Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label myxomyceten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label myxomyceten. Alle posts tonen

zaterdag 14 oktober 2023

Herfst 2023.......Paddenstoelentijd deel 2: Myxomyceten

De afgelopen weken ben ik weer met de paddenstoelenwerkgroep op pad gegaan. Op dit moment zie je  gelukkig weer veel soorten.  Ik heb er dan ook het nodige over te vertellen. 

Deze post wil ik het echter alleen over slijmzwammen, oftewel myxomyceten hebben. Over myxomyceten heb ik al eerder  geschreven. Dat kun je onder andere HIER en HIER nog eens nalezen als  je wil. 
Wel even op het pijltje linksboven in het scherm klikken om naar deze post terug te keren.

Probleem bij myxomyceten is dat ze niet alleen moeilijk te fotograferen zijn vanwege hun formaat, maar de meeste zijn ook moeilijk op naam te brengen. Dat geldt niet voor onderstaande  grotere soorten als Heksenboter, Boompuist, Kalkschuim, Boomwrat (Bloedweizwam of Blote billenzwam) en Rossig buiskussen. 

Over deze soorten heb ik eerder al iets geschreven. Door op de foto te klikken kun je dat nog eens doorlezen.  Wel even door scrollen in de post. 
Als je daarna op het pijltje links bovenaan  in het scherm klikt, kom je weer terug op deze post.
Heksenboter
Groot kalkschuim
Boomwrat, Blote billenzwam of Bloedweizwam
Rossig buiskussen

Deze zijn nog goed herkenbaar, maar omdat de vruchtlichamen van de veel kleinere myxo's zoals kalkkopjes, kristalkopjes, kalknetjes, netpluimpjes, schijnpluimpjes en draadwatjes  vaak en snel van vorm en kleur veranderen bij rijping en er een dag later weer heel anders uit zien, wordt het moeilijk. Het detecteren van de soort en op naam brengen is meestal alleen mogelijk met behulp van een microscoop.  Een specialistisch werkje dat mijn pet te boven gaat en dat ik graag aan anderen over laat.
En om het helemaal moeilijk te maken, worden er nog elk jaar nieuwe soorten gevonden en op naam gebracht.  Zo zijn er momenteel bijvoorbeeld al 26 verschillende soorten draadwatjes, die zo op het oog minimaal van elkaar verschillen. Op dit moment gaat het in totaal al om ca.300 soorten in ons land. 
Dus zeg 't maar.................................

Onderstaand zie je slijmzwammetjes die we de afgelopen weken hebben gevonden en wel op soortnaam hebben  kunnen brengen. Door er op te klikken kun je nu de foto's vergroot bekijken.

 
Asgrauw netwatje
Kalkkopje (waarschijnlijk het Strokalkkopje)
Zilveren schijnpluimpje
 
Kalkkopje onbekend
  
Netpluimpje onbekend
 
 Gezellig draadwatje
 
Netsporig pluimkussentje (zeer zeldzaam)
Draadwatje. (waarschijnlijk het Fopdraadwatje)
 
Netpluimpje (het Roodbruin- of Gebundeld netpluimpje)
 
Zilveren netpluimpje  in meerdere stadia
 
Fopdraadwatje (li.) en een onbekend Kalkkopje (re.)
 
Lang netwatje

De volgende 2 foto's lijken ook op slijmzwammen, maar zijn het niet. Ze behoren namelijk (hoewel je het niet zou verwachten)  tot de trilzwammen en verwanten zoals bijvoorbeeld het Judasoor.  Ze zijn vooral te vinden in de late herfst of aan het begin van de winter. Het zijn Beukenkorrelkopjes.  Jonge exemplaren hebben een niet te missen maggi-achtige geur. Ze zijn pas sinds de eeuwwisseling in Nederland bekend en zijn nog zeldzaam. Het aantal meldingen is derhalve nog zeer beperkt, maar ze lijken op te rukken. Daarom is het leuk om die ook te laten zien. 

 
Beukenkorrelkopjes

Je vindt ze vooral op beuken (maar ook op bijvoorbeeld haagbeuk, els en eik) op oude landgoederen en in oude bossen waar de bomen aan het aftakelen zijn. Ze groeien tussen scheurtjes in de bast of op het kale hout van net afgestorven bomen, of op takken van nog weinig verteerd hout.  
Zoals je ziet groeien ze in grote groepen en zijn gesteeld. Aan de top van elk steeltje staat een bolletje. De kleur van de steel is bruin. Het bolletje (peridium) is aanvankelijk vuil wit of wit grijzig, later bruin en tenslotte wordt het zwart. Het oppervlak is korrelig. 

 ********************Voor andere suggesties houd ik me aanbevolen********************

vrijdag 16 december 2022

Herfst 2022.......Paddenstoelentijd deel 5: Myxomyceten

Nu de eerste vorst is ingetreden, hebben de nodige paddenstoelen het loodje gelegd. Er zijn echter nog genoeg taaie rakkers te vinden…...In een eerdere post heb ik daar al het een en ander over verteld. 
Dat kun je HIER nog eens nalezen. Twee weken geleden, net voor de vorst, vond ik enkele soorten myxomyceten oftewel slijmzwammen in de Tungeler wallen. Deze wil ik jullie, samen met nog niet eerder geplaatste exemplaren, laten zien in deze post. 

Over myxomyceten heb ik al eerder geschreven. Dat kun je onder andere HIER en HIER en HIER nog eens nalezen. 
gewoon ijsvingertje
 Je zult nu waarschijnlijk tevergeefs zoeken naar dit GEWOON  IJSVINGERTJE (Ceratiomyxa fruticulosa).  In tegenstelling tot wat de naam suggereert is het namelijk geen soort die je in de winter zult aantreffen. Het wordt IJsvingertje genoemd vanwege de kleur en de vorm. Men zegt er ook wel IJspegeltje tegen.
Gewoon ijsvingertje
Hoewel sommige soorten myxomyceten nu nog met wat geluk te vinden zijn, is de winter geen goede periode. Slijmzwammen zijn namelijk sterk afhankelijk van vocht en temperatuur. Je kunt ze gedurende het gehele jaar vinden, maar in het algemeen vind je ze vooral op warme dagen, voorafgegaan door regen, zodat de atmosfeer nog vochtig is. Ook ‘s winters, als na vorst enige warmere dagen komen. In ons land zijn ze vanaf het voorjaar tot laat in het najaar te vinden, maar de rijkste vondsten doe je toch in de nazomer. Is het plasmodium ontwikkeld, maar slaat het weer om en wordt het te droog of te koud, dan trekt het samen tot een sclerotium; een zwamvlokpakket met aan de buitenkant een vliezig laagje dat uitdroging tegengaat. Dit is een soort overlevingsorgaan dat reservevoedsel bevat, en dat zich “verbergt” in bijvoorbeeld spleetjes in hout en schors. Dit sclerotium kan dan maanden wachten tot de omstandigheden weer gunstig zijn en gaat dan weer over in een plasmodium op zoek naar voedsel. 
  Gewoon ijsvingertje
Het IJsvingertje is ook in gunstige omstandigheden moeilijk te vinden, want de hoogte is nauwelijks meer dan een millimeter. Vanaf het pad of van een afstand gezien lijkt het een grauwwitte plek op het hout of tussen het mos. Niets echt iets voor de meeste mensen om te gaan kijken. Misschien is deze onopvallendheid de reden dat hij minder bekend is bij mensen, maar ze zijn zeker even zo goed het bekijken waard. De zuiltjes zijn waterig en doorschijnend. Er is een wel loepje voor nodig om de “vingertjes” goed te zien, maar met een beetje geluk vind je ze in het kruipend stadium van uitstulpen en vochtig slijm afscheidend. 
IJshoningraatje
detail van het IJshoningraatje
IJshoningraatje
Vanwege de sterke gelijkenis en kleur met het IJsvingertje, wordt deze slijmzwam het IJSHONINGRAATJE   (Ceratiomyxa porioides) genoemd. De slijmerige klontjes die je ziet, is  het plasmodiale stadium van deze slijmzwam. Dat het  het "zusje" van het ijsvingertje is, vind je tegenwoordig ook terug in de  in Waarneming.nl  genoemde Latijnse naam: Ceratiomyxa fruticulosa var. porioides.
Je vindt ze van de nazomer tot de herfst op zeer verrot en nat hout, schors, bladeren, mos en andere plantenresten. Ze zijn slijmerig, meestal wit, maar ze zijn ook soms bleek tot lichtgeel en geelachtig groen. 
Bol kalkschaaltje.
Hoewel microscopische controle nodig is voor een zekere determinatie van kristalkopjes, is dit nagenoeg zeker het GLAD KRISTALKOPJE (Didymium difforme). Het is een slijmzwam  in de familie Didymiaceae uit de orde Physarales. Volgens de NMV Verspreidingsatlas is het een tamelijk schaars voorkomende soort. Het heeft een doorsnede van 0,1-3 mm. Het plasmodium is kleurloos of geel. De binnenste laag is paarsachtig of kleurloos. Een kristalkopje is een saprotroof  (leeft van dood organisch materiaal) op kruidachtige plantendelen. Habitat: Naaldbossen en gemengde bossen. Ik heb ze gevonden op een blad van een Amerikaanse eik in de Tungeler Wallen op 3-12-2022. De donkerbruine tot zwarte sporen veroorzaken zwartkleuring van de substraat.  
De schaal zelf kan zowel ruw als glad zijn. Bij de meeste kristalkopjes (er zijn 35 soorten)  onderscheiden we twee laagjes, soms zijn dat er ook drie. Het binnenste omhulsel is zeer dun (een soort membraan) en doorzichtig, maar toch stevig. Het zijn  soorten die eigenlijk alleen maar met behulp van een microscoop te identificeren zijn.
Fopdraadwatje.
Het Fopdraadwatje wordt vaak verward met het er op lijkend Peervormig draadwatje en het Goudgeel draadwatje. Vandaar wellicht “fop” in de Nederlandse naam. Het is echter meer boonvormig dan de anderen en is verspreid in kleine groepjes. Het is zelden gesteeld. Je kunt ook gefopt worden omdat de vruchtlichamen kleuren van wit naar geel, oranje en dan bruin Deze zwam wordt aangetroffen op dood nat hout.
Bloedweizwam of Gewone boomwrat

Soorten in de wat grotere orde der Liceales, zoals Bloedweizwam , zijn goed herkenbaar, maar omdat de vruchtlichamen van veel kleine slijmzwammen zoals kalkkopjes, kristalkopjes en kalknetjes  o.a. vaak van kleur veranderen bij rijping, is detectie meestal alleen mogelijk met behulp van een microscoop. Een specialistisch werkje dat mijn pet te boven gaat. 

Twijfelachtig, maar mogelijk het  Grijswit kalkkopje.
Kalkkopje of  Kristalkopje. 
Kalkkopje of kristalkopje.
Langstelig draadwatje.
Langstelig draadwatje.
Langstelig draadwatje.
Langstelig draadwatje.
Kalkkopje of Kristalkopje.
Kalkkopje of Kristalkopje.

Bij de volgende foto's heb ik geen juiste naam gezet, omdat ik twijfel. Ik denk aan een kalkkopje en het glanzend druivenpitje, maar er zijn te weinig aanknopingspunten. Zoals ik eerder al zei, kan hier eigenlijk alleen microscopisch onderzoek duidelijkheid verschaffen.  Ik heb er daarom  "Myxomycota indet" bij gezet. Wat zoveel als "myxomyceet onbekend" betekent.
Myxomycota indet.
Myxomycota indet.
Myxomycota indet.
Myxomycota indet.
Met een grootte van vaak slechts enkele millimeters trekken de slijmzwammen niet bepaald de aandacht. Omdat de meeste soorten zo klein zijn schrikt het ook velen af om er aan te beginnen, maar als je eenmaal begonnen bent, gaat er een compleet andere wereld voor je open!  Er zitten echte beauty's tussen. 

Mocht je interesse gewekt zijn, dan moet je zeker de verschillende ordes eens bekijken.
Je vindt prachtige foto's op de site Schleimpilze.com. Dat is een Duitstalige site, maar als je op de betreffende pagina klikt met de rechter muisknop, zie je dat je via het rolmenu in Nederlands kunt vertalen. Je kunt ook klikken op onderstaande 5 ordes.
 
==    Liceales: o.a. bloedweizwam en loodkleurig netplaatje 
==    Physarales: o.a. kalk- en kristalkopje, glanzend druivenpitje, heksenboter 
==    Trichiales: netwatjes 
==    Ceratiomyxales: o.a. ijsvingertje 
==    Stemonitales: netpluimpjes

Blogarchief