Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


donderdag 30 maart 2023

Raam en Lossing

Maart is gemiddeld gezien één van de droogste maanden. Vorig jaar viel er gemiddeld over het land slechts 9 mm tegen 56 normaal, maar dit jaar was het uitzonderlijk nat. Met iets meer dan 100 mm. komt maart 2023 in het rijtje met natste maanden ooit sinds de metingen in 1906 begonnen. In het zuiden viel de meeste neerslag, met plaatselijk meer dan 130 millimeter. Het record blijft in handen van 1981, toen er in de derde maand van het jaar gemiddeld 128 millimeter neerslag viel.

Er viel dit jaar dus bijna twee keer zoveel regen als normaal. Dat is onder andere, zeker  na de uitvoering van het  “Bestemmingsplan Wijffelterbroekdijk - Omlegging Raam” van de afgelopen maanden, in het Wijffelterbroek- en Vetpeelgebied heel goed zichtbaar ; het is er momenteel klets- en kletsnat.
Het doel van het plan  is het schone gebiedseigen kwel- en regenwater vast te houden en zoveel mogelijk te scheiden van het verontreinigde water (meststoffen en andere vervuiling) van de Lossing en de Raam die vanuit België langs en door het Wijffelterbroek in Altweerterheide stromen. 

De Lossing (in 1865) en de Raam (in 1930)  zijn gegraven voor een snelle ontwatering van het moerasgebied en snelle afvoer van het water om het zo geschikt te maken als landbouwgrond. In een post over het Wijffelterbroek heb ik de historie ervan beschreven. 
Plaats waar de Lossing uitmondt in de in 1930 gegraven Raambeek. Foto van 2012
Om dat plan te verwezenlijken was het nodig om het déél van de De Raam van de Lossing tot aan de Pruiskesweg te dempen en de Lossing vanaf de Bocholterweg om te leiden tot aan de Vetpeelweg om vervolgens af te buigen langs het fietspad richting Kwaoj Gaat tot aan de brug aan de Pruiskesweg. Daar mondt die dan uit in de oorspronkelijk gegraven Raam. Door de Lossing vanaf de Bocholterweg tot de oude Raam zal geen water meer afgevoerd worden.
Door de omleiding kan het laaggelegen gebied ook gaan fungeren als klimaatbuffer. Zo'n buffer werkt als een soort groene spons; water opvangen en indien nodig weer loslaten. Het gaat er dus om het waterbergend vermogen in het gebied te vergroten door het vast te houden in tijden van hevige regenval en zo voorkomen dat verder stroomopwaarts wateroverlast optreedt en het tijdens droge perioden langzaam laten wegstromen, zodat geen verdroging optreedt. Zo wordt weer getracht terug te keren naar het oorspronkelijke grensoverschrijdende moerasbos en sla je drie vliegen in één klap: het verleggen van de ontwateringssloot en het creëren van een klimaatbuffer komen ten goede aan zowel de natuur, als de waterhuishouding én de landbouw. 
Veel belangstelling voor de wandeling van 15 oktober.
Sietze van der Linden (oranje jas), projectleider namens ARK Natuurontwikkeling, 
geeft uitleg over het verleggen van de Raam. — Foto: Jeroen Kuit  — 

Om geïnteresseerde natuurliefhebbers en omwonenden op de hoogte te brengen van wat er nou precies stond te gebeuren,  organiseerde Natuurmonumenten de afgelopen maanden  enkele wandelingen. Op 15 oktober van het afgelopen jaar gebeurde dat voor de eerste keer en kon je kennismaken met de eerste werkzaamheden aldaar. Men is daarna in sneltreinvaart begonnen met de uitvoeringswerkzaamheden en al op dinsdag 28 februari 2023 kon een feestelijke toost uitgebracht worden op de realisatie ervan.
Op deze plek gaat de Vetpeellossing onder de Raam door
Zaterdag 25 maart was de tweede en afsluitende wandeling die weer onder leiding stond van Robin Peeters en Yvonne van  Moll van Natuurmonumenten. Het verschil met de situatie op 15 oktober was groot en het Wijffelterbroek met o.a. het smokkelpaadje was zelfs niet toegankelijk vanwege de hoge waterstand. Vandaar dat er niks anders op zat dan langs de nieuwe Raam/Lossing te lopen en vervolgens naar de Vetpeel te gaan om te zien welke werkzaamheden door hebben plaatsgevonden. Daarover in de volgende post meer.
Lossing komend vanaf de Kettingdijk
Aftakking van de nieuwe Raam vanaf de Lossing aan de Bocholterweg
Aftakking van de nieuwe Raam vanaf de Lossing
Nieuw gegraven Raam/Lossing langs de Bocholterweg richting Vetpeelweg
Nieuwe Raam langs de Bocholterweg richting Vetpeelweg
Nieuwe Raam met aan de overkant de hooigraslandjes die "Wisseblök" worden genoemd
Nieuwe Raam die afbuigt richting  "Kwaoj Gaat"
Raam tussen het fietspad en het gebied dat de naam "Kwaoj Gaat" heeft.
Raam stromend langs de Pruiskesweg richting brug bij de oorspronkelijke Raam.
Nieuwe Raam (links) die uitmondt in de  oorspronkelijke oude Raam
Oude gedempte Raam en nieuwe Raam die bij de brug aan de Pruiskesweg samenkomen
Gedempte oude Raam die  zorgde voor verdroging van het Wijffelterbroekgebied.
Vanaf de brug aan de Pruiskesweg vervolgt de Raam zijn weg naar de Tungelroyse beek.

In de volgende post vertel ik over de werkzaamheden in het Vetpeelgebied. Dat is het gebied tegenover het Wijffelterbroek aan de andere kant van de Bocholterweg.

zaterdag 24 december 2022

Herfst 2022.......Paddenstoelentijd deel 6: Van alles wat.

 Dit is mijn laatste post van dit jaar. De 6e over paddenstoelen. We hebben dit jaar 10 natuurgebieden bezocht en ik heb daar de nodige foto's kunnen maken. Van "gewone" tot "bijzondere soorten". Vooral de kleine myxomyceetjes trokken mijn aandacht. In deze laatste post geen toelichting er bij, maar enkel foto's van soorten die ik nog niet heb laten zien en de moeite waard zijn om getoond te worden.  Ik heb al de foto's  die ik dit jaar genomen heb op mijn site Flickr geplaatst. Je vindt daar liefst 660 foto's, waaronder dus ook  soorten dubbel. Keus genoeg in elk geval! Mocht je ze willen bekijken dan moet je even  HIER klikken.

Tevens wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om  mijn bezoekers fijne feestdagen en alle goeds toe te wensen voor het nieuwe jaar. Blijf gezond en trek er op uit als je de kans hebt, want in de natuur raak je nooit uitgekeken. De tere witte paddenstoeltjes zijn overigens Bundelmycena's, maar dit terzijde..

Asgrauwe koraalzwam
Biefstukzwam
onderkant van de Bleke oesterzwam
Bruine trilzwam met Korsthoutskoolzwam op de achtergrond
Gekraagde aardster
wimperzwam - Scutinellinia spec. (soort onbekend)
Gewone zwavelkop
Gewoon eekhoorntjesbrood
Gewoon elfenbankje
Groene anijstrechterzwam
Groene schelpzwam
Oranjerode stropharia
Paardenhaartaailing
Onderkant Roodporiehoutzwam
Roodvoetknotsje
Schubbige fopzwam
Streepsteelmycena
Wieltje
Zwavelmelkbekerzwam
Zwerminktzwam


vrijdag 16 december 2022

Herfst 2022.......Paddenstoelentijd deel 5: Myxomyceten

Nu de eerste vorst is ingetreden, hebben de nodige paddenstoelen het loodje gelegd. Er zijn echter nog genoeg taaie rakkers te vinden…...In een eerdere post heb ik daar al het een en ander over verteld. 
Dat kun je HIER nog eens nalezen. Twee weken geleden, net voor de vorst, vond ik enkele soorten myxomyceten oftewel slijmzwammen in de Tungeler wallen. Deze wil ik jullie, samen met nog niet eerder geplaatste exemplaren, laten zien in deze post. 

Over myxomyceten heb ik al eerder geschreven. Dat kun je onder andere HIER en HIER en HIER nog eens nalezen. 
gewoon ijsvingertje
 Je zult nu waarschijnlijk tevergeefs zoeken naar dit GEWOON  IJSVINGERTJE (Ceratiomyxa fruticulosa).  In tegenstelling tot wat de naam suggereert is het namelijk geen soort die je in de winter zult aantreffen. Het wordt IJsvingertje genoemd vanwege de kleur en de vorm. Men zegt er ook wel IJspegeltje tegen.
Gewoon ijsvingertje
Hoewel sommige soorten myxomyceten nu nog met wat geluk te vinden zijn, is de winter geen goede periode. Slijmzwammen zijn namelijk sterk afhankelijk van vocht en temperatuur. Je kunt ze gedurende het gehele jaar vinden, maar in het algemeen vind je ze vooral op warme dagen, voorafgegaan door regen, zodat de atmosfeer nog vochtig is. Ook ‘s winters, als na vorst enige warmere dagen komen. In ons land zijn ze vanaf het voorjaar tot laat in het najaar te vinden, maar de rijkste vondsten doe je toch in de nazomer. Is het plasmodium ontwikkeld, maar slaat het weer om en wordt het te droog of te koud, dan trekt het samen tot een sclerotium; een zwamvlokpakket met aan de buitenkant een vliezig laagje dat uitdroging tegengaat. Dit is een soort overlevingsorgaan dat reservevoedsel bevat, en dat zich “verbergt” in bijvoorbeeld spleetjes in hout en schors. Dit sclerotium kan dan maanden wachten tot de omstandigheden weer gunstig zijn en gaat dan weer over in een plasmodium op zoek naar voedsel. 
  Gewoon ijsvingertje
Het IJsvingertje is ook in gunstige omstandigheden moeilijk te vinden, want de hoogte is nauwelijks meer dan een millimeter. Vanaf het pad of van een afstand gezien lijkt het een grauwwitte plek op het hout of tussen het mos. Niets echt iets voor de meeste mensen om te gaan kijken. Misschien is deze onopvallendheid de reden dat hij minder bekend is bij mensen, maar ze zijn zeker even zo goed het bekijken waard. De zuiltjes zijn waterig en doorschijnend. Er is een wel loepje voor nodig om de “vingertjes” goed te zien, maar met een beetje geluk vind je ze in het kruipend stadium van uitstulpen en vochtig slijm afscheidend. 
IJshoningraatje
detail van het IJshoningraatje
IJshoningraatje
Vanwege de sterke gelijkenis en kleur met het IJsvingertje, wordt deze slijmzwam het IJSHONINGRAATJE   (Ceratiomyxa porioides) genoemd. De slijmerige klontjes die je ziet, is  het plasmodiale stadium van deze slijmzwam. Dat het  het "zusje" van het ijsvingertje is, vind je tegenwoordig ook terug in de  in Waarneming.nl  genoemde Latijnse naam: Ceratiomyxa fruticulosa var. porioides.
Je vindt ze van de nazomer tot de herfst op zeer verrot en nat hout, schors, bladeren, mos en andere plantenresten. Ze zijn slijmerig, meestal wit, maar ze zijn ook soms bleek tot lichtgeel en geelachtig groen. 
Bol kalkschaaltje.
Hoewel microscopische controle nodig is voor een zekere determinatie van kristalkopjes, is dit nagenoeg zeker het GLAD KRISTALKOPJE (Didymium difforme). Het is een slijmzwam  in de familie Didymiaceae uit de orde Physarales. Volgens de NMV Verspreidingsatlas is het een tamelijk schaars voorkomende soort. Het heeft een doorsnede van 0,1-3 mm. Het plasmodium is kleurloos of geel. De binnenste laag is paarsachtig of kleurloos. Een kristalkopje is een saprotroof  (leeft van dood organisch materiaal) op kruidachtige plantendelen. Habitat: Naaldbossen en gemengde bossen. Ik heb ze gevonden op een blad van een Amerikaanse eik in de Tungeler Wallen op 3-12-2022. De donkerbruine tot zwarte sporen veroorzaken zwartkleuring van de substraat.  
De schaal zelf kan zowel ruw als glad zijn. Bij de meeste kristalkopjes (er zijn 35 soorten)  onderscheiden we twee laagjes, soms zijn dat er ook drie. Het binnenste omhulsel is zeer dun (een soort membraan) en doorzichtig, maar toch stevig. Het zijn  soorten die eigenlijk alleen maar met behulp van een microscoop te identificeren zijn.
Fopdraadwatje.
Het Fopdraadwatje wordt vaak verward met het er op lijkend Peervormig draadwatje en het Goudgeel draadwatje. Vandaar wellicht “fop” in de Nederlandse naam. Het is echter meer boonvormig dan de anderen en is verspreid in kleine groepjes. Het is zelden gesteeld. Je kunt ook gefopt worden omdat de vruchtlichamen kleuren van wit naar geel, oranje en dan bruin Deze zwam wordt aangetroffen op dood nat hout.
Bloedweizwam of Gewone boomwrat
Boompuist
Soorten in de wat grotere orde der Liceales, zoals Bloedweizwam en Boompuist, zijn goed herkenbaar, maar omdat de vruchtlichamen van veel kleine slijmzwammen zoals kalkkopjes, kristalkopjes en kalknetjes  o.a. vaak van kleur veranderen bij rijping, is detectie meestal alleen mogelijk met behulp van een microscoop. Een specialistisch werkje dat mijn pet te boven gaat. 

Twijfelachtig, maar mogelijk het  Grijswit kalkkopje.
Kalkkopje of  Kristalkopje. 
Kalkkopje of kristalkopje.
Langstelig draadwatje.
Langstelig draadwatje.
Langstelig draadwatje.
Langstelig draadwatje.
Kalkkopje of Kristalkopje.
Kalkkopje of Kristalkopje.

Bij de volgende foto's heb ik geen juiste naam gezet, omdat ik twijfel. Ik denk aan een kalkkopje en het glanzend druivenpitje, maar er zijn te weinig aanknopingspunten. Zoals ik eerder al zei, kan hier eigenlijk alleen microscopisch onderzoek duidelijkheid verschaffen.  Ik heb er daarom  "Myxomycota indet" bij gezet. Wat zoveel als "myxomyceet onbekend" betekent.
Myxomycota indet.
Myxomycota indet.
Myxomycota indet.
Myxomycota indet.
Met een grootte van vaak slechts enkele millimeters trekken de slijmzwammen niet bepaald de aandacht. Omdat de meeste soorten zo klein zijn schrikt het ook velen af om er aan te beginnen, maar als je eenmaal begonnen bent, gaat er een compleet andere wereld voor je open!  Er zitten echte beauty's tussen. 

Mocht je interesse gewekt zijn, dan moet je zeker de verschillende ordes eens bekijken.
Je vindt prachtige foto's op de site Schleimpilze.com. Dat is een Duitstalige site, maar als je op de betreffende pagina klikt met de rechter muisknop, zie je dat je via het rolmenu in Nederlands kunt vertalen. Je kunt ook klikken op onderstaande 5 ordes.
 
==    Liceales: o.a. bloedweizwam en loodkleurig netplaatje 
==    Physarales: o.a. kalk- en kristalkopje, glanzend druivenpitje, heksenboter 
==    Trichiales: netwatjes 
==    Ceratiomyxales: o.a. ijsvingertje 
==    Stemonitales: netpluimpjes

Blogarchief