Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


dinsdag 22 september 2020

Heijkersbroek 2020

Onlangs werd op de site van "Bosgroep Zuid-Nederland" medegedeeld dat er in het Heijkersbroek een klimaatbuffer wordt aangelegd. De Bosgroep zorgt samen met Staatsbosbeheer voor het beheer. Doel van een klimaatbuffer is het bufferen van water als reserve voor droogteperiodes en het vasthouden van water bij een regenpiek om elders wateroverlast te voorkomen. Met de aanleg ervan wil men tevens de kwaliteit van het natuurgebied sterk verbeteren. Ook in Dagblad de Limburger en op de site van de gemeente Leudal en van Dorpsraad Ell wordt uitgelegd wat er gaat gebeuren.
Visvijver in het Heijkersbroek, voorjaar 2012

Laat natuurgebied Heijkersbroek nou net mijn eerste post zijn op mijn blog. Dat gebeurde op vrijdag 19 november 2012. In die post ging ik niet zo diep in op het onderwerp zoals ik tegenwoordig doe; ik beperkte me toen tot de aangelegde visvijver. Ik schreef dat het water in de plas enkel grond- en regenwater was, maar toen ik onlangs de noordkant van de vijver bezocht, zag ik dat er toch water van de Tungelroyse beek wordt ingelaten. Jammer dat dit vanwege het voedselrijke water ten koste van de waterkwaliteit gaat, maar waarschijnlijk gebeurt dit om de vissers tevreden te houden. Wat het aantal dennenbomen betreft, zag ik er alleen aan de hoger gelegen westkant nog wat tussen de loofbomen staan. Ze zullen, zo heb ik begrepen, gekapt worden.

Doorkijkje op de visvijver vanaf de noordzijde in september 2020
Heijkersbroek vanaf de noordzijde in september 2020
Heijkersbroek is de naam van het natuur- en recreatiegebied ten zuidwesten van Ell. Het 55 hectare grote gebied ligt in het beekdal van de Tungelroyse beek. Het was voorheen een moeras en was lang in gebruik als hooiland. Na het kanaliseren van de Tungelroyse Beek, in de beginjaren '50 van de 20e eeuw, is het gebied ontwaterd. De centraal gelegen visvijver is ontstaan na zandwinning, maar het Heijkersbroek is zoveel meer dan de vijver. In deze post wil ik daar wat meer over vertellen.
Populierenbos onttrekt veel water aan de grond.
In de jaren ’60 van de vorige eeuw is er gestart met populierenteelt. Hiervoor werden diepe sloten gegraven en rabatten aangelegd, zodat de bomen iets drogere voeten kregen. Op de hoger gelegen droge westkant werden toen dennen geplant. Het is de bedoeling dat de populieren gekapt worden. Populieren staan er om bekend dat ze veel water aan de grond onttrekken. Deze zijn nu ruim 50 jaar oud en dus ook kaprijp.

Het voormalige moerassig gebied is dichtgegroeid en zoals je ziet kurkdroog
Door de klimaatverandering van de laatste jaren en de diepe ontwateringssloten is het gebied momenteel kurkdroog. Zelfs in de sloten staat geen spatje water. Lang was ontwatering een groot voordeel voor de landbouw, maar door de klimaatverandering gaan we steeds vaker te maken krijgen met extreme droogte enerzijds en anderzijds met extreme regenval, wat leidt tot hinderlijke overstromingen stroomafwaarts omdat het water snel wordt afgevoerd. Water vasthouden in de moerassige gebieden wordt daarom steeds belangrijker.

De meanderende Tungelroyse beek stroomt langs en deels door het Heijkersbroek.

Een sleepspoor van en naar de beek duidt op de aanwezigheid van de bever.
Door de sanering (die in 2005 is afgesloten) is de Tungelroyse beek op de meeste plaatsen weer slingerend gemaakt en kan weer haar vrije gang gaan, waardoor nu meer verschillen in stroomsnelheden, bodemtypen en oevers zijn ontstaan met veel verschillende biotopen. Ook vind je er beversporen. Door het aanleggen van een klimaatbuffer kan het water in het gebied beter vastgehouden worden. Dit zal vooral in het laagste centraal gelegen deel van het Heijkersbroek gebeuren.

Veel opschietende wilgen aan de oostkant
Ongewenste massale wilgengroei  aan de oostkant op de Waerbrookskoel

Wat ik in het plan mis, is dat de "Waersbrookskoel" (Weerenbroekpoel) niet als zodanig wordt genoemd. Het is een laagte ("koel"), die door een zandrug afgescheiden ligt van de visvijver, de Vliet en de Tungelroyse beek. In 2006 is daar de humusrijke bovenlaag verwijderd en er zijn een aantal poelen uitgegraven die door grond- en hemelwater worden gevoed. 

Hier zag je de afgelopen jaren een goede ontwikkeling van 3 verschillende biotopen  met bijzondere vegetatie. Het viel mij nu echter op dat delen van het grasland dicht dreigen te groeien. Met name met wilgen. Er zijn stroken  waar men wilg en els laat opschieten. Zou dat nou de bedoeling zijn? Met de smalle stroken is niks aan de hand, maar ik kan me niet voorstellen, waarom dat ook voor een groot deel gebeurt aan de natte oostkant. Vooral daar zal de weelderige groei van de wilg ten koste gaan van kwetsbare plantjes als kleine zonnedauw, teer guichelheil en klokjesgentiaan.

Ezeltjes zorgen voor de begrazing van de Waerbrookskoel
Er lopen momenteel 3 volwassen ezeltjes en 3 veulentjes voor de begrazing. Dit is echter niet voldoende om het gebied in goede conditie te houden. Ik denk dan o.a. ook aan het behoud van de poelen. Ze staan nu nagenoeg droog, wat op zich geen probleem is. Op deze manier verdwijnen namelijk eventueel vissen, die daar terecht zijn gekomen via kuit aan de poten van eenden, een bedreiging (kunnen) zijn voor de voortplanting van amfibieën. Belangrijk is er op te letten dat de poelen niet dichtslibben en dichtgroeien. Ik neem aan dat ook hier echter werkzaamheden verricht gaan worden. Tenminste dat is te hopen. Het grootste gedeelte van het grasland is in elk geval onlangs al geklepeld en het maaisel is afgevoerd. Nu de rest nog.
De geplande werkzaamheden in het Heijkersbroek bestaan uit de volgende handelingen:
- Het vellen en afvoeren van 2 ha. populieren en opslag van wilg;
- Het verwijderen/plaggen van de voedselrijke bovenlaag en blootleggen van de minerale bodem op 2,5 ha.;
- Het dempen en aanbrengen van gronddammen in de zijsloten van de hoofdwatergang in het Witbosven;
- De aanleg van een lage aarden wal langs hoofdwatergangen om instroom van voedselrijk water in het  natuurgebied te voorkomen;
- Daarnaast komt er een raster om begrazing mogelijk te maken en wordt een 100 meter vlonderpad aangelegd om het gebied beter te kunnen beleven;
- De herplant van nieuw bos staat gepland in het najaar van 2021.

De diepe hoofdsloten staan droog en zijn overwoekerd met brandnetels, bramen e.d.
Ruige vegetatie in het voormalig lager gelegen moerassige gebied.
Op het laagst gelegen gedeelte, tussen de diepe ontwateringssloten (zie tekening) wordt de dichte vegetatie tot een gemiddelde stamdikte van ca. 8 cm verwijderd met bosklepelmaaiers. De achtergebleven stobben worden met de stobbenfrees of mericrusher weggefreesd. Met een bosfrees worden vervolgens de overgebleven houtopstanden verpulverd. Dit kan zowel bij lichte als zware houtsoorten gedaan worden. Het verpulveren van houtopstanden wordt gedaan na het kappen van bepaalde gewassen. Het gebied wordt zo vrijgemaakt om te kunnen plaggen. Dit  houdt in: het verwijderen van de voedselrijke bovenlaag die er is komen te liggen door jarenlange bladval en afstervende planten. Het vrijgekomen materiaal wordt hergebruikt om de sloten en zijsloten gedeeltelijk te dempen om zo het water ook daar langer vast te houden.
De diepe ontwateringssloten zijn volledig dichtgegroeid

 Er wordt niets aan de hoofdwatergangen veranderd, maar om toch water langer in het gebied te kunnen vasthouden, wordt parallel aan de sloten een lage gronddam aangelegd. Zodoende worden kwel en regenwater niet direct via de sloten afgevoerd, maar worden langer vastgehouden en krijgen de kans in de bodem weg te zakken. Bij piekbuien kan hoog water dus nog steeds worden afgewaterd naar de hoofdwatergang, maar wordt het water wel langer in het gebied vastgehouden. Zo wil men voorkomen dat men verder stroomafwaarts met wateroverlast te maken krijgt. Om ook te voorkomen dat bij extreme wateroverlast gebiedsvreemd water vanuit de beek in het gebied stroomt, wordt een lage aarden wal langs de hoofdwatergangen aangelegd.

Het Heijkersbroek is een heerlijk wandelgebied
Heijkersbroek is bij recreanten niet alleen bekend vanwege de visvijver, maar is ook een ideaal wandelgebied vanwege de paadjes die kriskras door het gebied lopen. Bij het Witbosven zal over een oppervlakte van ongeveer 750 m2 dieper gegraven worden, zodat daar een drassig gebied ontstaat. Daar wordt een vlonderpad van zo’n honderd meter aangelegd, zodat wandelaars ook over het toekomstige drassige gebied kunnen lopen.

zaterdag 12 september 2020

Taurossen op de Loozerheide in 2020

Loozerheide in 2013
In juni 2014 schreef ik een post over de Loozerheide met als titel: "Nyrstar op de schop". In november 2014 werden de werkzaamheden daar afgesloten en daarover schreef ik in maart 2015 in "Een nieuwe start op de Loozerheide".

Pijpenstrootjesveld in februari 2014
Populieren in februari 2014
Elzen in februari 2014
De eerste klus was het dempen van de talloze slootjes in de loop van 2014 gedempt en het kappen van de elzenbosjes en populieren, omdat men het oorspronkelijke open landschap weer wilde herstellen. Niet alleen de talloze afwateringssloten en -slootjes zorgden namelijk voor de verdrogingsproblematiek in het gebied, ook de populieren en elzen onttrokken veel water aan de grond.  Wist je bijvoorbeeld dat een volwassen populier in het voorjaar 600 liter water per dag opneemt?????

Loozerheide eind 2014
In de volgende fase heeft men de bovenste laag voedselrijke landbouwgrond op de voormalige akkers en weilanden afgegraven en zijn de eertijds gedempte moerassige laagtes uitgegraven, zodat die weer zouden verschijnen. Er werd toen maar liefst 25.000 kubieke meter grond verplaatst. Door deze werkzaamheden veranderde het landschap drastisch in de afgelopen 5 jaar, zoals je op onderstaande foto's kunt zien.

Loozerheide in mei 2020

Van de zo door Natuurmonumenten geprezen toename van biodiversiteit,  is door de begrazing van de runderen ook hier weinig te merken. Het pijpenstrootje heeft het moeilijk, maar ik weet niet of dat "dankzij" de begrazing is of vanwege de droogte. Van de lupinen die er voorheen massaal groeiden en bloeiden en kleur brachten in het eentonige gebied, is nagenoeg niets meer te zien. Verder zag ik weinig kruidenrijke planten; ze maken ook weinig kans om in bloei te komen vanwege de begrazing door de taurossen.

Blauw walstro op de Loozerheide

Ik vond er echter begin juni wel twee opvallende soorten namelijk het Blauw walstro en de Veldhondstong. Beiden zijn hier zeldzaam.

Blauw walstro (Sherardia arvensis) is een plant uit de sterbladigenfamilie. De plant komt voor op vochtige, open plaatsen in grasland en op akkers met kalkhoudende grond. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam en zeer sterk afgenomen.



Veldhondstong
   
De Veldhondstong (Cynoglossum officinale) is een tot 80 cm hoge, tweejarige zacht behaarde plant uit de ruwbladigenfamilie. Gedurende het eerste jaar vormt de plant met haar bladen een bladrozet; pas in het tweede jaar vormt ze stengels, waaraan de rode tot blauwe bloemen verschijnen. De taurossen en Exmoors laten de Veldhondstong met rust omdat ze giftig is. De plant bevat alkaloïden. De runderen zorgen waarschijnlijk wel voor de verspreiding vanwege de weerhaakjes die aan de rijpe zaden zitten.

Zoals gezegd, is de plant hier zeldzaam en komt hij in ons land alleen voor in de Noord- en Zuid-Hollandse duinen. De Veldhondstong komt daar op de duinhellingen en in de duinen vooral voor op open, droge, stikstofrijke grond. De grond dient vooral ook kalkrijk en licht basisch te zijn. Hoe de plant hier is terechtgekomen is voor mij een raadsel. Zou het met de lupinen te maken hebben (Lupines zijn in staat stikstof uit de lucht te binden en daarmee de grond te verrijken) of misschien met het nabijgelegen Nystar?

Al sinds februari 2013 wordt het gebied begraasd door Taurossen (Maremmana's) en Exmoor pony's. Nadat in november 2014 het Natuurherstelprogramma was afgesloten, zijn er nog een Maronesa stier en Limia's bij gekomen. Meer hierover kun je lezen in de post "Taurossen op de Loozerheide 2015". Er lopen inmiddels een twintigtal dieren rond. Het zijn kruisingen van Limia X Maremmana, Maremmana X Maronesa en Limia X Maronesa runderen.


Alle foto's die ik eerder maakte van de Taurossen op de Kettingdijk, kun je vinden op de site Flickr. Ook nu laat ik niet alle foto's zien van de dieren, die ik op de Loozerheide fotografeerde.

Wil je ook die allemaal bekijken dan moet je ook hiervoor even een bezoekje brengen aan Flickr.

maandag 7 september 2020

Taurossen op de Kettingdijk in 2020

In de vorige post vertelde ik dat in gebieden groter dan 100 hectare taurossen gehandhaafd kunnen blijven en ook opengesteld blijven voor publiek. Voor gebieden kleiner dan 100 hectare heeft ARK in overleg met de Klankbordgroep Kempen~Broek (????) een alternatief runderras gekozen. Dat zijn dus Schotse Hooglanders geworden. Op de Kettingdijk/Vetpeel en de Loozerheide heeft men vanwege de 100 ha. regel Taurossen kunnen plaatsen. Ik weet niet of die 100 ha. daar klopt, maar we zullen maar aannemen dat aan die voorwaarde wordt voldaan.

Stierenkuilen kunnen zorgen voor meer biodiversiteit
In de post "Stierenkuilen op de Kettingdijk" gaf ik al aan dat die kuilen een positief element kunnen zijn wat betreft de toename van biodiversiteit, maar hoewel Natuurmonumenten hoog opgeeft over een grote biodiversiteit door "ecologische begrazing" van taurossen en Schotse hooglanders is, net als op de Raamweiden en Graus, ook op de Kettingdijk van biodiversiteit weinig te merken. Ook hier wordt zichtbaar dat de begrazing eerder een verarming van de verschillende gebiedseigen biotopen tot gevolg heeft; dat er weinig sprake is van een kruiden- en faunarijk grasland en dat de runderen ook hier de opgeschoten struikjes en boompjes met rust laten.

Grote kudde Taurossen op de Kettingdijk
Grote delen van de voormalige malse weilanden van de Kettingdijk en voormalig akkerland op de Vetpeel zijn nu begroeid (met het inmiddels uitgebloeide) giftige Jacobskruiskruid en op enkele plekken zie je elzen en berken verschijnen. De dieren laten die met rust. Van kruidenrijk grasland is weinig sprake.

Ik weet niet hoe groot het begrazingsgebied is, maar er lopen ongeveer (medio augustus) 70 runderen. Te veel lijkt me, want jaarrond begrazen is eigenlijk niet mogelijk. Ik heb namelijk begrepen dat er nu al vanwege de droogte bijgevoerd werd en dat dat straks in de wintermaanden ook gaat gebeuren.

Veel gekruiste rassen op de Kettingdijk
Er lopen verschillende soorten (gekruiste) runderrassen rond. In een post van december 2015 schreef ik dat er toen op de Kettingdijk vooral (kruisingen van) Limia's ,  Pajuna's  en Sayaguese runderen liepen. Die zie ik hier nog steeds lopen, maar zo te zien zijn er nu ook Maremmana primitivo runderen en Maronesa runderen.  Bij de post over de stierenkuil heb je al verschillende van die runderen gezien. Door de kruisingen kan ik van de meeste dieren helaas niet precies aangeven wat het nou precies zijn. Mogelijk dat ik suggesties krijg van bezoekers....

De grijze Maremmana koe is de leidkoe van de grote groep; zij bepaalt wat er gebeurt.
Een goed voorbeeld van kuddegedrag is synchroon gedrag
De 100 ha regel heeft tot gevolg dat de dieren uitwijkmogelijkheid hebben en beter met rust worden gelaten. Een ander voordeel is dat er door een grote groep dieren en een grote oppervlakte kuddevorming plaatsvindt. Daar heb ik in een eerdere post over geschreven. Dat kun je HIER nog eens nalezen.

Kuddegedrag bij de runderen is te herkennen als zogenaamd synchroon gedrag: ze blijven in elkaars nabijheid, grazen, herkauwen, schuilen, rusten en “vluchten” gelijktijdig. Dat versterkt de onderlinge band en biedt bescherming tegen roofdieren of ander “gevaar” van buitenaf. Voor een gebied dat voor iedereen toegankelijk is, is dit vlucht- of wijkgedrag van groot belang. Bij een groot gebied is dat beter mogelijk dan in een klein gebied.

Een natuurlijke kudde met veel kalveren
Een natuurlijke kudde runderen bestaat uit melkgevende koeien en hun kalveren, jongvee, droge koeien, "oppastantes" en enkele stieren. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, heeft de stier weinig te vertellen; het is een koe die de dienst uit maakt. Dit noemt men “matriarchaat”. De leidkoe bepaalt waar ze gaan grazen, waar ze gaan rusten en schuilen, wanneer ze gaan drinken etc.

De grijze Maremmana is de leidkoe van de  "donkere" kudde, de stier is een zuivere Maronese.
Deze Limia koe is de leidkoe van de kleienere "rode" kudde
Hoewel de dieren op de Kettingdijk ook wel onder elkaar komen, is mijns inziens toch duidelijk sprake van 2 kuddes. Een grote en een kleine groep. De grote kudde die vooral bestaat uit donkere dieren staat onder leiding van de grijze Maremmana (?) koe en bij de kleinere kudde die licht van kleur is, is dat een "rode" Limia koe.

Kenmerken van de Schotse Hooglander
Kenmerk van het Heckrund (linker stier)


Aan de foto's is te zien hoeveel verschillende soorten kruisingen er zijn. Ik heb een hele serie foto's gemaakt van de runderen waarop je nog meer variatie ziet. Je ziet (kruisingen) van Maremmana's, Limia's, Tudanca's, Sayugese en Maronesa runderen. Maar ook zie je dieren waarin we de kenmerken zien van Schotse Hooglanders en Heckrunderen. Er wordt dus niet echt gericht gefokt, zo lijkt het; men laat de natuur zijn gang gaan in de hoop dat er "goede" nakomelingen tussen zitten.

Het zijn te veel foto's om hier allemaal te plaatsen. Toch benieuwd daarnaar? Ik heb ze op mijn site op Flickr geplaatst en daar kun je ze bekijken. Wel even HIER op klikken.

******** Vrijdag 11 september heeft Daniel Foidl naar aanleiding van deze post een reactie geschreven in zijn blog "The Breeding Back Blog". Daniel Foil is een autoriteit op het gebied van het terugfokken van uitgestorven runderen; van de uitgestorven dieren zelf, over hun vaak gedomesticeerde nakomelingen en desomesticatie tot nieuws en feiten over verschillende terugfokprojecten, rapporten en foto's.

De conclusie die hij trekt na het lezen van mijn post en na het zien van de foto's op Flickr is de volgende: "The Tauros Programme in Kempen~Broek seems to have a different approach to the breeding. While most "breeding-back" projects breed by selecting a chief bull and selecting out individuals that do not fit the standards, the Tauros Programme seemingly let the cattle breed for themselves with many bulls in one herd, with barely any selection (the fact that there are still brindle individuals suggests to me that no selection has taken place yet, as this trait is dominant and easy to select out). Maybe the selection phase has not started yet. I think it is good that the cattle have bull competition in their breeding, as this enables natural selection, but I think this phase is too early for that. It will be very difficult to raise the quality* of the herds this way, except if all bulls were quality bulls. Again, maybe the selective breeding phase has not started yet and they will start selective breeding in the next months or years".

* met kwaliteit bedoelt hij de gelijkenis met de oeros in zijn morfologische eigenschappen, dus de bouw en de vorm en niét de overlevingscapaciteit, gedrag of andere eigenschappen.

Blogarchief