Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht paddenstoelen in de winter. Sorteren op relevantieAlle posts tonen
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht paddenstoelen in de winter. Sorteren op relevantieAlle posts tonen

zaterdag 20 november 2021

Negen jaar "Weert en natuur"

Alweer een blogjaar voorbij. Ik begon met "Weert en natuur" op 19 november 2012, dus gisteren was het precies NEGEN jaar geleden, dat ik mijn eerste post ("Heykersbroek") plaatste. Dit is post nummer 326.
Een gemiddelde van 36 per jaar.  Dit jaar heb ik 15 posts geplaatst. Inmiddels is het totaal van 300.000 pageviews (bezoekjes aan mijn blog) ruim overschreden  !!!! Vorig jaar waren er meer dan 36.000 views. Iets waar ik meer dan tevreden mee was, maar dit jaar (schrik niet) zijn dit er ruim 58.000 geworden. Een gemiddelde van 158 views per dag. Afgelopen maand waren het er maar liefst 3285 zoals je in het overzicht kunt zien. Een bewonderenswaardig aantal, waarbij ik me steeds weer afvraag wie dat toch geweest kunnen zijn en waarom die bezoekers niets van zich laten horen.
Al jaren stond mijn post otterontsnippering (van februari 2013) bovenaan in de top 5 meest bekeken posts Iets wat ik altijd heel bijzonder heb gevonden. Blijkbaar leefde het onderwerp in het begin meer bij de bezoekers dan in de afgelopen jaren, want die interesse wordt  elk jaar minder. Waar dat vandaan komt, weet ik niet. Dit  jaar is die post in elk geval gezakt naar plek 5. En dat, terwijl  nota bene  het jaar 2021 door de Zoogdierenvereniging is uitgeroepen tot "Het jaar van de otter". Ook in België en Duitsland is de otter het dier van het jaar 2021 geworden.


De 5 meest bezochte posts in deze 9 jaar zijn :
1. Waarom is het water van het Blauwe meertje zo blauw? (3085 views)
2. Paddenstoelen in de winter.(2936 views)
3. De koekoeksbloem (2629 views)
4. Natuurgebieden in Weert; een overzicht.(2467 views)
5. Otterontsnippering. (2301 views)
“Waarom is het water zo blauw? “ is overigens niet de meest bezochte post van dít jaar zoals je in bovenstaand overzicht ziet. Dat is namelijk voor het 2e jaar "Paddenstoelen in de winter" van januari 2015. Gevolgd door  "de Koekoeksbloem" van mei 2013. Dan pas komt de post over het blauwe water van het Blauwe meertje. Ook was er dit jaar best veel interesse in de post Bermbeheer , die ik pas in juni dit jaar geplaatst heb.

Vorig jaar meldde ik dat er 20 volgers waren. In verhouding met de vele pageviews is dat eigenlijk weinig. Zal wel grotendeels aan me zelf te wijten zijn. Ik timmer waarschijnlijk te weinig aan de weg.  Het is echter weer fijn te constateren dat er toch nog 9 volgers zijn bij gekomen. Fijn om dat te zien. Hopelijk is dit een stimulans voor anderen om zich ook aan te melden. Het verplicht tot niets en ik waardeer het zeer.
Ik wil de 29 volgers dan ook van harte bedanken en vooral degenen die trouw een reactie plaatsen. In het overzicht helemaal bovenaan zie je dat er de afgelopen 8 jaar in totaal 1003 keer gereageerd is. Een gemiddelde van 150 per jaar. Een mooi aantal, maar het is natuurlijk nog veel te weinig als je het vergelijkt met het aantal pageviews. Tegen de andere bezoekers wil ik dan ook zeggen: aarzel niet om eens te reageren of iets te vragen. Je hoeft daarvoor niet eens een volger te zijn.



maandag 8 november 2021

Herfst 2021.......Paddenstoelentijd deel 2: Van alles wat

Sinds 2013 wordt er elk jaar een bijzondere paddenstoel uitgeroepen tot soort van het jaar. Dat waren achtereenvolgens de Hanekam (2013), Papegaaizwammetje (2014), Eekhoorntjesbrood (2015), Pruikzwam (2016), Biefstukzwam (2017), Groene glibberzwam (2018) en Heideknotszwam (2019 en 2020). 
Als je die soorten aanklikt lees je er meer over.


Dit jaar is de ORANJE OESTERZWAM (Phyllotopsis nidulans) de paddenstoel van het jaar. Ook wel Schijnoesterzwam genoemd. Hij kan net als de Oesterzwam de winter goed overleven., maar in tegenstelling tot de echte  is deze niet eetbaar. Vandaar ook de naam Schijnoesterzwam. 
De eerste waarneming van deze soort in ons land  was pas in 2007. Dat was op een gekapte beuk op landgoed Oud-Amelisweerd (gemeente Bunnik). In 2017 vond ik deze zwam op een berk aan de Houtsberg in Nederweert-Eind. Op dat moment waren er toen volgens de Verspreidingsatlas nog maar 4 plaatsen in Limburg waar ze waargenomen waren. Dat ik ze aantrof was dus best een hele bijzonder vondst. Inmiddels is ze doorgedrongen in vrijwel elke provincie en dan met name op de zandgronden en in de duinen.

Vorig jaar vond ik ze weer op de Houtsberg en ook in de Tungelerwallen vond ik er een paar. Dit jaar gebeurde dat in de Herbertusbossen (Heeze). Van de Tungelerwallen en aan de Houtsberg weet ik het nog niet, omdat ik daar nog niet ben geweest. Ik ga over deze zwam nu niet meer over vertellen, omdat ik daar in de post “Herfst 2017…….Deel 10” uitgebreid over heb geschreven. Dat kun je HIER nalezen.

In 2018 is, zoals je net hebt kunnen lezen, de GROENE GLIBBERZWAM (Leotia lubrica) uitgeroepen tot Paddenstoel van het jaar. De soort is giftig. Ze wordt beschouwd als een zogenaamde indicatorsoort; ze wordt namelijk vaak gevonden op plaatsen waar andere zeldzame paddenstoelen voorkomen.  
Dit was dus ook weer een bijzondere vondst. Het was ook voor het eerst dat ik ze zag.
Veel paddenstoelen, waaronder ook deze Groene glibberzwam, profiteren momenteel van de vochtige en vrij koele herfst. De paddenstoel kan een hoogte van ca. 9 cm en een diameter van 4 cm bereiken maar blijft dikwijls kleiner.Je vindt ze vooral op mossige plaatsen onder oude beuken en eiken aan slootkanten, greppels en randen van zandpaadjes. Opvallend om te zien dat enkele exemplaren met elkaar vergroeid zijn.
Door het gelatineuze, glibberige vruchtlichaam, de vorm en de kleur is de soort heel duidelijk herkenbaar. De genusnaam Leotia is afgeleid van het Griekse woord leios, en betekent "de gladde" of "de kale". De soortnaam lubrica betekent "glibberig" of "geleiachtig". Deze gesteelde, vrij kleine zakjeszwam (ascomyceet), draagt inderdaad zijn naam niet voor niets, want als je er per ongeluk op zou stappen, blijft er één snotterige glibberige massa over. Hoewel ik op Waarneming.nl. inderdaad groene exemplaren zag, zijn ze (net zoals bij mij het geval was) toch vooral geel, bruingeel of groengeel van kleur. Hoewel sommigen beweren dat de grasgroene of groenzwarte exemplaren zijn geïnfecteerd door schimmels en groen verkleuren bij beschadiging, heeft het waarschijnlijk met ouderdom te maken: "hoe ouder hoe groener" en niet zoals bij ons mensen "hoe groener hoe jonger"……..

De Groene glibberzwam heeft sterk te lijden gehad van verzuring en vermesting. In 1989 stond ze dan ook als 'Bedreigd' op de toenmalige Rode lijst. Hoewel ik deze paddenstoel pas nu voor het eerst zag bij de vloeiweides van de Lozerheide, heeft die zich gelukkig vanaf het eind van de jaren negentig goed weten te herstellen. Blijkbaar als gevolg van een verminderde milieubelasting en deze soort is nu  ook van de Rode Lijst (2008) afgevoerd. De vondst op de Lozerheide is dus een goed teken voor die omgeving.


Dit is een ouder exemplaar van de POEDERZWAMGAST (Asterophora lycoperdoides). Een klein parasitair zwammetje (Ø 5-20 mm ) dat je in loofbossen en lanen op voedsel- en humusarme bodem kunt aantreffen op rottende vruchtlichamen van vooral Russula’s. Ook op melkzwammen kun je ze aantreffen. De lamellen zijn relatief dik en slecht ontwikkeld; soms ontbreken ze volledig. Dat is ook niet per se nodig, want de  sporen zitten niet onder, maar óp de bolvormige hoed. De steel kan tot 10 mm lang zijn.

De foto’s die ik van dit zwammetje in “paddenstoelentijd 2017 deel 1” liet zien, waren niet echt duidelijk. Mijn aandacht ging toen vooral uit naar de Grofplaatrussula waar ze op stonden, maar ik vertel er in die post wel een en ander over.  Dit zijn al oudere exemplaren. Bij jonge zwammetjes is het poeder namelijk nog wit. Op de achtergrond zie je er nog een staan. Bij het ouder worden kleuren de sporen bruin en verstuiven dan. 

Je moet er echt naar op zoek gaan, anders zul je deze ongeveer 1 tot 1,5 cm grote BEPOEDERDE RUPSENDODER (Isaria farinosa) niet vinden. Ook dit is een parasitair zwammetje, dat je niet moet verwarren met de Grote- en Kleine rupsendoder. Dat zijn namelijk graafwespen die rupsen als prooi hebben. Wat je hier echter ziet is een wit paddenstoeltje. Het bijzondere aan deze soort is, dat ze op de poppen van rupsen groeien. Om dat te zien, heb ik er een paar moeten uitgraven. Omdat ze zich koraalvormig vertakken, doen ze een beetje denken aan een kleine Geweizwam.
Dit is een andere vergelijkbare rupsendoder, die ik al uitgebreid beschreven heb in een andere post: de Rupsendoder (Cordyceps militaris). Deze is oranje van kleur is. Het zijn allebei vrij algemene soorten, maar toch vind je de Bepoederde rupsendoder minder vaak dan de oranje, omdat die nog een heel stuk kleiner en onopvallender is dan zijn soortgenoot.

Je vindt de bepoederde soort voornamelijk op zandgronden in bossen en parken tussen bladeren en mos in de bodem ingegraven. Het zwammetje schijnt een zekere voorkeur te hebben voor poppen van de eikenspanner, dus de kans om hem aan te treffen, is het grootst onder eiken.
Je vraagt je misschien af hoe zoiets nou kan gebeuren. Rupsen kunnen besmet raken met sporen van de Bepoederde rupsendoder, door bladeren of grassprietjes te eten waar die sporen zich op bevinden. Op het moment dat de rups zich in de bodem heeft ingegraven en zich heeft ingekapseld, gaan de sporen van de paddenstoel zich door de hele pop ontwikkelen, waardoor deze na verloop van tijd dood gaat. 
Als de pop bijna is “opgegeten” ontstaat er een knots- of staafvormig wit vruchtlichaam. De sporen (conidiën genoemd) die zich op het bovenste deel van het vruchtlichaam vormen, doen wat denken aan wit poeder, waar het zijn naam aan te danken heeft.


De BLEKE FRANJEHOED (Psathyrella candolleana) is een algemene paddenstoel die leeft van de afbraak van vermolmd, half vergaan hout. Men vindt hem in groepen bij bomen, op boomstronken of afgevallen takken en in vochtig grasland. De vruchtlichamen lijken soms in groepen gewoon op de bodem te groeien, maar ondergronds zijn er dan altijd houtresten aanwezig. De hoed heeft een doorsnede van 2,5-5 cm, is klokvormig (jong) tot vlak gespreid (oud). 
De hoedkleur is variabel en afhankelijk van de vochtigheid van het weer: in jonge en vochtige toestand licht crème- of okerkleurig, om bij het ouder worden of uitdrogen witachtig te verbleken Bij jonge exemplaren zitten aan de rand rafels van het velum. Daar dankt de soort zijn naam aan. 
De steel is wit, hol en breekbaar. De kleur van de lamellen is witachtig tot grijslila en wordt ten slotte bruinzwart. Het schijnt dat de oude vruchtlichamen fungeren als voedselbron voor vooral fruitvliegjes.


De SPOELVOETCOLLYBIA (Gymnopus fusipes) komt in Nederland en Vlaanderen vrij algemeen voor. Hij vormt gewoonlijk bundels op de wortels aan de voet van levende bomen, vooral eiken en beuken, maar soms ook bij andere loofbomen. De hoed heeft een doorsnede van 3-7 cm. Bij jonge paddenstoelen is de hoed gewelfd, maar bij het ouder worden wordt deze breed klokvormig met een centrale bult. De kleur is donker roodbruin. Bij het drogen verandert de kleur tot roze-geelbruin. De zwam verschijnt in zomer tot vroege herfst.
De steel is 8-10 cm hoog en 1-1,5 cm dik. Het is een taaie elastische steel, die dezelfde kleur heeft als de hoed. Naar onderen toe verbreedt de steel zich, maar helemaal onderaan wordt deze weer smaller, donkerder gekleurd en spoelvormig met een gegroefd oppervlak. Steel 6-12 x 1-2 cm, glad, gevoord-gedraaid, diep spoelvormig wortelend, elastisch, taai, wittig tot donker roodbruin. Vlees wittig, taai. Geur geen. De lamellen zijn breed en staan ver uit elkaar Ze zijn witachtig met een roodbruine waas en vaak met roestrode vlekjes. De sporen zijn wit.


Op een door en door vermolmde en natte beukenstam trof ik deze mooie ZILVEREN SCHIJNPLUIMPJES (Stemonitopsis typhina) in grote getale aan. Een soort die hoort bij de groep Myxomyceten. Ze zijn matig algemeen, maar vanwege de geringe grootte worden dit soort zwammetjes snel over het hoofd gezien. De vruchtlichaampjes zijn namelijk slechts 2 à 3 mm groot.
Ze zijn cilindrisch met een ronde top, eerst melkachtig wit maar in korte tijd verkleurend naar donkergrijs of bijna zwart. De steeltjes zijn donker met een gelei-achtig laagje en krijgen met het ouder worden een zilvergrijze matte kleur.
Netpluimpjes beginnen normaal gesproken als een klompje met talrijke stelen. De vruchtlichamen maken zich hieruit los doordat een deel van het slijm zich rond de steeltjes wikkelt, maar in tegenstelling met netpluimpjes beginnen de Schijnpluimpjes als individuele vruchtlichamen. Vandaar de naam schijn…..


In de post van 9 oktober 2017 heb ik al het nodige uitgelegd over de meest voorkomende soorten aardsterren in ons land. Dat zul je dus daar moeten lezen als je er wat meer over wil weten. De meeste aardsterren zijn (zeer) zeldzaam.

Dat geldt niet voor deze GEKRAAGDE AARDSTER (Geastrum triplex) die ik onlangs aantrof in een heksenkring van liefst 19 exemplaren. Ik vind het de moeite waard om ze jullie te laten zien, omdat ik ze daar in meerdere stadia aantrof, namelijk van jong tot oud. 

zondag 20 december 2020

Herfst 2020.......Paddenstoelentijd deel 8: Van alles wat

 Nu de winter haar eerste speldenprikken heeft uitgedeeld, is dat voor mij het signaal om het paddenstoelenseizoen af te sluiten.  Hoewel ik nog wat "voorraad" heb, is dit dus mijn laatste post over paddenstoelen in het bewogen jaar 2020. 

Dat wil niet zeggen dat er geen paddenstoelen meer te vinden zouden zijn. Lees daarover maar eens mijn post "Paddenstoelen in de winter".  Veel soorten (met name plaatjeszwammen) geven het nu inderdaad op, maar er zijn nog genoeg "taaie rakkers" die niet terugschrikken voor een beetje vorst. Vaak zijn dat houtzwammen en korstzwammen, zoals onderstaande Waaierkorstzwam, Eikenbloedzwam en Gele korstzwam. Dus voor wie wil, er is in de winter nog genoeg interessants te vinden.

Waaierkorstzwam
De WAAIERKORSTZWAM (Stereum subtomentosum) maakt deel uit van ruim 100 soorten van het geslacht Stereum. Daar horen o.a.  ook de Gele korstzwam en Eikenbloedzwam bij. Soorten die, zoals ik al zei, tegen een stootje kunnen. Het latijnse Stereum betekent "taai" (het  is moeilijk om een stukje van de hoed af te scheuren) en Subtomentosum is afgeleid van het Latijnse woord tomentosa dat "zacht behaard" betekent. Dit vanwege het fluwelige, viltige hoedoppervlak. Het vruchtlichaam heeft dunne ver uitstaande, waaiervormige en golvende schijnhoedjes, Ø 3-7 cm. De bovenzijde van die schijnhoedjes is concentrisch gezoneerd, bruin- of oranje-rood tot okergeel, vaak groen door algen  en met altijd een wittige groeirand.
 
Onderkant van de Waaierkorstzwam
 Een ander typerend kenmerk is dat de onderzijde glad is. Dus zonder buisjes, plooien of stekels. De kleur is geel tot grijsgeel of okerachtig. 
In Engeland wordt de zwam "Yellowing Curtain Crust" genoemd vanwege het feit dat de hoed geel verkleurt als hij wordt ingekrast. Je vindt ze op dode stammen van loofbomen (vooral elzen en wilgen). Het meest in bossen op voedselrijke, vochtige bodem (denk aan bijvoorbeeld een Elzenbroekbos).
 
Eikenbloedzwam
De zeer algemeen voorkomende EIKENBLOEDZWAM (Stereum gausapatum) is een korstvormig leerachtig vruchtlichaam met golvende, viltige, oranje- tot roestbruine, soms wat donkerpaarsachtige “hoed”, met witte rand. De onderkant is glad, heeft ook geen plaatjes of poriën en is okerkleurig tot bleekbruin. Bij beschadiging of vochtig weer wordt ie roodkleurend. Deze korstzwam groeit dakpansgewijs boven elkaar op dood hout van eiken. Deze zeer algemeen voorkomende soort kun je het hele jaar door vinden. 
 
Gele korstzwam
 De GELE KORSTZWAM (Stereum hirsutum) is een soort die ook het hele jaar te vinden is. Zoek bij loofhout wat vaak gestapeld ligt in de bossen. De leerachtige soms grote plakkaten, zijn okergeel gekleurd. Korstzwammen vind je op allerlei dood hout en dode bladeren, maar soms ook op levend hout. Ze worden ook wel schorszwammen genoemd. De korstzwam lijkt als het ware vastgeplakt op het hout. Veel korstzwammen krullen om en vormen dan waaiers, dakjes of hoedjes. Met mooie kleuren als paars, geel, felblauw, roze, oranje of wit zijn ze veel te vinden tussen kreupelhout en op omgewaaide, langzaam vergane bomen.
 
Kleverig koraalzwammetje
  Ook het KLEVERIG KORAALZWAMMETJE (Calocera viscosa) kun je  vaak vroeg in de winter nog aantreffen. Het is geen bijzondere vondst, want ze komen best veel voor, maar het is toch steeds weer leuk om te zien. Het is een zeer algemene soort, dus succes is gegarandeerd als je op zoek gaat in een naaldbos (in een loofbos zul je vergeefs zoeken). Het zwammetje leeft als saprofyt op sterk vermolmde stronken en stammen van naaldbomen. Het vruchtlichaam is 4-8 cm hoog en is vrij variabel qua vorm, hij kan bestaan uit rechte "takjes", maar komt ook regelmatig voor met vrij veel vertakkingen. De kleur is opvallend oranjegeel. Het brengt kleur in de duistere naaldbossen en is vooral tussen het mos een lust voor het oog. 
 
Plooivlieswaaiertje
Je zou het niet verwachten, maar het PLOOIVLIESWAAIERTJE (Plicaturopsis crispa) kwam tot voor enkele decennia nog niet voor op het laagland van Noordwest-Europa. De eerste waarneming in Nederland stamt pas uit 1989 en sindsdien is het aan een snelle opmars bezig. Ook in kille gebieden als Scandinavië, Canada, Japan en China en zelfs op de toendra's van Alaska schijnt het voor te komen.
 
 Iedereen die wel eens in een bos wandelt, komt het plooivlieswaaiertje dan ook vroeg of laat tegen. Ook in een zachte winter is dat nog het geval. Het  is gemakkelijk te herkennen. In grote groepen groeien ze het liefst op de berk, maar ook op beuk, hazelaar, eik en els. De paddenstoel kenmerkt zich door waaiervormige, golvende hoedjes met een doorsnede van 1-2 centimeter. De bovenkant is viltig en wit tot oker- en roodbruin gekleurd. De onderkant kent geen lamellen, maar plooien. Die zijn vuilwit tot grijs-oker gekleurd
 
Gewoon elfenbankje. Links zie je de witte onderkant
ELFENBANKJES (geslacht Tramets) zijn zwammen die volgens mij de meeste verschijningsvormen hebben. Dat geldt zowel voor uiterlijk als kleur. Ik heb al veel elfenbankjes gezien en die waren wat betreft kleur steeds weer anders. Van bijna zwart en blauwachtig naar heel veel tinten bruin,oranje en geel. Het Gewoon elfenbankje heet ook niet voor niets Trametes versicolor. "Versicolor" betekent namelijk: met variabele kleuren. De buitenrand is echter altijd wit. Daarnaast zijn de hoedjes soms halfrond en soms waaiervormig. Op SoortenBank,nl vind je 7 soortnamen die voldoen aan de zoekopdracht "elfenbankje". Het is een eenjarige soort, dat wil zeggen dat het vruchtlichaam maar één seizoen te vinden is. Ze worden dus ieder jaar opnieuw "gevormd". 
 
Gewoon elfenbankje
 Je zou door die verschijningsvormen de weg kwijtraken, maar ze zijn ondanks dat toch goed van andere soorten te onderscheiden. Hoewel..........schijn bedriegt soms. Voor hetzelfde geld heb je te maken met bijvoorbeeld een Waaierkorstzwam, een Witte bultzwam of een Geelbruine plaatjeshoutzwam. Die vind je net als Elfenbankjes ook op de dode stobben van loofhout, maar de onderkant van Elfenbankjes is altijd wit en ze hebben kleine poriën. Het is daarom nodig om te kijken naar de onderkant, of die echt ook wel wit is en poriën bevat...... 
 
Gewoon elfenbankje
 Het meest bekende elfenbankje is het GEWOON ELFENBANKJE (Trametes versicolor). Meestal in grote groepen in rijen of dakpansgewijs groeiend. De bovenzijde is concentrisch gezoneerd, golvend en fluwelig. De zones hebben verschillende kleuren (van zwart via allerlei tinten bruin tot oker of oranjegeel, terwijl olijfgroene, roodachtige en blauwe tinten ook kunnen voorkomen. Soms zijn het net  rozetjes, die mij altijd aan bloemen doen denken. 
 
Fopelfenbankje (links) en Gewoon elfenbankje (rechts)
 Het Gewoon elfenbankje wordt nogal eens verwisseld met het FOPELFENBANKJE (Lenzites betulinus). Dat zie je hier links op de foto. Vaak zie je ze samen. Het koloniseert stompen namelijk pas nadat die door andere elfenbankjes zijn "voorverteerd"; deze paddenstoel parasiteert dus op het mycelium van zijn voorgangers. Uiterlijk is er in eerste instantie weinig tot geen verschil. 
 
Dat zie je pas als je de onderkant bekijkt. Waar Gewone elfenbankjes aan de onderzijde fijne poriën hebben, heeft het Fopelfenbankje langgerekte lamelvormige gleuven met dwarswandjes. Die "plaatjes" aan de onderkant zijn aanvankelijk lichtgeel, maar verkleuren later tot bruingrijs of okergee.
 
Gewone zwavelkop
 Zwavelkopjes zijn in milde zomers al in juni te vinden en ik ben ze in december ook nog tegengekomen. In ieder geval tot de eerste nachtvorst. Ze zitten vol water en hebben aan vorst dus een grote hekel. Ze danken hun naam aan de zwavelgele kleur van de hoed en de steel. Ze groeien meestal in bundels bijeen op (verborgen) dood hout.
Gewone zwavelkop
Dennenzwavelkop

De 3 bekendste zijn de Gewone zwavelkop (Psilocybe fascicularis), die zowel op naaldhout als op loofhout groeit, de Dennenzwavelkop die uitsluitend op dood naaldhout voorkomt en de Rode zwavelkop (Psilocybe sublateritia). De laatste vind je weer alleen op loofhout.

Ze zijn moeilijk te onderscheiden, maar behalve de vindplaats, kun je het beste letten op de plaatjes. Die zijn bij de Gewone zwavelkop eerst geelgroen en later donker olijfbruin, die van de Dennenzwavelkop zijn eerst lichtgrijs en dan grijsbruin, dus zónder de groentint zoals die bij de gewone zwavelkop.  

Rode zwavelkop
De lamellen van de RODE ZWAVELKOP zijn aanvankelijk bleek grijsgroen, maar worden later olijfbruin, zoals je dat ook bij de Gewone zwavelkoppen ziet.De Rode zwavelkop komt algemeen voor op zandgronden en groeit enkel op dood loofhout. Vooral op eiken. De hoed is in het midden steenrood en naar de rand toe lichter. Aan die rand zitten meestal talrijke groengele vezelige velumresten. Vooral bij jonge exemplaren. De steel heeft soms een vezelige ringzone en is aan de top geel van kleur en is naar de basis toe roder. Net als de Gewone zwavelkop is deze soort giftig. Dit in tegenstelling tot de Dennenzwavelkop, die weer wel eetbaar is.

Ik eindig deze laatste post over paddenstoelen met de PIJPKNOTSZWAM (Macrotyphula fistulosa). Ook deze onopvallende houtzwam kun je tot laat in het jaar aantreffen. De soort is volgens Wikipedia te vinden in de maanden september - oktober, maar ik vond vorige week, na enkele nachten lichte vorst, nog meerdere exemplaren op de Houtsberg. Lichte vorst is dus geen probleem. 
 
Hoewel dit zwammetje zeer algemeen voor komt, wordt het vanwege de afmeting vaak niet opgemerkt. Het is smal en ietwat knotsvormig. De naam "fistulosa" betekent buisvormig. Het wordt 3-20 cm hoog en is slechts enkele mm breed, okergeel van kleur, daarna geelbruin tot zeemleerkleurig. Jong heeft het nog een spitse top, maar die wordt later stomp.Het zwammetje is glad, of is soms ook wel fijn overlangs gerimpeld. 

Pijpknotszwam
Je vindt ze alleenstaand of in een klein groepje op liggende of begraven takken en takjes van loofbomen, vooral berken en elzen. Het lijkt er op dat vocht bepalend is voor de vormen die je kunt vinden. Als het erg nat is, en er dus een hoge luchtvochtigheidsgraad is, vind je bijna geen gedrongen vormen. Als het echter langere tijd droog blijft, ontstaan vaker gedrongen vormen. De zwammetjes op deze foto zijn amper 2 cm.

woensdag 18 november 2020

Acht jaar "Weert en natuur"

Dit is  het ACHTSTE JAAR jaar dat ik met "Weert en natuur" bezig ben. Ik begon er mee op 19 november 2012. Wat vliegt de tijd.  Ik ben vanwege de Corona meer aan huis gebonden geweest, maar dat betekende ook dat ik meer tijd had om eens lekker te lezen, te puzzelen en me bezig te houden met mijn blog. Dit is post nummer 304. Dat zijn dit jaar 17 posts.
Het lijkt niet veel, maar ik ben dan ook lang bezig geweest met een post over de geschiedenis van Leopold Wenmaekers,de eerste eigenaar van Landgoed de Advokaat. Deze heb ik nog niet geplaatst, omdat er hier en daar nog de puntjes op de i gezet moeten worden, maar zal waarschijnlijk wel nog dit jaar verschijnen.

Jaaroverzicht gemaakt met Google analytics.

Inmiddels is het totaal van 243.000 pageviews bijna bereikt. Vorig jaar waren er circa 30.000 views, maar dat aantal is dit jaar ruim overschreden; er waren ruim 36.000 views........ .  Daar ben ik uiteraard meer dan tevreden mee, want dat betekent dat gemiddeld dit jaar elke week ongeveer 700 pagina's bekeken en/of gelezen werden. Afgelopen maand waren het er maar liefst 3834 zoals je in het  overzicht kunt zien. Een bewonderenswaardig aantal, waarbij ik me altijd afvraag wie dat toch allemaal geweest kan zijn en waarom die niets van zich laten horen.

 
Het is opvallend dat sinds september de post "Taurossen op de Kettingdijk"  al meer dan 250 keer is bezocht. De reden van dit hoge aantal is waarschijnlijk gelegen in het feit dat op de Breeding-back blog van de Oostenrijkse Daniel Foidl is verwezen naar mijn post. Dat betekent wereldwijde interesse.
 
Dagstrand het Blauwe meertje
Al jaren stond de post over de otterontsnippering bovenaan als vaakst  bekeken (iets wat ik altijd heel bijzonder heb gevonden), maar die  is dit jaar overtroefd door de post "Waarom is het water van het Blauwe meertje zo blauw".   De reden daarvan  is ongetwijfeld dat een gedeelte van de plas in 2018 een recreatieve bestemming heeft gekregen. Hoewel de gehele inrichting van het gebied, inclusief de realisatie van bos- en natuurcompensatie buiten het CZW-gebied, pas medio 2022 gereed zal zijn, trok de plas al veel bezoekers. Velen zullen zich verwonderd hebben over dat blauwe water en de reden daarvan hebben opgezocht op internet en ja, dan kom je op mijn blog uit........... .......

De 5 meest bezochte posts in deze 8 jaar zijn achtereenvolgens: 
  1. Waarom is het water van het Blauwe meertje zo blauw? (2516 views) 
  2. Otterontsnippering. (2168 views)  
  3. Paddenstoelen in de winter.(2143 views)
  4. De koekoeksbloem (1947 views) 
  5. Reuzenbalsemien; een wolf in schaapskleren.(1819 views). 

 

Waarom het water zo blauw is, is overigens niet de meest bezochte post van dit jaar zoals je in bovenstaand overzicht ziet. Dat is namelijk de post met het onderwerp "Koekoeksbloem" van mei 2013, gevolgd door "Paddenstoelen in de winter" van januari 2015. Dan pas komt de post over het blauwe water van het Blauwe meertje.

Vorig  jaar meldde ik dat er 20 volgers waren. In verhouding met de vele pageviews is dat eigenlijk te weinig. Het is dan ook fijn nu te constateren dat er 6 volgers zijn bij gekomen. Fijn om dat te zien en bedankt voor de nieuwe volgers. Hopelijk is dit een stimulans voor anderen om zich ook aan te melden. Het verplicht tot niets en ik waardeer het zeer.

Ik wil de 26 volgers van harte bedanken en vooral degenen die trouw een reactie plaatsen.

In het overzicht helemaal bovenaan zie je dat er de afgelopen 8 jaar  in totaal 851 keer gereageerd is. Dat is natuurlijk veel te weinig als je het vergelijkt met het aantal pageviews. Voor de andere bezoekers wil ik dan ook zeggen: aarzel niet om eens te reageren of iets te vragen. Je hoeft daarvoor niet eens een volger te zijn.

Blogarchief