich deze moerasgebieden ontwikkelden. De kommen zijn gescheiden door een drogere en hoger gelegen dekzandrug waarop nu Swartbroek en ook buurtschap Castert liggen. Een buurtschap werd voorheen ook wel „boerschap" genoemd en bestond uit een groepje boerderijen of boerderijtjes, die ofwel in lange rijen met zekere tussenruimten, of geheel afgezonderd verspreid lagen. Het woord Castert heeft meerdere betekenissen. Het kan afgeleid zijn van de oude boomnaam "caster" = kastanje. Dus Castert zou dan een plaats zijn geweest waar veel kastanjebomen stonden. Een andere mogelijke verklaring kan zijn dat Castert is afgeleid van "Calfstert" of "Calverstert". Calver is ontstaan uit calf of cale: klein water of kleine waterstroom. Met de stert of steert bedoelde men het spits toelopend hoger gedeelte van het ven dat als eerste droog komt te liggen bij een minder hoge waterstand.
De moerasgebieden en bossen werden aanvankelijk door de plaatselijke bevolking gemeden, want het zou er spoken..... Men dacht dat de mistslierten die ze zagen bij optrekkende grondmist  "witte wiêver" waren.  Het spookte er dus  vooral vaak in het najaar....
Carnavalsvereniging de "Spoeëkejaegers zegt daar het volgende over: "Eeder jaor vanaaf 11 november mot eederein good uutkieke asse 's aovus nog door de Krang mot. De spoeëke di-j dao gaondje zeen hebbe gein slegte bedoelinge, want dur heet zich nog noeëts iets akeligs veur gedaon. Ut motte dus haost waal fieestspoeëke zeen, want eeder jaor keumptj dur minstes ein spoeëk zich tusse vastelaovundj-veerendj Swartbrook meenge." De "Spoeëkejaegers" vangen dat spook traditiegetrouw 's avonds op carnavalsdinsdag en dat wordt als afsluiting van het seizoen dan onder begeleiding van de boerenkapel weer voor een jaar terug het bos in gestuurd........

De Roukespeel (vroeger ook "Swartbroeker- peel" genoemd) is nog een overblijfsel uit de tijd dat de mens de natuur daar zijn gang liet gaan en er niets mee deed. Dit is af te leiden aan de naam. Roukes is afgeleid van roeke-loos. Nu betekent het: onbezonnen, maar vroeger had het een andere betekenis. 
In het Middelnederlands (periode 1200-1500) betekende het werkwoord "roecen": zorgen, zich bekommeren om iets, aandacht hebben voor. "Hem en roeckt niet wat hi seydt"  of "hem roeckt niet wiens huys dat brant" en "hi roect altoos niet wattier sielen ghesciet" =  het interesseert hem niet wat hij zegt, of hij kan zich er niet druk om maken wiens huis in brandt staat of wat er gaat gebeuren. (bron: Etymologiebank.nl ). 
Als een woord is verbonden met het achtervoegsel -loos betekent dat: zonder of niet. Roekeloos betekende dus toen: zonder aandacht, zonder zorg, er niets mee doen, er zich niet om bekommeren.
En dat is dus wat men oorspronkelijk met de "Roukespeel" deed: niets......

Uiteindelijk werden deze moerasgebieden ook ontgonnen en geschikt gemaakt als landbouwgrond. Na 1872 is begonnen met de verpachting en ontginning van de "woestliggende gemeentegronden". Na het graven van de Noodbeek (1917), de Kranglossing (1931) en vooral na de verbreding en het rechttrekken van de Leukerbeek (1931-1935) ging het heel snel met de verdere ontwikkeling van het gebied tot landbouwgebied.
Kort na de tweede wereldoorlog was het ven nog open water met een zandige bodem, maar nadien is dat, omdat men er geen aandacht aan besteedde en zoals dat toen met zoveel andere vennen ook gebeurde, nagenoeg geheel verland , met in het midden een rietmoeras en wilgenstruweel, aan de randen een elzenbroek en hogerop een eiken-berkenbos. Om het ven waren populierenrijen aangeplant.  

Er is uiteindelijk toch veel geïnvesteerd in de inrichting van het hele gebied. Daarmee is men begonnen in 1993.  In de nazomer van dat jaar zijn met medewerking van waterschap Midden-Limburg de wilgen verwijderd, is het ven uitgebaggerd, het moerasbos in de omgeving gedund en zijn populieren gekapt. Van de populieren die bleven staan, zijn de meeste  na verloop van tijd vanzelf omgevallen in het drassige gebied. 

Roukespeelven in de winter van februari 2013
De Roukespeel bestaat nu uit een complex met broekbossen, nat grasland, populierenaanplant en een ven en wordt beheerd door Vereniging Natuurmonumenten. Het aan de rand van het gebied gelegen ven is een moerassige laagte. 

Er wordt nu heel anders over waterbeheer gedacht. Belangrijkste thema's zijn: zo lang mogelijk vasthouden van water en de scheiding van water uit landbouwgebieden en kwelwater uit de peelvenen. In 2007 besloot de Tweede Kamer tot het oplossen van de verdrogingproblematiek en heeft een prioriteitenlijst gemaakt. De zogeheten TOP-gebieden. De Krang, met Laagbroek en Roukespeel, is er hier één van. 

Het ligt in het stroomgebied van twee beken, de Tungelroysche Beek en de Leukerbeek. De Tungelroyse beek is al enige jaren geleden heringericht en ook de Leukerbeek is de afgelopen jaren al op diverse plaatsen heringericht; de beek is langs de natuurgebieden Roeventerpeel en Kootspeel geleid en stroomt (nog)door de Roukespeel langs Swartbroek, om bij de A2 uit te monden in de Tungelroyse beek. Via de Houtstraatlossing en de Kuppenlossing, die uitmonden in de Leukerbeek, is er verbinding met de Moeselpeel.

De Leukerbeek zal binnenkort ook bij de Roukespeel worden omgeleid en het gebiedseigen (kwel)water zal worden afgekoppeld. Waar nu nog paarden en galloways lopen, zal straks de nieuwe beek stromen. Ook de Dijkerpeelbeek, die uitmondt in de Leukerbeek, zal aan de zuidzijde om het gebied geleid worden.
Eigenaar Natuurmonumenten zal hiermee, met medewerking van het Waterschap, in het voorjaar (april) beginnen. In een volgende post zal ik hier iets over vertellen.

knuppelbruggetje
bruggetje over Dijkerpeellossing
Door het venherstel, bosrandenbeheer en het aanleggen van wandelpaden en knuppelbruggetjes, is het Roukespeelgebied al rijk aan planten en dieren en erg in trek bij wandelaars. Het gebied is o.a. opgenomen in het "Graaf van Hornepad", een 95 km lange OLAT-wandelweg door de Weerter natuurgebieden. Het ven is goed bereikbaar via knuppelbruggetjes en er is een vogelkijkscherm van waaruit je kunt genieten van watervogels zoals wilde eenden, blauwe- en zilverreigers, dodaars, futen, meerkoeten en aalscholvers. Aan vraatsporen op de oevers is te zien dat er bevers zijn. Afgaande op de hoeveelheid vraat, is er waarschijnlijk sprake van meer dan 1 dier.

Het inrichtingsproject dat in april 2013 begint is er op gericht om de natuurwaarden in en langs de beek te verhogen, een gezond, schoon en ecologisch goed functionerend beeksysteem te creëren en om het water langer in het gebied vast te houden. Het gebied wordt als het ware in tweeën gedeeld: een deel waar geen voedselrijk landbouw- en afvalwater kan komen, ook niet bij hoog water, en een deel dat verbonden blijft met de Leukerbeek. Het vendeel dat met de beek verbonden is, noemt men het "Beekven", het niet-verbonden deel het "Kwelven". 

Beide vendelen zijn (geschat) 250 m. lang en 70 m. breed en 1 tot 1,5 m. diep.

Leukerbeek
Noodbeek (rechts) komt uit in de Dijkerpeellossing
Dijkerpeellossing komt uit in de Leukerbeek
vernatting van het gebied
paddenpoel langs Grote Kouseykweg
konikpaarden aan de noordzijde van de Leukerbeek
galloway runderen zorgen voor de begrazing ten noorden van de Leukerbeek


Grotere kaart weergeven


woensdag 29 juni 2016

Kootspeel#3

Na de posts, waarin ik vertelde over de "geschiedenis" van de Kootspeel, nu een post met veel foto's om een idee te krijgen wat je nu in de Kootspeel te zien krijgt bij een bezoek. Zoals ik in de vorige posts al aangaf is bijna overal in de Kootspeel te zien dat door de ontwatering, een groot deel van het moerasgebied helaas verdroogt en het van oorsprong voedselarme ven is verland.

maandag 27 juni 2016

Kootspeel#2

Helaas werden natuurgebieden, vennen en poelen door de lokale overheden lang als onrendabel beschouwd. In de jaren '10 -'20 van de vorige eeuw vonden overal in het Weertse ontginningen plaats. Uitzonderingen waren o.a. de Moeselpeel en Kootspeel. In mei 1912 schreven  de heren Weekers en Hupperetz (loco-burgemeester) van de Commissie van Publieke werken : Aan deze percelen heeft de gemeente niets en kan er ook niets van maken. De commissie stelt voor deze publiek te verkoopen. " (bron: Erfgoedcluster Weert). Dat is dus niet gelukt en de gemeente heeft er helaas een andere bestemming voor gevonden. In de vorige blog heb ik beschreven wat dat voor gevolgen heeft gehad en hoe de Kootspeel aan de weinig vleiende naam "Stroontpieël" is gekomen.

Franse stafkaart van 1760
De Kootspeel vormt samen met de Moeselpeel, Roukespeel,Roeventerpeel, Schoorkuilen, Kwegt, Sarsven en de Banen de zogenaamde Peelvenen. Het waren van oorsprong zogenaamde doorstromingsvenen; een keten van venen waarin het water traag door de bovenste veenlaag afstroomt naar het volgende lager gelegen gebied.

Namen worden, zoals ik al ooit eerder aangaf, nogal eens verbasterd (volks-etymologie). Zo kwam ik op oude kaarten ook de naam "Klotspeel" en "Klootspeel" tegen. Klots of kloots is afgeleid van "klot". Dit is een aard- of turfkluit. Dit zou er op duiden dat er vroeger turf gestoken is, wat mede daardoor de plas heeft doen ontstaan.
Koots zou echter ook afgeleid kunnen zijn van "Koot-sele". Tijdens mijn zoektocht op het net, kwam ik namelijk uit bij deze mogelijke etymologisch verklaring. Koots is in dat geval afgeleid  van het Frans/ Latijnse woord "cote", dat aan de rand betekent en "sele", is een verbastering van sale, wat grote woonstede, nederzetting of woonplaats betekent. Zo is Moesel bijv. afgeleid van "moeëst" (moeras) en "sel(e)"; nederzetting bij het moeras. Kootspeel zou dan betekenen: peel aan de rand van een nederzetting. Zou dat de Moesdijk kunnen zijn?

Kadasterkaart van de peelvenen in de Gemeente Weert, maart 1903

Zoals op de hoogtekaart is te zien, liggen deze moerasgebieden in een diepe kom te midden van hogere gronden. Door een leemlaag in de ondergrond ("Brandsche" of Brabantse leem), werd het water vastgehouden. Tot ver in de middeleeuwen lieten de mensen deze moerassige gebieden onaangeroerd, want het was er nat en onbegaanbaar en bovendien stikte het er van de muggen. Op een oude Franse stafkaart staat bij Roeventer-, Koots-, Cesse- en Moeselpeel:
"Een weecke moerassige streecke landts daer naulijcks een mens over gaen kan.”

Hoewel er al voor de Napoleontische Tijd op de hogere delen van de Moesdijk landbouw was en begin 20e eeuw ook kleine percelen aan de zuid-oostkant drooggelegd en ontgonnen werden om vervolgens als grasland en hooiland door de gemeente verpacht te worden (bron: o.a. Kanton van Weert nov. 1909 en febr. 1922), waren de Kootspeel en Moesel- peel omstreeks de jaren ‘30 van de vorige eeuw nog steeds voor het overgrote deel open water. Men kon er inderdaad "niets van maken".....

De gewone man was echter zuinig op de "pieël" , want ondanks alles speelde die een grote rol in het leven van velen. De flora en fauna van de Kootspeel waren namelijk van groot belang voor het wel en wee der omwonenden. Zo was bijvoorbeeld (aldus J.H.H. de Haan) het meest zuidelijke gedeelte van de Kootspeel, al sinds lange tijd met een rand van biezen, wilgen, heesters, riet en gagel begroeid.

Gagel zoals hier op de foto, is bij de Kootspeel  helaas niet meer te vinden.
Gagel werd gebruikt bij de bereiding van bier (Weert telde ooit 25 brouwerijen!). Hoe belangrijk die gagel was, blijkt wel uit wat J.H.H. de Haan vertelt in het Natuurhistorisch Maandblad van 1970: “In 1661 kregen Frans Gijsen en Geert Knoups opdracht om gedurende zes dagen toezicht te houden bij de Kootspeel, opdat de huysluyden het gaelhoudt niet dieper soude uytmayen als een speet.” Ook was, om een paar andere voorbeelden te noemen, de mattenbies en wilg van belang vanwege het stoelen van matten en vlechten van manden. Het pluis van het wollegras werd geplukt om als kapok voor bedvulling te worden gebruikt en het riet uit de peel werd voor dakbedekking van de boerderijen aangewend. Zo kan ik nog wel even door gaan.

De Haan vertelt verder dat hij eind jaren ’20 vaker mee ging met een visser die hier zijn fuiken uitzette voor het vangen van snoek, brasem, baars, zeelt, karper en paling. Met klemmen en geweer ging men hier toen de otters te lijf, die in deze omgeving ( aldus de Haan) nogal veel voor kwamen. Het velletje en het rechterpootje brachten in België bij verkoop namelijk geld op. Ook het vlees van de otter werd trouwens geconsumeerd. De Kootspeel moet  toen ook een waar vogelparadijs zijn geweest, want de Haan heeft het over soorten als visarend, kraanvogels, kramsvogels, de wielewaal, koperwieken, ijsvogeltjes, kleine karekiet, roerdompen, visdiefjes en zwarte sterns. Wat een rijkdom........

En wat te denken van een wilde kat die daar, ondanks de sterke achteruitgang van het gebied, in 1970 gevangen werd !!!!! Ook hierover plaatste de Haan in 1977 een artikel in het Natuurhistorisch maandblad. Het opgezette dier is (als ik het goed heb) nog te zien in het Natuurhistorisch museum in Maastricht.

Luchtfoto van de huidige situatie van de Kootspeel  gemaakt met behulp van  Google Maps
Eind jaren '20 was de Kootspeel voor het grootste deel nog open water, maar nadat de gemeente Weert in 1931 besloot, om de riolering op het ven aan te sluiten en er sinds 1957 ook vuil stortte, is aan al dat moois snel een eind gekomen. Zo heb ik bij mijn bezoekjes  nergens meer open water aangetroffen.

De oude Leukerbeek die door de Kootspeel loopt, is met een dam en een stuw afgesloten
De nieuw aangelegde  Leukerbeek is aan de westkant om de Kootspeel heen geleid.
De Kootspeel is in beheer bij Natuurmonumenten. Ze staat, samen met  de Moeselpeel, Roeventerpeel en Roukespeel, op het lijstje met TOP-gebieden in de Provincie Limburg. Hiermee worden de meest  verdroogde gebieden in de provincie bedoeld.  Om de verdroging een halt toe te roepen, is Waterschap Peel en Maasvallei o.a. in 2013 gestart met de herinrichting van de Leukerbeek.

Foto van april 2013. Deze afwateringssloot ten oosten van de Kootspeel is inmiddels ook gedicht. 
Om het water langer vast te kunnen houden en gebiedsvreemd water te weren, is de oude Leukerbeek afgesloten en een stuw gelegd en is een "nieuwe" Leukerbeek om de Kootspeel geleid. Ook de afwateringssloten en de sleuven uit de vijftiger jaren zijn afgesloten of gedicht en voeren geen water meer af.

Als deze oude wilg toch eens kon vertellen wat hij meegemaakt heeft!!!!!
Hoewel Natuurmonumenten zich er terdege van bewust zal zijn dat er het nodige nog moet gebeuren in de Kootspeel, heeft dit momenteel geen prioriteit. Ik kan me daar wel wat bij voorstellen, want het is niet te zeggen wat ze daar allemaal dan tegen zullen komen onder de afdeklaag. De broers Pruijmboom op het woonwagenkamp aan de andere kant van de Roermondseweg vertelden me, dat daar wel eens meer autowrakken zouden kunnen liggen dan op alle autosloperijen op de Roeventerpeel samen. Om maar te zwijgen van de industriële troep en huiselijk vuil dat daar jaar in jaar uit ongelimiteerd gedumpt is.

Daarom is het zo opvallend dat deze 115 jaar oude schietwilg (Salix alba) met een omtrek van 3,70 m. nog stand weet weet te houden. Hij staat in de directe nabijheid van de bezinkbekkens. De conditie van de boom is begrijpelijkerwijs echter matig. Ik heb Stichting Groen Weert op deze bijzondere boom geattendeerd en zij hebben, na een bezoekje aldaar, besloten om deze boom op hun Bomenkaart te plaatsen en de status monumentaal te geven.

Er zijn ondanks alles nog steeds mooie plekjes te vinden in de Kootspeel
Dat het echter ook een gebied is met "potentie" wil ik in de laatste post laten zien aan de hand van foto's, die ik tijdens mijn bezoekjes genomen heb.

Blogarchief