Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


zaterdag 12 september 2020

Taurossen op de Loozerheide in 2020

Loozerheide in 2013
In juni 2014 schreef ik een post over de Loozerheide met als titel: "Nyrstar op de schop". In november 2014 werden de werkzaamheden daar afgesloten en daarover schreef ik in maart 2015 in "Een nieuwe start op de Loozerheide".

Pijpenstrootjesveld in februari 2014
Populieren in februari 2014
Elzen in februari 2014
De eerste klus was het dempen van de talloze slootjes in de loop van 2014 gedempt en het kappen van de elzenbosjes en populieren, omdat men het oorspronkelijke open landschap weer wilde herstellen. Niet alleen de talloze afwateringssloten en -slootjes zorgden namelijk voor de verdrogingsproblematiek in het gebied, ook de populieren en elzen onttrokken veel water aan de grond.  Wist je bijvoorbeeld dat een volwassen populier in het voorjaar 600 liter water per dag opneemt?????

Loozerheide eind 2014
In de volgende fase heeft men de bovenste laag voedselrijke landbouwgrond op de voormalige akkers en weilanden afgegraven en zijn de eertijds gedempte moerassige laagtes uitgegraven, zodat die weer zouden verschijnen. Er werd toen maar liefst 25.000 kubieke meter grond verplaatst. Door deze werkzaamheden veranderde het landschap drastisch in de afgelopen 5 jaar, zoals je op onderstaande foto's kunt zien.

Loozerheide in mei 2020

Van de zo door Natuurmonumenten geprezen toename van biodiversiteit,  is door de begrazing van de runderen ook hier weinig te merken. Het pijpenstrootje heeft het moeilijk, maar ik weet niet of dat "dankzij" de begrazing is of vanwege de droogte. Van de lupinen die er voorheen massaal groeiden en bloeiden en kleur brachten in het eentonige gebied, is nagenoeg niets meer te zien. Verder zag ik weinig kruidenrijke planten; ze maken ook weinig kans om in bloei te komen vanwege de begrazing door de taurossen.

Blauw walstro op de Loozerheide

Ik vond er echter begin juni wel twee opvallende soorten namelijk het Blauw walstro en de Veldhondstong. Beiden zijn hier zeldzaam.

Blauw walstro (Sherardia arvensis) is een plant uit de sterbladigenfamilie. De plant komt voor op vochtige, open plaatsen in grasland en op akkers met kalkhoudende grond. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam en zeer sterk afgenomen.



Veldhondstong
   
De Veldhondstong (Cynoglossum officinale) is een tot 80 cm hoge, tweejarige zacht behaarde plant uit de ruwbladigenfamilie. Gedurende het eerste jaar vormt de plant met haar bladen een bladrozet; pas in het tweede jaar vormt ze stengels, waaraan de rode tot blauwe bloemen verschijnen. De taurossen en Exmoors laten de Veldhondstong met rust omdat ze giftig is. De plant bevat alkaloïden. De runderen zorgen waarschijnlijk wel voor de verspreiding vanwege de weerhaakjes die aan de rijpe zaden zitten.

Zoals gezegd, is de plant hier zeldzaam en komt hij in ons land alleen voor in de Noord- en Zuid-Hollandse duinen. De Veldhondstong komt daar op de duinhellingen en in de duinen vooral voor op open, droge, stikstofrijke grond. De grond dient vooral ook kalkrijk en licht basisch te zijn. Hoe de plant hier is terechtgekomen is voor mij een raadsel. Zou het met de lupinen te maken hebben (Lupines zijn in staat stikstof uit de lucht te binden en daarmee de grond te verrijken) of misschien met het nabijgelegen Nystar?

Al sinds februari 2013 wordt het gebied begraasd door Taurossen (Maremmana's) en Exmoor pony's. Nadat in november 2014 het Natuurherstelprogramma was afgesloten, zijn er nog een Maronesa stier en Limia's bij gekomen. Meer hierover kun je lezen in de post "Taurossen op de Loozerheide 2015". Er lopen inmiddels een twintigtal dieren rond. Het zijn kruisingen van Limia X Maremmana, Maremmana X Maronesa en Limia X Maronesa runderen.


Alle foto's die ik eerder maakte van de Taurossen op de Kettingdijk, kun je vinden op de site Flickr. Ook nu laat ik niet alle foto's zien van de dieren, die ik op de Loozerheide fotografeerde.

Wil je ook die allemaal bekijken dan moet je ook hiervoor even een bezoekje brengen aan Flickr.

maandag 7 september 2020

Taurossen op de Kettingdijk in 2020

In de vorige post vertelde ik dat in gebieden groter dan 100 hectare taurossen gehandhaafd kunnen blijven en ook opengesteld blijven voor publiek. Voor gebieden kleiner dan 100 hectare heeft ARK in overleg met de Klankbordgroep Kempen~Broek (????) een alternatief runderras gekozen. Dat zijn dus Schotse Hooglanders geworden. Op de Kettingdijk/Vetpeel en de Loozerheide heeft men vanwege de 100 ha. regel Taurossen kunnen plaatsen. Ik weet niet of die 100 ha. daar klopt, maar we zullen maar aannemen dat aan die voorwaarde wordt voldaan.

Stierenkuilen kunnen zorgen voor meer biodiversiteit
In de post "Stierenkuilen op de Kettingdijk" gaf ik al aan dat die kuilen een positief element kunnen zijn wat betreft de toename van biodiversiteit, maar hoewel Natuurmonumenten hoog opgeeft over een grote biodiversiteit door "ecologische begrazing" van taurossen en Schotse hooglanders is, net als op de Raamweiden en Graus, ook op de Kettingdijk van biodiversiteit weinig te merken. Ook hier wordt zichtbaar dat de begrazing eerder een verarming van de verschillende gebiedseigen biotopen tot gevolg heeft; dat er weinig sprake is van een kruiden- en faunarijk grasland en dat de runderen ook hier de opgeschoten struikjes en boompjes met rust laten.

Grote kudde Taurossen op de Kettingdijk
Grote delen van de voormalige malse weilanden van de Kettingdijk en voormalig akkerland op de Vetpeel zijn nu begroeid (met het inmiddels uitgebloeide) giftige Jacobskruiskruid en op enkele plekken zie je elzen en berken verschijnen. De dieren laten die met rust. Van kruidenrijk grasland is weinig sprake.

Ik weet niet hoe groot het begrazingsgebied is, maar er lopen ongeveer (medio augustus) 70 runderen. Te veel lijkt me, want jaarrond begrazen is eigenlijk niet mogelijk. Ik heb namelijk begrepen dat er nu al vanwege de droogte bijgevoerd werd en dat dat straks in de wintermaanden ook gaat gebeuren.

Veel gekruiste rassen op de Kettingdijk
Er lopen verschillende soorten (gekruiste) runderrassen rond. In een post van december 2015 schreef ik dat er toen op de Kettingdijk vooral (kruisingen van) Limia's ,  Pajuna's  en Sayaguese runderen liepen. Die zie ik hier nog steeds lopen, maar zo te zien zijn er nu ook Maremmana primitivo runderen en Maronesa runderen.  Bij de post over de stierenkuil heb je al verschillende van die runderen gezien. Door de kruisingen kan ik van de meeste dieren helaas niet precies aangeven wat het nou precies zijn. Mogelijk dat ik suggesties krijg van bezoekers....

De grijze Maremmana koe is de leidkoe van de grote groep; zij bepaalt wat er gebeurt.
Een goed voorbeeld van kuddegedrag is synchroon gedrag
De 100 ha regel heeft tot gevolg dat de dieren uitwijkmogelijkheid hebben en beter met rust worden gelaten. Een ander voordeel is dat er door een grote groep dieren en een grote oppervlakte kuddevorming plaatsvindt. Daar heb ik in een eerdere post over geschreven. Dat kun je HIER nog eens nalezen.

Kuddegedrag bij de runderen is te herkennen als zogenaamd synchroon gedrag: ze blijven in elkaars nabijheid, grazen, herkauwen, schuilen, rusten en “vluchten” gelijktijdig. Dat versterkt de onderlinge band en biedt bescherming tegen roofdieren of ander “gevaar” van buitenaf. Voor een gebied dat voor iedereen toegankelijk is, is dit vlucht- of wijkgedrag van groot belang. Bij een groot gebied is dat beter mogelijk dan in een klein gebied.

Een natuurlijke kudde met veel kalveren
Een natuurlijke kudde runderen bestaat uit melkgevende koeien en hun kalveren, jongvee, droge koeien, "oppastantes" en enkele stieren. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, heeft de stier weinig te vertellen; het is een koe die de dienst uit maakt. Dit noemt men “matriarchaat”. De leidkoe bepaalt waar ze gaan grazen, waar ze gaan rusten en schuilen, wanneer ze gaan drinken etc.

De grijze Maremmana is de leidkoe van de  "donkere" kudde, de stier is een zuivere Maronese.
Deze Limia koe is de leidkoe van de kleienere "rode" kudde
Hoewel de dieren op de Kettingdijk ook wel onder elkaar komen, is mijns inziens toch duidelijk sprake van 2 kuddes. Een grote en een kleine groep. De grote kudde die vooral bestaat uit donkere dieren staat onder leiding van de grijze Maremmana (?) koe en bij de kleinere kudde die licht van kleur is, is dat een "rode" Limia koe.

Kenmerken van de Schotse Hooglander
Kenmerk van het Heckrund (linker stier)


Aan de foto's is te zien hoeveel verschillende soorten kruisingen er zijn. Ik heb een hele serie foto's gemaakt van de runderen waarop je nog meer variatie ziet. Je ziet (kruisingen) van Maremmana's, Limia's, Tudanca's, Sayugese en Maronesa runderen. Maar ook zie je dieren waarin we de kenmerken zien van Schotse Hooglanders en Heckrunderen. Er wordt dus niet echt gericht gefokt, zo lijkt het; men laat de natuur zijn gang gaan in de hoop dat er "goede" nakomelingen tussen zitten.

Het zijn te veel foto's om hier allemaal te plaatsen. Toch benieuwd daarnaar? Ik heb ze op mijn site op Flickr geplaatst en daar kun je ze bekijken. Wel even HIER op klikken.

******** Vrijdag 11 september heeft Daniel Foidl naar aanleiding van deze post een reactie geschreven in zijn blog "The Breeding Back Blog". Daniel Foil is een autoriteit op het gebied van het terugfokken van uitgestorven runderen; van de uitgestorven dieren zelf, over hun vaak gedomesticeerde nakomelingen en desomesticatie tot nieuws en feiten over verschillende terugfokprojecten, rapporten en foto's.

De conclusie die hij trekt na het lezen van mijn post en na het zien van de foto's op Flickr is de volgende: "The Tauros Programme in Kempen~Broek seems to have a different approach to the breeding. While most "breeding-back" projects breed by selecting a chief bull and selecting out individuals that do not fit the standards, the Tauros Programme seemingly let the cattle breed for themselves with many bulls in one herd, with barely any selection (the fact that there are still brindle individuals suggests to me that no selection has taken place yet, as this trait is dominant and easy to select out). Maybe the selection phase has not started yet. I think it is good that the cattle have bull competition in their breeding, as this enables natural selection, but I think this phase is too early for that. It will be very difficult to raise the quality* of the herds this way, except if all bulls were quality bulls. Again, maybe the selective breeding phase has not started yet and they will start selective breeding in the next months or years".

* met kwaliteit bedoelt hij de gelijkenis met de oeros in zijn morfologische eigenschappen, dus de bouw en de vorm en niét de overlevingscapaciteit, gedrag of andere eigenschappen.

donderdag 3 september 2020

Schotse Hooglanders op de Graus en Raamweiden

Het is een tijdje stil geweest op mijn blog wat betreft de Taurossen in het Kempen~Broek gebied.
De laatste keer dat ik er iets over schreef was in maart 2017. Die post kun je HIER nog eens nalezen.

Ik schreef toen o.a. het volgende:
"Al vanaf het eerste moment was er weerstand bij natuurliefhebbers en bezoekers van de door Taurossen begraasde gebieden in Kempen~Broek. Om het heersende gevoel van onveiligheid weg te nemen en te bezien welke maatregelen genomen moesten worden, werd een onafhankelijke Commissie "Verbetering Begrazingsbeheer" ingesteld. Deze Commissie stelde dat op die wijze doorgaan met het Taurosproject in Kempen~Broek geen optie was en kwam op 20 februari 2015 met een advies naar buiten, dat door Ark en de Stichting Taurus in februari 2016 werd overgenomen (Zie Weert de gekste).

Het betrof vooral de volgende aanpassing in het begrazingsbeheer:
"In gebieden groter dan 100 hectare zullen taurossen gehandhaafd blijven en ook opengesteld blijven voor publiek. Voor gebieden kleiner dan 100 hectare zal ARK in overleg met de Klankbordgroep Kempen~Broek een alternatief runderras kiezen."

Begrazing op de Graus door Schotse Hooglanders
Op de Graus zien we vooral het giftige  Jacobskruiskruid dat de Hooglanders echter met rust laten.
De vrijwilligers van het Belgische Natuurpunt voelden zich echter niet veilig met de Taurossen op de Smeetshof en Ooms, wat aanleiding was om in maart 2017 uit het Taurosproject te stappen. Daardoor kwam het geplande 100 ha. grensoverschrijdende gebied (Wisseblök, Kwaoj gaat, Smeetshof met gebied Ooms, de Graus en Raamweiden) te vervallen. Omdat Natuurpunt geen taurossen in hun gebied meer toestond, kon dat vanwege de 100 ha. regel ook niet meer in het Nederlandse deel (zie: de Limburger maart 2017).

Daarom zien we op de Graus en Raamweiden sindsdien géén taurossen meer, maar Schotse Hooglanders. Daar lopen momenteel (augustus 2020) circa 60 dieren.Voor de runderen in het Taurosproject resteren alleen nog de Kettingdijk en de Loozerheide.

Aanleg van veeroosters op de Pruiskesweg in Altweerterheide
Verbinding tussen de Graus en de Raamweiden door de aanleg van veeroosters.
Hoewel de 100 ha. regel een "verbetering" is ten opzichte van de vorige situatie (voor zover men daar tenminste van kan spreken!), de taurossen blijven de gemoederen bezig houden en halen dan ook regelmatig de krant. Dat is vooral vanwege de wens van Natuurmonumenten om gebieden samen te voegen en tussen de kleinere gebieden veeroosters te plaatsen.

Op 25 augustus van dit jaar las ik in dagblad de Limburger dat de door de  gemeente Weert afgegeven vergunning voor een oversteekplaats bij de Pruiskesweg tussen de Graus en Raamweiden door de bestuursrechter vernietigd is.  De heer Visser, een bewoner op de Pruiskesweg, heeft de in april 2019 afgegeven vergunning voor de aanleg daarvan  aangevochten. De Dorpsraad van Altweerterheide en de Ecologische Werkgroep Weert Zuid steunen hem daarin voor 100%. De civiele procedure diende pas deze maand bij de rechtbank in Roermond. Het belangrijkste argument was dat wilde grazers geen vee zijn, omdat ze niet tam zijn. Om die reden mag men, aldus de reclamant, ook geen veeroosters op de openbare weg plaatsen! De bestuursrechter heeft hem daarin gelijk gegeven.

De gemeente Weert en Natuurmonumenten zijn verrast door deze beslissing en overleggen momenteel of ze hiertegen in hoger beroep zullen gaan. Natuurmonumenten was al (in de veronderstelling van een goede afloop) zo vrij die rooster al te plaatsen. Tot duidelijk is wat er gaat gebeuren, kan die oversteek nog in gebruik blijven. Het laatste woord is er dus nog niet over gezegd.
Het artikel in de Limburger kun je HIER lezen.

Een open landschap na de herstelwerkzaamheden bij de Raamweiden in november 2015
Ontelbare watervogels en weidevogels bezoeken de plas op de Raamweiden in november 2015
Al snel na het afgraven van de voedselrijke bovenlaag en de aanleg van een plas in 2015, werd die druk bezocht door weide- en steltlopers, eenden en ganzen. Dat zag er veelbelovend uit.

De runderen laten de opgroeiende struiken en boompjes met rust.
Door het selectief gegraas van de Schotse Hooglanders en het achterlaten van enig onderhoud  blijkt het gebied helaas dicht te gaan groeien. "Het plaatsen van veeroosters zal dat proces gaan versnellen", aldus de heer Visser. Hij zag in de afgelopen jaren dat  er steeds meer hoge vegetatie en boompjes verschenen en dat het geen kruidenrijk grasland zou worden. Integendeel..........

Al op 15 april 2019 zei hij daarover het volgende in de Limburger:  "Door de kleine gebieden met behulp van veeroosters aan elkaar te koppelen, wordt de diverse bestaande natuur door de begrazing een eenheidsworst en zal het waarschijnlijk allemaal bos worden".

Het artikel van afgelopen augustus was aanleiding voor mij om die veeroosters en het bedoelde gebied aan de Pruiskesweg eens te gaan bekijken en te zien of Visser hier een punt heeft.

Geen open landschap met grote biodiversiteit, maar dichtgroeiend grasland.
Het werd voor mij al snel duidelijk wat de de reclamant bedoelt met "eenheidsworstnatuur". Je ziet inderdaad datgene wat hij schetste in dat artikel; het oorspronkelijke open landschap groeit dicht.
Bedoeld is het oorspronkelijk open culruurlandschap zoals vóór 2015, maar zeker ook het natuurlandschap van vóór de ontginning van het Wijffelterbroek en het graven van de Raam, waar je nog kilometers ver kon kijken en waar vissers zelfs hun brood verdienden, omdat het gebied een groot deel van het jaar onder water stond.!!!


Op de Raamweiden ligt een plas die bij de herinrichting in 2015 is aangelegd, maar die momenteel vanaf de weg door de hoge vegetatie niet zichtbaar meer is. De plas staat momenteel grotendeels droog, wat echter geen probleem hoeft te zijn. Het kan een voordeel zijn voor een goede ontwikkeling van de oevervegetatie (ik zag er met name veel Grote waterweegbree) en op deze manier verdwijnen eventueel ook vissen, die een negatieve invloed hebben op de amfibiepopulatie. Valt een poel echter al voor augustus droog, dan gaat er met wat pech helaas ook een nieuwe generatie verloren, omdat de amfibieënlarven onvoldoende tijd krijgen om de metamorfose door te maken tot jonge pad, kikker of salamander.


Wat nu ook opvalt is dat er waarschijnlijk door de runderen, watervogels en afgestorven plantenresten een voedselrijke bezinksellaag (modder) is ontstaan, wat de waterkwaliteit ongunstig beïnvloedt. Aangelegde plassen moeten actief beheerd worden, ook omdat anders de plas na een aantal jaren dichtgroeit en verlandt. Dit is iets waar de natuurbeheerders ook attent op moeten zijn, of op gewezen moet worden.

Hooglanders op de Graus bij de drooggevallen plas
Op de Graus zien we amper bomengroei, maar een eentonige ruige vegetatie van met name pitrus, hoog opstaande grassen, distels en vooral heel veel Jacobskruiskruid. De Hooglanders kunnen dat niet "oplossen". Waarom, zo vraag ik me af, niet op de juiste momenten laten begrazen door schapen, die niet zo kieskeurig zijn en alles (ook de boompjes en struiken) vreten wat ze voor de voeten komt?

Ook ruige en hoge vegetatie op Wisseblök en Kwaoj Gaât
Aandoenlijk beeld 

Ook op Wisseblök en Kwaoj Gaât lopen een tiental Schotse Hooglanders. Bij nagenoeg alle koeien loopt een kalfje, wat wel weer leuk is om te zien. Wat betreft de begroeiing is meteen duidelijk dat ook daar van biodiversiteit geen sprake is. De hoge en dichte vegetatie voorkomt ook hier dat gebiedseigen flora een kans krijgt. Op veel plekken zie je de kalfjes niet eens lopen.

Conclusie: Hoewel Natuurmonumenten hoog opgeeft over een grote biodiversiteit door "ecologische begrazing" van taurossen en Schotse hooglanders, wordt hier goed zichtbaar dat het eerder een verarming van de verschillende gebiedseigen biotopen tot gevolg heeft; de Raamweiden, die een waterrijk gebied met kruiden- en faunarijk grasland hadden moeten worden, gaan steeds meer lijken op een bos als er niet tijdig ingegrepen wordt. De runderen laten (zo blijkt overduidelijk)  de opgeschoten struiken en boompjes namelijk met rust.

Blogarchief